De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1885 18 januari pagina 4

18 januari 1885 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR N E DE K L A N D. Na. worden van al dat officieel gelede!, en dm behoeven we ons ook nistbeBOrgd te maken dat onze giften niet komen aan hen wien we zo toedach ten, t Middel ia dunkt me eenvoudig. Ten slotte, mijne heeren, een enkel voorbeeldje van de zonderlinge driestheid waarmede hier in de reBidentie wordt gespeculeerd op de liefdadigheid der goêgemeente. Op een avond werd bjj me aangebeld; ik was op het punt van uit te gaan en opende zelf de deur: een militair met een groote mand scheurkalanders, in den handel f 1.20 per stuk verkrijgbaar, bood me een exem plaar aan, voor 70 cents, voor een liefdadig doel;" welk doel werd er niet bjj gezegd. Ik wees den oppasser terug en hij belde bij mijn buur man aan. Of hjj van zyn koopwaar is afgekomen, weet ik niet. Wie hem verlof had gegeven almanakken te verkoopen weet ik ook niet; m aar wat ik zeg is een feit. Pasquino. K C N S f. B.k,<: AMSTERDAMSCH TOONEEL. Grand théatre: De Roman van een jonij edelman. P.arlteehouwburg: De Koerier van Lyon. Stads-Schouwburg: De Tijgerjayer, Fraacati. Terwijl in den Stads-Schouwburg, na afloop der Gijsbreght-voorstellingen, Judith, de heldin van Giacometti, weder aan het woord is gekomen, en dus daar de aandacht der toeschouwers gevraagd wordt voor het ontzetbaar lotgeval dor joodache weduwvr^uw, gelijk het ons in de pronkerige taal van den vurigen Italiaan wordt medegedeeld, belast het Grand Théatre zich met het in beeld brengen van een dar zachte, teedere Werken van Octavo Feuillet: De Roman van een jong edelman." Laten voor uw gedachte de verschillende door lange mijmerinsr of harts tocht van uiteenloopenden aard on^emeono koppen van de vermaardheden der hedeudaagsche franscho letterkunde zich eens samenrijen, en gij zult niet kunnen nalaten dat stille gelaat van fijnen snit ginds cp te merken. De lijnen teekeneu zich eenigszins week tegen dan achtergrond af, zonder stoute, forscho hoeken, zonder heftigen overgang, maar de kenteekenen van smetteloozon zielenadel liggen er op neer gedrukt. In de aarzeling der trekken, in den weinig tellen glans der oogen, verbergt zich een mengeling van de voornaamheid dor deugd, die zicii gelukkig verre gevoelt van de wereldsche laagheid, en van een diepen wsemoed, van een onbegrensde erbarming. Dat is de kop van Octave Feuillet, moet gij weten; en zijn werk weer spiegelt zich in de over zijn gelaat gespreide aandoeningen. Hoeveel van hetgeen te .Parijs, in tegenstelling met de ruwe en harde kleuren, met het bonte en schreeuwerige aanzien van lief. straat- en koffiiliuis- en danspartij leven, den zoetgeurenden vrede en vriendelijke rust van den jr"z!n-kring, van den huiselijken haard, kenmerkt, heeffc hij opcrevangen en, hetzij in verhalen, hetzij in tooneelspelen, weergegeven! Wat tal van die innigo en zuivere inborst-cigenschappen, welke alleen, evenals sommige zeMznme bloemen slechts ontluiken ia van de zon bijzonder geliefkoosde L nesten, ontstaan en wassen en tot weldoende uitinpen komen binnen i; h aanhoudend en uitsluitend verheer van uit-gelezen rechtschapenheid m< t blozende argeloosheid, van zorgzaam g"kweekta opvoeding en ia don reinsten eenvoud grijzenden ouderdom, heeft hij gadegeslagen, nagegaan en beschreven! Wanneer gij hooren wilt van verarmde vrouwen van hr.ogo geboorte, die met een bedekte mannelijke fierheid hun lot dragon en zwijgend rampen doorstaan, wanneer gij hooren wilt van vrouwen met hoog gemoed, die hun leven lang aan de krenking blootstaan, welke hun door du lage zielen hunner maatschappelijk hooger geplaatste omgeving wordt aange daan, wannser gij hooren wilt van jongelingen zoo rank en zoo ruiteiiijk van leden, zoo ridderlijk en fijngevoelig gestemd van ziel, dut zij jaar op jaar de negentiende eeuw, die om hen heen voortholt, verwonderd aanstaren en zich afzonderen bij een beperkt aantal gemeenzamen en gelijk-denkemlen, indien gij hooren wilt van maagdelijken schroom, die do koonen der jonkvrouw tot rozebladeren maakt, verbleekend als de storm wind nadert, zich purperend als er zonnegloed op hen neêrstr talt, indien gij hooren wilt van mannelijke kracht, van levens vol standva-tigheid, deugd, opoffering, van ouden van da,?on und-.-lijk, zonder aanmatiging en glimlachend met de kleinen, dan is ctave Feuillet uw man. Feuillet schreef Monsieur de Camors", hij schreef alila", hij schreef Montjoye", hij schreef ,,Eon Farijsche familieroman", allon werken die de losbandigheid en bet zedenbederf der hoofdstad van Frankrijk leven dig beschrijven, het is ons niet onbekend, doch in de eersts plaats han teert by zijn pennenhouder van welriekend notenhout met een pennrtje van goud voorzien, welk onderwerp hy ook beroert, op sieilijko wijze, met den zwier waarmede een edelman van echten bloede de lans richt in het steekspel, en in de tweede plaats kunnen als tegenhanger voor de ge noemde ^verken dienen voortbrengselen als Rédcmption", Ie Diable a, Paris", Echec et mat", Pinto", laPctitecomtesse", L'IIistoire de Sibylle", la Clef d'or", Ie Village" en vooral de Roman d'un jeune homme pauvre". Dit werk kan veilig als voorbeeld van de bovenbedoelde deugzamo letterkunde worden genoemd. Dit laatste oude werk, oorspronkelijk als verhaal gesteld doch reeds spoedig tot tooneelspel vervormd, wordt nu in het Grand TIn-Utre gespend, vrij verdienstelijk, liet was jongheden Maandag door den hr. Ilenri van Kuyk, regisseur aldaar, tot zijn benefice-voorstelling gekozen. Eij zelf speelde Maxime Odiot, den armen jongen man. Me v. Frenkel viel de eerste vrouwenrol van het, stuk ten deel. Wij hebben sleclits lof voor de wijze waarop zij die heeft, vervuld. Veel ge moed sprak uit haar spel en gedurende sommige oogenblikken deed zij ten vollo bij ds toe.<chouv.-ers het droombeeld ontstaan van niet met spel" maar met een wcrkelijken toestand zich bezig gehouden te zien. Al is dit stuk ook een ten uiterste goede bekende, al zal het voor vele schouwburgbezoekers bijna niet n nieuw tooneel of vroeger voorbijezlene zinsnede behelzen, het is een deugdzaam maar tevens eeu fijn stak, en een avond er aan geofferd, bracht geen verveling en ging niet verloren. Nu wilden v, ij u juist, over het cndeugciido Ik ben huisbaas", dat wereldsch geurt, gelijk cou d.imes-mokvcrtrek (boudoir) en veelkleurig Italiaanseii verlicht is als een wintertuin, gaaa onderhouden, toen die looze grappenmaker van een Koerier van Lyon" den huisbaas en den deurwaarder en het geheelo personeel met zijn akelige gevallen van moord en diefstal, bescaonkeaheid en in-hechtenis-nemiug kwam verjagen. De Koerier zal wel weder veel volk trekken. Of het befaamde tooneel, inhoudende de plotselinge gedaanteverwis seling van den braven burger in den zoozeer hem geüjkenden schurk, door n tooneelspeler voorgesteld, den avond meer naar sene zitting van gnoehelkunst of hekbemeestedj doet zwemen dan hem tot uren temaken aan de kunst besteed, zullen wij maar in 't midden laten. De Vereeniging Apollo gaf Donderdag ia den Stadschouwburg De tiin'ei'jager". Asjeblieft! Een pracht van een pracht van een stuk! Wjj zijn er"niet heen geweest; het stuk is erg oud. Maar desniettemin, wij hebben ons dagmeisje twee kaartjes gegeven en ze beeft er eich met Piet van de komenij, gij weet wel, daar van een eindje verder in de straat, zoo wonderbaar venmakt, ze. is dermate door het spel medegesleept, dat zij bij dat en dat schrikbaar tooneoi zicli a:m den schuuder vanhaar aanstaande heeft vastgeklemd, op dat hij haar beschermen zoude. De laatste voorstellingen, van Isüiolia werden in Frascati gegeven. Ku wacht, ons daar liet leven te Parijs, een zaüssrel, waarvan veel nangenaarns bekend is. liet wordt voorafgegaan door eei;e wederopvoering van De KMiïcn ctn Cot'nZidl:, rast mevr. Gcytenbsek a's gast, in e rol van' So'fokile. Amsl. 17 Jan. . _. K. J. W. Graivl Tiii-'aive: 't Geheim ran Jlf/ss Aiii-o:-n. De Kom':» ran liet tv.-cedo dezer tooneelspelen staat, in alle opzichten boven het eerste. \\V in dit laatst.-- nog het meest te waardoeren .alt is de eeuwig-jeugdige tooneelgcstalte, die sinds weldra een halve eeuw den naam van Wilhelraina Eilenbergfir draagt en het. schilderachtig spel van den uitmuntenden marqua Veltman. Die ook dea lieer Blaaser, vroeger lid van het gezelschap DO Groot, ah do ruïns, genaamd Li Roi'.:a in don Jüiigin EJclimti' hoeft Kien Fi;i.-I..'!i. begrijpt bczw^asi'jk, dat dit de nog jonge en zeer prezenH u el s Conga's is, do solvivuit, die zulk een sympathiek voorkomen heeft, dat het, puuii.k aarzelt het, sohot toe te juichen, wanneer hij valt. In de beide vo .-rstellinsfon valt zeur te roemen de moeite, dia de Dames zicli gaven, om bij verandering van tijl-tip van kleeding te ver wisselen. Zoo iets legt ee:ie achting voor de kunst en het publiek aan den dag, die aanspraak op onze hulde heeft. L e rcnnun d'v n jeune Jiomnw pmtwe wordt buitengewoon goed bijden lïecv van Lier gegeven. I)f> Heer van Kuyk vervult de rol van den jongen Idni 7.:i?s de C/mmpcey m dit. st.uk met guvopl en waardigheid. Hij hoeft altijd w tl iets meer theatraal^ in zijn toon dan de beste Fransc-he acteurs; csr.e hoeduni heid, waar ook M.'- Frunkc! niet volkomen vrij van is. Maar :iet, ijn vlüljkea in i'ie zon. Alle be.5ehrt.kla Hollandschctoonrehpalers en nctrires zeegen tcgonwo rdig, mot allo hoogleerareii en leeraren onzer laai, met alle lieden v.in opvoeding (ilie zich mot dooreeniglager-sehoolpehruik van het spoor hobiien latea brengen) wereld, raefc do eer-te c van het Fransche pï-rc. Mw. Frenkel vergiet zicli daar wel eens in. Mw. van Ros urn cvt-rurijft die uitspraak wel wnt naar do andere zijde (alsof wij Uilderdijks speliing taireld B»g volgden). Oui het. zeerst zijn de verscnillende rollen in het aandoenlijk drama van Octaifl Foiiillct goed pesppeld. Mevr. Fienkol heeft een zeer geslaagd beeld van 3Iai'yitei'ito Lmodi-e gc-maakt. Als die fiere, zich-zelve bekampende jonkvrouw l uul'.pln onder den arm neerut en als haar hart zich, inden straal en den lach van haar wezen, voor het eerst openbaart, is dit een evenement voor den kunstgenieter. Ook de Heer K. Vos, als de brave notaris, daartegenover, was uitmuntend in zijne schakeeringen. De lieer Audré, die van het gezelschap Prot bij Van Lier is gekrinen, behoort onder de goede acquizitiëa. Als B cv all a'i lieten zijn grime (met blouden haar- en baardtcoi), zijn toon, zijne bewegingen waarlijk niets to wonschen. Mej. Verweert was als oude vrouw, schoomlochter van Laroyne, in 't geheel uiot miq.-laa'st. M w. Van Rossum is altijd, in bare zedige rolletjens, de geoefende, fat soenlijke Sumi-dut-gne. Mev. Coc-lingh is wat fijn en steedsch van aanlag voor het blindemans* kind. Zij spreekt met veel na'uur; haar kostuum had wel wat minder frisch mogen zijn. In Parijs ziet Chrisline er werkelijk als een bede laarstor uit. Jufv. Meeuwlssen kon ons als JierdersTcnaap beter voldoen dan als de Gravin in Fêdora". De Heeren Ruygrok (als Desmarets) en Malherbe als Gaston de Ltissao droegen tot het welslagen bij; maar een bijzonder pluimt jen komt den Heer Jurgens tos, die de rol van Alaïn, den knecht bij Laroqiie, alieraardigsk vervuld heeft. Wij hopen, dat het stuk neg cpnigo keeren gespeeld sal worden. 'fc Heeft iet.9 melotlramatiesch (de Heeren Vos en Blaaser moot* n zich dan ook niet al te sterk grimeereu) maar er is zoo veel zuiver efiekt in, en de edelste gevoelens worden er zoo treffend, zonder paeuagogische bedoelin gen, in verkondigd, dat de voorstelling van bizonder bea-g is in een tijd, die, bij al hot goeds, het onovertroüene wat zij heeft, oio wel eens de dagen doet terugwenschea 13 Januari. Ou l' arfrot n'était pas franoais Et i' art n'était pas démocrate". A. Th, HET TOON HEL TE ROTTERDAM. j Fia'tij-u & Cie. Met mijn e:;i-ï,te woord zij hoden van de hulde gewaagd, gebracht aan j den heer A. J. Ie Gras, deu r^u^eur der Rotterdamsohe ai'deeling van liet l Sederl, Tooneel, die duze wesk zijn 23-jarig jubileum vierde. De talryke

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl