De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1884 16 november pagina 5

16 november 1884 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 386 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. ge van leelijke dames kent als ze door mannen een mooie zuster hooren pr^en. Heet dat nu mooi? Wat hebben die mannen toch eea zonder lingen smaak!" Ja, dat bleek wel uit de keuze van raflnherr X. Ik was bezig mijnheer te vertellen", hernam mevr. X., dat die mevr. B. liaar best dost om protecteurs voor baar man te krijgen en dat bet baar met haar kokette knepen wel gelukken zal." Ik kon aan 't gezicht van X. duidelijk zien, dat zijn menseVienkennig geen gelijken tred hield met die zijner lieve wederhelft, want hij keek zijn vrouw vragend aan als wilde hij zeggen: wat bedoel-je??Mevr. X. begreep dit zwijgend beroep op haar meerdere kennis zoo goed, dat ze antwoordde: Wel ja, die menschen zijn nog geen half jaar hier en't zou me nint verwonderen, als ze morgen of overmorgen reeds protectie hadden, terwijl wij en een ander jaren hebben moeten tobben om door protectie vooruit te komen." Nu wist X. wat hij te zeggen had en hij zou ook iets gelegd hebben, als do professor hem 't woord niet had ontnomen. Straks!" fluisterde X. tot mijn troost, en hij zette zich tot luisteren mot een gezicht zoo ernstig, dat-men op mijn woord zou gezegd hebben, dat bij iets van do causerio over Molières Misanthrope begreep. Ik had het voorrecht mijnh. en mevr. X. een oindwoegs nnar buis te mogen vergezellen, en mijnheer, getrouw aan zijn belofte, vertelde me toen met bewonderenswaardige openhartigheid, dat de bijzondere protectie welke hij genieten mocht, uitging van een zeer hoog geplaatst, persoon en dat, zoolang die in 't leven bleef, niemand hem den voet zou lichten. Ik kon duidelijk aan X. merken dat hij in zijn eigen knapheid al heel weinig fidutie had en dit steekt hem alleszins tot ear. Hij hoopte alles uitslui tend en alleen van zijn protectie. Ja, ik was geërgerd toen X eindelijk uifgeblnft had en om mijn erger nis lucht te gcvea, debiteerde ik, langs mijn neus weg, bet verhaaltje, dat we onlangs in de Duitseha kranten Lazen, van den Munchener dr. Schwenn'ger, die door Bismarck tot professor te Berlijn werd benoemd, zonder den minister van onderwijs en de professoren er in te kennen, zooals hij had behooren te doen, en hoe de Beiiijner professor DuboisKaymond op de uitdaging, hem door Schwennigor toegezonden, liet antwoorden, dat hij dm Mnnchener doctor niet meer als een man van eer beschouwde sedert hij zijn benoeming enkel en alleen op gezag eener alvermogende protectie hnd aangenomen. X lachte dat hij schudde om dat verhaal en terwijl hij me hartelijk de hand tot afscheid drukte, riep hij met ziju grove stem: Zoo aie-je dat er onder professors ook ezels zij is T' U bedoelt Schwenniger?" vroeg ik verbluft. Wel neen, dien ander. Er «ouden bier in den Hang al heel weinig mannen van eer zijn, ah we zon gingen reiler.eeren, en ik peluoi' och to mQgen prctnudcoren, dat we hicïheel fatsoenlijke lui ziju'. Su, bonsmr, wel te ru?ten!" Ik boog voor mevrouw en zei dat het nis heel aangenaam was geweest haar kennis te maken. Dat was 't ook: ik had weer een Haag.-:ch standpunt ontdekt. ^ Pasqnino. K U N S T. HET AMSTERDAMSCH TOONEEL, Een timmermans-werkplaats. De vader des huisgf-zins is druk aan 't echaven, een aardig kueclit.je helpt hem. De moeder, een ijvfrige, vromo vrouw, zit aan 't spinnewiel. De dochter, waa-op de Knecht ecu goed oogje heeft, veegt den vloer aan en reddert de kamer in orde. Do goede verstandhouding schijnt hier volkomen. Het gezin leeft in rust, en stillen eenvoud voort. Toch niet. Jacqueline, do dochter, die wij met do verzorging der huishouding bezig zien, geeft baar ouders wei reilen tot tevredenheid, maar al dra vernemen wij nog eau anderen n-iam, dien van Marie, de tweede dochter, een, naar wij hooren, zoo zonderling ea grillig wezentje, dat de brave oude leiljes niet we'eu wat met h:.ar ;iaa te vangen. In plaats van zich ordentelijk te gedr.igen, met h:\re zuster mee te werken om vailer en moeder den hint des levens te verachten, gaat zij laat naar