De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1885 11 januari pagina 5

11 januari 1885 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 894 AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. goeden weg gekomen, met zgn mialijck teeken", maar hernam zich en ' bracht het overdrevene vreeelyk teeken" aan. Van het Kersnachjen" (de rey van Klaerissen) hoort men n-^ar n koepiet. Zeker zou het zóó langzaam eingen van het achttal wel wat veel tijd innemen. Kloris en Roosje werd dit-maal, voor het eerst, gespeeld in nog andere boermnenkostumen dan van over 't Y. Niet veel moeite was aan het assorti' ment besteed. Jafv. Chr. Poolman, die een enkele maal nog met veel verve voor Elsje speelde, zag er aardig uit in het Marker pakjen. Jufv. Lorjéwas weer Noord-Hollandsch-vaste-landsch. Men had ook Laren en Zeeland naauwkenriger belnoren te vertegenwoordigen, 't Is een aardigheid: want waarschijnlijk is dat verkeer van die verschillende stammen niet. Krelis, met zijn snorren, scheen een Lnitenantjen met verlof. Daar moet de ver dienstelijke Heer Tourniaire toch nog eens iets op zien te vinden om zich die knevels weeh te schminken. A. Th. HET VLAAMSCH TOONEEL TE BRUSSEL. Van een uitstapje naar Brussel gebruik makende, bezocht ik den Vlaamscheu Schouwburg. Ik deed dit te eerder, nu hier ver toond werd een oorspronkelijk stuk, getiteld: Waterloo en geschreven door den heer Juliua Hoste, den bekenden Redacteur van het liberaal, Vlaamsch Weekblad de Ziveep. Ik ging naar de Alhamlra, een ver bazend hoogen, maar weinig diepen Schouwburg, nam een biljet Stalles en betaalde daarvoor..... IVs fr.; later bleek my, dat ik de beste plaats niet had, want logiën" was beter en kost dan ook niet minder dan 2 francs. Het groote gebouw was, vooral op de mindere plaatsen, zeer goed bezet. Voor 15 centiemen kreeg ik een programma met de verdeeling dor rollen, de Ontleding van het Drama" en de liederen die er in zouden worden gezongen. Om van den inhoud van dit Oorspronkelijk lyrisch (sic!) drama in 5 bedrijven en 7 tafereelen" te doen kennis nemen, geef ik bier verkort de Ontleding" terug in de eigenaardige taal, waarin zij is vervat. Eerste Tafereel. Da Vondeling. Tijdens de oorlogen, die in 't begin der I9de eeuw gansch Europa beroerden, en overal ramp en verwoesting stichtten, bevond zich een fransch, officier tijdelijk in Belgiëen werd ont vangen in eene der beste familiën van Brussel. Hij werd verliefd op de dochter des huizes, de bevallige Lotiise, en tusscben hem en het oner varen meirje ontstonden weldra liefdesbetrekkingen. Hij vertrok naar Rus land en... de ongelukkige Louise werd eenigen tijd daarna moeder van een zoontje. Uitzinnig van wanhoop, vatte zij het ongelukkig gedacht op, de vrucht harer liefde te vinden te leggen. Een man waarin zij dacht alle vertrouwen te mogen hebben Cantillon genaamd gelastte zich met de schuldige zending. De oudere zuster Lena, dio later graai' van Rijn huwde om de eer van Louisa te redden, deed aan dintillou gelooven, dat het kind van haar (van Lsna) was. Door een zonderling toeval werd hat wichtje gevonden door Lieven, den knecht van BI. van Rijn (don weduwnaar). Thans is cl.t kind 14 jaar geworden en geniet een zoo verZorgde opvoeding als die' welke aan Leentje, Van Rijns doehterkeii, wordt gegeven. De graaf heeft professors doen komen; twee canclidaten-professors bieden zich aan: Lucas Boetvinek en Ladni de Syntaxe, t\veege lukzoekers, die reeds van alles boproat'J hebbon. Het inzicht van Lueas is wezentlijk een bestaanmiddel te vinden, doch Ladi-u biedt zich hier enkel aan om in 't huis te kunnen dringen en aan Cantillon die munt wil slagen met den vroeger bewezen dienst al te melden wat bij Van Rijn omgaat. Graaf van Rijn, niet willende strijden onder Napoleon, vlucht met Franske (den Vondeling) naar Amsterdam. Nauwelijks is de graaf vertrokken of Cau'cillon dringt onder eonen valschen naam bij Mevr. Van Rijn binnen; zijne poging tot aftroggelarij gelukt: de gravin geeft hem geld. Doch Cantillon wordt door fransche soldaten gevangen genomen, die hem voor Van Rijn aanzien. Ttvcede Tafereel. De ontdekking. Mevr. Van Riju, die tijding ont vangen heeft van den terugkeer van Cantillon, komt met Louise over den toestand beraadslagen, en, vóórdat hun gesprek afgeloopen is, biedt Cantillon zich aan. Steunende op de vrees dis hij do tv.'es zusters in boezemt, die, volgens hij denkt, alle zijne cischen moeten ondergaan, is hij onbeschaamd genoeg om de hand vau Louiss te vragen. Hij dreigt alles aan den graaf te vertellen, maar Louise zegt, dat de vondeling haar kind is. Hij gelooft zulks niet, en terwijl do knecht hem aan do deur werpt, roept hij dat de graaf heden nog alles weten zal. In het volgende tooneel heeft de terugkomst van den Graaf Van Rijnen Franske plaats. Derde Tafereel. Het feest. Ouder de klccdij eens prinsen verschijnt Caatillon voor dea Graaf en doet hem de voropenbaring. Van Rijn, dia van alles onderricht is, doet hem gevangen remcn. Een blijde verras sing wacht Louise. Franske is haar kind. En of allo geluk ia eens komen wilde, ontvangt Louise eenen brief vau haven verloofde, die uit Siberiëontsnapt zijne aanstaande aankomst te Brussel meldt. Daarop vangt het feect aan. Oranje, Wellington, de Hertogin de Richmond, tal rijke officiereu en groote dames treden op. Weldra brengt een koerier aan Wellington de tijding, dat Napoleon naar Waterloo rukt, en het leest eindigt met het vertrek der krijgsoverheden, die naar Waterloo snellen. Vierde Tafereel. Het fransche kamp. Cantillon verneemt, dat de familie Van Rijn zich dicht bij Waterloo in een herberg bevindt. Er wordt alarm Reblazen en het kamp breekt op. Oranje, Wellington, Van Rijn, aan 't hoofd van legerbenden komen op. Benige kluchtige toonceleu vullen hst overige des bedrijfs aan. Vijfde Tafereel: De herberg. De gravin Van Rijn, Louise en Leentje hebben hunnen .intrek genomen in de herberg de Belle Alliance, ten einde zich dicht bij het slagveld te bevinden en de gekwetsten te helpen ver zorgen. Van het slagveld weggeloopeu, komt Cantillon van de (,'rnun eene groote som gelds eischen, ten einde zijne vlueat te kunnen voort zetten. De gravin weigert, doch hij grijpt haar kind vast en wil liet medenemen. Gelukkiglijk wordt hem het kiucl afgenomen en hij op do vlucht gedreven. Zesde Tafereel. Eet slagveld. Het tooneel verbeeldt het slagveld, 's avonds na den slag. Graaf Van Rijn en Lucas liggen gekwetst ten gronde, eensklaps bevindt hjj zich voor Louise en Franske, die trachten den gekwetsten graaf te vinden. De cynieke schelm vernieuwt z\jne voor stellen, dreigt, grijpt Louise vast... maar, de degen eens gesneuvelden officiers nemende, veert zij den booswicht af. Een swakke, holle stem lispelt: lafaard, achterait!" 't Is de Graaf, die uit zijne bezwijming ont waakt. Cantillon zet nu zijn heiligschennend werk voort, maar wordt be trapt en boet zijne misdaden met den dood. Zevende Tafereel. Zegepralende intrede te Brussel. Het tooneel ver beeldt de groote markt van Brussel. Hier heeft de ontmoeting plaats van Louise en haar verloofde, die uit Siberiëis ontsnapt en welke zoo haast mogelijk haar echtgenoot zal worden. Kanongebulder en trompet geschal kondigen de aankomst van dea stoet aan. Graaf Van Rijn ontvangt het eerekruis van Oranje. Tafereel fanfaren slotkoor. Men heeft nn het genoegen mogen smaken met den inhoud van dit lyriscb drama kennis te maken; de honderden pistool- en kanonschoten zal men er wel bij denken. Wat de in-elkander-zetting er van betreft, moet ik bekennen, dat de meest zuiverste the_"er-conventie en de meest onvervalschte theatertaal hand in hand gaan. Enkele voorbeelden uit zoovele. Cantillon komt als prins gekleed bij graaf van Rijn met het doel, om hem het geheim zijner vrouw mede te deelen. Hij heeft nauwelijks de neus tussc'nen de deur gestoken of hij begint: Mamheer van Rain, ik kom U vertellen, dat uwe vrouw U vóór tien jaar bedrogen heeft, want zai had al een kind, toen zai U trouwde." Tot groot genoegen van het publiek wordt hij dadelijk gevangen genomen. Een ander voorbeeld. De verloof den zien elkander terug; enkele dikke woorden en het is afgeloopen. Een massa brieven worden op het tooneel gebracht; zij maken een deel der handeling uit. De muziek neemt een werkzaam deel aan de opvoering, want elk tafe rcel wordt voorafgegaan door een korte ouverture en elke scène heeft op esn of ander oogenblik de begeleiding der muziek. Op te merken viel daarbij dat men ter eere van Oranje steeds het Wien Neerlandsch bloed, nooit bet Wilhelmus spoelde. Van tijd tot tijd hoorde men een anti-fransche toespeling, die met luide bravo's werd begroet; ook de ecène, waarin de verrader wordt gegestraft, werd verbazend toegejuicht Het treurige werd zeer dikwijls af gewisseld met het komische dat den lachlust van het publiek in hooge mate opwekte, maar dat nogal grof van korrel was; Ook werd verbazend gelachen over de scène op het slagveld van Waterloo. Waar lijk, hier meer dan ooit, kon men het opmerken: Du sublime an ridieule, il n' y a qu' n pas". Het spel dor artisten was over het algemeen ver beneden bet middel matige; enkelen waren er echter bij, die, in een goede omgeving gebracht, flinke tooneelspelers zouden kunnen worden. O. a. ontwikkelde de dame, dia voor Blevr. van Rijn speelde, Mej. P. Jansens, zeer veel dramatische kracht ia het vijfde tafereel. Van de heeren waren er maar twee, waarouder de Directeur, boven het middelmatige, de rest was Zwijgen, schreeuwen en vooral huilerig spreken waren de hoogste dramatische uiting. Gaarne wil ik toestemmen, dat alleen de mindere volksklasse den Vlaamechen schouwburg bezoekt en dat daarmede rekening moetgehoudenVorden, maar de grootste draken in onze schouwburgen, die toch ook alleen voor de mindere klasse gegeven worden, staan nog hemelhoog boven dit oor spronkelijk lyrisch drama" vau een der hoofdpersonen der tegenwoor dige Vlaamscho beweging en worden honderd maal beter gespeeld. Onnatuur en conventie zijn alleenheerschers; niet een der acteurs trachtte natuurlijk te zijn. Het is mijn innige overtuiging, dat de grootste vooruitgang van het tooneel in Koord-Nederland, waarin wij ons in de laatste jaren mogen verheugen, niet den allergeringsten in vloed heeft gehad op het Vlaamsche tooneel in Belgis's hoofdstad, want het stelt ons gansch dien tijd voor oogen, toen ons nationaal tooneel ia hot diepste verval was gezonken. De verbetering van dezen toestand zij aan de Noord- en Zuid-Nederlur.clsche taai-congressen ten zeerste aanbevolen, wast zij vinden biereen veld ter ontginning, dat nog totaal braak ligt, Brussel, 30 Decombsr 1884. M. E. KUNSTBESCHOUWING IN ARTI". Do Ilccr 11. J. Ivijzer, lid van de Vereenigiug tot het vormen vaiieene o]>.inbare verzameling van hsdendaagsche Kunst" (eene kollegie-benaming, wio het aan vannen ter verduidelijking harer besteraming niet ontbreekt) gat' ons den 8n dozer eenigc nummers uit zijn iljke privaat-portefeuille ten beste. Men kent do min gunstige omstandigheden, waaronder in de laatste jaren do werken onzer aquarellisten ter beschouwing worden aangeboden. Zij zij n bij gewoon avondlicht, op vrij rechtstaande hellingen naast elkaar geplaatst; de Dames en Heeren, die elkaar niet willen verdringen om ze to zien, kunnen er moeilijk bijkomen, en zijn ze wat bijziende, dan werpt hun hoofd een schaduw op de teekening. Do grooto spierwitte bladen, waarop, met afwijking van vroegere beter gewoonte, ook düze teekeningen waren opgezet, bedekten met een hunner kanton, bijna zonder uitzondering, de schildernamen, op de naaste bladen ia den benedenhoek geschreven niet in het voordeel der be vordering van kunstkennis bij hen, die minder gemeenzaam met onze Bchildcrschool zija. Ook de titels, waaronder sommige kunstenaars hunne koinpozities in de waereld gebracht hebben, werden daardoor bedekt, tot groote boruidcelüig van bet begrip dea kunstwerks. Men vond er bijv., eene iijne teekening van David Bles, voorstellend con Onicicrtjen van de XVIIIe Eeuw, die (met een koekjen in de hand) een papegaai leert praten; van haar borduurraam staat verstoord een jufferIjen op, en wil heengaan. Wat is dat? Wie begrijpt dat? Da impresio

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl