Historisch Archief 1877-1940
T
18&5.
..?
«f * >,
f H
DB AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDE
Verschijnt eiken Zaterdagavond.
itg»Y«»: DAOBLADVEEEENIGIHQ HOLTZ ft Co.
Kantoor: Singel 211.
H«6fa-Agent»n: te B»tevi», O. KOXJY & Co.
Zondag 11 Januari.
Abonnement per 3/m. , f 1.?. fr. p. p. f 1.15.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken vcrkvygbaüv a 0.10.
Advertentiën van 1?6 regola f 1.?, elke rogo! mcar . 0.15.
B tuescbea den tekst per tegel ....,?l,?,
INHOUD:
D. o» BINNENLAND. Persoverziclit. Warme Kadetjes, een Za
terdag-avond ITMtiJe, door Aquarine. Ka n g t: Het Amsterdamsen Tooneel, door
K. J. W. n Alb. Th. Het Vlaamsen Tooneel te Brussel, door M. H.
Kanstbe«eltóu*iii8 itt '?A.rti", door Alb. Th. Uit België, door M. A. uit Parijs, IV,
&M» A. 8. Lettstkunds: Kindevleotnav, III, (Slot), door H. J. S. Ia
het Gebergte Di-Eng, beoordeeld door Soarwnouohe (XIII). Berichten en
Mededeeiingen. Inbond van Tijdschriften. Nisnwe Uitgaven. Militaire
Kftfceo: Oe beetautde Grondwet, enz. door Cambreaux. Eene nieuwe
TorpeJoBoot, door St. Scbaakepel. Feuilleton: Achter het Voetlicht, novelle
v»n Benno Braun, V. NIEUWS VAN DE WEEK. Overzicht van de
Effectenmarkt, dooi 8. AmerikaanscLe Sporen, door J. v. d. Burg. Veilingen.
Ie huttr. Advertentie]),
B U I T E J? I, A N D.
Het Fransche ministerie heeft deze week weder eene verandering
ondergaan. De minister van oorlog, generaal Campenon, is ver
vangen door generaal Levval. Een aantal redenen zijn van ver
schillende kanten voor dit ontslag nemen geopperd. De eenige
schijnt te zijn, en de generaal zoowel als do regeeringsbladen
verklaren dit, dat hij zijne toestemming weigerde tot het verder
zenden van troepen naar Tonldn. De generaal ziet slechts twee
middelen om den oorlog met China naar eisen te voeren: óf van
alle legercorpsen het beste gedeelte naar Aziëte zenden, of een
geheel legercorps te mobiüseeren, en beide zou hij gelijkelijk
verderfelijk vinden en gevaarlijk voor de positie van
Pwakrijk tegenover een Europeeschea vijand. In eene
rede tot de directeuren van zijn departement bij het
afscheidnemen, in een interview met een redacteur van de Evenement, en
in eene andere met een redacteur van den National, heeft hij iets
dergelijks, gezegd en die verklaringen vergezeld doen gaan van
beschouwingen omtrent Frankrijks toestand, die, uit zijn mond
vernomen, zeer gevaarlijk zijn voor Frankrijk's houding tegen
over de mogendheden en China. Ifavas heeft zich dan ook ge
haast te verzekeren, dat zij verkeerd zijn overgebracht. De
regeeiÏDgsbladen maken de opmerking, dat het wel zonderling zou
zijn, indien generaal Campenon zich op deze wijze uitliet over
de besluiten van een Kabinet, waarvan hij, ondanks de plannen
die . hij sinds lang kent, zoolang bleef deel uitmaken,
CD waarvan hij de besluiten, voor zoover dit noodig was,
contransigneerde. Zijn opvolger, generaal Lewal, is bekend als een
bekwaam theoreticus; een weinig geloofwaardig bericht meldde,
dat hij zich door generaal Thibaudin als hoofd van zijn legercorps
zou willen doen vervangen, en den generaal markies de Galliffet
naar Tonkin zou willen zenden.
*
? ?
De Duitsche Rijksdag heeft Donderd»g zijne zitting wederom
hervat, en wel met de beraadslaging in tweede lezing over de
begrooting voor binnenlandsche zaken. Bij hoofdstuk 7b opperden
het centrumlid Dr. Lingens en de sociaal-democraat Hasenclever
bezwaren tegen de wijze waarop de regeering toezicht uitoefent
op de landverhuizing.
Zij werden beantwoord door den staatssecretaris Von Bötticher,
die verklaarde dat het onmogelijk is verandering te brengen in
de omstandigheid dat de landverhuizers bij voorkeur hun weg
nemen over Antwerpen en»andereHollandschehavens."
Despoorweglijnen verleenen den landverhuizers voordeden, en werken op
deze wijze de landverhuizing in de hand. Wij kunnen
denDuitschen landverhuizers niet beter verzorgen, zei de heer Von Böt
ticher, wijl het logies op de Hollandsche schepen veel slechter is
dan dat op de slechtste Duitsche schepen.
Na eene opmerking van den heer Dirichlet, dat de landverhui
zing sedert 1879 vijfmaal sterker is geworden ten gevolge van
de verhooging der invoerrechten, nam de Rijkskanselier het woord.
Bismarck bestreed den heer Dirichlet, en vond in de door hem
feiten veeleer, een bewijs van den vooruitgang der
welvaart; het zijn, volgens hem de spaarzame arbeiders die de
wijk nemen.
De afgevaardigde Richter ontzenuwde deze stelling door te
wijzen op de provincies West-Pruisen, Pommercn, Mecklenburg en
Polen, welke streken toch niet als de meest welvarende mogen
worden beschouwd! De Rijkskanselier hield echter vo), en be
weerde dat, indien men uit de verhooging der invoerrechten de toe
neming der landverhuizing wil verklaren, hij daarmede in zoover
medeging, dat die verhooging de algemeene welvaart bevordert.
De discussie nam daarop meer en meer een persoonlijk karakter
tusschen den rijkskanselier en den heer Richter aan, en Bismarck,
waarschijnlijk de zwakte zijner argumenten gevoelend, verklaarde,
dat hij niet als Richter gewoon was zoo vaak in het openbaar
te spreken. De geheele woordenwisseling stond naast de behan
deling der begrooling, doch wijst op een levendigen strijd bij da
brandende quaestie van de verhooging der graanrechten. "r
"*''" -~ . * - "
? *
Op het programma der Congo-Conferentie stond de2e week de
behandeling van de quaeslie aangaande de onderdrukking vanden
slavenhandel en van die aangaande de neutraliteit van
hetCongogebied. Met het eerste vraagpunt heeft Maandag de commissie
zich bezig gehouden, die na langdurige beraadslaging tusschen de
vertegenwoordigers van Engeland, Amerika, Italië, Frankrijk, Spanje,
Portugal en België, het Engelsche voorstel (onbepaald verbod van
den slavenhandel als volkenrechtelijk beginsel) slechts voorloopig
hee§aangenomen. Een amendement van Frankrijk, om de prak
tische werking van dezen maatregel te beperken tot het zooge
naamde conventioneele Congobekken, vond instemming. -£,
Het door Duilschland ingediende ontwerp-verklaring aan
gaande die formaliteiten welke moeten geschieden om nieuwe
inbezitnemingen aan de Afrikaansche kusten als feitelijk voldongen
(efiectives) te doen beschouwen het »derde punt" der confe
rentie, luidt in hoofdzaak aldus: -» ,
»De ter Conferentie aanwezige gevolmachtigden der verschillende
regeeringen besluiten, dat die mogendheid, welke voortaan een
landstreek of plaats aan de kusten van Afrika zal willen in bezit
nemen en houden, genoodzaakt is om van dit plan aan de ove
rige regeeringen der Conferentie kennis te geven, opdat deze de
inbezilneming kunnen erkennen, of daartegen bezwaren kunnen
inbrengen. De genoemde gevolmachtigden der regeeringen erken
nen de verplichting om in die in het bezit genomen landstreken
of plaatsen eene rechtspleging in te voeren, die een waarborg
geeft voor het behoud van den vrede, voor de erkenning der ver*
kregen rechten, voor de vrijheid van handel en verkeer. Deze
verklaring zal aan die staten ter goedkeuring worden overgelegd,
die niet tot de Conferentie zijn uitgenoodigd.'* ;
Het plotselinge bevel van de Engelsche admiraliteit, om de
Kanaalvloot te doen uitloopen, volgende op twee langdurige
zittingen van den ministerraad, heeft Engeland in rep en roer
gebracht en ook op het vasteland groote sensatie verwekt. Men
dacht onwillekeurig aan eene militaire demonstratie, al was men
in onzekerheid over de mogendheid, tegen welke deze zou zijn
gericht. Groot was de verbazing, toen de Admiraliteit verklaarde,
dat die overhaasting geen enkele reden had. Zij, die aan het
ministerie Gladstone verwijten, dat het tegenover het buitenland
niet krachtig genoeg optreedt, lieten ook nu weer luide hunne
stem hooren, en betoogden, dat de algemeene vreugde bij het
vernemen der tijding van het uitloopen der vloot een bewijs was
voor de stemming der natie, die niet langer duldde, dat Engeland
met zich liet spelen of zich de wet liet voorschrijven. Vooraan
in het koor stond de Times, die op scherpe wijze de regeering
stelt voor het alternatief: aftreden, of ernstig optreden in de
Egyptische quaestie, zonder zich om de bedenkingen van de
overige mogendheden te bekommeren. Indien de Times werkelijk
oog is, wat hij jaren lang is geweest: de betrouwbare barometer