De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1884 23 november pagina 6

23 november 1884 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. M 387 *.' <jp«rpenaar E. Boks heeft hier een wel geteekend en bestudeerd schildarijtje nit het dagelijkech leven gemaakt. Of zal ik Le dtvorcc (overtref"lende trap!) van don begaafden Aug. Bowrotte beschrijven? Zit t hoe eene fijne coquette vrouw, in profiel en in levensgrootte geschilderd haren advocaat, ^eonea flinken karakteristischen kop, hare verontschuldiging voordraagt?! .... Ik sta er niet lang bij stil, om nog enkele werken te noemen, die (volgens de jury) van hoogere waarde zijn. Oó jury heeft de eenige gouden medalje, welke voor schilderkunst uitgereikt is, aan Emilo Seeldragers toegekend, voor zijn Cliniqtte a Vccvle vétérinaire déBntxdles, een schilderij van middelmatige grootte, eeiia groep menschen voorstellende, dio wegens de ziekte van paard of hond, den dierenarts komen raadplegen. Die luidjes onderscheiden zich door velerlei geestige typen; hun aandrang, hun angst voor de lieve, zieke beestjes geeft bovendien iets humoristisch aan de voorstelling; de algemecne klenr is niet onbehagelijk, de toekeniug is niet kwaad, maar toch ontbreken leven en eenheid nevens ruimte en lucht aan de schilderij. liet geheel heeft iets droogs ; het treft niet op den eersten blik, gelijk Seeldragers' Drie NonncJcens, onder den titel Souvenirs d'autrefois van verleden jaar, en zelfs niot gelijk zijn Pres du premier burceait, een liefelijk beeld uit de vijftiende eeuw, ons vóór een janr of zeven, acht nit Dusseldorp toegezonden. Onze (kunstenaar behaalde sedert dien tijd do gouden medalje te Geut, en meende zijue manier te moeten wijzigen. Doch 't geschiedde ten koste eener warme, natuurlijke inspiratie. Men kan niet zeggen dat Alexis Nys met zijnen 'Betaaldag ecnen aangenamercn indruk maakt. In een armoedig huisgezin loopt de vader verstrooid heen en weder; doch 't is moeilijk te zien of hij toornig of wanhopig is. De compositie is niet slecht, en het koloriet is eigenaardig voor den toestand, hoewel wat waterig; maar ook hier ontbreekt da levensvonk. Het is esae zokero waarheid dat oen groot getal beïgischc schilders het koloriet (waardoor zij vroeger boven de duitachers uitmunten) als iets zeer oEdergeselukts beginnen to behandelen. Vergeet men dat de kleur hare eigenaardige poëzie heeft, men ga dan opnieuw bij Kembrandt tor sehool, of sla men eenen blik op Meyerheiins Chdtelüine in den ttal, al is het onderwerp ook alledaagse!]. De Rustende Metselaars van Edunrd De Jaiis, dio in 1S7S Is grand prix do Home behaalde, bewijzen dat do jnrys de kleurloosheid en zelfs gebrek aan compositie over 't hoofd zien. Desa schilderij (227) wordt geprezen wegens hare waarheid van voorstel ling en goede tcckcaing. Dan iiover nog' de werkende arbeidslieden in de umidse %no J. Charlot, die van 't publiek de oogen trekt, doch zonder liet te behagen, liet werk heeft alles 'behalve une atmospfière Monde want liet vnur gloeit van alle zijden. Moge men 't academisch noemen, er is toch waarheid in bewegingen en leven in de groepcjjring. Voorwaar de Jonge mciy'es dio men Octavius iet slavinnen (!) aanbiedt, fccblien voor de meesten iets veel aantrekkelijkers; lof heelt ook aan dit werk niet ontbroken. Men moot bot cditcr betreuren dat de schilder Remy Cogghe, na zijnen ttrand prix de Home niets waardigws en meer -Nederlandsen heeft geleverd dun deze schilderij, die ook inde behandeling» geen genie verraadt. Puur faire conlraste leverde Cogglie rog eenen 'Q-ocdcn 7rydag te lionie, waarbij wy niet stilstaan. Moer karakter sa uitdrukking ligt er voorzeker in G. Claude's Goede Vrij dag. Romfiinscho wellustelingen, slavinnen, priesters, kerkgebouwen en wat niet al dooreen t« schilderen, is dan ook ieders Kaak iriet, vooral niet dio van eenen jongen kunstenaar. Y/tl Cogghe plotselijk geestelijke onderwerpen schilderen, lirj zie eens nanr Moslcrs Uedicning, wel geen meesterstuk, doch góéd van Stijl en uitdrukking en van levendig koloriet. Maar des te minder mochten wij hem wijzen op Het viaiocn van den franschmau Moreau de Tours, In een monniks-klcosf er vormt zich in opstijgenden wierook eene vrouwelijke gös'ta'lte, cue een der paters voor eene verschijning houdt niet slecht geteekend, maar belachelijk van opvatting. Gezonder en natuurlijker is La, Feta Dien in Galoados van Eduard Dantan: eene processie met kruisen, vanen, esz., van eeneu heuvel afdalende; vol leven bij de stiile beweging. Karakteristiek zijn de krachtige, deels vrome visscherskoppen, en van groote aantrekkelijkheid. Doch de fout is hier weder (volgens de nieuwe maaier van Verhas en vele anderen) dat aan de koppen al het overige is geofferd en allns de harmonie der teekening is verbroken. Aan datzelfde gebrek lijJen de uitmuntende konijnenzoekers Les fureteuts en Le loup «t Vagïteau van J. Simons. Een half afgeleefde man, is hier voorgesteld die in een landschap aan den overkant van eene breede beek, eene kleine herderin van 12 jaren in 't gras ziet slapen; uitmuntend van gevoel en kleur; doch wcido en bosch zijn vluchtig behandeld, om allesn de fijnheid der figuren te laten uitkomen. Joseph von hde, uit Munchen, (dien wij op lotter V. moeten zoeken) is niet geheel vrij van die manier; maar welke kostelijke hoeda nigheden heeft hij daarbij! Men vindt hier zijn Orgeldraaier (herinnering aan Zandvoort), en Z$D Trommeloefening. Dit laatste overtreft eerstge noemd stuk dat .men reeds van andere tentoonstellingen kent. Hier is gtèst en Isven in de tamboers, of liever zulk eene merkwaardige verschei denheid van domheid en gebrek aan opvoeding is op die gezichten te lezen, dat zij allen n schijnen toe te roepon Domheid is macht! Lawaai maken ons doel." Doch hier onibreken lucht en diepte. Deze laatste eigenschappen bezitten vele Düsseldorpers; hiervan ziet rnen een staaltje ia frederik Beinke'a Avondgebed in lid Zwarte icoud waar jong en oud, in de open lucht by een kapelletje 't hoofd ontbloot of nederknielt. Hi«r 'is poëzie en natuur, balans tnsschen hooid- en nevenzaken, schoon toch niet zouder te groote helderheid vu n kleur, als kwamen die boerkens allen uit een kasije. Dit gebrek heeft Ilugo Oehmichen, r.l is het ook eon Dnsseldorper, wat overwonnen. Zijn onderwerp, 'Eano begrafenis in Wesfphnlcn, vorderde dit ook; hij heolt den rechten toon van dat binnenhuis niet treurende verwanten weten te t.rofi'an. liet ia aan Théodore Gérard gelukt do troede zijdo van de Dusseldorpers ff ta uien,, in zijne Atitorhêchuncelattte, v.-nar een opparbcschwachter, of een andere dergelijke arabtcnar.r, or.dor den scba'eiias'i d .-r gebaren, dronken naar huis keert. De schilder mijde (zooals oy ^o. 3>0 de klciiio blinklichten uit jacht naar effect. Zijn intérieur beeft toch eeo ocd karakter en was het niet een weinig slordig behandeld, wij zouden den kunstenaar best bij Siegert vergelijken, wier.s driftige en stille poëzie hij voorzeker kent. Niet autorilémaar wel lélcs chancchnits leverdon ons ds Antwerpe naar Heyermans en de Hongaar (?) Vagó, in liunne Le premier pas. Ilefc verschillend karakter en land der beide schilders is niet moeilijk : uit 'de op'.at'ing en uitvoering van 't onderwerp te raden, en zoo moet het ook zijn. Hcyerroans legge zich steeds daarop toe en Vagó doe ons vergetea dat hij in Parijs woont. Al schildert Gabriel Ferrier te Parijs, ook uitmuntend de bewoners van Biskra, twee uitstekende werken (ondanks het gebrek aan perspectief en de wattenachtige haarlokken), toch is 't verblijf te Parijs eeneu buiten lander niet onvoorwaardelijk aan te raden, om de reden die wij al dik wijls opgegeven helibeq, namelijk het gecaar waaraan de eigenaardige oorspronkelijkheid bloot staat. Wij zouden niet durven beweren dat-do Koor Fritbjof Srnith-Hald, die sedert eenige jaren bij ous tentoonstelt en te Parijs leeft, zich tegen dien verkeerden invloed heeft weten te behoeden. \\'übewonderen overigens zeer zijno beide voorstellingen nit het Noor» scho leven. B. A. G. {Wordt'vervolgt-.) Don lOden December a. s. zal door de zangvereeniging De Lofsletn alhier eene openbare uitvoering worden gegeven met orkestbegeleiding. Deze uitvoering, waarmede do Vereeniging haar 15-jarig bestaan hoopt te herdenken, zal opgeluisterd worden door de medewerking dar Amster» damscha Urkestvereeuiging, ouder leiding van den heer Fr. Wedcmoyer. De opbrengst zal strekken ten voordeele van de Yereeiiiging tot \Yerlivevschufliog aan hulpbehoevende blinden alhier. UIT BELGIË. Nieuwe fiasco's. Concert populaire. Nere. Rigoletto's zak. Fraikin. Jos. lïertens, enz. 't Is tegenwoordig met onze schouwburgen droevig gesteld. Van de eens zijde louter fiasco's, van den anderen kant demi-'nionde-siükjes van de banaalste soort. Deze week hebben wij de alles behalve gelukkige uitvoe ring van het vreeselijke drama van Vietor Ilugo te vermelden, zooals het door Piave tot een operatekst omgewerkt, en door Giuscppe Verdi, onder den titel Rigoltito in muziek is gezet. 'tTs een groots dwaasheid veler schrijvers te meenen, vooreerst, dat, levendig tot verbeelding sprekecds romans met gemak tot tooneelstukkoa kannen omgewerkt worden, en dut op hunne beurt een aantal bloedige. drama's, dio met zekere kunst voor 'ttooneel geschreven zijn, wegens eenige effectvolle tooneelen tot opera kunnen worden verheven. Verheve:.'1 zeg ik; waut alle muziek aan ecnen tekst toegevoegd moet toeh dienen om dien tekst levendiger, kleurrijker van uitdrukking te maken. Zookv.aaïon er tos van de Bulwcr'sche en andere romans, van Ohnet's Slalire de foi'gcs, eerst een fransch drama \an deazclfdon titel (in Holland De industr-ictl ?ras Punt-Avesnes, in BelgiëDJ Smidsbaas, iu Duitschlaud Der tlüitzr.~ lcs:t.:cr) te maken, waarin eigenlijk de^ontwikkeling van het zielelevea dor hoofdpersonen ontbreekt, omdat de handeling ia vijf tafereeleu moot aüoopen. Zoo kwam men er toe Fausl tot een drama om te werken,, en eindelijk (wie zou''t geloofd he'jben!) niet alleeu van eenige brokstukken eon onsamenhangend muzikaal werk te vervaardigen (al heeft Schumann» compositie ook groote verdienste), maar zelfs eene opera iu een gcwooi» getal bedrijven daaruit te vormen, die op den smaak van een franse h publiek berekend is. Gounod (ik zal van de noderlandsche jFaasi-toonecI literatuur uit den aanvang onzer eeuw niet eens spreken) Gounod heeft het schijnbaar onmogelijke,, mogelijk trachten te maken. Maar hoo? Dat is eene tweede vraag. Vinden het iransche publiek en de i'ransche compo nist het aangenaam den held eener opera l''aust te noemen dat staat hun vrij, doch die Fanst steekt bij don held van Goethe af als wator en-melk bij burgonje-wijn. Boito ia met zijn' Mephisto ('t zelfde ouderwerp) niet gelukkiger geweest, Faust heeft drar alleen tene italiaauschotint gekregen Doch wij willen tot ons onderwerp wederkeeren. Vcrdi's opera werd niet gelukkig uitgevoerd. 'Wij zagen haar door vier nieuwe talenten gezongen (den tenor Verhees, den bariton Seguin en twea dames: Ilamann en Legault); doch dezen schenen in de versehillige rol len niet op hunne plaats. Scguiu poogde eene groote. dikke stem (die hij niet heeft) door het buitengewoon wijd openen van den mond, uit te brengen, doch trof geenszins zijn doel. Verhees heeft wel is waar eejj krachtig geluid, maar zeer onbeschaafd. Beter nog voldoet hij in Boba-t, wanneer hij ;:I)es chevaliers do ma patric" uitgalmen kan. Alleen de bas Gresse (ofschoon ook al geen sier van de serste grootte) kon ons vol doen. \Vij wachten niet ongeduld op Oberon met Mlle. Descharnps ea willen hopen op goeden uitslag. In den Alwsar geeic men Moustiyae van Pajol en Monlun, tact mu ziek van Kowalski, dio. zich vroeger beroemd heeft gemaakt door Gills de Erctagne. De tekst, handelende over een vrouwenhand, waar geen manneu opgenomen worden, die er eindelijk (door de liefde!) toch bin« nendriugeu, em;. enz. ici eou sameuvaapsel van afgezaagde bijzonderheden. De JmuziekJ zou seor oorspronkelijk zijn, indien zij niet door en door Offeubach's was! De uitvoericg was wel niet slecht, maar toch do klee ding en de deuoratiën wonnen den prijs. Daardoor echter kan deze ope rette niet op eena ontvangst rekenen, welke in de verte te vergelijken ia Lij dia \aa het spektakelstuk vau Phi'tka Fogg, Lc tour du. mande CK Sr> jom'S, wat sedert meer dan twee maanden, avond aan avond (en somtijds een tweede voorstelling om n uur 's middags) gespeeld wordt. Men geeft sedeit eenige dagen in het Pare Serge Panine, van Ohnef, een stuk wat in 't geheel niet achterstaat bij Le witrc de forges, doc'j indertijd lij Jsnge na niet zoo goed opgenomen a. Zoo is het publiek! De hoofdrol des «dolmans werd door Alhaiza zeergoodgespeeld. Weldr» Kal Conneiiu hier weder optre.lan. Dit is dan het eeaige wat ons op dit eo£Cjü(j!]Iv oveibliji'c. Doch eei-stdangs vangen de groote

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl