Historisch Archief 1877-1940
AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
\
*
Daarna weder een spotdicht op Laberté, Egalité, Fraternité" in uit
muntend gescandeerde Asclepiadeëen.
Haar van broederlijkheid, die met de lenze pronkt:
.Haak n spoedig van kant, dat ik uw plaats bekleedt l"
Zie, volhartelp wenaob ik
Vröte blijven, mijn leven lang.
Zoo gaat het verder, eene macédoine van hoog en laag, die voor den
dichter geen verschil maken. De middentoon, door Benige zeer aardige
Kempensche liedjes" aangegeven, is uitmuntend; men vindt hem tevens
in Het bloemeken naast de baan," De arme blind,, kuaap" en andere
gedichten. Waar Daems van dien middenweg ter rechter en
linkerzijde afwijkt, doet bij het telkens zoo, dat de tegenstelling humoristisch
wordt. Blz. 80 zingt hij tot Freule Louise Stratenus, Nederlands gewaar
deerde dichteres, bij baren overgang tot de Moederkerk":
HO tras niet blind, hy was niet doof,
Die Zaligmaker vol erbarmen,
Wanneer g$. smachtend naar geloof,
Bjj 't ziekbed, in de hut der armen,
In 't nachtlijk bidden oren lang,
Den hartageliefde zocht zoo bang,
Bi) WM niet blind. HO zag nw hart
In 't prilste van zijn jeugd, verzaken
Aan 't aardseh genot en bij de smart
Van d' evenmenöch zijn zuchten Blaken..;;
terwql hg op blz. 83 aan St. Franciscus van Assisi iets dergelijks meldt.
in het gedicht op dezen heilige trouwens komen zeer scboone verzen voor:
O, vergeef dit roekloos pogen!
Ik buig deemoedig neder in het stof
Tan mijnen niet. En weze voor uwe oogen
Mgn liefde mijn verachooning t slechts, o laat
Me een enk'ien stond waar 't plechtig feeetnur slaat.
Van 't eeuwgetij, gewijd aan nw vereering,
De wonderea. DU' uwe wieg geschied,
Vermelden in mgn needrig' etaamlend lied.
Even zonderling naast elkaar geëncadreerd zijn De Agastiade":
Muze, ve'haal van den Btrijd
Van Buikalmachtig en Sprinkhaan,
«l tei stond daarna Des Heeren stemmen" waarin verzen voorkomen,
200 ernstig schoon als:
Vóór d'aanvang van den tijd, toen God bestond alleen
In 't onbeperkt en eeuwig wezen,
Weerklonk een woord: Het zij l" Ea, uit het niet gerezen,
l>»ar dreef 't heelal, in tijd en ruimte, been.
De atem, die 't aanzijn schenk aan millioonen zonnen,
Dat was Jehova's stem, de stem des Onbegonnen
Gelijk in kapellen in het Zuiden vaak het oog gekwetst wordt, als
het Murillo's of Raphaëls meesterstukken, liet edele in zijn goddelijk-ten
en reineten vorm, omringd ziet van de meest smaUeloo/.cn fripcrie, zoo
maakt het een pijnleken indruk Jezus' Moeder en Louise Stratenus,
Buikalmachtig en Golgotha, St. Joseph en Sj>rikhaan en Bistouri en
Cie. tot een zelfde charivari te zien saawgevoegd. Het goede hart en
vroolijk humeur van Servatius Daems, voor een deel zelfs zijn dichterlijk
talent efln buiten quaestie, maar de goede smaak, de tact, die het kunst
werk harmonisch maakt, heeft hem treurig ontbroken.
Scaramouche. (XI).
BE LANTAARN.
Klappen nitdeelen is der Hansworsten recht.
(De Lantaarn, JVo. l, U. S.)
De heer A. 'Rössing te 's-Gravenhage heeft het eerste nummer van een
nieuw tijdschrift uitgegeven.
Het is getiteld De Lantaarn" en zal twee keer in de maand verschijnen.
De zeven kwarto bladzijden tekst bevatten eenige artikelen, guteekend
Bet pseudoniemen, waarbij enkele grappige. Aardig bedacht zijn b. v.,
die van Jantje Salie" en van Janus Blunus".
De inhoud en de toon der opstellen blijft niet beneden de verwachting
door de geestige keuze dezer a amen gaande gemaakt.
Dat is niet alleen luimig, maar dat is nieuw, frisch, stout.
Zoo bespeuren wjj dadelijk dat deze Tan Salie een geheel ander mensch
is dan de bekende stakker, en dat Ue onderteekening van het gedicht
Nieuwjaarswenschje" eigenlijk gezegd ironisch bedoeld is. Sarkastisch inder
daad. Vlijmend scherp worden nationale gebreken, die ook in 1884 geen ver
betering ondergingen, in dit vers gehekeld. Maar die felheid heeft tevens
Iets vrooujks en naast dien lach om 's werelds dwaasheid bespeuren wij
een tratn om haar ernst. En zoo behoort uet. Niet afbreken met
pleaier om te vernielen; opbouwend zij alle critiek. Dat is nuttig en
menschlievend.
Die vroolijke, welmeenende satiere klinkt reeds dadelijk in den aanhef.
Men sla bovendien acat op den pittigen vorm:
Het jaar des Heeren Vier-en-tachtig
Beviel mjj waarlijk allemachtig.
Pittig zijn eveneens de andere dichtstukjes een paar b'adziiden verder.
Treffende gedachten, juiste waardeering bevatten die inscripties voor
toekomstige Standbeelden". Lang niet kwaad duuken ons b. v. deze proeven:
GEHARD KEI.LEE
Gerard Keiler
Kranig verteller.
TAOO H. DE BEER
Taco H. de Beer
Had vele geschriften ouder eiju beheer,
CD. BCSKBN-EÜET
Cd. Bnsken-Haet
Heeft onze critiek gered.
Van deze afdeeling belooft de redactie een vervolg. Wij wenschen haar
geluk met de stoutmoedigheid en het vernuft, waarmede z$ onder onze
beste schrijvers lof en blaam eerlijk en onpartijdig weet te verdeelen.
Reeds genoeg gezegd en aangehaald om den lezer te overtuigen dat
dat wij hier met een dier hoogst verkwikkelijke verschijnselen te doen
hebben van begaafde lieden, die ontevrelen met het bestaande, hunne
zucht naar nieuwe denkbeelden en verbeterde toestanden in geestige
vormen weten te kleeden. Men kan niet beweeren dat de Heeren van De
Lantaarn met zoodanig verlangen alleen staan. Ook uit andere hoeken waait
die wind. De jeugd onzer dagen begeert in vele zaken een omwenteling
niet in de laatste plaats in de poëzie en andere schoone kunsten. Wij
kunnen De Lantaarn dan ook veilig beschouwen als een steun voor het
jongere geslacht, als een krachtige stem uit zijn midden; als een vriend,
een troost, een redder.
Wij hopen zeer dat ook de volgende nummers ons in deze opvatting
zullen sterken. Met een kort overzicht der proza-stukken van de eerste
aflevering meenen wij haar nader te staven.
In eenige weinige regelen wordt ons de beteekenis van den titel ontvouwd.
De Lantaarn is hetzelfde voorwerp dat Henri de Rochefort (had) ge
bruikt om er het Keizerrijk mee in brand te steken". . .
Zoo'n lantaarntje nam men in de hand om iemand bij te lichten, oi
in de diepste duisternis een voorwerp op de keper te beschouwen."
Zoo wordt, geestig ingekleed, ferm en flink de bedoeling der Redactie
aangeduid om scherp toe te zien en critiek te oefenen. Reeds dadelijk
blijkt dat opzet in twee artikelen: Over Standbeelden, door Dr. Plas en
Salto Mortale, door Janus Blanus.
Het eerste behandelt de voorgenomen viering van Brederoo:
De heeren Sinclair de Rochemont, Biederlack en nog een twaalftal
letterkundigen, hebben onder aanvoering van Prof. Dr. Jan ten Brink
zich vereenigd met het doel de driehonderdste verjaring van Brederoo's
geboortedag feestelijk te herdenken."
Het is zeer luimig en met edelmoedige bedoeling om, behalve den voor
zitter van het comitéalleen de twee leden te citeeren, die in de letter
kundige wereld tot heden onbekend waren. De Redactie wil zeggen
ziat eens, die menschen zijn niet teruggedeinsd voor den stap, in hunne
commissie elementen op te nemen, die zij nuttig achten, alleen omdat zij
van hunne geschiktheid in het openbaar niet hadden djen blijken. Moge
lijke verwijten, kleingeestig en onedel, hebben zij niet gevreesd.
Zóó stout en hoog vatten de Heeren van De Lantaarn hun taak op!
De plannen der Brederoo-Comraissie worden voorts aan een scherpzin
nige en goed gestyleerde critiek onderworpen. Men doet haar zelw
eenige nieuwe getrouw aan het plan, alles op de keper te beschou
wen" aan de hand.
Zoo b. v. het stichten van een Brederoo-fonds, uit de rente waarvan
een prijs (zou) kunnen worder- afgezonderd voor het beste biyapel dat
binnen een bepaald aantal jaren verschijnt."
Den Heer Ten Bviuk kan het, naar de meemng van DeL<mffiarw'?niof;
moeilijk vallen uit 's Dichters Liedt-boeck een aantai gedicht en saam te
lezen, door hun zangerigen vorm en frisschen inhoud bij macLte ook den
huldigen (waarschijnlijk een drukfout voor dik-huidigen) volksgeest op te
wekken."
Men moet zich, luidt ten slotte de waarschuwing, geen illusies maken
over de vertooning uit Brederoo'a dramatische werken. De gronden voor
die waarschuwing zijn inderdaad behartenswaardig en recht goed gefor
muleerd:
Hoe te vergen, dat het publiek, luisterende naar het gesproken woord,
met het oog de bewegingen der spelers volgende, met het verstand het
beloop der handeling in zich opnemende, nog bovendien den geest dwinge
tot het begrip van verouderde toestanden en daarmee overeenstemmende
vormen alles in n ondeelbaar oogenblik!"
Door het makan van deze en andere opmerkingen meent de zeer nede
rige schrijver het verwijt te zullen verdienen de aanstaande geestdrift
voor de Brederoo-feesten rcous bij voorbaat te smoren."
I'at is waarlijk wat gering o ver de commissie gedacht! Ik geloof dat zij
integ -ndeel gaarne haar voordeel zal doen met het nieuwe licht door De
Lantaarn op haar pad geworpen.
Nieuwe Snofjes is het opschrift van een critisch artikel, waarin Abra
ham" eenige novellen beoordeelt. Het schijnt, als wij naar een grapje in
den geest van De Lantaarn mogen trachten de Abraham te wezen, van
wien men zeer goed weet waar hij zijn versch en critischen mosterd haalt.
Immers, deze Heer, bij zijn beschouwingen over schrijftrant en
beeldenkeus, veroorlooft zich tot tweemaal in acht regels een gansch nieuwen
en juisten metaphoor, wanneer bij zaken van wetenschap en kunst hun
gebied" noemt, en verder het wezen der taal andermaal haar gebied".
Nieuwer, frischer, stouter dan al het overige dunkt ons het stuk geti
teld Salto Mortale. De lezer heeft reeds eeniga vreugde gesmaakt van
den pseudoniem en Janus Blanus.
De Tooneelschool komt er in deze regelen leelijk af. Dat is voor hare
vrienden een bittere pil. Maar aan den anderen kant verloochent zich de
gezonde en degelijke geest der Redactie volstrekt niet. Tegenover cri
tiek staat waardeering. Afbreken wordt onmiddellijk gevolgd door op
bouwen. De liefde sticht.
Eerst komt het Tooneelverbond aan de beurt. De gebreken van deze
vereeniging zijn inderdaad moeilijk geestiger en vollediger te beschrijven:
Een hansworst" wordt sprekende voorgesteld:
Je betaalt vijf gulden in een jaar, dat is nog niet eens anderhalve cent
per dag, en daarvoor heb je afdeelings- en algemeene vergaderingen
waar je dezelfde zaken tweemaal hoort bespreken, diner's, waar veel ge
speecht wordt, gratis-voorstellinaen na de champagne, gezellige bij
eenkomsten met actrices, en tijdschrift, waarin nauwkeurig wordt weer
gegeven wat je gezegd hebt, en boven en behalve dit alles verhef je met