Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
r
dien anderhalven cent per dag de vervallen tooneelspeel- en schrijfkunst.
'til toon mooi, weergaasoh mooi l.... en dan de Tooneelschool t.... De
Tooneelschool!"
Deze guit, die den spijker zoo aardig op den kop weet te slaan, is
tegen de Tooneelschool, nu blijkt dat er meer goede tooneelspelers ge
vormd worden buiten dan in die school l"
Ziedaar wezenlek een vraag, die nooit te voren bij iemand is opgekomen:
op welke school Albregt, Faassen, Bouwmeester enz., enz., enz. onderwezen
ajjn?" En die dan ook nimmer beantwoord is.
Niettegenstaande dit volstrekt nieuwe gezichtspunt, verklaart de
hansvorst zich voor een tooneelschool op geheel andere leest" dan de bestaande.
Enkele groote trekken, even uitvoerbaar als overweldigend door oor
spronkelijkheid, voltooien het beeld van deze andere leest." Wij willen
den lezer het genoegen besparen van de verrassing er keunis mede te
maken. Niemand zal het betreuren dat deze paljas zijn leert verlaten
heeft. Zelfs als hy met verlof gezegd nu en dan even doorslaat en,
gelijk hij openhartig verklaart, een stem opzet als riep hij voor de tent
de boeren, burgers en bnitenlui bij elkaar," dan nog heeft zijn betoog
iets vernuftige en degelijks, dat bekoort en boeit. Alleen misplaatste
preutschheid en erger dan vrees voor de waarheid, iemand beletten naar
de woorden van den hansworst te luisteren. Wia ooren heeft om te
hooren, die hoore!
Deze eerste aflevering van De Lantaarn doet verlangen naar meer.
Wy weigeren te geloven, dat de bescheiden redactie zou hebben te
'vreezen voor de kans, dat haar blad vol zou raken van mist, mistastingen,
misgissingen, miswijzigingen, misrekeningen en misredeneeringen."
Evenzeer, dat ten haren koste de verlepte waarheid" zal blijken, dat
hij, die zich van oude redeneeringen in aanmatigende gemeenplaatsen
voorgedragen, succes belooft, in een zeer onbehagelijke en zeer oude dwa
ling verkeert *)
En hiermede zij De Lantaarn alle goeds toegewenscht!
De druk is fraai, het papier voortreffelijk, de prijs matig.
Amst., 21 Dec. '84. F. van der Goes.
?).... Laat (dit) woord n troosten: Eene behagelijke nieuwe dwaling is mij
welkomer dan eene verlepte waarheid."
(De Lantaarn, bl. 2.)
MAURICE BARRÈS
Les taches d'encre.
II.
'In ziju tijdschrift wordt door den auteur ook het glibberige terrein
der hooge politiek betreden. Tissot met zijn Voyage au pays des
milliards" wordt geducht doorgehaald.
Duitsehland is ook een groot land en behoort met Frankrijk en En
geland tot de fakkels der menschheid; ruk een dier pilaren weg en de
menschheid zal wankelen op hare grondvesten," zegt Barrès, en hij ver
oordeelt de werken van Tissot en hunne strekking.
Maar om iemand naar waarde te schatten, zijne verdiensten te erken
nen, behoef ik daarom toch niet na te laten hem te haten en hem toe te
roepen: Tusschen ons zal nooit eenige vriendschap bestaan. Gij of ik en niet
Gij en ik." Indien Frankrijk hefckarakterlooze Oostenrijk zou navolgen,
zal het zijn ongerepte ridderlijkheid in de geschiedenis verliezen; de
zonen zullen hunne vaderen vloeken omdat zij eene smet op het rijk ge
worpen hebben, hetwelk volgens Grotius het schoonste na dat der heme
len is. Zij zullen den vroegtijdigen dood van Gambettn betreuren en
Deroulède als een heilige vereeren. Het is nagenoeg zf-ker, dat eer een
kwart eeuw zal verloopen zijn, de Daitsche legers den Rijn zullen over
trekken en hun overmoed zal aanzwellen, wanneer zij de Germania van
den Niederwald op hun doortocht zullen groetan, want de tijden sijn nog
ver dat de conflicten tusscheu volkeren or> vreedzame wijze sullen beslecht
worden. En al is het niet waarschijnlijk dat de wateren van den Pajn
met bloedplassen zullen vermengd zijn, dat bet standbeeld der Germania
tloor frausche kogels uit elkaar za! spatten, al is het niet te voorzien
dat de Dom van Keulen als paardenstal voor de fransche kurassiers zal
dienst doen, Frankrijk mag niet rustig de handen in den schoot loggen
en toezien hoe de vijand het land vernielt. Daarvoor is trouwens geen
gevaar. De haat tegen Pruisen smeult nog steeds in de massa van het
volk: Moge hij alleen tot uitbarsting komen wanneer het noodig is!
Door Gambetta zou dezelve misschien ontijdig zijn geweest. Doch wan
neer het uur der vergelding zal slaan, wie zal dan de Genaal X zijn?
1883. 6 Januari. De grijskleurige Place de la Concorde was zwart
bevlakt met menschengroepen. De balconslijnen der aangrenzende gebouwen
waren mot zwart gestreept: dit ook waren toeschouwers. Aan de
overzijde der Seine hing een reusachtige sluier in schilderachtige vouwen over
den gevel van het Palais Bourbon, wiens trappen met lijkkransen bezaaid
waren. De lucht, als wilde ook zij- het hare er toe bijdragen, wa-j met
donkere wolken gesluierd; daar tussehendoor scheen de zon en deed de
stralen der klaterende fonteinen, de gladde helmen der uhlanen en kuras
siers schitteren. Een lijkwagen kwam over de brug en hield stil alvorens
de Place te betreden. Dit oogenblik was plechtig. Eene ongestoorde
stilte vleide zich op de hoofden der honderdduizenden toeschouwers neer,
men hoorde alleen het ruischen der fonteinen, toen plotseling de tonen
der oude Marseillaise weerklonken, waarop de lijkstoet zich ia beweging
zette. De geluiden der kanonschoten dreunden over de steenen massa's
der groote stad, de paarden sloegen met doffen maatalag op het asphalt,
het spichtige geweren-veld draaide naar rechts en naar links en men
.voerde ten grave hem, die zijn volk van den ondergang had gered en die
aan datzelfde volk de verloren glorie had kunnen teruggeven.
Deze vertooning, want het was eene vertooning, ia eene schitterende
^illustratie der menschelijke Tragicomoedi geweest. Wel tragisch klonk
de '-anseiie trosten op hun zegetochten door heel
Europa begeleidde, op het oogenblik dat het beeld der stad Stfwfcïrarg |
met rouw omfloerst was en Gambetta naar Père Lachaise ging v*«hw«Mn,
De dictator is niet meer. Zijn verdwijnen is misschien een gebak voor
hè* land: eenigen beweren dit: doch eena zal er een opvolger moeten
gevonden worden en dat uit de groote menigte. Kan men het Tisse^
euvel duiden indien zijne boeken tot deze zijn gericht? Voorzeker nieJ?:
züne werken over Duitschland zullen misschien bij den toekonwtigaat
redder van Frankrijk het bewuatzyn zijner roeping doen geboren worde»
en bij anderen het in onze tijden kwijnend gevoel van patriofamus
herleven.
Barrès heeft een tweede fout begaan: hij heeft zich aan eene
gewaagd; hij heeft zelf willen scheppen: doch is daarin slechts ten
geslaagd; hij mist nog de zelfbeheersching en het noodige geduld-. &l
gaat te vlug om de bloemen, welke hij op zyn weg ontmoet, te vewaÉte*
len en te rangschikken. De gedachte dat alle theorie ,grau" is en gcoen
de boom des levens, ligt aan zijn novelle ten grondslag dwsh tevait
tevens hare veroordeeling; want de handelende personen zijn te-wei6
belichaamde theorieën, lijden te veel aan bloedarmoede om door ons als
levende menschon te worden aangezien. Het is echter weer diezelfde
oorspronkelijke en toch artistieke stijl welke ons bekoort, of laat ik
liever zeggen, verwondert door zijne stoutheden.
Er zijn bij hem twee naturen: de dichter en de criticus. Eene zaUer
moeten ondergaan; laten we afwachten welke deze zal zijn. Ik leg, liet
geval aan heeren psychologen voor.
Amsterdam, 8 Dec. Francais Erens.
BERICHTEN EN MEDEDEELINGEN.
Bij den Heer Ybe Ybes te Arnhem is dezer dagen de laatste afleverfog
verschenen van den herdruk der Handleiding tot de geschiedenis der
Letterkunde van Dr. W. Doorenboa." Door den schrijver zelven her
zien, verbeterd en vermeerderd is door deze tweede uitgave de waarde
nog verhoogd van een werk, dat telkens op nieuw wordt ter band ge
nomen door hen, die bij hun lezen een wetenschappelijken, ernstigen en
hooggestemden leidsman verlangen en de litteratuur niet alleen als deel
der algemeene kunst, maar ook als deel van het leven der volken wenschea
te leeren kennen. Ook wordt door deze laatste aflevering aan het oorspronke
lijke werk nog een zeker belangrijk gedeelte toegevoegd. Hierin toch wordt de
geschiedenis der Nederlandsche letteren, die in.döeerste editie bij hl. Wolft
wordt afgebroken, tot op onzen tijd vervolgd, en zoo zien wij dus thans
ook de werken van de voornaamste onzer oudere en jongere letterkun
dige tijdgenooten gewogen en gerangschikt door dien krachtige», frisscben,
ruim- en helderzienden geest, die het ten troon heffen van middelmatig
heid niet dulden kan en van onze dichters en schrijvers eischt, dat zij
opwekkers van leven", gidsen naar ruimer velden en fijner lustten"
en voorgangers in de telkens zich vernieuwende toekomst" zullen zijn.
Dat Dr. Doorenbos veel belangrijks in een kort bestek weet te gev»n,
daarvan strekt het geheele werk ten bewijs, maar het kernachtige van
zijn schrjji'traat komt zeker niet het minst in het slot van zijn aanhang
sel" uit. In een zestal bladzijden worden daar do beste onzer thans le
vende auteurs met een juistheid en scherpte geteekend, die, verbonden
met den waarheidszin, welke uit die teekening spreekt, ons een gevoel
van volkomen bevrediging schenken.
Achter in het boek is ten alphabetisch register gedrukt van de namen
die in het werk voorkomen, met bijvoeging der paginas, waarop zij te
vinden zijn. Het behoeft niet te worden gezegd, dat dit het gebruik van
het werk zeer vergemakkelijkt.
Behalve het ons toegezegde drama van Marcéllua Emants, mogen wij
van dezen schrijver ook weldra een nieuweu ruonan verwachten. Deaezal
Gowlakksrs Iliusiën heeten en bij Gosler te Haarlem verschijnen. Pel
de Mont geeit eerlang alweder een nieuwen dichtbundel Cameën uit.
Van Erasmus' Lof der zotheid" verschijnt in Duitschland een nieuwe
duitsclie uitgave, voorzien van aauteekeuingen van Ernst Gótzinger.
Uit de werken van Alphonse Daudet zijn ten behoeve der jeugd een
aantal uitgezochte verhalen getrokken, die, geillusteerd door Emilie Boyard,
en Adrien Marie, bij Het.zel te Parijs worden uitgegeven. In dezen bundel
,,Contes choisJR," komen eenige der schoonste bladzijden van J?.ck" en
les Rois en exil" voor, benevens verscheidene schetsen uit de Lettres de
inon moulin" en do Contes du Lundi" De vermakelijke Tartarin de
Tarnsr.on, waarmoe Daudet ziin stanif/enooten zoo geducht tegen zich in
het harnas lieeft gejaagd, komt er bijna geheel ia voor.
Van de duitsche vertaling van Lewts' Life of Goethe" wordt de veer
tiende uitgave gereed gemaakt.
Charles Dickens as I knew him, by George Dolbij" is de titèrvanTé»ri
boek dezer dagen bij Fisher Unwin te Londen uitgekomen. Daarin wordaa
de tochten door Dickens gedurende de laatste jaren voor zijn leven onder
nomen (1866?1870) nl. de Reading Tours" in groot Britanm's en Amerika,
uitvoerig beschreven.
liet vijfde deel van Mommsen's werk over de Romeinsche geschiedenis'
is ter perse. Dit behandelt den keizertijd. Het vierde deel, waarin de
ondergang dor republiek wordt geschetst, zal eerst in 1SJ5 het licht zien.
De schrijver van de bekende brieven over de Sociétédo BerJin" gjfc
thans, wederom in de Nouvelle Revue" dergelijke schetsen van de
samenleving t<» Weenen. HU ze^t echter vooraf' dat deze aangenamer
indruk zullen maken dan de eerste, want dat het gemakkelijker is van
Weenen dau van Berlijn te houden. Voorts belooft hij, dat hij na Weenen,
Londen, Madi'iil en wia weet nog welke andere Europeesche hoofdstad!
onder handen zal nemon, want, zegt hij, ik ken Europa door en door
en heb nog geen enkele mijner uitgebreide relatiën verbroken.
INHOUD VAN TIJDSCHRIFTEN.
Spectator No. 51.
Berichten en mededeelingen; Briefwisseling van ,77:r. Mr. C. N. Storm
van 's Gravesande; Nog eens do afkomst van Bilderdijk door G. G.
N. Krom-, Jongste poëzie door W. Gosler', Uit het militaire levea
door v. W.; Pluksel.
De Portefeuille.
Wilhelmus Mathsei; Van allerlei slag; Una SeJineider ov&fïrKtisl'
Fransche Leestafel; Catalogi; Ingezonden; Een
raadselachtigawervertjc; Berichten.