De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1884 28 december pagina 10

28 december 1884 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. r dien anderhalven cent per dag de vervallen tooneelspeel- en schrijfkunst. 'til toon mooi, weergaasoh mooi l.... en dan de Tooneelschool t.... De Tooneelschool!" Deze guit, die den spijker zoo aardig op den kop weet te slaan, is tegen de Tooneelschool, nu blijkt dat er meer goede tooneelspelers ge vormd worden buiten dan in die school l" Ziedaar wezenlek een vraag, die nooit te voren bij iemand is opgekomen: op welke school Albregt, Faassen, Bouwmeester enz., enz., enz. onderwezen ajjn?" En die dan ook nimmer beantwoord is. Niettegenstaande dit volstrekt nieuwe gezichtspunt, verklaart de hansvorst zich voor een tooneelschool op geheel andere leest" dan de bestaande. Enkele groote trekken, even uitvoerbaar als overweldigend door oor spronkelijkheid, voltooien het beeld van deze andere leest." Wij willen den lezer het genoegen besparen van de verrassing er keunis mede te maken. Niemand zal het betreuren dat deze paljas zijn leert verlaten heeft. Zelfs als hy met verlof gezegd nu en dan even doorslaat en, gelijk hij openhartig verklaart, een stem opzet als riep hij voor de tent de boeren, burgers en bnitenlui bij elkaar," dan nog heeft zijn betoog iets vernuftige en degelijks, dat bekoort en boeit. Alleen misplaatste preutschheid en erger dan vrees voor de waarheid, iemand beletten naar de woorden van den hansworst te luisteren. Wia ooren heeft om te hooren, die hoore! Deze eerste aflevering van De Lantaarn doet verlangen naar meer. Wy weigeren te geloven, dat de bescheiden redactie zou hebben te 'vreezen voor de kans, dat haar blad vol zou raken van mist, mistastingen, misgissingen, miswijzigingen, misrekeningen en misredeneeringen." Evenzeer, dat ten haren koste de verlepte waarheid" zal blijken, dat hij, die zich van oude redeneeringen in aanmatigende gemeenplaatsen voorgedragen, succes belooft, in een zeer onbehagelijke en zeer oude dwa ling verkeert *) En hiermede zij De Lantaarn alle goeds toegewenscht! De druk is fraai, het papier voortreffelijk, de prijs matig. Amst., 21 Dec. '84. F. van der Goes. ?).... Laat (dit) woord n troosten: Eene behagelijke nieuwe dwaling is mij welkomer dan eene verlepte waarheid." (De Lantaarn, bl. 2.) MAURICE BARRÈS Les taches d'encre. II. 'In ziju tijdschrift wordt door den auteur ook het glibberige terrein der hooge politiek betreden. Tissot met zijn Voyage au pays des milliards" wordt geducht doorgehaald. Duitsehland is ook een groot land en behoort met Frankrijk en En geland tot de fakkels der menschheid; ruk een dier pilaren weg en de menschheid zal wankelen op hare grondvesten," zegt Barrès, en hij ver oordeelt de werken van Tissot en hunne strekking. Maar om iemand naar waarde te schatten, zijne verdiensten te erken nen, behoef ik daarom toch niet na te laten hem te haten en hem toe te roepen: Tusschen ons zal nooit eenige vriendschap bestaan. Gij of ik en niet Gij en ik." Indien Frankrijk hefckarakterlooze Oostenrijk zou navolgen, zal het zijn ongerepte ridderlijkheid in de geschiedenis verliezen; de zonen zullen hunne vaderen vloeken omdat zij eene smet op het rijk ge worpen hebben, hetwelk volgens Grotius het schoonste na dat der heme len is. Zij zullen den vroegtijdigen dood van Gambettn betreuren en Deroulède als een heilige vereeren. Het is nagenoeg zf-ker, dat eer een kwart eeuw zal verloopen zijn, de Daitsche legers den Rijn zullen over trekken en hun overmoed zal aanzwellen, wanneer zij de Germania van den Niederwald op hun doortocht zullen groetan, want de tijden sijn nog ver dat de conflicten tusscheu volkeren or> vreedzame wijze sullen beslecht worden. En al is het niet waarschijnlijk dat de wateren van den Pajn met bloedplassen zullen vermengd zijn, dat bet standbeeld der Germania tloor frausche kogels uit elkaar za! spatten, al is het niet te voorzien dat de Dom van Keulen als paardenstal voor de fransche kurassiers zal dienst doen, Frankrijk mag niet rustig de handen in den schoot loggen en toezien hoe de vijand het land vernielt. Daarvoor is trouwens geen gevaar. De haat tegen Pruisen smeult nog steeds in de massa van het volk: Moge hij alleen tot uitbarsting komen wanneer het noodig is! Door Gambetta zou dezelve misschien ontijdig zijn geweest. Doch wan neer het uur der vergelding zal slaan, wie zal dan de Genaal X zijn? 1883. 6 Januari. De grijskleurige Place de la Concorde was zwart bevlakt met menschengroepen. De balconslijnen der aangrenzende gebouwen waren mot zwart gestreept: dit ook waren toeschouwers. Aan de overzijde der Seine hing een reusachtige sluier in schilderachtige vouwen over den gevel van het Palais Bourbon, wiens trappen met lijkkransen bezaaid waren. De lucht, als wilde ook zij- het hare er toe bijdragen, wa-j met donkere wolken gesluierd; daar tussehendoor scheen de zon en deed de stralen der klaterende fonteinen, de gladde helmen der uhlanen en kuras siers schitteren. Een lijkwagen kwam over de brug en hield stil alvorens de Place te betreden. Dit oogenblik was plechtig. Eene ongestoorde stilte vleide zich op de hoofden der honderdduizenden toeschouwers neer, men hoorde alleen het ruischen der fonteinen, toen plotseling de tonen der oude Marseillaise weerklonken, waarop de lijkstoet zich ia beweging zette. De geluiden der kanonschoten dreunden over de steenen massa's der groote stad, de paarden sloegen met doffen maatalag op het asphalt, het spichtige geweren-veld draaide naar rechts en naar links en men .voerde ten grave hem, die zijn volk van den ondergang had gered en die aan datzelfde volk de verloren glorie had kunnen teruggeven. Deze vertooning, want het was eene vertooning, ia eene schitterende ^illustratie der menschelijke Tragicomoedi geweest. Wel tragisch klonk de '-anseiie trosten op hun zegetochten door heel Europa begeleidde, op het oogenblik dat het beeld der stad Stfwfcïrarg | met rouw omfloerst was en Gambetta naar Père Lachaise ging v*«hw«Mn, De dictator is niet meer. Zijn verdwijnen is misschien een gebak voor hè* land: eenigen beweren dit: doch eena zal er een opvolger moeten gevonden worden en dat uit de groote menigte. Kan men het Tisse^ euvel duiden indien zijne boeken tot deze zijn gericht? Voorzeker nieJ?: züne werken over Duitschland zullen misschien bij den toekonwtigaat redder van Frankrijk het bewuatzyn zijner roeping doen geboren worde» en bij anderen het in onze tijden kwijnend gevoel van patriofamus herleven. Barrès heeft een tweede fout begaan: hij heeft zich aan eene gewaagd; hij heeft zelf willen scheppen: doch is daarin slechts ten geslaagd; hij mist nog de zelfbeheersching en het noodige geduld-. &l gaat te vlug om de bloemen, welke hij op zyn weg ontmoet, te vewaÉte* len en te rangschikken. De gedachte dat alle theorie ,grau" is en gcoen de boom des levens, ligt aan zijn novelle ten grondslag dwsh tevait tevens hare veroordeeling; want de handelende personen zijn te-wei6 belichaamde theorieën, lijden te veel aan bloedarmoede om door ons als levende menschon te worden aangezien. Het is echter weer diezelfde oorspronkelijke en toch artistieke stijl welke ons bekoort, of laat ik liever zeggen, verwondert door zijne stoutheden. Er zijn bij hem twee naturen: de dichter en de criticus. Eene zaUer moeten ondergaan; laten we afwachten welke deze zal zijn. Ik leg, liet geval aan heeren psychologen voor. Amsterdam, 8 Dec. Francais Erens. BERICHTEN EN MEDEDEELINGEN. Bij den Heer Ybe Ybes te Arnhem is dezer dagen de laatste afleverfog verschenen van den herdruk der Handleiding tot de geschiedenis der Letterkunde van Dr. W. Doorenboa." Door den schrijver zelven her zien, verbeterd en vermeerderd is door deze tweede uitgave de waarde nog verhoogd van een werk, dat telkens op nieuw wordt ter band ge nomen door hen, die bij hun lezen een wetenschappelijken, ernstigen en hooggestemden leidsman verlangen en de litteratuur niet alleen als deel der algemeene kunst, maar ook als deel van het leven der volken wenschea te leeren kennen. Ook wordt door deze laatste aflevering aan het oorspronke lijke werk nog een zeker belangrijk gedeelte toegevoegd. Hierin toch wordt de geschiedenis der Nederlandsche letteren, die in.döeerste editie bij hl. Wolft wordt afgebroken, tot op onzen tijd vervolgd, en zoo zien wij dus thans ook de werken van de voornaamste onzer oudere en jongere letterkun dige tijdgenooten gewogen en gerangschikt door dien krachtige», frisscben, ruim- en helderzienden geest, die het ten troon heffen van middelmatig heid niet dulden kan en van onze dichters en schrijvers eischt, dat zij opwekkers van leven", gidsen naar ruimer velden en fijner lustten" en voorgangers in de telkens zich vernieuwende toekomst" zullen zijn. Dat Dr. Doorenbos veel belangrijks in een kort bestek weet te gev»n, daarvan strekt het geheele werk ten bewijs, maar het kernachtige van zijn schrjji'traat komt zeker niet het minst in het slot van zijn aanhang sel" uit. In een zestal bladzijden worden daar do beste onzer thans le vende auteurs met een juistheid en scherpte geteekend, die, verbonden met den waarheidszin, welke uit die teekening spreekt, ons een gevoel van volkomen bevrediging schenken. Achter in het boek is ten alphabetisch register gedrukt van de namen die in het werk voorkomen, met bijvoeging der paginas, waarop zij te vinden zijn. Het behoeft niet te worden gezegd, dat dit het gebruik van het werk zeer vergemakkelijkt. Behalve het ons toegezegde drama van Marcéllua Emants, mogen wij van dezen schrijver ook weldra een nieuweu ruonan verwachten. Deaezal Gowlakksrs Iliusiën heeten en bij Gosler te Haarlem verschijnen. Pel de Mont geeit eerlang alweder een nieuwen dichtbundel Cameën uit. Van Erasmus' Lof der zotheid" verschijnt in Duitschland een nieuwe duitsclie uitgave, voorzien van aauteekeuingen van Ernst Gótzinger. Uit de werken van Alphonse Daudet zijn ten behoeve der jeugd een aantal uitgezochte verhalen getrokken, die, geillusteerd door Emilie Boyard, en Adrien Marie, bij Het.zel te Parijs worden uitgegeven. In dezen bundel ,,Contes choisJR," komen eenige der schoonste bladzijden van J?.ck" en les Rois en exil" voor, benevens verscheidene schetsen uit de Lettres de inon moulin" en do Contes du Lundi" De vermakelijke Tartarin de Tarnsr.on, waarmoe Daudet ziin stanif/enooten zoo geducht tegen zich in het harnas lieeft gejaagd, komt er bijna geheel ia voor. Van de duitsche vertaling van Lewts' Life of Goethe" wordt de veer tiende uitgave gereed gemaakt. Charles Dickens as I knew him, by George Dolbij" is de titèrvanTé»ri boek dezer dagen bij Fisher Unwin te Londen uitgekomen. Daarin wordaa de tochten door Dickens gedurende de laatste jaren voor zijn leven onder nomen (1866?1870) nl. de Reading Tours" in groot Britanm's en Amerika, uitvoerig beschreven. liet vijfde deel van Mommsen's werk over de Romeinsche geschiedenis' is ter perse. Dit behandelt den keizertijd. Het vierde deel, waarin de ondergang dor republiek wordt geschetst, zal eerst in 1SJ5 het licht zien. De schrijver van de bekende brieven over de Sociétédo BerJin" gjfc thans, wederom in de Nouvelle Revue" dergelijke schetsen van de samenleving t<» Weenen. HU ze^t echter vooraf' dat deze aangenamer indruk zullen maken dan de eerste, want dat het gemakkelijker is van Weenen dau van Berlijn te houden. Voorts belooft hij, dat hij na Weenen, Londen, Madi'iil en wia weet nog welke andere Europeesche hoofdstad! onder handen zal nemon, want, zegt hij, ik ken Europa door en door en heb nog geen enkele mijner uitgebreide relatiën verbroken. INHOUD VAN TIJDSCHRIFTEN. Spectator No. 51. Berichten en mededeelingen; Briefwisseling van ,77:r. Mr. C. N. Storm van 's Gravesande; Nog eens do afkomst van Bilderdijk door G. G. N. Krom-, Jongste poëzie door W. Gosler', Uit het militaire levea door v. W.; Pluksel. De Portefeuille. Wilhelmus Mathsei; Van allerlei slag; Una SeJineider ov&fïrKtisl' Fransche Leestafel; Catalogi; Ingezonden; Een raadselachtigawervertjc; Berichten.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl