Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR N E DE K L A N D.
Na.
worden van al dat officieel gelede!, en dm behoeven we ons ook
nistbeBOrgd te maken dat onze giften niet komen aan hen wien we zo toedach
ten, t Middel ia dunkt me eenvoudig. Ten slotte, mijne heeren, een
enkel voorbeeldje van de zonderlinge driestheid waarmede hier in de
reBidentie wordt gespeculeerd op de liefdadigheid der goêgemeente. Op
een avond werd bjj me aangebeld; ik was op het punt van uit te gaan
en opende zelf de deur: een militair met een groote mand
scheurkalanders, in den handel f 1.20 per stuk verkrijgbaar, bood me een exem
plaar aan, voor 70 cents, voor een liefdadig doel;" welk doel werd er
niet bjj gezegd. Ik wees den oppasser terug en hij belde bij mijn buur
man aan. Of hjj van zyn koopwaar is afgekomen, weet ik niet. Wie hem
verlof had gegeven almanakken te verkoopen weet ik ook niet; m aar wat
ik zeg is een feit. Pasquino.
K C N S f.
B.k,<: AMSTERDAMSCH TOONEEL.
Grand théatre: De Roman van een jonij edelman.
P.arlteehouwburg: De Koerier van Lyon. Stads-Schouwburg: De Tijgerjayer,
Fraacati.
Terwijl in den Stads-Schouwburg, na afloop der Gijsbreght-voorstellingen,
Judith, de heldin van Giacometti, weder aan het woord is gekomen, en
dus daar de aandacht der toeschouwers gevraagd wordt voor het
ontzetbaar lotgeval dor joodache weduwvr^uw, gelijk het ons in de pronkerige
taal van den vurigen Italiaan wordt medegedeeld, belast het
Grand Théatre zich met het in beeld brengen van een dar zachte, teedere
Werken van Octavo Feuillet: De Roman van een jong edelman."
Laten voor uw gedachte de verschillende door lange mijmerinsr of harts
tocht van uiteenloopenden aard on^emeono koppen van de
vermaardheden der hedeudaagsche franscho letterkunde zich eens samenrijen, en
gij zult niet kunnen nalaten dat stille gelaat van fijnen snit ginds cp te
merken. De lijnen teekeneu zich eenigszins week tegen dan achtergrond
af, zonder stoute, forscho hoeken, zonder heftigen overgang, maar de
kenteekenen van smetteloozon zielenadel liggen er op neer gedrukt. In
de aarzeling der trekken, in den weinig tellen glans der oogen, verbergt
zich een mengeling van de voornaamheid dor deugd, die zicii gelukkig
verre gevoelt van de wereldsche laagheid, en van een diepen wsemoed,
van een onbegrensde erbarming.
Dat is de kop van Octave Feuillet, moet gij weten; en zijn werk weer
spiegelt zich in de over zijn gelaat gespreide aandoeningen.
Hoeveel van hetgeen te .Parijs, in tegenstelling met de ruwe en
harde kleuren, met het bonte en schreeuwerige aanzien van lief. straat- en
koffiiliuis- en danspartij leven, den zoetgeurenden vrede en vriendelijke rust
van den jr"z!n-kring, van den huiselijken haard, kenmerkt, heeffc hij
opcrevangen en, hetzij in verhalen, hetzij in tooneelspelen, weergegeven! Wat
tal van die innigo en zuivere inborst-cigenschappen, welke alleen, evenals
sommige zeMznme bloemen slechts ontluiken ia van de zon bijzonder
geliefkoosde L nesten, ontstaan en wassen en tot weldoende uitinpen
komen binnen i; h aanhoudend en uitsluitend verheer van uit-gelezen
rechtschapenheid m< t blozende argeloosheid, van zorgzaam g"kweekta
opvoeding en ia don reinsten eenvoud grijzenden ouderdom, heeft hij
gadegeslagen, nagegaan en beschreven!
Wanneer gij hooren wilt van verarmde vrouwen van hr.ogo geboorte,
die met een bedekte mannelijke fierheid hun lot dragon en zwijgend
rampen doorstaan, wanneer gij hooren wilt van vrouwen met hoog gemoed,
die hun leven lang aan de krenking blootstaan, welke hun door du lage
zielen hunner maatschappelijk hooger geplaatste omgeving wordt aange
daan, wannser gij hooren wilt van jongelingen zoo rank en zoo ruiteiiijk
van leden, zoo ridderlijk en fijngevoelig gestemd van ziel, dut zij jaar
op jaar de negentiende eeuw, die om hen heen voortholt, verwonderd
aanstaren en zich afzonderen bij een beperkt aantal gemeenzamen en
gelijk-denkemlen, indien gij hooren wilt van maagdelijken schroom, die do
koonen der jonkvrouw tot rozebladeren maakt, verbleekend als de storm
wind nadert, zich purperend als er zonnegloed op hen neêrstr talt, indien
gij hooren wilt van mannelijke kracht, van levens vol standva-tigheid,
deugd, opoffering, van ouden van da,?on und-.-lijk, zonder aanmatiging
en glimlachend met de kleinen, dan is ctave Feuillet uw man.
Feuillet schreef Monsieur de Camors", hij schreef alila", hij schreef
Montjoye", hij schreef ,,Eon Farijsche familieroman", allon werken die
de losbandigheid en bet zedenbederf der hoofdstad van Frankrijk leven
dig beschrijven, het is ons niet onbekend, doch in de eersts plaats han
teert by zijn pennenhouder van welriekend notenhout met een pennrtje
van goud voorzien, welk onderwerp hy ook beroert, op sieilijko wijze,
met den zwier waarmede een edelman van echten bloede de lans richt in
het steekspel, en in de tweede plaats kunnen als tegenhanger voor de ge
noemde ^verken dienen voortbrengselen als Rédcmption", Ie Diable a,
Paris", Echec et mat", Pinto", laPctitecomtesse", L'IIistoire de Sibylle",
la Clef d'or", Ie Village" en vooral de Roman d'un jeune homme
pauvre". Dit werk kan veilig als voorbeeld van de bovenbedoelde deugzamo
letterkunde worden genoemd. Dit laatste oude werk, oorspronkelijk als
verhaal gesteld doch reeds spoedig tot tooneelspel vervormd, wordt nu
in het Grand TIn-Utre gespend, vrij verdienstelijk, liet was jongheden
Maandag door den hr. Ilenri van Kuyk, regisseur aldaar, tot zijn
benefice-voorstelling gekozen. Eij zelf speelde Maxime Odiot, den armen
jongen man.
Me v. Frenkel viel de eerste vrouwenrol van het, stuk ten deel. Wij
hebben sleclits lof voor de wijze waarop zij die heeft, vervuld. Veel ge
moed sprak uit haar spel en gedurende sommige oogenblikken deed zij
ten vollo bij ds toe.<chouv.-ers het droombeeld ontstaan van niet met
spel" maar met een wcrkelijken toestand zich bezig gehouden te zien.
Al is dit stuk ook een ten uiterste goede bekende, al zal het voor vele
schouwburgbezoekers bijna niet n nieuw tooneel of vroeger
voorbijezlene zinsnede behelzen, het is een deugdzaam maar tevens eeu fijn stak,
en een avond er aan geofferd, bracht geen verveling en ging niet verloren.
Nu wilden v, ij u juist, over het cndeugciido Ik ben huisbaas", dat
wereldsch geurt, gelijk cou d.imes-mokvcrtrek (boudoir) en veelkleurig
Italiaanseii verlicht is als een wintertuin, gaaa onderhouden, toen die
looze grappenmaker van een Koerier van Lyon" den huisbaas en den
deurwaarder en het geheelo personeel met zijn akelige gevallen van moord
en diefstal, bescaonkeaheid en in-hechtenis-nemiug kwam verjagen. De
Koerier zal wel weder veel volk trekken.
Of het befaamde tooneel, inhoudende de plotselinge gedaanteverwis
seling van den braven burger in den zoozeer hem geüjkenden schurk, door
n tooneelspeler voorgesteld, den avond meer naar sene zitting van
gnoehelkunst of hekbemeestedj doet zwemen dan hem tot uren temaken
aan de kunst besteed, zullen wij maar in 't midden laten.
De Vereeniging Apollo gaf Donderdag ia den Stadschouwburg De
tiin'ei'jager". Asjeblieft! Een pracht van een pracht van een stuk! Wjj
zijn er"niet heen geweest; het stuk is erg oud. Maar desniettemin, wij
hebben ons dagmeisje twee kaartjes gegeven en ze beeft er eich met Piet
van de komenij, gij weet wel, daar van een eindje verder in de straat, zoo
wonderbaar venmakt, ze. is dermate door het spel medegesleept, dat zij bij
dat en dat schrikbaar tooneoi zicli a:m den schuuder vanhaar aanstaande
heeft vastgeklemd, op dat hij haar beschermen zoude.
De laatste voorstellingen, van Isüiolia werden in Frascati gegeven.
Ku wacht, ons daar liet leven te Parijs, een zaüssrel, waarvan veel
nangenaarns bekend is. liet wordt voorafgegaan door eei;e wederopvoering
van De KMiïcn ctn Cot'nZidl:, rast mevr. Gcytenbsek a's gast, in e
rol van' So'fokile.
Amsl. 17 Jan. . _. K. J. W.
Graivl Tiii-'aive: 't Geheim ran Jlf/ss Aiii-o:-n. De Kom':» ran
liet tv.-cedo dezer tooneelspelen staat, in alle opzichten boven het eerste.
\\V in dit laatst.-- nog het meest te waardoeren .alt is de eeuwig-jeugdige
tooneelgcstalte, die sinds weldra een halve eeuw den naam van Wilhelraina
Eilenbergfir draagt en het. schilderachtig spel van den uitmuntenden marqua
Veltman. Die ook dea lieer Blaaser, vroeger lid van het gezelschap DO
Groot, ah do ruïns, genaamd Li Roi'.:a in don Jüiigin EJclimti' hoeft
Kien Fi;i.-I..'!i. begrijpt bczw^asi'jk, dat dit de nog jonge en zeer
prezenH u el s Conga's is, do solvivuit, die zulk een sympathiek voorkomen heeft,
dat het, puuii.k aarzelt het, sohot toe te juichen, wanneer hij valt.
In de beide vo .-rstellinsfon valt zeur te roemen de moeite, dia de
Dames zicli gaven, om bij verandering van tijl-tip van kleeding te ver
wisselen. Zoo iets legt ee:ie achting voor de kunst en het publiek aan den
dag, die aanspraak op onze hulde heeft.
L e rcnnun d'v n jeune Jiomnw pmtwe wordt buitengewoon goed bijden
lïecv van Lier gegeven. I)f> Heer van Kuyk vervult de rol van den jongen
Idni 7.:i?s de C/mmpcey m dit. st.uk met guvopl en waardigheid. Hij hoeft
altijd w tl iets meer theatraal^ in zijn toon dan de beste Fransc-he acteurs;
csr.e hoeduni heid, waar ook M.'- Frunkc! niet volkomen vrij van is. Maar
:iet, ijn vlüljkea in i'ie zon. Alle be.5ehrt.kla Hollandschctoonrehpalers en
nctrires zeegen tcgonwo rdig, mot allo hoogleerareii en leeraren onzer
laai, met alle lieden v.in opvoeding (ilie zich mot
dooreeniglager-sehoolpehruik van het spoor hobiien latea brengen) wereld, raefc do eer-te c van
het Fransche pï-rc. Mw. Frenkel vergiet zicli daar wel eens in. Mw. van
Ros urn cvt-rurijft die uitspraak wel wnt naar do andere zijde (alsof wij
Uilderdijks speliing taireld B»g volgden).
Oui het. zeerst zijn de verscnillende rollen in het aandoenlijk drama van
Octaifl Foiiillct goed pesppeld. Mevr. Fienkol heeft een zeer geslaagd beeld
van 3Iai'yitei'ito Lmodi-e gc-maakt. Als die fiere, zich-zelve bekampende
jonkvrouw l uul'.pln onder den arm neerut en als haar hart zich, inden
straal en den lach van haar wezen, voor het eerst openbaart, is dit een
evenement voor den kunstgenieter. Ook de Heer K. Vos, als de brave
notaris, daartegenover, was uitmuntend in zijne schakeeringen.
De lieer Audré, die van het gezelschap Prot bij Van Lier is gekrinen,
behoort onder de goede acquizitiëa. Als B cv all a'i lieten zijn grime (met
blouden haar- en baardtcoi), zijn toon, zijne bewegingen waarlijk niets
to wonschen.
Mej. Verweert was als oude vrouw, schoomlochter van Laroyne, in
't geheel uiot miq.-laa'st.
M w. Van Rossum is altijd, in bare zedige rolletjens, de geoefende, fat
soenlijke Sumi-dut-gne.
Mev. Coc-lingh is wat fijn en steedsch van aanlag voor het blindemans*
kind. Zij spreekt met veel na'uur; haar kostuum had wel wat minder
frisch mogen zijn. In Parijs ziet Chrisline er werkelijk als een bede
laarstor uit.
Jufv. Meeuwlssen kon ons als JierdersTcnaap beter voldoen dan als de
Gravin in Fêdora".
De Heeren Ruygrok (als Desmarets) en Malherbe als Gaston de Ltissao
droegen tot het welslagen bij; maar een bijzonder pluimt jen komt den Heer
Jurgens tos, die de rol van Alaïn, den knecht bij Laroqiie, alieraardigsk
vervuld heeft.
Wij hopen, dat het stuk neg cpnigo keeren gespeeld sal worden.
'fc Heeft iet.9 melotlramatiesch (de Heeren Vos en Blaaser moot* n zich dan
ook niet al te sterk grimeereu) maar er is zoo veel zuiver efiekt in, en de
edelste gevoelens worden er zoo treffend, zonder paeuagogische bedoelin
gen, in verkondigd, dat de voorstelling van bizonder bea-g is in een
tijd, die, bij al hot goeds, het onovertroüene wat zij heeft, oio wel eens
de dagen doet terugwenschea
13 Januari.
Ou l' arfrot n'était pas franoais
Et i' art n'était pas démocrate".
A. Th,
HET TOON HEL TE ROTTERDAM.
j Fia'tij-u & Cie.
Met mijn e:;i-ï,te woord zij hoden van de hulde gewaagd, gebracht aan
j den heer A. J. Ie Gras, deu r^u^eur der Rotterdamsohe ai'deeling van liet
l Sederl, Tooneel, die duze wesk zijn 23-jarig jubileum vierde. De talryke