bed en ptaat eerst laat weder op, arbeidt niet, veracht het spinnewiel en den stoü'er, en is maar altijd bezig met het. le.".en van boeken en het .'voordragen van verzen. Ook heden c;jn de leden van 't gezin reeds geruimea tijd druk in de weer geweest, ais iiïarie voor den (lag komt met een bleek gezichtje. Moe.Jcr is <hn ook wat verrtoovd, maar het ergste komt nog. Marie, belooft namelijk nooit v/eucr een boek iu handen ta zullen nemen, zich nooit weer aan het dejl-iruesren Y," gedichten of aan bet spreken over comedie spelen pdialJigts zullen maken. Nauwelijks echter heeft moeder de hielen gelicht en nog wel kerk waarts of Marie weet het knechtjo een door hem gevonden boekdeeltje, vol drama's, te ontfutselen, en bet duurt niet lang, of zij draagt aan do goedwillige Jacqueline eu hot snuggere knechtje e«n yiaar rollen uit, eea tooneelnpel van lïegnard op, tenvijl zij zelve als de Iwiuin begint te rociteeren. Eensklaps tresdt nu vvoiuv-mopJer weer binnen. Wel foei, vel fini,'t ig een schande! liet beste mensoh is woei'end. '/.n stuurt Marie iiuw dca Zolder, terwijl haar medeplichtigen vrij komen nis!; een standje. Juist heeft Marie zich naar haar strnlnir.sts verwijderd, als er eene PObenrteuis plaats vindt in de familie. JL)o 20011 va-i eea rijken markies, wegens tweegevecht achtervolgd, snelt do armoedige v/onin.r vau i'!e:i timmerman binnen, vraagt oen wiikülaats, een ivJ'UKÜei. Terwijl mv.n spijkerbalsem voor hora haalt in do stad, mr.nkt ('.e edelman konni? met Marie, haar gevangenis tmïsnrpt. Zij vindt in bom c-"n s'ierai vooi' im.iv zin naar het tooneel. Zij beknut hem hare illusie pens een beroemde tootieelspeelster te worden Eu het geschiedt, dat nog dienselfde!) avond Marie eene gelegenheid gebruikt om da ouderlijke woning ta ontvluchten en zij, met den postwagen van een troep vertrekkende tooneelspelefs» naar de groote stad, naar Parijs, het paradijs harer droombeelden, heenrijdt. Ziedaar den inhoud van het eerste bedrijf der Zucht tot liet tooneel en het vooroordeel . . . enz., door ons de vorige week vermeld, de comédie» vaudeville", die thans zoovele trouwe bezoekers naar het Salon des Variê' tés in de Amstelstraat lokt. Voor Marie speelt mejuffrouw Jetje Boos, de debutante. In bet tweede bedrjjf beeft men een goede gelegenheid aan gevat haar als zoodanig met het publiek in gemeenschap te stellen, de gunst van 't publiek voor haar te verzoeken. Marie toch zien wij hier terug, eeaige jaren later. -Zij heeft zich tot sehouwspeelstor gevormd en brengt den bestuurder van een voornaam gezelschap eea bezoek, om zich daar te doen inlijven. Nu vertoont men ons het bekende, zelfs ver maarde, tooneel van Kom hier!" Die woorden heeft Marie namelijk, als proeve van baar talent, op verlangen des directeurs, in de verschillende beteekenis, waarin zij bij allerlei levensgevallen kunnen voorkomen, uit te spreken, te roepen, of te zuchten. Hier is het nu, dat Marie Jolij, de haars ouders huis ontwekene timmermansdochter, geheel verdwijnt, enmejuffrouw Roos, zij zel ve, zij alleen, in onmiddelijke aanraking komt met de toeschouwers, met het publiek der Variét&s. De gefingeerde theater-directeur verdwijnt voor ons oog, met zijn schrijftafel en het gunsche ameublement van zijn studeervertrek. Wij ziju May ie Joly's geschiedenis bijua vergeten. Het is mejuffr. Roos, die eene proeve harer gaven aflegt voor de Amsterdammers, de brave lieden, die, a 75 cents in veiteering, meermalen hun avond in de Amstelstraat guan doorbrengen en die zij voor het vervolg tot een haar welgezinde schaar heeft te maken. De zaal is in dit oogenblik stil; met de grootste oplettendheid wordt alom geluisterd. Indien wij den lezer mededeelen, dat hier in de rol van mejuffr. Roos begrepen is een toespraak aan het publiek, welke dit niet slechts met de predicaten hooggeacht" en ge erd" begunstigd, maar het zelfs bewierookt als een eedle rij", ja het prijst, als het schoonste sieraad van den schouwburg", dan zoude hij toch verkeerd doen met daaruit allén de dankbaarheid van dat publiek, het, succes van mejuffr. Roos, te willen verklaren. Toen bet esdle rij" weerklonk, voelden de beste raenschen, die de zaal vulden, aan hun neus, om te bespeuren, of het, wierookvat er niet al ta zwaar tegen werd geslingerd. Maar inderdaad, er was meer. Het hand geklap, dut herhaaldelijk dit tooneol onderbrak en meermalen na de tweede acte de jeugdige artiste terugriep, was een werkelijk zeer verdiend loon voor haar spel. Het kom hier!", beurtelings in de verschillende karakters eener bevelende vorstin, eener jaloersche of smeekende minnares, eeiier angstige of verliefde boerin, eu zoo meer, geuit, met toepasse steinvtrandi.Ting, houding en beweging, gaf dermate b;ijk van de vaardig heid eu het talent, dezer aankomende kunstenares, dat men het (buiten schuld van mej. Koos) eenigsints naïve en al te veel opgedischte der ver* tooning verent, om van harte de algemeene ingenomenheid te steunen. De debutante, het charmante enfant", zooals een Duitscher achter ons opmerkte, speelt ongedwongen, is voortdurend bij haar spel, vergeet haar rol geen minuut, paart aan veel imrenuïtcit de voreiscbte onbeschroomd* huid, beiit een aangename en zuivere spraak, kan een ferme aanwinst voor ons to 'U'jol wezen. Waar laat ons liet stuk niet vergeten. De derde acte begint. Marie is eeno f.oouoel ..pleister van naam geworden. Achtereenvolgens komen toevallig de in de eerste acte ontmoette markies en hare ouders, die zij in geruimen tijd met terug hau gezien, samen in hare woning. Om eene verzoening fo verkrijgen, hooft da markies de oude luitjes buiten hun weten naar bet buis hunner verloren gewaande dochter doen voeren. Zoodra de E'iji'l-oofilige moeder echter bemerkt, waarom het te doen is, verwijdert zij zi'jli en troont haar mau eu dochter mede. Dit schokt Marie zoo, dut zij weer heel en al tot haar leven van vroeger terug wil keeren, van een £;'oiierijl:e loopbaan afzien en, in haar zelfs reeds weder aangetrok ken nederig burgerdoeliterpakje, bij hare ouders in de provincie wil gaan wonen. Maar daar hoort de moeder: hare dochter zou juist dezen uvo'.ul eene li-fdadigheids-voorstclling geven, ten bate van een gebrckki..;cn timmerman, beroepsgenoot van haar mau. Dit verteedeit haar geiieol. Zij ctemt er in toe, dat Marie voort ga met comediespelen en w L l buiteiiJi.:n in eigen persoon, zij 't ook achter de tralies eener loge grilles, b;j do opvoüiing aanwezig sijn. Hierop biudt zeer galant de markies I-Turlüzijn ntiam en z;ju vermogen asn. En, te midden der grootst mo gelijke tevredenheid eu genoeg. loening, valt het scherm. De overige rol len ia dii; EtuK worden verdienstelijk vervuld door den hr. Van Bione, een sprekend type dier artlstcn-famiiie, den markies, den hr. Kapper, den tiiiunermp.ii, mevr. de Boer, ziju gade, den hr. Charlier, zijn knecht, den hr. Keltiu:", don toor.eeiiiirecteur. Terwjl do Stads-Eühouwburf* dczöweek voortging met HicJiard III, onderbrak het Graad Tiiéltre de reeks flcZcJze-iai/'ac/c-vooratellingon met l«'cilora, v/aarvT.u da honderdste opvoering, 11. Woensdag, door een vlaggcrrrewap.i aan tien gevel vau hoi gebouw, een bloemen-overvloed voor de beiiiïkiaute, mev. Frenkel, en een feestelijke samenkomst in dea Plantage-Schouwburg, werd gevierd. De l'arkscbouwburg voerde op : Vrienden van ons, het bekende tooneeispel van Sardou, NOS intiinss. Da hr. Moor vindt in Dr. T/tolosant eau voor hem gekuipte en voorheen reeds meormalsn uitmuntend door hem vervuldo rol, nog steeds het dankbare type, dat zijn talersten ten zeer ste doet uii-koiüen. Ilior is gejn woede, geen liefde, geen droefheitl, geenerlei hevig hartstodit-b'.^orm van noocle. Blakend gezond verstand, {ijne scherpzinnig» liciJ. dus oen altijd open oog voor allerlei toestanden, een kalm inzicht in vreemdsoortige leveiugevallen, ecu voortdurend beredeneerd, wijsgeerig, bexa'ii.'rd oyt'-eJen, ziedaar da kenmerken van dezen voortreffelijker» px-neeshoe:1. D^. h r. Moor doet bom 0113 zien vol kracht en frischheid. X":i iv^l ti"tel(: v l Zoo hot tooneel met heb deurslot, hr.t r/saiitex, s.ip.tea" aanülaurice op het balcon toegeroepen, zoo da raisoansurs-scèue in den tuin, mot de vergelijkingen. Do hoer Kuysohbroek, Maurice, is hier ook op zija plaats.1 De

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl