De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1885 25 januari pagina 7

25 januari 1885 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

s# Na. 398 DE AMSTERDAMMER, WEEKDLAD VOOR NEDERLAND. depbekwame tooneelspelers.die het gros van den troep uitmaken en speelt of «epeteert op die wijze vier stukken to gelijkcr tijd. Dezo manier van doen getuigt van veol schranderheid om partij te trekken van een cver«ttakgk gezelschap, maar het gevolg is, dat van een werkelijk voorfreff'ejfc tooneelspel slechts de hoofdrol waardig wordt vervuld en van de bij?Vollen weinig te recht komt, waardoor een onharmonisch geheel ontstaat. *»-JVoor dfl kunst ware het beste, dat de hr. Van Lier veel der mindere goden uit zgn Pantheon ontsloeg, zijn beste kunstenaars vereenigde en aet hen zooveel mogelijk alleen te Amsterdam voortreffelijke tooneelspeJen vertoonde. Maar het ia zeer wel m%gelijk, dat om economische rede nen een dergelijke schikking niet bestaanbaar is, en dan wordt het vraag stuk natuurlijk zeer ingewikkeld. De voornaamste stukken door het gezelschap van Lier in de gegeven omstandigheden gedurende 1884 vertoond waren: Mijn Leopold, Vorstin Andrea, De, Kinderroofster, Marie Jeanne, Fcdora, De bloedbruiloft, Griseldis, Fcrnande, Een s!el;e familie, De Bocvers, Gaston van FranJctyJt, Margot de bloemenrcr7;oopsler, De industrieel van Pont Avcsncs, De gevolgen van een studcntenstreek, Johanna Gray, Haar Korporaal, Nathan de tcijse, llckna Latrade, De Goiulboer, Meden, ClaudG Stock. Behalve Nathan werd dus geen enkel stuk van vóór 1809 gegeven. Duitsche blijspelen van de laatste, duitsche tooneelspelen van do eerste helft dezer eeuw en oude fransche melodrama's vormden, naast een paar cUssieke stukken en een enkel nieuw fransen, het repertoire. EENE NIEUWE ONDERNEMING VAN HET GENOOTSCHAP C ARCHITECÏRA ET AMICITIA". Eene eerste aflevering is verschenen van een folio plaatwerk, getiteld: '?De Bouwmeester. Ontwerpen, schetsen en détails van hodendaagsche en oude kunst en voorwerpen' van kunstnijverheid, benevens antwoorden op prijsvragen, bijeengebracht door het Genootschap Arcftilectitra et Amicitia... en P. W. van Gendt JGz." Jaarlijks verschijnen zes tweemaandelijkselie afleveringen, elke (sic) van Bes platen". In de rubriek Oude Kunst" zal de bijzondere aandacht \vurdea ge wijd aan de nog te veel weinig bekende Hollandsche Renaissance". Te wenschen is, dafc men zich niet tot de XVIe Eeuw beperken zal; maar ia het werk opnam eene chronologische reeks van amsterdamscha goveltop.pen van 1600 tot 1790. Alleraardigst is het schouwspel der vaak elegante bokkensprongen door onze anonyeme architekten vau u.at tijdperk gsmaakt om te maskceren, dat de natuurlijkste overhuiving van een ge bouw met smallon voorgevel is een keperdak. Van 10 tot 10 jaren kau men de hoofdelementen der wcstcrsch eurojpcescho bouwkunst iürijke verscheidenheid dienstbaar gemaakt zien aan die bestemming. Men moet zich haasten: want de modellen worden steeds sehaavscucr; althaads de gevels, die een jaartal dragen en dus bewijsstukken aanbieden voor de geschiedleer, waartoe die gaveltoppen de stellingen leveren. De eerste au. van de nieuwe uitgave der krachtige nog-jonge Vereenigmp; bevat: het fraaye gevoltjen aan do Reguliersgracht voor liet historiesch bekende huis van den timmerman Deenik, door I. Gossclialk; den rijken gevel met plannen en détails van een winkelhuis aan de Leidsehestraat, door de Hoeren Wilkens en van Arkel (weinig aanbeveling verdient het enkadrement der platte-grondcn); het XVIe-eeuwsche choorhck der St-Nicolaaskerk te Monnikendam, opgemeten door den lieer A. "W. 'Weissman; voords ~ eene kamerbetimmering van blank hout" door de Heeren Posthumus Meyjeg en Bremnier. De firma Bleesing behaalde, met de uitvoering, op do groote Ten-toon-stelling v.in Amsterdam, 1SS3, 2 gouden medaljos, en de ontwerpers den eersten prijs bij liet Genootschap. Toch zou ik een twijfel wagen, aan de doelmatigheid van een schoorsteen, in onze tijd bestemd cea open haard to bevatten en met een spiegel voorzien, waar alleen een reus of reuzin in zou kunnen kijken. Eene larnbrizeeringbetimmsring', met pilasters, die bestemd zijn van half tot half el een vaasjen, een bord, een kannetjen en bokaaltjen ta dragen, komt mij ook zeer bedenkelijk voor; daargelaten dat de schoor steen ean bovenbouw heeft, die niet tot de zoldering reikt, maar met een kroonlijst prykt, welke twee knppvormigc vazen draagt. De zesde plaat is een fraaye winkelpui'' in gehouwen steen, verdere! met bronzen beeldhouwwerk, van den Heer Jan Springer, 20 Jan. A. Tb. UIT PARIJS. VI. Vi'ftagt naar het laatste nieuws! de echtscheiding van Sara Beriihardt. Vraagt het laatste nieuws! het nieuwe geweer met dei tig schotea in de seconde. Vraagt het laatste nieuws! da electvischs boter. Vraagt.... maar genoeg rarigheden reeds en dat voor een enkele week. Men moet wel wat afleiding zoeken als men aoo'n treurigen winter baleeft en er gebrek is aan echt nieuws. Zoo hebben de uitvinders van iedere soort er ten minste over gedacht en het blijkt, dat züniet geheel zonder vrucht, gewerkt hebben. Dat geweer met 30 schoten per seconde belooft vele liefelijke dingen. Hoe aardig toch, orn zoo voortdurend voor do volmaking der beschaving zorg te dragen! En die electrische boter bezit geen mindere verdienste. Gisteren gaf een fantast een uitlegging van deze nieuwigheid aan Guibollard. die ze gaaf aannam: Men neemt eene hoeveelheid melk, ziet ge, en laat daar een electrischen stroom door heen gaan, en terstond is de melk in boter veranderd. Het is wel mogelijk, dat het niet precies zoo toegaat, maar Guiboilard riep niettemin met groote verbazing: die. wetenschap ia toch maareen mooi ding, hoor! En wat nu dat gerucht aangaat, |dat Sara Bernhardt zich van haar man zou scheiden, -vervolgens het tooneel verlaten om daarop niet een schatrijk diplomaat een tweede huwelijk aan te gaan en zich met dezen op zijn landgoed terug te trekken, wij hebben te vergeefsch gezocht naar eenige reden voor dit zonderlinge praatje. Het is langzamerhand een geB jpuaualist, ala h^ hoegenaamd geen maer weet, aanstonds aan Sara Bernhardt denkt, omdat het publiek ook_ het meest buitensporige volstrekt niet vreemd meer vindt, 'als. het maar op naam van de groote tragédicuno gesteld wordt. En zoo komt het, dat men haar naam gebruikt telkens wanneer men de lozers eens wil verbazen» Laten we tot het gebied der werkelijkheden terugkeeren. Hier ia eene* dio juist nitt opbeurend kan genoemd worden. Eenstemmig is de pera ui hare verklaring, dat het gerechtshof bij de behandeling der zaak van mevrouw Clovis Hugues een volslagen gemis aan waardigheid en gezag heeft getoond. Dat was niet langer het heiligdom van het recht, maar veeleer ieta als les Folies-Tiiémis, vrij wel een pendant van les Fulies-Bobino. Als men op dien weg voortging, zou het niet lang meer duren, of men tond in de gehoorzaal de noodige kofliehuisbedienden om het publiek vao ververschingen te voorzien en sigaren met een vhmmetje te brengen. Aaa de kiosken zou men aanplakbiljetten kunnen zien van dezen trant:" Paleis van Justitie Eerste geruchtmakende Zitting. HET DRAMA VAN CHAEONNE. Besproken plaatsen, Stalles 20 francs. Gerssevveoïdo plaatsen op de voor da Jury bestemde banken 30 francs. Zich aan te melden bij V office Théatral et jttcUciaire. Aangezien dit visioen der toekomst niet precies voor het ideaal van den vooruitgang zou kuunen doorgaan, schijnt de pers voor een enkele maal bij toeval het eens to zijn, dat deze beweging zoo krachtig moge lijk moet worden bestreden en tegengegaan, aangezien deze ten slofte op een hansworstenspel zou uitloopen. Wij maken, zegt Véron, nu langer van alles een relletje. Hartstocht, geestdrift, aspiratie wij'kennen ze niet moer, wij hebhen niets meer dan een zucht naar het vreemde, wondai baarlijke, verschrikkelijke. Als wij hoorcn van een ontzettend 'spoorwcgongeluk, of een kolossale volksramp, zooals nu onlangs de aardbe vingen in Spanje, wat is dan cns eerste woord? Dit, wat iedereen iti don mond bestorven ligt: dat moet wel curieus zijn!'' Alles wordt uit dat oogpunt van curieusJieid beschouwd. Een monster doodt zijn moeder en hakt'het lijk in stukken. Dat is een curieus o-eval. Curieus neemt men de onzedelijkhedon in de letterkunde en de afdwa lingen der kunst. Alles, zeg ik u, wordt aan dat óéne criterium getoetst. Dit is ook een hysterie, zoo goed als de andere. Ik wil niet beweren, dat onze tijd die monomanie heeft uitgevonden" maar wol, dat hij ze zoei- algemeen hoeft gemaakt. liet gerechtshof, on' daarop terug to komen, had sedert laag zijn Aïdiinlcn, maar deza schaamden zich min of moor voor hun zonderlinge liefhebberij en zij wistea zich althans fatsoenlijk te gedragen. Tegenwoordig is dat ook al ge daan on liet wordt das hoog tij'i, dut er maatregelen worden genomen, om dit euvel te keer te gaan. Men zal. om die bei-vorming te doen geInkkcu, eenvoudig op de ueur moeten schrijven: Ilansworstcry wordt 'hier niet fisdnlil. En dan dienon te zorgen, dat zij ook buiten de deur blijft! Een hervorming van wat meer gocompliceerden aard zal straks op den wcr; liggen ligger, van de academie voov haar toekomstig woordenboek. Men kondigt aan, dat er zich ccn genootschap gevormd heeft, dat den naam draagt van VAnli-Dt'tstc. Het is zells reeds in werking getreden en volgens de openbaar gemaakte inlichtingen stelt het zich voor, aan gezien volgens zijne meening do woorden van grooten invloed zijn op den gang vau zaken, zoo spoedig mogelijk het woord Dien uit de'Franscho" taal onder alle vormen eu in al zijn toepassingen te doen verdwijnen. Het valt niet te ontkennen, dat dit een werk van langdmïgen en gecomplicecrdcn aard zal wezen. Want gewoonte eu sleur zijn taai en sterk t Gij nioït b.v. En die dromraelsclie gewoonte doet natuurlijk den per soon, dia bfi u is, zeggen: God zegen je!" Hoe zal men het nu makoiy om niet al te zesr van dia oude bestaande gewoonten af te wijken? Zal men bepalen, dat er voortaan gezegd moet worden: och-hoe-heet-hijook-w?er zegene u!" Ean andero gewoonte, waarvan de dienstboden, naar het mij voorkomt, riet gemakkelijk afstand zullen doen, wil, dat men hun een «7003- of Godspenmng geeft. Do Académie Francais?, over wie ik sprak, zal daarmede niet weinig vorlegsn zitten. Zij zal dan in haar woordenboek dianen te schrijven: Douier ti néant (vroeger Dénier u Dieu) goospennicg-onderpand voor verhuring of gesloten koop." Eu dan zal men nog maar halverwege gekomen zijn met den arbeid. Want de Fransche taal heeft een aantal woorden, die, als dat woord DieilX most worden geschrapt, een zeer verdei felijken uitgarg hebben. En om nu geen half werk te doen, zal meu ook voor die woorden, welke op dien uitgaan, dienen te zorgen en bijgevolg zal men |iu het woordenboek der toekomst lezen: M el o (eertijds Melodieus). Vol melodie." En zoo vervolgens. Ik moet ronduit verklaren niet te kunnen inzien, dat men door der gelijke handelingen op wezenlijk nuttige wijze arbeidt aan de verruiming en verlichting van den menschelijken geest.£De groote wij?geerea hadden wel een andero opvatting van hun taak en roeping. Aan de buitensporigheden komt in deze kroniek geen eir.de! Maat dat is riet mijn schuld. De actualiteit gebiedt, ik heb slechts te gehoor zamen. In mijn vorige kroniek sprak ik u over de zoo en zooveelste metamorfosi van do zaal Frascati, waar thans de Soirees Vivicn-ne Le cercle des Arts Libóraux vervangen hebben. Die Soirees Vivienne onthalen ons nu sinds een paar dagen op een aardige zeldzaamheid. Een fiehtbaar huisvader met zijn dochters vertoont namelijk voor het publiek allerlei huiselijke spelletjes in een monumentaal aquarium. Dat is weer een nieuw gezichtspunt, waaruit men een aijde van de sociale quaestie kan beschouwen: het huisgezin bekeken uit het onder-wateroogpunt. Wat kan men nu langer op die vaudevilleschrijvers aan! Labiche bad zich in een zijner onsterfelijke kluchten ten aanzien van een der perso nen in het stuk de. merkwaardige uitdrukking veroorloofd. Bescheicl&t

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl