De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1885 1 februari pagina 2

1 februari 1885 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

T BE AMSTERDAMMER. WEEKBLAD V&9R N-E^ERLAND. Ne. 397 v, -A Heden die zich schuldig maken aan geweldpleging, kwetsuren, aan, stegen tegen den keizer van Duitschland, dien van Rusland of tegen de leden hunner familiün; verder aan moord of poging tot moord. .Ook zal de uitlevering geschieden wegens het vervaardigen of in /bezit hebben van ontpofbare stoffen. Het tractaat is den 13den dezer in werking getreden. Ook in Engeland beginnen zich stemmen te doen hooren voor de toetreding tot zulk een bond; de aansluiting van OostenrijkHongarije schijnt slechts een quaestie van tijd te zijn. De Italiaansche pers trok deze week zeer de aandacht van die der andere landen. Deze trachtte in de redeneeringen van Opinione, Rasfegna, Riforma, Liberia, Tribune en Diritto te ontdekken, wat deze reeds mochten weten van de plannen der regeering en in hoeverre deze voor hare kolonisatie en veroveringsplannen op den steun der publieke opinie zou mogen rekenen. Wat deze laatste betrelt, zijn de meeste organen eerzuchtig gezind, en zien niet vreugde Italiëde hand uitstrekken om iets van den buit, door de andere in Afrika begeerd, machtig te worden. De raad door de meeste bladen aan de regeering gegeven, is, in plaats van aan de Roode Zee, eene streek aan de Middellandsche Zee, teanexeeren'; over Anab zou dan de weg naar Tripoli liggen, en men woorden van den minister Mancini te dit het voornemen der regeering is. In hij, na te hebben verzekerd dat in verhouding van Italiëtot Duitschland geen verandering gekomen was, Engeland met eene rijke matrone, overdekt met juweelen, die het niet aanstootelijk kan vinden er ook eenige op den boezem harer jongere vrienden te zien prijken." De RépuUique Fran$aise haalt naar aanleiding hiervan een woord van Bismarck aan, die zulk een rijk worden door aalmoezen de Rinkgelder-Politik noemde. De Italiaansche Kamer intusschen nam gedurende deze week weder een aantal artikelen van het wetsontwerp der spoorwegconventie aan. komen. meent ook uit de mogen genaken, dat zijne rede vergeleek .de vriendschappelijke Op twee artikelen na is zij er mede gereed geONZE BLADEN. De Standaard bestreed in deze week twee artikelen in ona Dagblad geschreven, naar aanleiding van het delemtna van den heer Keuchenius: ? Chuitu af Belial". In een volgend artikel betoogde zij tegenover de kracht van het in de partij stoelende" centraal Comité, de zwakheid der Liberale Unie, der partij als paardenmiddel, als viaticum ad orcum toe gediend. Het Handelsblad noodigde tot deelneming aan die Unie. Op dr. Gunnings vragen betreffende de vrije Universiteit gaf de Prov. ?floordbrabunter, prof. Lohman's blad, een antwoord dat de raïson d'êtrc ''dier universiteit in bescherming nam. Inmiddels gaf die instellling blijk van moed voor de toekomst door de inwijding van haar hospitium. In ons Dagblad vond, naar aanleiding der politieke meeting te Brielle, waar de hoogleeraar Dr. Savornin Lohman sprak, eeue belangwekkende discussie plaats tusschea Dr. H. J. Betz en den geleerden professor der Vrije Universiteit over de plaats, die deze in de politiek onzer dagen inneemt. Het vertaalrecht werd, naar aanleiding van het Ned.-Duitsch Tractaat behandeld door het Niemvsll voor ds BoeJcJiandcl, de Kamper Courant en het Dagblad. Overigens schreef het Handelsblad over het nieuwe pandrecht in JfifecL Indië, het Nieuws over de geldcrisis en de ArnhemsuJie over de werk methode van ons Parlement. Ten slotte vermelden wij, dat Da Tijd achter Let onaannemelijk", oor Do Standaard geslingerd tegen da aangekondigde herziening der ecu gemotiveerd vraagteekon zette. WARME KADETJES. Een Zaterdag-avond Praat je. LXVI. *Er was een opetoofje van belang op een der Stadsgrachten; verschei dene personen stondea pratende en gesticuleerendo bijeen eu wezen mot geheimzinnige gebaren naar den grond. Ik ben niet nieuwsgierig uitgevallen maar.... ik ben Amsterdammer en moest dus haring of kuit van het geval hebben; daarom trad ik op het groepje toe en vroeg wat er aan de hand was. Ze hebben een diender gestolen," sprak een straatjongen. Dat 's een koperen bout minder in de wereld!" zeide een ander jongmensch. Houdt je snaters jongens! sprak een werkman, heb jnillie niets beters te doen dan oude menscheu te verlakken? Kijk eens mijnheer wij heb ben het over dit gat." Ik keek goed uit de oogen en ontwaarde inde onmiidellijke nabijheid eener stoep eene opening in de bestrating die wel niet overgroot WM, maar toch altijd groot genoeg om iemand, die er, op een donkeren avond in terecht kwam, de beenen te doen breken. «Dat is eene verzakking", meende ik wijsgeerig, en dat is de eerste verzakking niet in Amsterdam." Ik ben 't volmaakt met u eens", sprak de man, maar het gekke van liet geval is dat dit gat reeds van begin September bestaat en uu is het eind Januari." Dat is nietes", klonk eene stem, der heit over dat gat een ingezonden stukkio in een krant gestaan en toen hebben ze der in Octobw een hekkie met een gloeienden spijker om heen gezet en het naderhand ge* stopt; maar nu is het teugen Sinterniklaas weer een gat geworden!" Zonderling" mompelde ik, zoude er wellicht ook iets achter steken ?n Wil ik je eens wat zeggen, papa!" zeide een knap gekleed jongmensch, tob maar niet over die opening; ik zal je er het fijne wel vun vertellen: het is de opening van het spaarpotje waarin de opbrengst der beursbelasting wordt gedeponeerd. O wordt die daar geborgen?" antwoordde ik blijde gestemd, dan weet een inensch toch eindelijk eens waar die blijft." Baas, hij fopt je", schreeuwde een der straatjongens van zooeven," der zit dynamiet in, zoo meteen zal je het hooren ploffen.''" Vers-krikt weken wij allen achteruit. Leuterpraatjes," bromde een deftig heer, die jongen lukt veel op een kranten-redacteur met zijn malle vertelsels; het is zoo helder ais de dag dat op dit plekje de nieuwe groenmarkt moet komenen dat dit gat een begin van uitvoering van het groots chy werk is; kijk eens er ligt al een verlepte andijvie-struik in." De heer had gelijk; ik zag het groen duidelijk schitteren en wilde met mijn wandelstok reeds een onderzoek in loco instellen, toen de werk man weder het woord nam; juillie vertellen allemaal nonsens," beweer de bij, het is eeue heele gewone verzakking die in drie vloeken en een zucht gemaakt kon worden; men laat het echter uiaar zoo stilletjes lig gen en net zoo lang totdat iemand er zyne beenen door gebroken heeft. Ik zeg ma u' dat het schande is dat de dienders, die order hebben om naar zulke dingen te kijken, er niet al lang rapport van hebben gemaakt. Op dit oogenblik mengde eene keurig gekleede dame zich, tot mijns groote verwondering in het gesprek; het is heel gemakkelijk", zeide zij vinnig, om altijd aanmerkingen to maken over allerlei nietigheden; zor gen juillie zelf voor zoo iets." Hoor eens mevrouw", sprak de werkman, ik heb er waarachtig nieta tegen wanneer de vrouwen over dingen, zoo als deze opening tnedepraten, maar dan moeten het vrouwen zijn die altijd, weer of geen weer, bij dsii weg zijn eu weten wat het zeggen wil om eene duikeling te ntaken of zich te bezeoren; dames die als 't sneeuwt of regent tehuis blijven en haar tournure warmen en enkel als het mooi weder is langs ds straten wandelen en allen tijd hebben om veilige plekjes uit te zoeken, hebben. geen recht van spreken." Op een drafje liep ik weg want ik vermoedde dat er een standje zoude volgen, maar nam in het wegsnellen nog spoedig het nummer van het perceel op waarvoor het debat had plaats gevonden; het was No. 175 op het Singel. Dat was een rare snijboon", peinsde ik, wat was die maa grof en wat werd hij onhebbelijk, foei!" De lezer moet weten dat de goede vriend volstrekt niet over eene tournure had gesproken; dat heb ik maar gedaan omdat het elegant klinkt, hij had heel wat anders gezegd, maar dat.dnrf ik niet te herhalen. Het meest ergerde het mij dat de politie weder te pas was gebracht, en er op zoo onaangenama wijze over dat korps was gesproken eu ifc nam mij dadelijk voor om er in mijn eerstvolgend Kadetje een hartig woordje over te zeggen. Wees niet bevreesd lezer, dat ik mij in critische beschouwingen zal gaan verdiepen; verwijt mij ook niet, dat ik mijn gegeven woord breek, want ik heb vroeger wel gezegd, dat ik nooit weder over de politie zoude spreken, raaar daarmede natuurlijk bedoeld, dat ik zoude nalaten om kwade noten over het korps te kraken. Wol deugdelijk behield ifc uiij het recht voor om er over te spreken wanneer ik wat goeds had te zeggeu en wil ik heden eens een loflied zhigen. Wat wil men toch eigenlijk van onze Amstcrdanasche politie? Zij schijnt volgens de bedillaars, overal te moeten zijn eu alles te moeten zien'. Maar, lieva hemel, heeft niet reeds Mephisto gezegd: Alhvissend bin ich nielit"? en wil men nu dat 01120 ruslbewakers knapper zullen ziju dan de zoon der duisternis V Bovendien hobben de arme stakkers uiet reeds genoeg voor zich zelven en <lo stedelijke eigendommen te zorgen ? Het is nog niet zoo heel lang geleden dat in de nabijheid vau dou Schreiers-toren inbraak werd ge pleegd, waarbij materieel, dat aan da stad toebehoorde, dieust deed. Mosten nu ouze agenten niet ijverig en waakzaam op alle voorwerpen passen die bij inbreken dienst zouden kunnen do en V Wat zouden de spotlustige Amsterdammers Vijv. wel weder niet te zeggen hebben wan neer slimme boeven de schrijflessenaar van een onzer hoofd-commissarissen, uit het bureau in de Spiahuis-steeg wisten te ontfutselen, om het instru ment naar het. Amstelveld te sleepen en het als tribune te gebruiken om een paneeltje dat wat hoog ligt, te kuunen bereikend Zoude Holland dan niet weJer in last zijn? Zoude er niet eene regen bui van spitsvondigheden en laffe aardi«hedec opstoken? Het ia ook neg niet zoo heel lang geleden dat uit ons hoofd-bureau, op klaarlichten dag, een aantal jassen werd weggestolen. Is dat niet eene vingerwijzing geweest om voortaan op de uniform, jassen en sabels, do helmen en do paternosters, ja op eigen persoon te passen? Men ver* beeMe zich toch dat eens een brigadier of een inspecteur werd verdon keremaand, zouden de kritische vernuften, waaraan onze stad zoo oveïr\jk is, dan niet vertellen dat Amsterdam een tweede Abdéra was? Voor een paar weken werd in de Houttuinen ingebroken en bjj die gelegenheid een aware brandkast gestolen; het kwam toen aan het lichfe dat twee politie-agenten, in plaats van de ronde te doen, een paar uurt-jetn

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl