Historisch Archief 1877-1940
rNo. 390
TE AMSTERDAMMER, WEEKttLAB VOOR NEDERLAND.
heeft de tweede serie zijner studiën van de Peintres et Sculpteura
contemporains" voltooid en belooft spoedig een derde serie te zullen
geven. Zeer belangrijk moet ook zijn Etude de la condition privée
de la femme dans Ie droit ancien et moderne par P. Gide", waarvan de
tweede editie bg Larose et Forcel ia verschenen. Een frisch en liefelijk
boekske moet Francine" zijn van Edottard Grenier. La Renaissance
en Italiëet en Franco par Eugène Muntz ia thans in drie deelen compleet.
Het eerste behandelt den geest der eerste renaissance in Italië, het tweede
de renaissance in de verschillende steden van het schiereiland, het derde
de renaissance in Frankrijk. Tal van gravures versieren het werk.
Ook Dttitschland kan op belangrijke uitgaven wijzen. Aldaar is de eerate
ftfdeeling verschenen van Geachichte der Kunst im Alterthum" naar het
fransen van Qeorije Perrot en Charles Chipier, voorzien van een inlei
ding van George Ebers. Dit werk wordt in Duitschland zeer geroemd,
niet alleen om den hoeienden, behagehjken vorm waarin het is geschreven,
maar ook om de warme bewondering, die de schrijvers voor mannen als
Winckelmann, Curtius, Muller enz. aan den dag leggen. Aan dit
werk over kunst knoopen zich'de plaatwerken: Die Kunstschlltze Italiens von
Carl von Lutzow" Geschichte des Costüms van Adolf Mosenberg,
Friedr. von Hellwald's", Frankreich in Wort und Bild" en Amerika in
Wort und Bild". Tot de boekwerken behooren de brieven van Charlotle
Diede, door Otto Hartwig uitgegeven, waarop wij vroeger reeds de aan
dacht vestigden; voorts een derde editie von Herm. Grimms, Fünfzehn Es
says", waarin Voltaire, Macauly, Goethe, Emerson enz. beschreven worden
en eindelijk Die Geschichte eines Genies und die Galbuzzi" van Ossip
ScJitibin, twee novellen, waarvan de eerste reeds in de Duitsche Rundschau
is verschenen. Het Decembernummer van dit laatste maandwerk biedt
ook weder voel belangrijks;: Het slot van Herm. Grimm'sRaphael'sRuhm
in vier Jahrhunderten, een studie over Wilh. von Humboldt, een stuk door
Max Muller voor de Philologische Versammlung in Dessau geschreven, (n. 1.
een vergelijking tusschen de oude en de nieuwe generatie van Oriëntalisten)
een levensbeschrijving van Carl Hillebrand en het eerste gedeelte van een
belangrijk stuk over de woonplaatsen der ellende in Londen van Prof. Asher.
Daarin betreurt de schrijver, wat ook reeds voor eenigen tijd in een
Engelsch blad is aangewezen, dat de ellende in The bitter Cry" beschreven,
Let deel is, niet alleen van de parasiten van Londen, van het beziaksel
elker groote maatschappij, maar ook van knappe, eerlijke werklieden en
vrouwen, die voor een gezonde en echt measclielijke omgeving ten volle
geschikt zijn.
INHOUD VAN TIJDSCHRIFTEN.
Spectator, G Dec.
Berichten en mededeelingen. Heroclatus en het Gymnasium door
S. J. Warren. Letterkundige Kroniek door Wolfgang, Gedichten
door Louis Couperus. Pluksel. Verbetering.
Nederland, Dec.
Melati van Java. Op zijn wijze. F. van der Goos. Eeu bladzijde
nit de geschiedenis van Shakespeare's tooueeldicht. Luctor. Koba.
Frans Netscher. Schetsen naar het naakt model. (Poëzy). H. Cosman.
Sneeuw. C. L. van JBakn. Firdusi.
Portefeuille.
Het Tractaat met Duifcschland. Letterkunde. Voor knapen en
meisjes. Uit vreemde landen. Lina Schneidcr over Vondel. ?
Dr. Rogge, Geschiedenis van eeu sprookje. Mr. BoltVs Dante.
DeiBallingen Trooster. Tooneelcauserie. De Rotteidamsche afdee'.ing
van het Ned. Tooneel. L'Indispensabie, Berichten.
Boekaaakoadigingcn, enz.
-Revue des deux Mondes, l Deo.
Un vieux par Pierre Loti. Souvenirs diplomatiques par G. Roltan.
Dans la Steppe par Eugtne Melchior de Vogü. Promenades arch
ologiques. Le pays de l'Enëide par Gaston Boissier. La Sicile par J.
Clavé. L'eau de nier, ses propriutés physiques et chhniques par Ant.
de Saporta. Le Matoc et la politique europiënne a Tanger par G,
Valbert. Revue litteraire Trois Moliéristes par F. Bnmetièrs.
Chronique etc.
Eigen Haard, No. 49.
Bertha's verloving door Adólpliina. Trouw beproefd.?De
Amsterdamsche beurs door D. C. Meiier Jr. (met afb.). Sint Nikolaas volgens
een glasbeschildering uit de 13de eeuw. Nabal, een portret door B..
de Veer. Het bijblad bevat: H. M. Stanley (met portret) en ver
scheidenheid.
?Z» Nouvelle Bevue, l Dec.
~4.lfred Duquet. La bataille de Bezonville, J. Marctts. Le ministère
des affaires trangères et Ie Foregin Office. Le Duo d'Aorantès. Les
nationalités de l'Autriche Hongrie et l'alliance Allemande. Mare
Monnier. Maubourg (deux-part). Alfred Marchand. Poètes Autrichiens
(Kamerling). George Benard. Croquis Champètres. Paul Leliêvre,
Poésies Préface de M. Coppée. Louis Gallet. Revue du théatre etc.
^Deutsche BundscJiau, Dec.
?Das Kind aus Asien von Wilh. Berger V?VIII. Kaphael'a Kuhm
in vier Jahrhunderten von Herm. Grimm III. Erdbeben von Scio in
1881 von Ollo Bendorff. Die Statten des Elends in London von C.
M. Asher. Wilhelm von Humboldt von K. Bruchmann. Damala
nnd Jetzt von Max Muller. Fortuna von Al. Kielland. Karl Hille
brand von F. Bamberger. Fr. Kapp. Politische Rundschau, ?
Scherer's Literaturgeschichte, Neaej&>musikalische Literatur von Gust,
Jansen u. B. v.
Nieuwe uitgaven in Nederland.
Carlo Bosco's Tooverkabinet. Met 24 afbeeldingen . : ". f 0.80
Dr. Jan Ten Brink, Litterarische schetsen en kritieken. Dl. 12
Per dl. bij inteekening '?1.50
W. J. Hofdijk, In het gebergte Di-Eng. (Opgedragen aan Hare
Majesteit Adelheid Emma Wilhelmina Theresia, Koningin der
Nederlanden ......"?7.50
Oltmans' Complete werken. Deel l?VII. 6e druk. (Het slot
Loevostein, 2 dln. De schaapherder, 4 dln. Het huis van het
zeewijf en andere verhalen, l dl.) Compleet in 7 dln. Per dl. ing. JJ 1.??
Simon Stevin, Van de spiegeling der Singkonat. Van de molens.
Deux traites im'dits. Réimpression. Niet m den handel.
Niemve uitgaven in Engeland.
Buchanan, Poetical works. .'?'.'',,,
T. Gray, Works in Prose and Verse ed by Gosse ? ?
A. Tennyson, Becket , !'.'«'
C. M. Yonge, History of christian names 5 ?
F. Arthur, The Coparceners . . , ', l ', ',
Mrs. Bray. The family Feats l \ ,,",.",
A. Griifith, Fast and Loose . ', \ \ J .
N. E. Davies, Aids to long life ! .' J ! . J
Mrs. Dunning, Hampered. . ? I J , .
Mrs. Harrison, The old fashioned Fairy book l l ,
Mrs. Hunt, Our grandmother'a gowns , . ? ?
S. Langdon, Puüchi Nora. . . 0 J ? i «
E. Leslie, Dearer than life J . J '. l l
Lowndes, Only girls..',,',. l \ f,
E. Marshall, In the east country ..',',,?
O. Connell, Loyal, brave ard true .",,".*,'.
A. Rhodes. Monsieur at home. i '. ', ", \
Mrs. Ward, Miss Bretherton . . l, '. . , ?
R. Wood, Winnie's secret. . l ..',',.
A. Wyley, Labour Leisure and Luxury. l i ? l
C. M. Yonge, Stray pearls, cheap ed . . * « ?
sh.
7.6
20.
6.
7.6
10.6
2.6
31.6
2.
2.
1G.
7.6
2.
3.G
2.
5.
31.6
2.6
6.
2.6
G.
6.
MILITAIRE ZAKEN.
EEN STEM UIT HET LEGER OVER DEN UITSLAG
DER VERKIEZINGEN.
Korten, tijd gele^n v^rkpf-dfl het Nederlandsche volk nog in spanning
omtrent den uiü'ag dor ophand n zijnde verkiezingen. Thans v.-eet het,
dat de meerderheid >;ij; U- jiberaljn, die zoovele jaren het land bestuurd
hebben, is overgedaan op de anti-liberalen. Met niet minner spanning
verbeidt het Jand de dingen, die komen zullen. Liberale en clericale bla
den verdiepen zich in gissingen over de wijze, waarop in de toekomst
het land geregeerd zal worden; zelfs de kundigste staatsman is niet bij
machte den dichten sluier, die daarover hangt te verbreken.
Ook in het leger bestaat dezelfde onzekerheid ; het, heeft van de jongste
verkiezingen illusiün gekoesterd. Zullen deze werkelijkheid worden? Zal
eindlijk 'slantls weerbaarheid eens op vaste, grondslag geregeld worden?
Waarlijk het wordt, tijd, dat op dit gebied de hand aan den ploeg ge
slagen wordt; met den dag wordt het govaar grooter, dat bij een
eventueelon strijd, de vijand ons nog altijd in het tijdperk der groote militaire
gebreken zal vinden.
Vijftien jaar geleden werd bij de behjimlcling der oorlogsbegrooting, en
niet minder bij alle volgende begrootingen, met kracht aangedrongen op
afdoening van zaken, en, nog altijd staan wij in de hoofdquaestiën onver
anderd op dezelfde hoogte. Wel zijn na '70 vele verbeteringen in de oefe
ningen en de samenstelling des legers tot stand 'gekomen, wel heeft in
'74 het geconcentreerde vestingstelsol de overhand behouden boven een
veel la uitgebreid en verouderd vestingsysteem, doch nog altijd is de
samenstelling der militie hoogst gebrekkig, nog altijd mist het leger de
geschiktheid voor ziju taak, omdat het vooral gebrek heeft aan een
eenigsziiis bruikbare reserve.
Het is onzen lozers bekend, hoe de pogingen tot verbetering der militie
in '72 en '73 aangewend, afstuitten op den onwil der volksvertegenwoor
diging, die het eerste ontwerp verwierp, omdat het naast de afschaffing
der dienstvervanging ook contingentsverhooging inhield; die het tweede
ontwerp afstemde, omdat het alleen de afschaffing van de plaatsvervan
ging en nummerverwisseling aanbood. Zoo draaide men in den kring rond.
Inderdaad, het was der Volksvertegenwoordiging geen ernst met baar
geroep om militaire verbeteringen. Zij eischte de indiening van n groot
plan van defensie, bevattende de regeling van het vestingstelsel, van een
militie- en een schutterij-wet en een wet op de legerorganisatie.
Welk een reuzenarbeid! Welke regeering waagde zich daaraan? Was
dit niet der Regeering noodeloos moeielijkheden op haren weg schuiven?
Wilde men verbetering der strijdmachten, waarom niet het wetsontwerp
van Stirum aangenomen? Men zou alsdan een belangrijke schrede verder
zijn geweest, ja zelfs den grondslag voor alle verdere verbeteringen voor
goed hebben gelegd. Zoo weinig ernstig was echter het voornemen, zich aan
het algemeen plan van defensie te houden, dat reeds een jaar na den val
van het wetsontwerp van Stirnm, de vesting wet werd aangeboden en
aangenomen, zonder algemeen plan. Had de kamer een schets geëischt
van zulk een plan, dat was zeker billijk geweest; men had dan op een
maal kunnen oordeelen over de mogelijkheid om met de Regeering samen
te gaan.
Na de aanneming der vestingwet was n groote schakel van den keten
afgevallen en bleef dus n struikelblok minder voor de Regeering. Toch
waagde zich deze, afgeschrikt door het verleden, niet meer aan de indie
ning van een militiewet met persoonlijken dienstplicht.
Ware de Minister den Beer Poortugaal langer aan het bewind
gebleven, dan zou nog een poging gedaan zijn, doch eerst na herziening
der Grondwet