Historisch Archief 1877-1940
No, 39
S-g A IkIS BB» AM M BR, WEEKBLAD VOOR N E-D ERLANG
>tt
OPLOSSING VAN SCHAAKPBOBLEEH No. 49.
l H 6 F 8!
2 B 7 nt F 8 Pd.
3 B. geeft mat.
(a)
3 F 6 E 5
S f 8 ge af c mat.
n 8 nt F 8 (a
Willekeurig.
O 7 E 8 fl>
K, speelt.
(b)
: l E. speelt, (o
2 B 7 08+ Ad libitum.
8 F 6 E 5 mat.
(o)
l Andera.
2E7 E8D. + H 8 nt F 8.
3 E 8 geeft mat.
INGEZONDEN OPLOSSINGEN.
Jüiat i» No. 43 opgelost door W. v. H, te Delft;
FEUILLETON.
ACHTER HET VOETLICHT.
NOVELLE
VAN (
BJEIV1VO
I.
De stadsschouwburg van B., een klein stadje in Beieren, dat
zeer bekoorlijk te midden van het Frankische hoogland gelegen
|s; was overvol.
Alles, wat onder de bevolking op rang of afkomst aanspraak
ton maken, had zich in de zaal, die door hare inrichting en
bouworde een vriendelijken aanblik bood, verzameld. Men zou
opvoeren: Anzengruber's volksstuk »De meineedige Boer", dat
toen nog iets nieuws en een boeiend stuk van den eersten rang
was.
Met gespannen aandacht volgde het publiek de handeling en het
spel van bedrijf tot bedrijf, en wachtte na elke pauze vol onge
duld weder op het ophalen van het gordijn.
Daar ging dit opnieuw op, en nu bereikte de spanning haar
hoogste toppunt. De zoon van den meineedigen boer, die ontdekt
heeft dat zijn vader door een valschen eed in 't bezit van huis
en erf is geraakt, staat op het punt, daar hij geen aandeel in het
onrechtvaardig verkregen goed wil hebben, naar de nabij gelegene
stad te gaan, om daar zijn vader aan te klagen. Dit besluit heeft
hij den ouden man in eene uiterst dramatisch tooneel medege
deeld. Zoover was de ontwikkeling van het stuic gevorderd
tb onlknooping werd natuurlijk met de meeste nieuwsgierigheid
ts ffemoet gezien.
Toen nu het scherm weder opging, verbeeldde hettooneeleene
rotskloof, waarin een bergstroom bruisend voortstroomde. Hier
over leidde eene hooge brug, van boomstammen vervaardigd,
naar de overzijde. Op den voorgrond verwijdde zich de kloof
zoodanig, dat er plaats genoeg over was voor de handelende per
sonen.
-Frans, de zoon, juist op het punt om, op weg naar de stad,
de brug over te gaan, wordt door een wenk van zijn vader, die
hem met het geweer in de hand radeloos nageloopen heeft, terug
gehouden, en er ontslaat tusschen hen een hartstochtelijk ge
sprek, dat tot een van de boeiendste tooneelen van het stuk be
hoort. Frans staat vrij, midden op de brug, zijn vader rechts
op den voorgrond van het tooneei.
Nog eens beproeft de meineedige alies, om zijnon zoon van diens
voornemen af te brengen maar tevergeefs. Woede en ver
twijfeling grijpen hem aan. In vertwijfeling, als door waanzin
gedreven, brengt hij het geweer aan den schouder. »Geen stap
verder!" schreeuwt hij wild, »sta, of een kogel zal je er toe nood
zaken. Verraad dan je ouden vader als ge nog kunt!"
»Schiet maar!" antwoordt de zoon trotsch, »schiet! maar denk
dan, dat de vingers aan den haan van uw geweer de vingers zijn,
die gij tot den valschen eed hebt opgeheven!"
Deze woorden drijven den man tot het uiterste. Hij brengt
het geweer aan den schouder, trekt den haan over, en zijn zoon
stort doodelijk getroffen van dfl brug in de beek. De boer zijgt
bewusteloos ineen en het scherm valt.
Dit is ongeveer de handeling ia dat korte tooneei. -Ademloos
volgde het publiek de woorden van den speler tot op
hetoogen?blik, waarin de vreeselijke bedreiging over de lippen des vaders komt,
.-4Frans, een jong, schoon acteur, de lieveling van het publiek,
met opgeheven hoofd op de smalle brug, en slingerde trotsch
l .moed,zijn.~vader_de- uitdagingen het gezicht.
Het gelaat van dezen drukte den hevigslen zielestrijd uit <L
toeschouwers zaten doodstil diep geroerd door de natuurlijk
heid waarmede hij zijne rol vervulde. Plotseling kwam er een
trek van woede over het gelaat van den speler; hij greep naar
zijn wapen, het schot dreunde door de geweHde zaal Frans
gaf een gil en stortte achterover van de brug. De meineedige
boer scheen thans geheel wezenloos nog altijd stond hij daar,
het rockende geweer in de hand, onbeweeglijk en keek strak
naar de plaats, waar het lijk ran zijn zoon verdwenen was. De
diepe stilte op het tooneei drukte ook op de toeschouwers,
wier oogen onafgewend op de trekken des spelers gevestigd waren.
Daar klonk plotseling achter de coulissen een doordringende
gileen jong meisje, dat voor de dochter van den man spoelde,
die door den meineedigen boer van have en goed beroofd werd, ,
sprong op het tooneei en recht op den onbeweeglijk staanden
boer toe.
»Moordenaar!" schreeuwde zij, de hand naar hom uitstrekkende. r
De boer zag haar wild en woest aan, liet het geweer vaflen, sloeg
een oogenblik als waanzinnig de handen voor het gezicht, en
vluchtte plotseling van de plaats des onheus.
Een storm van bijvalsbetuigingen brak los, terwijl gelijktijdig
het scherm viel. Dit sloteffect, dat iedereen beschouwde als tot
het stuk te behooren, sleepte zelfs de minder gevoeligen mede,J
Donderend applaus weergalmde nog eens door de zaal: steeds ster-,
ker werd het bravo! men riep de spelers terug, maar het
scherm bleef omlaag. Eindelijk werd het aan de eene zijde een
weinig opgelicht, en tusschen het voetlicht en scherm verscheen
de directeur van den troep. De bijval verstomde een oogenblik.
»lk ben verplicht," zoo begon hij met bevende stem, »het
geachte publiek de treurige mededeeling te doen, dat wegens
plotselinge zware ongesteldheid van den heer Meixner het stuk
niet kan worden afgespeeld."
Als een bliksemstraal werkten die weinige woorden op de
opgewondene menigte.
»Ilij heeft zich bij het vallen bezeerd," fluisterde men hier en
daar. »Een ongeluk!" riep men elkaar toe.
Daarna stond ieder op en drong schreeuwend naar buiten, waar '
men zich in allerlei gissingen verdiepte omtrent het stuk en de
daarin voorgekomen stoornis.
In tegenstelling met het geraas en de opgewondenheid in de'
meer en meer leeg wordende schouwburgzaal heerschtc op het
tooneei eene angstige stilte, slechts door fluisterende stemmen
gestoord. Tusschen de houten en linnen rotsen en do beek van
bordpapier, op eene matras, die bestemd was om den val van do
brug te verzachten m ongevaarlijk te maken, log de jonge actear,
die de rol van Frans had vervuld, bleek en bewegingloos uitge
strekt. Zija hoofd rustta in den schoot van het jonge meisje, dat
zoo plotseling door haar optreden een einde aan het roerende
tooneei had gemaakt. De haren hingen haar los langs het,
jeugdig schoone gezicht, waarop nog het blanketsel zicht
baar was, hoewel het nu spoedig werd afgewischt door';
de onophoudelijk stroomende tranen, die brandend op het
koude gelaat van den geliefde neervielen, zonder dat zij er
een spoor van leven op terugriepen. Met haar zakdoek
beproefde zij te vergeefs het bloed te stelpen, dat voortdurend
uit eene wonde in de linkerborst des tooneelspelers gudste. In
den kring om den gewonde stonden de collega's nog in hunne
kostumcs. Het blanketsel vermocht niet de ontsteltenis op hunne
trekken te bedekken, en fluisterend stonden zij daar menig
maal een schuwen blik op de treurige groep werpende; de vrou
wen snikten, en de directeur liep handenwringend op en neer.
»De dokter!" riep men en die roep liep door de rij der aan
wezigen, toen een statig man in de uniform van een militairen
dokter den gewonde naarde. Hij knielde naast hem neer, ver
wijderde de enge kleedingslukken, luisterde naar het hart en
onderzocht de wonde nauwkeurig, onder ademlooze spanning der
omstanders. Daarna haalde hij de schouders op, stond op en
sprak den kleinen directeur, die vol angst op antwoord wachtte, aan:
»IIij is dood, alle moeite zou te vergeefs zijn. De kogel heeft
hem recht in het hart getroffen."
Het jonge meisje viel met een gesmoorden gil bewusteloos neer.'
Door de rijen der omstanders liep een siddering.
«Breng die dame, die zeker de bruid van den ongelukkige is,
naar huis," zei de dokter, terwijl hij naar de bewustelooze wees,
met wie zich de vrouwen tevergeefs bezig hielden. »Voor mij is
hier niets meer te doen. Het overige is het werk der politie, die
waarschijnlijk wel zal onderzoeken, wie schuld aan dit ongeluk
heeft.