Historisch Archief 1877-1940
; 388
D A M ST'E R D A M M E n, W E E K D L A D V O O II N E D E II L A N D.
tot over neus en ooren bijns $rudene\ Den hoed ai voor Brunin en
Mareoulle, Traikin en eenige anderen! Onder de borstbeelden halen wij
nog Benoits portret van Mignou aan, welke aan den componist eenen
joodsch-turkschen kop heeft gegeven, met geest bewerkt, doch zonder het
zieleleven des vlaamschen kunstenaars t enig te geven!
Eindelijk zouden wij nog van de teekeningen, de et«rk waterpret! ten ea
débouwplannen moeten spreken. Doch vrij mogen den lezer niot
vermoeien door vele bijzonderheden. Onder de teekeningen merkten wij
vooral (behalve d$ bovengenoemden) het geestige penseel op van Hubert Vos
in zyne Dlmence sènile (Kindschheid). Ph. Zileken leverde eene goede
sterkwaterprent, naar van der Meers elft; K. Storm van VGravesande
«en uitmuntende prent Ingang vancemvoud; Mej. M. Sembach zond eene
goede waterverftekening: De Amstel; Mej. M. M. Rousseau is wat gerecher
cheerd met Sulamitc op porselein; Mainella wat poppei-ig, maar licht en
luchtig in zijne teekening: Venetië. D& gravure van K. Koepping, naar
Breton, is krachtig en geestig; verdienstelijk is de steendruk der por
tretten van Tuerlinx en van Loo's Bezoek van den arts, naar Ed. de
Jans.
Over de bouwplannen zullen wij liefst zwijgen. Bij gelegenheid behan
delen vrij een overzicht v.in al wat sedert een jaar of twee iu dit vak in
Belgiëis geleverd. De oogst zal mager wezen!.. Hier op de tentoon
stelling zien v. ij voor-''en achtergevels met allerlei impossiblcs versieringen,
opeenstapeling van doellooze bijzaken, in miskende constructie. Wij lezen
hölel-de-viUe, doch daarboven wet groote letters Imposé!" Deze ver
ontschuldiging is zeer ter plaatse. Wij lezen: Monument commémoratif,"
dus onverschillig: voor een vrede, eenen oorlog, een huwelijksfeest, een
Epoorwegohgeluk, dat doet er niets toe, het is en blijft een gedenktee*
ken (!) en daarnie^lo uit. Wij lezenprojet \Virn Pa.rlement, alweer
overschillig voor Welk deel der aarde, voor welk klimaat, voor welk volk. 't I»
: zoo wat would Ie grieksch! Is dat niet den knoop doorgehakt ? Op volk
ot land komt het niet aan! kosmopolitisch is nummer n! Hottentotten,
Spanjaarden, Eugalschen, Turken, 't is alles n pot nat, met dezelide
kosmopolitische behoeften. Daarom heeft Armand Hanssens, zoo niet
met zijn werk dan toch met den titel daarvan den pnlra gewonnen. Hij
noemt het namelyk: Projet cTunensemblemonumcntal.Kostelijk! Proeve
van een gedenkstuk wat een geheel voorstelt," of schets van een samen
hangend monumentaal geheel!" Bouwkunst, arme bouwkunst, tot welken
Jagen trap is de kennis uwer geheimen, uw s adeïs en uwer grootheid
gezonken!
Ku gij nog eenmaal de hartelijke wenseh uitgesproken dat de commis
sie der AntwerpHche en vervolgens die van alle driejaarlijksche" tentoon
stellingen eene meer pracüsche inrichting aan den catalogus geve. Ten
eerste is het voor eenen verslaggever eene eindelooze moeite aitoos voort
bladzijden te moeten omslaan, om de namen der kunstenaars te vinden.
Daarmede gaat ontzettend veel tijd verloren. Ten tweocle blijft incni»
kunstwerk hierdoor onopgemerkt, of wordt in 't verslag vergeten; ten
derde is het een verlies voor het publiek wanneer hom do kennismaking
met liet kunstwerk en den schepper daarvan niet zoo gemakkelijk mogelijk
wordt gemaakt. Dus, schade van alle zijden, die een (itel op do lijst van
de schilderij slechts gedeeltelijk kan verhelpen. De commissie verdient
drink zij die titels heei't aanbevolen; doch de uitkomst was niet; voldoende.
Zij verdient ook eene dankzegging voor de zorg waarmede in 't algemeen
de kunstwerken zijn geplaatst, en de liefelijke inrichting van de
beeldenaaal. Nog beter is evenwel het dooreenmengen van beelden en schilder
werken»
Doch met geestdrift, eullen wij de commissie hunnen prijzen,
wanneer voortaan het stelsel aangenomen wordt (wat ook elders met
vrucht is aangewend) der inrichting van den don catalogus
naar zalen, gevolgd door eene goede naamlijst. Aldus zal iedereen
het gemakkelijkst terecht komen, en de voldoening algemeen veel
grooter zya. B. A. G.
l). Zoo zegt men ssloo' il; in Amsterdam. Misschien bermen sommige lezers do
^gebeurtenis.
UIT BELGIË.
Feest der hoogeachool, enz.
Twee halve-eeuwfeesten werden in de afgeloopcn week binnen onze
muren gevierd: het vijftigjarig bestaan onzer hoogeschool (1834?1884)
en npt vijftigste i jaar der gronding van ons spoorwegnet. Men had
oorspronkelijk het plan dit laatste door een historischcn stoet te verheer
lijken, doch wegens de kosten en moeite zag men daarvan af. Nu bestond
rie feestelijkheid boofdzakeLyk ia het uitreiken van een aantal gedenk
penningen aan de spoorwegambtenaren. De Minister, der ijzeren wegen
ontving daartoe, in twee dagen 518 ambtenaren en 2,175 werklieden;
allen ontvingen een aandenken, na eene aanmoedigende redevoering van
den Minister.
Minder rustig Hap het universiteitsfeest af. In ons belgische land, waar
de onschuldigste muziek-nitvoering aanleiding geeft tot clericale of
anticlericale .manifestatiën, is natuuiijjk zulk eene gelegenheid als het
grondingsfeest der hoogeschool ein wahres Fressen, gelijk de Duitscher zegt)
vcor oud en jong en dagbladen van alle kleur.
Op -den avond van den 19den November werden de vreemde studenten,
waaronder velen van Gent en Luik, alsmede eenigen uit Frankrijk en
Nederland van het station afgehaald en in optocht naar de beurs ge*
leid, waar een student een discours de circonstance uitsprak, dat
luidluchtig werd toegejuicht, 's Anderen daags had het eigenlijk
studentencongres in eene der zalen van den grooten schouwburg plaats. Uieraan
werd deelgenomen door eenige kamerleden van de uiterste linkerzijde
Jansen en Arnould. Yictor Hugo was tot voorzitter van de eere-commissie
benoemd. Tot leden daarvan waren uitgeroepen, de onzen lezers bekende
Bradlaugh, Clémenceau, Paul Bert, Carl Vogt, het hollandsehe
kamerlid Van Houten, een paar leden der belgisehe Eamer, een
univer«itttta-profcaser, eaz.
In de eerste plaats weid Viotor Hugo gehuldigd als prédieateur d»
l'union des pcuples'', daaraan knoopte de voorzitter Furnérriot denk
beelden vast over da rol die de staat in 't onderwijs moest spelen, ea
sloot met eene lofspraak op de ontwikkeling des idees progressistes et
cléaiocratiques", en van een kosteloos, verplicht, leekenonderwüs". Janson
sprak op zijne beurt over ailianee de la democratie et de la sciénce"
(En Z. M, Leopold II, die dat süllekens moet aanzien!).
's Anderendaags, den 20n om n uur had er eene groote bijeenkomst plaat*
in de lokalen der loge onder voorzitterschap van den grootmeester
Goblet d'Alviella, De voornaamste redevoering werd uitgesproken door
Ilouzeau de Lehaie, lid van de Parfaite Union van Bargen !n Henegou
wen, waarna de student Fèron eene dankrede uitsprak, betogende dat
Theodoor Verhaegen en de loge de voornaamste grondleggers en
beschuttcrs der hoogeschool waren in de dagen,toen door desamenwerking van
sl.aaten kerk, het onafhankelijk denken (rindèpendance de la pCnsèe) in
gevaar verkeerde.
De vrijmetselarij," zoo riep de spreker uit, is de grootste steun der
hoogesthool Onze \oorvatloren zijn Voltaire, Ilousseau en
Condoreet;.... De studenten uit Brussel ontspruiten aan Danton en
Eohespierre." Daarna voerden nog Janson ea Arnould het woord, en spoorden
de studeerende jongelinschap aan de medewerking van den Staat in bet
onderwijs te handhaven. Waarop Janson als de belgisehe Gambetta en ver
dediger der democratie" werd begroet. Den 21st-en werd het congres ver
volgd. Bij deze gelegenheid hoorde mon voordrachten van de heeren
Willem Degreef, en Edmond Bloadet (studenten in oaJgekcerden zin;
namelijk over de onbekwaamheid (incompétence) van den Staat
methoden van onderwijs in scnoolprogrammcn op te stellen." Deza
redevoering werd evenzoo met gejuich begroet als die van gisteren.. Er
werd weder beweerd en bestreden dat de Staat z e cïe l e e r moest doen
onderwijzen enz. enz.
In het zoogenaamde Kordngïiiiis, of in 't middeleeuwsche BrcoShtüs,
het gebouw op de groote markt, tegenover het stadhuis, alwaar
Margaretha van Parma de edellieden van het compromis ontvin?;
in dit BroOflhtiis, waarvan de voorgevel geheel volgens de oude plannen
is herbouwd, en de aloude historische binneringen wakker roept, 'bad
tegelijkertijd een plechtige zitting ter eere van verschillende autoriteiten
plaats, en werd aan het ttudentenkorps eone vaan van blauwe kleur.(het
zinnebeeld van da liberale partij) uitgereikt. 1)
Verder werd uog een algeaeene optocht door de straten van Brussel
gehouden, en voor de hoogeschool eene bijzondere halde gebracht aan
den grondlegger Ycrhaeghen, wiens standbeeld op het plein des gebouw*
vóór vele jaren is opgericht.
Vrijdags was het, galavoorsteïling in de groof e operazaal, waarvan da bij
zonderheden van een esthetisch standpunt v«n ondergeschikt belang
zijn. Tweeërlei banket werd er gehouden. Het eene door de gemeente
den professoren der hoogeschool, het andere door de hoogeschool zelve
aangeboden. Her eeae had plaats in de gothische zaal van het stadhuis.,
het anders op de Beurs. Op dit laatste banket at men niet zoo lekker
ais op het eorate. Doch de tai'clmtizick was oor- en voor velen ook
sraricihvcrdoovcnd; zoodat men op'f, laatst toch niet meer warmen koud,
zont en laf wist te onderscheiden. Zondag 11. werd haf. feest besloten
met de voordracht van twee muziekstukken voor solo's, koor en orkest,
in het gebouw, genaamd Alhamlirai Fiat Lux en Hymne tl la sciena
tekst van E. Hiel, voor deze gelegenheid vertaald door Antheanis,' op
muziek gezet door Hubeek. De uitvoering was (naar omstandigheden)
voldoende. Men had aan het programma nog de ouverture van
Tannbattser en eenige andere kleinigheden toegevoegd.
Brussel, 24 Nov. '81, M. A.
I) T!ood is Koozfoi' het tecliim van hot cl o r i er. l i s ru e, blauw ?.oo£3er dat van
liberalisme go worden, dat niefc alleen inj polit'eko manifes'atiün ile twee partijen
dia hïeuren in 't knoopsgat dragen, maar aelfi do e o n c c r t ge v e r s in de hoofd
steden der provinciën, enz. de kaarten halt' rood. half blauw moeten laton druiken,
v/illen zij de muzioivrienden der twee partijen plaatsen doen nomen, 't Is bijna,
ongeloofelp, ea tocülieruaalilelijli waar te nemeii.
NOG EENS IETS OVER BEETS ES ZIJN LAA.T3TEN BUNDEL
I.
Een nieuwe versbundel, van den heer Beets is geen aangename lectuur
niesr in den laatsteri tijd. Levenswijsheid en ervaringsspreuken zyn nooit
zeer aantrekkelijk geweest in verzen, maar er zijn allerlei redenen, Waarom
die van dea heer Beets onpoütischer en vervelender zijn dan dre "van
vele anderen. De voornaamste daarvan zal wel wezen dat de heer Eéets
zoo'n goed volksdichter is. Dat wil bier zeggen, dat hij ter uitdrukking
van zijn gedachten geregeld gebruik maakt van dageUjksche gezegden,
spreekwoordelijke uitdrukkingen, alledaagsche beeldspraak en ander na
tionaal eigendom, dat onpoëtisch is uit overmaat van algemeenheid.
Spreekwijzen, die algemeen zijn, eijn onpoëtisch,
Want wat is poëzie V En hoe ontstaat zy? Zij ontstaat uit den drang
der gevoelens; die overvloeien, wanneer zij zeer sterk worden in het hart
van eenen dichter. Zij wordt onwillens gevormd uit een zonderlingen
hoop gegevens, die de natuur of wat wij zoo noemen heeft bijeen
gebracht in een enkele menschenziel en die nooit zóó kunnen vereenigd
zijn in een andere. Z%j wordt waarneembaar in combinaties van woor
den, die onder alle andere combinaties de eenige zijn ter uitdrukking
van dat individueele gevoel.
Krachtig, individueel gevoel heeft de menschen tot het maken van een
taal gedreven. Dat ging niet bij afspraak. Ieder maakte waarschijnbjk
de woorden naarmate hij ze noodig bad. Die woorden moesten eenvoudig
zeggen wat ieder zelf wilde te kennen geven. Dat was natuurlijk.
Niemand tocb zal trachten te zeggen wat de menschen" voelen b^ i«ta
afgrijselgks, of wat de Hollanders voelen voor iets schoon». Nationale
gevoelens bestaan niet: de voorstelling ervan is even dwaas als die Tan
_ den »God van Nederland" of «tot rechtsgevoel der natii". lader beeft z&»