Historisch Archief 1877-1940
1
DE AMStERDAMMER. "WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
0-1
Prozawerken der XVIIe eeuw tot heden (waaronder: Romans, Novellen,
Verhalen, Volksletterkunde, Kinderboeken, Welsprekendheid, Leerredenen.)
De 3e Aflev., waarmede dit deel compleet zal zijn, zal bevatten do
Suitenlandsclie Taal- en Letterkunde, en wordt nog ia deze maand ter
pene gelegd.
De tweede aflevering (loopende van Bont Fries) van het Etymolo
gisch Woordenboek der Nederlandsche Taal door Dr. Johanues Franck ,
heeft bij Martinus Nijlioff bet licht gezien.
Van F. von Héllwalds natuurlijke geschiedenis van den nicnseJt, ver
scheen afl. 38, die handelt over de Persen en hunne naburen en over de
DarAse en verwante volken,
In den Gids" van 1880 is de voorzang verschenen van het grootsehe
dichtwerk, dat Dinsdag avond jl. in Felix Meritus voor het eerst in zgn
'geheel ten gehoore is gebracht. Het is De Nieuwe Kerk te Amsterdam
van den dichter 3. J. L. Ten Kale, een epos in acht zangen, die de volgende
titels dragen: Voorzang, Stichting der Kerk, Hervorming, Orgel der Kerk,
Kansel, Koor, Schip der Kerk en Onvolmaakten Toren.
De laatste aflevering van het land van Rembrand" is verschenen en
daarmee Busken Iluet's hoofdwerk voltooid. Deze aflevering handelt
over de schilderkunst en vlecht, inzonderheid een krans voor den meester,
wiens naam aan het werk is verbonden.
In Duitsckland worden, door de goede zorg van Th. Gaedertz, Fiitz
Rguter'a Reliqnien" uitgegeven, een werkje, waarin nog niet verschenen
gedichten en brieven benevens een nog onbekende Luftballonfahrt durch
Meeklenburg" van den populairen schrijver voorkomen.
Nordenskjöld heeft lij T. A. Brockhaus te Leipzig een werk over zijn
reizen in het hooge Moorden uitgegeven, dat verscheidene kaarten en
afbeeldingen bevat.
Het "weekblad das Magazin" treedt het jaar 85 met goed klinkende
namen in. Ern&t EcfaLin geeft in dat eerste nummer een -kritiek van
de krifiek, Edvanl von Jlarhnann tracht er het Nirwana in te omschrijven
e?i Itolert Ilamcrlinfi wijdt een bladzijde aan de Italiaacsche lyriek.
De Heer Luigi llicci verzoekt in The Athenaeum" aan een ieder, die
brieven p-oclamatiün etc. van Garibaldi mocht bezitten, hem daarvan
afschriften te doen toekomen. Binnen kort wordt nl. in Italiëde volle
dige correspondentie van den generaal uitgegeven.
Volgens The Atlienacnm" moet aan Tennyson's Bechet" een zeer
hooge plc.afs onder do dramatische gedichten dezer eeuw worden aan
gewezen.
INHOUD VAN TIJDSCHRIFTEN.
De Nederlandsclts Spectator, die bij den aanvang dezer maand 25 jaar
had bestaan, be.ft zijn eerste nummer in 1885 tot een geestige parodie
gemaakt van de in Nederland zoo zeldzame" jubileums-verslagen en
daarin tevens aic'izelvcn en anderen op vermakelijke wijze lachend de
waarheid gezegd.
Eigen Haard No. 1.
Schetsen en snhelsyes uit, ons Indisch familieleven door Annic Fooi'C;
Ora et Labora door J. de Vries (bij de plaat); IndeEngelenbnrcli
door Dr. U. O. Rogge (met, af b); Het al te gezegende dorp door
11. de Veer; Van Makasser over Maros naar Bantimoerang door H.
W. Bosman (met af'b.) ; Verscheidenheid.
Vragen des Tijd g. Jan.
Politiek ovei zicht door Mr. S. van Houten; Opmerkingen bij de
sfaalslwgrootiflg voor 1835 djor G. C. Klerk de Keus; Jacob en
Wilhelm Grim m door Mej. F. J. UiUïils.
Nederland.- J.nmiari.
F. Smit Kküif. Door de Veluwe ; Dr. Jan ten Drink.
Hollandsihe schelffieuvomans uit do zeventiende eeuw; T). JE. Gooi. De vrouw
is kortzichtig en de man ia verziende; B. S. F. van Vlijmen. Brief
aan eea vriend ; G. van H'jn. Kon onbekend Amsterdamsen dichter
der XVIIue eeuw ;""?Kroniek. (Poezy) C. E. Broms. Nieuwjaar 1885.
? J)r. .//. i)f
tna». ? Geschie
naal van den
time en het
klachten na
men; Een
talingen ;
Agatha. Afsc
Januari.
l. .'on nie;isve vertaling van het oude Testament;
Naordenis v;i.n den Aag; G. C. Klcreh defieas. Uit het jour
generaal M. v;m Geen I ; Dr. A. T. C. Snijders. De
naontstnaii der meteoorsteenen ; J'ohan WinKler. Jammer
- 'aantódincr eoner woordenlijst van aardrijkskundige na
pr:u;!iiw<;rlc over Suriname; Nieuv.'e .uitgaven en ver
J1ZV. l'. L'roosltooft. E on Indische morgenwandelir.g ;
eid; T. C. van der Kalf;, f jevensvvoordcn; Brievenbus.
Portefcttilk.
Een wig letterkundig eigendomsrecht.?Tooneelcauserie. Berichten.
I>oekaankondiginsi>n. Correspondentie. Apropos van Mevr. Quarles.
Een meer dan alledaagsch mensch.
Revue des deux Mond es. l Janvier.
Eusèbe Lombard (deux? pavtie) par AndrèThairiet;
Descomffienccments d'une conquête I par Camille Eoiisset;
Lapopulationdel'empire Allemand I par Charles Grad; Les ballons par M. J. Jamin;
Un poête franc Magon devant Ie saint-office au XVIIIe siècle par M. F.
T. Perrens; Le plantation des belles demoiselles, récit de la
Lousiane par Gcorge Cable; Le grand Frédéric d'apres Ie jonrnal et les
mémoires de Henri de Gat par M. &. Vallert; Revne litteraire par
F. Brunetière, etc.
Los en Vast 4de afl.
Een Indisch Kind door H. W. Leycritici;; IVansche humor en
hollandsche ernst door Fred. Lyncée; Kerstcantate door Geertrwda
Carclsen.
Nieuwe Uitgaven in Engeland.
R. Burns, Poetical works with notes ? t ', su,
J. Bnrroughs, Fresh fields ?..«,..
J. S. Cadell, Fisher folk .;;..;. J
D. Crake, Tho victors laurel ..!!!>.
A daughter of the Philistines ....?>.
W. E. Gladstone, Political speeches in Scotland . ', l
E. E. Green, Tho beiress of \Vylmington . . ,
W. Hamilcou, Parodies of the works of English and American
authors ,.!...
The idyllls of the white Lotus bjj M. C. . ; ',
J. Payne, Thicker than water ....;.!
The banguet a political satire .....!.
I!. L, Fargeon Grif, a story of australian life l i .
H. R. Haggard, The witch's head .... j J
My wifes relations, a story of pigland bij H. A. M. . ,
S. Tytler, St. Mungos city ',
Nieime Uitgaven in Frankrijk.
I). Aubé, L'église et l'etat dans la seconde moitiédu Ille siècle fr.
Emile Bcrgerat, Enquerraude .......
I'iincesso Anna Dinska, Le livre du désir . ? S .
Théodore Reinach, Histoire des Juifs . < '. "
Franeois Coppée, Oeuvrss complètes G vol illtist. . ."
Cosar Cartu, Beocaria. .....; J
Jules Lefevre Deumier, Sir Lionel D'Arquenay ? .
August Vitu, Les milles et une nuit du theatre . '
Henri Bocage, Uüe partie fine ....?« i
P. Dnmaa, Thalie ,,......,
Paul Déroulède, 3Ionsieur Ie Hulan ou les trois couleurs \
Paul Verlaine, Jadis et naguère ..<??<
Verves, Dieu, Stances a Jean Richepin . . ? I
3
f
2
3.G
O
3.G
7.6
n.o
2
2.G
3.6
31.6
3.6
3.6
7.50
10
4
48
S
10
3.50
1.50
s.no
c;
MILITAIRE ZAKEN.
'Opclijka JiïmlcTi. Januari.
r.Tanzoni (Deutseho Hnndachau); Kunstlicht (Nature);
Een dissertatie voor da SorboiHiu vertótfipxl in 1751. (.Revue po), et lit.);
iJo Mount-büiMor.t en ]:nnne verhouding tot de historische Indianen
(Kosmos); Mar'sbad de schoonste van aÜ3 Bohaemsche badplaatsen.
(Nineteeth Century) ; Een overzicht van binnen- en buitenland.
DE BESTAANDE GRONDWET, VERGELEKEN MET HET VOOR
STEL VAN DE COMMISSIE VAN 11 MEI 18S3, MET
BETREKKING TOT HOOFDSTUK VIII.
Weinig onderwerpen op militair gebied hebben zoo dikwerf de eer eener
uitvoerige behandeling genoten als het vraagstuk of de bestaande Grond
wet eeue goede regeling onzer levende strijdkrachten al of niet in den
weg staat.
Die vraag blijft nog steeds van het hoogste belang; thans zelfs, nu wij
voortdurend het oogenblik naderen, waarop eene herziening van ooze
hoogste staatswet aan de beslissing der Kamers zal worden aangeboden.
Wie ontkent de volslagen onzekerheid omtrent den uitslag van zulk een
poging? De belangen der staatkundige partijen op het gebied van het
onderwijs, vaa de kerk en van het kiesrecht loopen zoo hemelsbreed uit
een, dat brter dan ooit het gevaar voor een volkomen mislukking der
Grondwetsherziening kan worden overzien.
Het is daarom meer dan noodzakelijk, dit gevaar onder de oogen te
zien, door nogmaals de vraag aan de orde te brengen, of d?regeering,
onder deze omstandigheden, moet volharden in hare onthouding op het
gebied van wettelijke militair regelingen.
Nog om andere redenen is bet nuttig uit te maken, of de weerbaarheid
des lands uitsluitend afhankelijk is van een wijziging van het 8e hoofdstuk
der Grondwet. Blijkt namelijk deze afhankelijkheid, dan moet van de
zijde van het leger nog krachtiger dan tot tinsverre het geval was, op
Grondwetsherziening worden aangedrongen.
Herhaaldelijk hebben wij in vorige artikelen onze onverdeelde adhaesie
geschonken aan een omwerking vau hat So Hoofdstuk, zoodat niet langer
de artikelen van dit Hoofdstuk belemmerend werken, met betrekking
tot den tijd voor eerste oefening, tot den leeftijd, waarop de militie in
dienst treedt, tot den termijn van dienstplichtigheid, maar bovenal tot
regelin.s der schutterijen on niet minder tot betere omschrijving van het
beginsel van algemsenen waerplicht, thans resds in onze Grondwet
neergclsigd. Van dit alles zoudeu wij ongaarne iets terugnemen; nog altijd
zijn wij van moening, evenals aan het slot van ons artikel van 11 December
jl.. dat de toekomst der 'levende strijdkrachten gelegen is ineenwijsiging
van Hoofdstuk VIII der bestaande Grondwet.
Daarin lag inhisschen niet opgesloten, dat zonder die wijziging elke
dragelijke regeling der lovende strijdkrachten onmogelijk is. Dat die
mogelijkheid bestaat wensohen wij thans aan te toonen, om dan tevens aan
liet licht te brengen, in hosvar de voornaamste artikelen van het voorstel
der commissie van 14 Mei 18S3 te verkiezen zijn boven de artikelen V&n
de bestaande Grondwet.