Historisch Archief 1877-1940
«l
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 393
IB «en armstoel, de handen gevouwen op zijn over elkaar geslagen kniën,
«en weinig links afgekeerd, maar met zijn gemoedelijk en verstandig ge
laat u aanblikkend. De in 't zwart gekleede gestalte heeft achter zich
esn donkerrood gordijn en aan zijn linker hand een tafel met een drietal
folianten, waarvan een opengeslagen.
' De gelijkenis is f prekend; de behandeling stout, zonder ruwheid; alles
lebjjnt in eens op zijn plaats en in syn toon gestaan te hebbeu. Som
migen vinden de kleur wat blank; maar ook dit model heeft de eigen
aardigheid van alle westorsche Europeanen: geen vaste schaal van
hoogeren of minderen blos.
Mej. Schwartze heeft de grootste eer van haar werk.
Prof. P. Btrackéheeft het model op levensgrootte voltooid van het
kolossale borstbeeld, dat mea, in brons, aan Prins Hendrik zal wijden, 't la
aangenaam, als men een kunstwerk heeft aan te kondigen niet onophoudelijk
te moeten denken: kan ik dien lof voor mijn geweton verand woorden ?
De Heer Strackéis zegevierend uit den strijd met de moeielrjkheid ge
keerd een borstbeeld, een gelaat te boetseeren, zonder de natuur, zelfs
zonder afgietsel. Charakter eii trekken >an den Prins, de eigenaardige
uitdrukking der oogen, gekommentarieerd door de gesteldheid van do
voorhoofdskas, zijn volkomen juist en met veel geest opgevat en weer
gegeven. De zwarigheden van het militair kostuum, met zijn gladheid,
Ejjn, volkomen overwonnen. De behandeling van het laken, van de
«pauletten (én zichtbaar), van de halsbekleoding, zijn van dien aard, dat
men aan de lieden van het Panopticnm zou willen zeggen: ga daar nu
eens een lesjen nemen'."
, Da bournou is hoogst pittoresk met eon smaakvolle achteloosheid
'omgedaan, 't Maakt een uitmuntend effekt. De vraag is echter geoor
loofd, of de stoutheid dezor dispozitie voor een monumentaal borstbeeld
niet wel wat de grenzen tusschen beeldhouwkunst en schilderkunst
overtohrjjdt.
't Ia jammer, dat de kolossale buuste op zulk een betrekkelijk lagen
pijler geplaatst zal worden. Het meesterlijk portret, ons door Prof. Strack
geleverd, zou mér voldoen bjj hooger plaatsing.
Ik wensch den uitstekenden beeldhouwer van harte geluk met deze
Bieuwe proeve van zijn machtig talent.
All). Th.
DIT BELGIË.
Mattkieu Erahms.
In den brief van den Hen November 11. werd do toekomstige uitvoering
van FreyMr van E. Mathieu en de derde symphonie van Brahms aange
kondigd. Deze werken zijn nu op het Concert populaire uitgevoerd,
Brahms' jongste groote werk, wat eerst bij 'fc lantste rijnsche muziek- en
piuksterfeest in druk verscheen, is op weg wezenlijk poptdaire te worden.
De uitgever zag dat van te voren. Simrocfc in Leipzig kocht het band
schrift onmiddellijk na de eerste uitvoering te Wesnen voor 30,000 marken
san. Sedert dien tijd werd het een aantal malen in verschillende duitscho
steden, in de Nederlanden te Amsterdam en te 'e-Gravenhage (als ik EO
niet bedrieg, onder de leiding van den hoogbegaafden Nicolaï) ten gchoors
gebracht. Er is ter nauwernood eene tweede groote, ernstige compositie
vopr orkest der laatste 40 of 50 jaren, welke vun hare eerste uitvoering
af door het publiek algemeen zoo goed ontvangen is. Moet men dit aan
dévoortreffelijkheid van het werk, of aan esa-s ontwikkeling van het
publiek toeschrijven? Bij de eerste uitvoeringen van Beethoven's groote
toonscheppingen verrieden de woorden slechts weinig bevattelijkheid!
De derde en vijfde (en dan de negende!) symphonie werden immers
voor kunstig ineengewerkt, doch uiterst barokke toonstukken gehouden;
nien kon bij voorbeeld de eerste maten van de Finale der Eroica in
S. Mineur, a!s voorbereiding tot den grondtoon, den kunstenaar bijna
ai et vergeven... en nu!
Aan Brahms heeft men nooit dergelijk verwijt gedaan, maar wel sprak
de, critiek in Belgiëervan dat de kunstenaar zich niet genoeg overgaf
iau zijne inspiratie. Terwijl anderen daarentegen den geest der twea
eerste symphonieën hooger stelden dan den vorm. Zoo bestaat er ook
over de derde symphonie nog eenig verschil vanmeemng; doch de groote
Maarheid en de meesterlijke vorm in 't algemeen wordt daarvan niet
bestreden.
Het is hier de plaats niet om met de partituur in de hand daarover
in bijzonderheden te treden. Naar het oordeel van den schrijver dozos,
heeft* do schepper dezer derde symphonie niet alleen grootere meester
schap over den vorm getoond, zoodat alle klankeffecten van edele
natuurLykheid schijnen, maar de muzikale gedachte, de aaneenschakeling, de
entwikkeling en de harmonie der deelen maken den indruk van een
, vJtunstgebeel, aus einem Gtisee, dat het hart tot tevredenheid en
dankbaarheid stemt.
. Gelflb wij vroeger zeiden is Freghir een heuvelachtig bosch in de
provjncie Luik. Do componist is ook de dichter van den tekst. Het is
Eeer loffelijk aldus zijn geboortegrond te bezingen; niet alleen omdat
dasruifc eene gezonde vaderlandsliefde spreekt, maar dewijl het als vaste
regel kan gelden dat elke kunstenaar zulke toestanden en tafreelcn best
zal verstaan en teruggeven waarin hy is opgegroeid, of die hij jaren lang
van naby heeft gekend. De dichter-componist verklaart ons in zijnen
tekst hoe schoon het woud daar stond in den tijd toen (Vereingetorix) op
die plek tegen de troepen van Julius Caesar streed: hoe Cingetoris
aldaar voor het vaderland sneuvelde en Freya hem in dien schoenen
bosehtempel met eigen hand begroef, dewijl noch goden noch helden
(o fataUté!) in Asgard kunnen opgenomen worden. (Do groote ketterij
tegen de noordsche godenleer laten wij voor rekening van den poëet!).
Honderden jaren verliepen daarover. Toen waren die i'eiten vergeten.
De winzucht legde de bijl aan het heerlijke geboomte, en van dien tijd
af schiet het water wat door stronken en wortels, niet meer tegengehouden
wordt, met zulke kracht naar beneden en overstroomt het land, dat de
«ogst er door wordt vernield.
, Deae tekst ia een poème tyrique et symphonïque voor solo's, koor en
fï'kestbewerkt. De. verhalende barvkpn««nlo vervult claaru de hoofiiD»'-t;».
Wanneer wij van de compositie die plaatsen aftrokken welke minder
of meer kennelijk aan andere componisten herinneren, zonder karakteris
tiek op don tekst te passen, moet toch erkend worden dat Mathieu een
verdienstelijk werk heeft geleverd, waarin hij geen bepaalde school ter
navolging heeft gokoaen. Het toonstuk heeft, zonder een karakter van
grootschheid te dragon, eigenschappen van liefelijke sonoriteit en ongezocht
vloeiende harmoniën dio het grooto talent van den kunstenaar verraden.
De muziek is hier en daar zonder overdrijving itnitatief en er is esn»
zekere klimming in de effecten dor drie deelen, welke alle langdradigheid
uitsluit. De tekstwoorden worden zelden herhaald aan eeucu groote»
lyrischen stroom is niet te donken : maar het epische gedeelte komt daar
door des te over meer uit, en men kan do recitatieven niet anders dan
zeer natuurlijk, zelfs edel ea van goeden rhythmischen gang achten.
Do uitvoering was zeer voldoende. Een Leuvensen dameskoor onder
steunde dio. Do solisten waren Mme. Con elis, de liefelijke zangeres der
peines d'amour, doch hier minder in havo rol; Mlle de Saint Moulin de
good doclaniceroude jonge altzangeres, die alleen vrat te veel aan de voor
treffelijkheid van hare (liepo tonen denkt; do heer Byron, een verdienste
lijk liefhebber uit Verviers en de heer Van Leeuw snet een helder
tenocrgeluid.
Moestou wjj do uitvoering van Brahms cog in een enkel woord aan
duiden, wij zouden zeggen: Meer fijnheid, daa geest!" Maar toeh is
Joseph Dupont eon uitmuntend dirigent!
Over hot conservatoriumsconcert in een volgenden brief.
? Brussel, 18 Dec. '84. A. M.
Op bl. 7 van 't nummer van 21 Dse. leze men, op regel 18: De muziek
van den hoer Waolput is wol geschreven en van groote verscheidenheid,
doch hier en daar te sterk voor blaasinstrumenten ingericht.
UIT
III.
Zoo op het einde des jnars hebben ds meestem eens eon vrijen dag.
Men noemt dat ds Trcve des cor.fiscurs. laar wie van die trcv& ook
profitcnrcn, de journalisten niet. Zij moeten steeds aanteekening houden
van hetgeen er iederen dag weder gebeurt. Altijd voort, altijd voor!,!
dat geldt in strengen zin voor de mannen der pers. Zij moeten rekening
honden met de werkelijkheid, ook als die werkelijkheid zich bepaalt tot
zakjes suikerwerk en polichinols. Ook als zjj wcton, dat hun lezers hot
hoofd te vol liebben met andere dingen om couranten tölezen, en deze
zelfs geen verstrooiden blik zullen slaan in de om hunnentwil beschreven
bladen.
Om d'vzeu tijd van 't jaar zijn de groote bladen gewoon hun abonuca
de kostelijke schotels van een volledige necrologie op te disschen, waaraan
deze dan naar hartelust kunnen smullen.
Maar dio opvrcolijkende uitvlucht kan den kroniekschrijver niet dienen.
Niet omdat ZD eigenlijk toch nog al droevig is, zoo'n doodenljjst met
aanteekcningeu, manr omdat zo te veel plaats zou innemen.
Zoo ook al de feiten en gebeurtenissen van het afgeïoopen jaar no.£j
eens even op to warmen, dat is een gebruikelijk esjoedient, als het jaar
op zya eiud loopt.
Maar de revues maaien de kroniek al liet gras voor de voeten weg.
Ook zou het bovendien bezwaarlijk gaan, eeuige belangrijke variatie ts
vinden op do twaalf maanden, die geen andoro herinnering zullen na
laten dau de herinnering aan die merkwaardige flauwiteit: ou diralt du, venu!
Wij wccschen dus den tandeloozen oude, die 1SS4 heette, een goed o
reis! \Vij zullen niet niet u meegaan naar het kerkhof! \Vij zian u zon
der verdriet verdwijnen, want de eenige verrassingen die gij ons bracht,
waren eon handelscrisis, rcvolverspel, budget-tekorten, Toukin en de
cholera.
Het kan ons niet schelen, wat er van u wordt, wij hopen alleen, dat
uw plaatsvervanger wat minder strijdlustig en vooral wat vrooljjker en
opgewekter moge wezen.
Als het gerucht waarheid spreekt, zal hot nieuwe jaar beginnen met
ettelijke decoraties uit te reiken aan letterkundigen. I>at aal tvu inbreuk
zijn op de bsstaande gewoonten, want iu den regel kau men van het
Léfjion ffllonncm' zeggen, dat:
Sa, largesse s'arrête a la llürcdurc.
Terwijl het toeh kruisjes en lintjes regent op de schilders bij iederen
salon, on do landbouwkundigen bij elk congres, en op de inilastiieeVu
bij iedere tentoonstelling, kunnen er jaarlijks ternauwernood twee oi diie
lintjes voor de schrijvers van naam overschieten.
Vooral het tooncel zou dezen keer ccn goede beurt krijgen. Alesander
Dumas zou commandeur, Ueuri Mciluao oiïicier 021 George Olmet ridder
worden v;vn het legioon vau eer.
Men zal zich misschien minder verbazen over Let feit, dat Dütnas niet
reeds sedert lang commandeur was, als men hoort, dat Victor liugo Let
lïog niets verder bracht dan tot oiïicier on Pjilleron tot Kidcler.
Nu Ludovic Ilalévy een zetel in de Academie Leeft veroverd en men
«Jaar ongelukkig geen stoelen heeft voor twee personen, zal niemand aan
zijn getrouwen en onveriuoeiden medewerker Meilhac de roset misguuuon.
Hij heeft dit teeken wel verdiend, evenals Oiine, wiea do publieke
opinio, ondanks al hetgeen door zijn doljaloersche vijanden beweerd wordt,
reeds lang voor zulk een eerbewijs had aangewezen. Den auteur van
don Mailre de Forges to docoreorcn, welk utuk een 300ste opvoering
mocht beleven, is eenvoudig het bevredigen van een algemeen verlangen.
Laat ons zeggen, dat die kruisen althans wel verdiend zij!
Het Odcon aft binnenkort weder een stuk doen opvoeren, dat indertijd
heel wat beweging en gerucht heeft gemaakt en waarvan de première
aan een der stormachtigste avonden doet denken, die deze schouwburg
ooit beleefde. Het is de Henriette Martshal van de gebroeders de Goncourt.
Ei- komen een aantal vrij gewaagde uitdrukkingen en onkiesche gezeg
den ia voor, die toen ter tijd de verontwaardiging van het publiek op
wekten. Véron vraagt: wat zal het publiek van 1885 doen? En hjj
nieeut, dat het antwoord niet twijfelachtig kan wezen: het publiek vau
18tf5 zal inet.de meeste kalmte Lot aanhooren. Niefc dat Let stuk zoo