Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 391
eersten basse-taille Bordeneuve, van den tenor léger Valdy, vau de Dames
Laville-Ferrainet en Duchateau heb ik reeds in een vorig artikel mijne
groote waardeering uitgesproken. De met roem bekende baryton M. De
Vries gaf ons den Comte de Nevers werkelijk ta genieten, ook na dat
ik hem te Parijs van Faure gehoord had. De Heer Olive Hoger was
een betere St. Brls dan wij dezen meermalen voor lief moesten ucmen.
De hoogst gracelijke partij van den page Urbain werd door Mme
Guibert verdienstelijk uitgevoerd.
vAls naar gewoonte liet men de bal-scène wech; het Vijfje Bedrijf was
ontzettend besnooid; ook meende ik eenige passaadjes te missen in den
grooten duet van de 4e akto: maar daarentegen was het werk met de
balletten gestoffeerd.
Over het geheel verdient zang en spel, en, met eenig voorbehoud, ook
de kostumeering, lof; maar ten uiterste hinderlijk was het opvoeren van
het heerlijke IVe Bedrijf in een moderne kamer, met een onmogelijk
venster en een kauapee van. 1810. Het was zeer stuitend den Heer De
Vries zijn ridderlijk Et parmi ces iilustres ayeux, dont, la gloire iel
vritenvironnë' te hooren uitboezemen niet in een burchtkamer met por
tretten en wapenrustingen, maar in een sjol'eLm dcnii-jortune saloi'.
, Direktcur, artiesten, ook orchest, mijn hulde voor het groate
kuust-geuot. A. Th.
VELERLEI TOONEELEESCIIOu u.._.
II.
[Volgens hom leidt do kunst tot] verzoening vau
den menscli met zich zelf, met het lovcu,
Biet'God. Huet over Hoekstra.
De laiisrcn" van pnstoor Brouwers, waarover wij verleden weck mot
*en enkel woord repten, met betrekking tot Vondel en Milton, ging toch
door. Hij had pknts ia Odeon, Maandagavond. Er was zeer veel ruimte
in de zaal overgebleven, zoo dat er vooreerst een aangename r.tmosfcer
heerschte en ten tweede <le kampioen voor ons hollandsch genie vau de
zeventiende eeuw fraai gelegenheid vond om zijn rennend woord door de
vrije lucht van het lokaal te doen varen en Vondel een schitterende
zegepraal op Milton to doen behalen. De redevoering was echter te uit
sluitend godsdienstig-literair, zij betrof te weinig het toonecl, hnt toonccl
als beeldende kunst, dan dat wij ons er in deze artikelen meer bijzonder
mede bezig mogen houden.
"Wij hebben dus nu de zeer belangrijke rede des lieeren P. II.
tingenholtz Jr. te gedenken, gehouden in het schouw der Vrije Gcuiocnte, over
Het toonecl en zijn invloed op de eeddi/Le volksontiviJckdiiift.
Het is alsof de voordracht des hoeren Ilugenholtz iu 18.")':. werd uitge
sproken, na dat hij vooraf een briefwisseling met prof. Iluei.rKrn omtrent
het onderwerp in behandeling had gevoerd, ecu C3mwponu>jnt:e, welks
uitkomst da grootste overeenstemming vau cr.kbcoldcn getuigde, ?
zooveel gelijkenis bestaat er tusschen de gedachten in 180') door pro;.
Hoekstra aan de leden van Felix Mcritia medegedeeld en de bedenkingen,
die de heer Hugenholtz in 1884, nu ongeveer vóór twee weken, don leden
der Vrije Gemeente voorhield.
Neen! ik wensen geen verwarring. Ik begeer geen kunst met e ui ge
kunsteld godsdienstig gelaat. Ik zou mij ongi;lul;k:;r gevoelen, a;.s -k <;a
schoone litteratuur met stichtelijke verruilen moest. .ilo:.iauï, i:io vc;;l
hebben van zedelijke vjrtoogfn, zo zijn mij ron w air*. Vau div.niam, C-h
van zedclesseu ovcrvloeijen, heb ik afkeer"; aidus prol'. Hoekstra ia zijn
verhandeling Godsdienst en Kunst.
' Be kunst mag niet moer tlechts de slippondransatcr er. dienaresse vau
den godsdienst zijn; zij moet op zich zelve kunnen staan. Tcailcnz-roniaDS
en stukken zijn daarom meestal zoo middelmatig. En \\-r.m.eer men ze
verdedigt door te gewagen van hunne braafheid en zedelijke sirekkinr,
zou ik geneigd zijn to zeggea: Braaf, ja, maar tevens vervelend on daarom
doodelijk voor de braafheid"; zoo ongeveer de heer Iliureaholtz.
Wij bidden u, welk eano gelijkheid vün mceningcn! Zoutio het van te
stonten moed zijn uit de^e ecnzalvighsid vaa bejchouv.-iiig hot gevolg te
trekken, dat voor den modernen uederlandgehcn godsdienst, tsu tijde van
Hoekstra nog protestantisme, nu dcïsme geheeton, wat den aavd du r
esthetische bespiegelingen betreft, welke zich in haar boezem aan de meer
dadelijk wijsgeerigo en moreela vasthechten, do laatste viji'-en-tvdiitig jaar
geen zeer merkbaar ontwikkclingstijdperk vertegenwoordigen? Ja-, dat
prof. Hoekstra's woorden, die in 1S59 tusschon ae kunst- en
wetenschaplievende wanden der gehoorzaal van Felix Meritis nog als gewaagd radi
calisme klonken, thans, zelfs in het gebouw der Vrije Gemeente, met zijn
geprononceerd religieus, karakter, als de bezielde echo worden toegejuicht
van hetgeen elk der hoorderen over dit onderwerp, zoo hefc hem al niet
duidelijk geformuleerd voor den geest stond, toch ia vage overtuiging
met zich zelf eens was, dat bewijst, hoe deze ideën zich in veel ruimer
kring ingang hebben weten te verschaffen en zich onbetwistbaar ten
zeerste hebben gepopulariseerd.
Doch, indien de schare al meer en moer toegetreden is, sich uitbreidende
en steeds de theorie des leeraars meer tot ook haar gcestcseigendoin
makende, het wezen der leer wijzigde zich nog minder dan do vorm. De
liberaal-godsdienstige leeraar van lt'59 is op dit punt dezelfde als die van
1884. lederen kunstvriend zal hot natuurlijk welkom wezen, dat een van ue
zijnen zoo zeer geliefd denker en redenaar als de heer Ilugenholtz, de
handschoen opvat voor de zaak vaa het vaderlandsch toonesl, gehoond
o. a. in de opheffing der tooneclschool-toelage door du Provinciale Staten.
Wij rangschikken ons bij do eersten, om den spreker daarvoor dankbaar
te zijn, dankbaar voor zijn tooneelliefde, dankbaar voor du daad van h-;t
toonecl, en nog' WE! niet slechts liet Grieksche en Uomehische, het zes
tiende, zeventiende en achttiende eoiuvsche, maar ook hut tegenwoordige,
dat der laatste .jaren, niet alken bet biuterlaüdselia t n iu IK t ai;;'c:i;cca,
doch zelfs het uederlandscho en ia bijzonderheden, mot do L;uu;'n en
toenamen onssr toüiieelkiu^tenaars en ut-r oor !.i-u j.;c:7!joa]do rollen,
in een vevceijiï'inc; cu coa guboïiv/ c.:v.i de bcv^',' ? -.\:* uc.i' tru'-Aï^. to
'«vens-vraagtvaikken gowijti, ter sprake te bmigü. Hum zij vuor zulke)
liber.ilif.olt CD voor den onbevangen blik, die daaruit blijkt, onze hulde en
syi:'mthia r^boden.
luaar v;ij mogen toch ook de beginselen niet onbesproken laten, ter
clczer gelegenheid weder op hefc tapijt gebracht. In de zoo-even aange
haalde rogcicn der hcareu Hoekstra ca Ilugenholtz; werpen beiden niet
den moesten nadruk het vermoeden verre van zich, dat zij de
oudetienswijao nug toe£cdü,:i:i zouden zijn, welke do tooneelkur.st slechts als dienares
der zedelijkheid erkennen wilde en steeds het woord strekking" gereed
had, om over do aannemelijkheid of verfoeielijkheid van een kunstwerk
te beslissen. Doch .«straalt niet juist door de heftigheid heen, waarmede
beiden zulk een ver3.eu.ltcn afweren, hun plan om aanstonds na dit gezegd
te hebben, restricties to gaan maken? Het pleidooi van prof. Hoekstra
ligt voor ons en bewaarheidt dit voorgevoel zonneklaar bladzij aan bladzij;
ook de heer Ilugenhultz v/ijkt hierin van zijn voorganger niet af.
Laat ons zien: welke b de door den spieker ontwikkelde theorie?
11 December :Si K- J- W
(Wordt vervolgd.)
DE DECÖUAlIEVa CEïlAMIEK IN iïET PANORAMA-GEBOUW.
L
Er is moer dan n roden, waarom ecu principieclo en uitgebreide
bcBr.ivking der cevnmiok en der daaraan venvanta practijkcn van kunst
nijverheid door da gedurende do laatste waken iu hot Panorama-gebouw
opengestelde e::poutle niet gemotiveerd wordt. Men moet niet op ds
hoo;;to \vci'.ea van h::lgeoa tentoonstellingen als dio van Parija,
Dusscldoil' ca Ilmisel t-3 ::iau hebben gegeven, om heel hoog weg ta loopen
niet I;..;t tliam in da Plantage- uitgestalda. Het verdient buiten kijf cnze
toajuic.hiug, dat, waar schier alla op den voorgrond tredende steden der
wereld don toon aangaven, AEntonkm zish niet langer onbetuigd laat,
maur mogo onze waardecrir? vooral ia de~a de ware mant houden. All
eerste st;\p op het tot nu too ia Isadcrlaud maar al te weinig bezocht veld
mag aan deze expooitin ingenomenheid, ten deel vallen, doch in. i. ook
slechts <"!s zood;ini,r.
Kaast de goudsmederij, do tapijt- en kant-weefkunst, de boekbintl-, do
rrlas-l;r;'.nd- en guio-gi-hudci-kiuist, da ivoorsnijkunst eu d-ergclijkeu, is h'.-t
de ceramiek 01' porceleia- (aardewerk) .-schilderkunst, dia gedurende do
laatste Vwinti;*, d(,rt.i;; jaar, ccn zeer aanzienlijk besinuudcel van de weelda
van Eiii'opcesehe woonvertrckkeu is gaan uitmakon niet alleen, maar ook
C-M studie-on: vrerp van een menigte kundige en sdionnheidÜevcnde
manr.cn i-i r>llo bsoolüuiiUc Gtr,fan is gevrorden. Acu de Hoven, bij name aan
hst rro.,isehe Hoi', v:,a madame du Darry tot keizerin Eugéoie, en in do
ki'irifau, Vv":i"r da K'Oga k:xc ten troon zat, was du praal der rijke e»
te<\!-.:rf) vcortb!'Ciu.'ïe'?!i vau Snxen en Sivrcs wel alt:jJ niet minder
gezoc:l,r. dan Let ',ot dfi ritcrt,;- (ij^hriJ ge-uavtelda ap.rdowerk van J;'pa;i
on Ciiin-i- maai1 da vooniaraa klassen der burgerij, do eigenlijke geld- <;:i
k')u;r:ri:',;;s-ü'ai;dcn. Kijn c-r.'o'c Kclert kort begonnen verzainaliugcn vau
dc:;;'. aakcn aan ta k'g:;?ji.
Gjtu ui.-vk-.var.r.ii^i;:- schouwspel voor den echten liofhchber dan iict
iïvenr.O'.-i-Jo \vo:ii;v,:i'L'a f;:da te s'-taa tusschen de oudheidkunde en '.':?.'??
ct'nio^r.T-ihi;;, v.xtlko ir.ot Iratctocht liuri vonden tot r.en voorwerp vr-\
oiKiub;:!1.? rcwun-.Ic!1;.-.^' K^::CH eu zo luide roemen, en do kunsliiijvarhc;::;,
;'.:i"J'j 01.' (.iil\'k':3 :!:ird;:\ve;'ko:5 \?.;i o r, tl ras bcdu. g-kik r.;;:
.i;;, er aoifj co:i cojvt iüoav;a iridustrio fooi: kuast'1
gaslclc Ou vo;r dc-:;a oo:; rüchtcu cLcht.
atsto ;.-,;::it do u;ge';:!jk yczngda .'orcülcia-sch'klcirkunst
l'Codi! vu!a di\m.:,:; in dou lar.latcn tijd hun uren vullen, ca dio
n iii-jyoreeli.iïi-tx'iiiuk-i'liunyi tot cciiporcelüin-Ji:jschilderkunst
(iuind'sVürk) fo o^uiaracn. Do wuro ciccovaticvo ceramiek staat echfc-r
in gec-n vocli:;.trcei;scii verband mcc dezo iief imbbnrij, hetgeen n:eó
wr:'ncu.ii;:, di'.t dozo, vour hot loeien der wanden eu schoorsteenmantels vaa
ba.:igci'-v.'Ooi'i!uiizun, baar cigacaiivdig.? vcrdiensto bezit.
L'o expositie, waaro.ua liier oen woord go'.vijd wordt, bnstaai rat enkels
inEcndiugcn van Kcvrf'S-fi.iïcncL's, en vele van porceleiu-^childering.
Toen da beivoifido directeur der groute Sèvres-l'abriek Brongniarfc het
vrcc-ko deog- (of klei) pctsia pracparaat-, hct-.volk a:;n alle oude Sovres zulk ecu
bijaonderi!, cnuavolp.b.'ire en niet te beschrijven tccdeiheid vau tinten
vcrleün..lü, liafc vcruiatigcn, orn ia ;t vervoig do nieuwe hardende stof, door
hora samengesteld, allr.on ta doan gebruiken, verrichtte hij eeu daad,
welke door de hedandaagsclie verzamelaars-liefde, dia nist zoo zeer hei
schijnbaar uiterlijk volmaakte, duurzame, harde en weinig breekbare zoekt,
maar veeleer datgene, waaraan een bijzonder cachet valt op te uierken, das
de trillende hiuid eens makers verraadt, hem algemeen wordt verweten.
(To Turnhout en te Saint-Amand \vordt nog wel week e grondstof voor
het porselein gefabriceerd doch doza mist ta zeer da hoedanigheden der
oorspronkeiijka dan dat zij als gelijksoortig vermeld zou kunnen worden.)
Ziet b.v. de inzendingen der iirma's Gossa en Tognaeea & Cosca. Zeer
goedo combinaties, een harmonische kleurvermeugiüg, menschojjfigurcn,
bocrimcn, vitschersmeisjes, donzige blocmea, licht rood, licht geel,
doorEie!:tig groon, aarzelend purper en violet, geëncadreerd en niet, op blauwea
achtergrond, op zwart marmeren kolom, met verguld boven-en ondevstuk,
CKZ. alles wél, alles rijk en wecidrig van toon, uitstekend gcscliikt
vooide apartemcntc-a vaa veriaogenda stadgecooten; maar ciia ooit een blik
wierp in da cabhicttcn van Londenseiio oïParijscho verzamelaars, of wel
aan de hand van e&a Charles Liuas in de kennis der oudheid, vaa don
priiuitiovca tocïfctud der Sèvrea en andere ceramiek, toen alies nog meet'
aia kuiiat werd bcschomvd, zich zag bianciileiUen, iedere kenner weet,
gevoelt ht:t verschil.
Li- wordt, aaiigaauda de waarde dor zenr ver vorderende industrie hier
geeii tv/ij.ei .ijeo^i^-cra, nuuir n-eji moet alles toch. op ijn ware plaats laten
t;-i vooral het woord kunst xiiet zoo eene oubegreiisde bcteekenia
tou
!i l, ij > i- iïio'le, en ook hoofdzakolijk a;ot, as schilderijtjes op porselein du'
duuie^, als met do oleogiuphio, ais met de photographie in kleurendruk.