De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1884 30 november pagina 10

30 november 1884 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

Nieuwe -uitgaven in FranJcryk. De Broglie, Erederic II et Louis XV .«,«»» George Regnal, Marianne . . . '. , « { i Jules Simon, Une académie sous Ie Directoire, } ; ; Gyp, Plume et Poil ..,,,.*? < t Edgar Quinet, Lettres d'exil l 'i J i Denis de Eivoyre, Les vrais Arabes et leur pay» Ant. Eecard, Une victime de Beaumarchais , f Henry Gréville, Les Ormes. . ', Jules Verne, L'étoile da Sud, Le pays des diamants ! . E. de Villedieu, Chants de renovation, Un poète. Victov do Laprade . ....... , , » Emile Bergerat, Enguerrande, poéme dramatique ', . > Gaston d'Hailly, Fleur de Pommier ....!. Henri Planet, L'homme et ses croyances ...»? Octave Pirmez, Lettres a José(oeuvre posthume) . t , t R. de Magnienville, Claude de France . . . 4 . » Acliille Meulay, La bontéscience de la via i ? ? » Emile Jouan, Coupables? , . . . » S ? . Alexandre Parodi, Le théatre en Franee . 4 . Demidof San Donato, La question Juive en Russie, trad. du Pvusse par J. G. . ......... Gnstave Desnoiresterres, La comédie satiriqne au XVIIIe siècle Léon olstoi, Ma réligion ........ Philibert Audebrand, La dot volée . ? > . « ? Armand Silvestre, Le Falot . . i J t « i Gay de Maupassant, Yvetto . j ?' . ? . * RenéMaizeroy, Au regiment ; t .' . * < i Paul Boanetain, Au Toukin ..«,«?* Nietnve uitgaven in Engeland. J. M. Conekling, Just as it ouglit to be. * . , ? a Mre. J. Foster, Spirit Footprints ..<?.<. H. Fritb, On the wings of the wind . i ', '~, A. B. Frost, Stuft' and nonsense . J ? ? ? \ ? ? L. S. Guernsay, Loveday's history . ... i i Hawbuck grange by autlior of Handley Cross . , . S. E. Herrick, Some heretics of yesterday ; .- t . E. S. Holt, The Lord of the Marches .il' » Mc- Leod, The children'a portion . ? l i ? E. M Sewell, Letters on daily life . ? ? c" » C. Shaw, Fathoms deep . . ( . « > i . a I. Thorn, Torn Tit bis sayings and doings »«;'? II. Browning, Ferishta's Fancies ? ? ? c F. P. Swinburne, Gustavtis Adolphus Hist. poem. ^ . A. C, Swinborne, A midsu:nmer holiday and ether pooms . M. L. Tyler, Acuo Boïeyn a Tragecly ..,., S. Waddington, Sonnets and other verso J » ? i n y. Allen, Strange storics ? i - 5 . jl S. Austin. Mother Buneh. . i > ? . ? Baron Munchhausen, Chaudos Classics . i ? . ', . H Children of all nations their homes thcir schools ihejr playgrounds ;, F. M. Crawford, An American politician . , , i K. I/. Fargeon, Great porter Square a mystcvy . l . C. Gibbon, By Mead and Stream ...,,, H. James, Tales of threo Cities , ; , ', , i O, Lamb, Essays of Elia illustr ....... Jv A. Poe's, Works with intr. and Mem. ly E. II. Stoddard Stories of the Italian artistsfrom Vasari byauthorofBeltandSpur A. S. C. Wallis, Royal Favour, transl by E. J Irviiig. . E. Yates, Pages in Waiting ...... i fr 5. 3.50 7.50 :, ?" "O » -50 » 4. n 3.50 » 3. n 3-50 3.50 « 3. n ó.')0 n 3.50 2. ., 7.50 R 7.50 » 3.'iO n 3:50 » ??>.;">() si -'-50 » 3-50 MILITAIRE ZAKEN. TOLKEN BIJ ONZE ZEEirACHT. De kennis der Fransche, Engelscbe eu Duilsche taal behoort tegen woordig tot de eischen eener beschaafde opvoediag. Bij de meeste Neder landers bepaalt zich echter de kennis dezer vreemde talen tot eeu los vernis, voldoende ora een romannetje of wetenschappelijk werk in ''t oor spronkelijke te lezen, en op reis buitensiands gijn weuschen en behoeften kenbaar te maken aan huurkoetsiers, kellners, enz. Slechts enkelen, die herhaaldelijk met e buitenlanders in aanraking kwamen, kunnen ecu vreemde taal vloeiend spreken; de kunst om dergelijke talen te schrijven, zonder fouten te maken, zijn ook maar sommigen deelachtig geworden. Ofschoon door handelsbetrekkingen, door familie- en vriendschapsbanden menigeen in de gelegenheid is om in eeua vreemde taal briefwisseling te houden, geeft zich slechts een enkele de moeite om de spraakkunst dier taal grondig ta beoefenen, en haar regelen in toepassing te brengen. Deze ulgemeene beoordeeling dar kennis van do vreemde talen in OHS land is ook van toepassing op de officieren der Koninklijke Xederlaudsciie zeemacht. Op het Instituut dor Marine te "Willemsoord ontvangen de adelborsien, behalve in 't Ncdorlandsch en in de drie genoemde taleu, nog onderricht in het Maleisch. Men beschouwt daar evenwel het- onJmr'js en de keunis der talen als te zijn van minder gewicht dan dat van zulke vakken, welke de officier bepaald moet weten. Xaar ons oarcleel te recht! Een gewoon mensuh kan niat in alles bedreven zijn, en daarom behoort vak kennis voor te t;'aa:i. Ofschoon oi;s land reeds lang niet meer is een groote zeemogendlieid, en aan onze zec-olüciertiu geen zenüiugeu buitenslands, opgedragen wor den, die het lot van machtige volken beslissen, is toch de grondige kennis van vreemde tal«n voor den marine-officier van groot belang. Telkens komt hij met buitenlanders in aanraking. Hy bezoekt ?vreemde landen, moet daar zijn opwachting maken aan allerlei autoriteiten, eu door het woord te voeren soms de eer ophouden van onze Marine, van oi;s Vaderland. Wie heiïnnait zich niet het verhaal betreffende den commandant van eea orzei- oürlogschepen, die slecht bedreven was in vreemde talen, en toen hem met den tat-major vtiu zijn bodem, audiëntie verleend werd by een der grooten onzer aarde, den officier-machinist o, a. voorstelde als: ^Monsictir...... officier-mécaaique" ? Niet alleen met de talon van beschaafde volken, maar ook met die dep Oost-Indische natiën behoort de marine-officier vertrouwd te wezen. Zonder deze kecnis zijn de commandanten onzer oorlogschepen in Oost-Indits soms niet vrij ia hunne handelingen, en moeten zij de hulp inroepen van burgerlijke ambtenaren, waardoor veel tijd verloren kan gaan. Een zeer krachtig argument gebezigd, om tot de oprichting eener afzonderlijke Indische Marine te geraken, is, dat de officieren zich in dit geval meer op de hoogte zullen stellen van de koloniale belangen, dan bij een tijdolijk verblijf. Hier staat tegenover, dat nu reeds onderscheidene Nederlandse!»! marine-officieren zich met ijver op de kennis van taal, land en volk dier belangrijke bezittingen hebben toegelegd, en schoone gedenktsekcnen van hun verblijf in den Indischen archipel geleverd hebben, zooals o.a.Meivill van Carnbée, Blommendal, Smits,enz. (Indische Gids 1883). Een tiental jaren geleden heeft ook de tegenwoordige kapitein ter zee C. II. Bogacrt, onlangs benoemd tot commandant der marine in de wateren te Atjeh, zich aldaar zeer onderscheiden. Tijdens de tweede expeditie tegen Atjeh was deze officier, als luitenant ter zee der Ie klasse, bevelhebber van een onzer oorlogbodems, welke de staatjes blokkeerden, die tot ge noemd r^jk behoorden. Ten gevolge zijner kennis van taal en volk, door zijn persoonlijken moed, en door zijn groote, aan 't zenuwachtige gren zende activiteit, is het dezea officier gelukt te maken, dat, in hoofdzaak door onderhandelingen, verscheidene dier staatjes zich aan ons gezag on derwierpen. Al zijn de gulden dagen onzer zeemacht lang voorbij, toch blijkt uit het bovenstaande, dat grondigo kennis van vreemde talen voor den zesofficier zeer aanbevelenswaardig is. Zooals wij reeds gezegd hebben, kan een raensch niot in alles bedreven zijn; bovendien kan men uitmuntend zeeman wezen, zonder lust en aanleg te bezitten om zich toe te leggen op de grondige studie van n of meer vreemde talen. Het bezit van tolken bij de Koninklijke Nederlandsche Marine korat ons daarom gewenscht voor. Zij zouden als zoodanig moeten optreden bij alle officieela gesprekken en briefwisselingen met vreemdelingen. Indien zij zich boven dien toegelegd hadden op de kennis van land en volk der rijkeu, van welker taal zij als tolk optreden, zouden zij ook in andere opzichten nuliigöinlichtingen kunnen, verstrekken. De Engelsche Marine bezit sedert lang tolleen onder het personeel harer officieren. Ken zeker aantal luitenants ter zee is bij deze zeemacht aan gesteld a's tolk voor verschillende Europeesche of Aziatische talen. Zij hebben recht op een geldelijke toelage als zij dezo functie waarnemen. Doctoren, administrateuren, ciiz. kunnen eveneens dingen naar het brevet vau tolk, en als zoodanig gebruikt worden. Volgens het jaarboekje der Engelsche Marine van Juli 1651, bezit dsze mogendheid op dit t'jdstip vijt en tachtig officieren, die tolk zijn. Ofschoon viij volstrekt niet in all? opzichten dweepen met de organi satie clcr .E:igc:lssha Marine, schijnt ona toch hare instelling van officieren, diüals tolk kunnen optreden, navolgenswaardig toe. Evenals in Esgelund zouden b'j cns niet alleen ds eigenlijke zee-offieieren, maar ook de officieren van het korps Mariniers, vau dan geneeskundigen dienst, van administratie e:> v."in den stoomvaartdier.st het brevet van tolk in n oi mcor taleu moeien kunnen verwerven. Bij voorkomende omstandigheden zou van hun diensten als tolk gebruik gemaakt behooren te worden, tegen genot eener geldelijke toelage, vastgesteld volgens tarief. lïends DU bevinden zich onder de verschillende korpsen onzer zeemacht verscheidenen, die zeer bedreven zijn in vreemde talen. GewoonLjk ech ter wordt op hun kunde als zoodanig geen acht geslagen, en er geen gebruik van gemaakt. De instelling van tolken zou ook een prikkel zijn voor velen, om zich grondig toe te leggen op vreemde taaistudiCu. Minder waarschijnlijk is het dat iemaad verzoeken zou examen af te leiden als tolk iu do een of andere onmogelijke taal, bijv. die der Eoodhuidcu of Patrigoüiürd. Dergelijke aardigheden zou men trouwens kuniieu tegengaan, door va«t te stellen in welke talen men tolk kan worden. Do Koninklijke Nederlandsche Marine heeft zich in de laatste jaren niet te beklagen over'gebrek aan belangstelling; brochures zy'n verschenen, waarin hare belangen basproken worden, terwijl tijdschriften en dagbladen tal van opstellen bevatten, die met het zelfde doal geschreven zijn. Deze meerdere belangstelling in alles wat cnse marine aangaat, noopf« oiis ook dit onderwerp hier ter sprake te brengen, en krachtig oo a» instelling van tolken bij onze zeemacht aan te dringen. X. uHET VRIJE WOORD. II. Gelijk Ie verwachten was, zijn de lerlen der Vrije Gemeente opgekomen tfgen het misbruik, dooi- de' Vereenigincf tiet Vrriie Woord" van hnar gebouw «em;iakt. Over deze zaak ivei'U uit Amsterdam aan de ZwoliChe Ct. £*eschre\eii: In do algemoer.e vergadering der Vrije Gemep'te van jl. Maandag avond, werd gesproken'over de meeting, die in het Gebouw den 17,f^' voiiilur 1.1. werd pohouden, ouder leiding van den heer F. Dornela Nieuv,e::iu;i', wlüs toen gesproken woorden veler ergernis bobben gewei;f. uut i!C3i,:mr der Vrqe Gemeente verklaarde bij monde vari zijn Voorzi-ter, (!:it het misleid is geworden door de \ereenigingjBet Vrije Woord fiihisr 1), die het gebouw te huur vroeg zonder te zeegen, dat Domeia Xicmveuliuis zou spreken, en den schijn aaurain, alsof zij een vergader:ng wilde houden nooals ze die meermalen voor haar leden en geestver wanten hield. . Verder werd geconstateerd, dat Let gebouw op dien avend IE eeer 68'

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl