Historisch Archief 1877-1940
1 No. 397
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
lende andere bekende personen uit de geschiedenis nemen deel
aan da handeling. Men kent de historie van dezen dichter, zjjn
vergeefsche pogingen om zich aan de Hoven in aanzien te brengen, zijn
wild leven en vroegen dood. Niet zoo zeer echter dewijl in dit
tooneelspel personen, die werkelijk geleefd hebben, wovden op do plnnkea ge
bracht, als wal om te watea, wat mevr. Mohv, niet Lohr, zooals wij ia
bet vorig nummer bij vergissing schreven, van deze uiterst dramatische
Btof heeft gemaakt, aien wig met belangstelling de \evtoaoirg van dit
stuk tegemoet.
En, hebt gij het gehoord, niej. Do Groot heeft zoo haar ontslag geno
men bij het Nederl. ooneel Mlopen wij dat hare geschokte gezondheid
zich spoedig herstellen zal en zij haar roeping, die zij toch zeer zeker
heeft, zal kunnen vervallen. Eea ster kan op eens verschieten, maar een
zon gaat zoo plotseling niet onder. Moed, niej. de Groot, met veel ttu lis
kan men zoo onbegrijpelijk veel verkrijgen!
En nu moest inpj. de Groot zich verwijderen juist op hot tijdstip, dat
mevr. van dea Berg als Belgische gast in het Grand Théalre Ddwrah zal
spelen, eene rol, waaraan mej.de Groot een eertijils'van haar schoonste suc
cessen te danken had!
lutussohen aal mevr. Frenkel-Bouwmeester met den Isten September e. k.
tot het Neder]. Tooneel toetreden. Wij wonschen deze kunstenares geluk,
dat zij dns de haar toekomende plaats gaat beklcedcn.
Woensdag had ia het Grand Theatre eene herhaling van Medea plaats.
Al zijn enkele bijrollen in dit stuk niet volmaakt bezet, het verdiende
toch nog vele, vele wederopvoeringen te beleven. Het behoort tot het beste,
vat de hr. van Lier in den laatsten tijd gaf. Eigenzinnigheid", een stukje
uit het Dnitsch door den heer Leon van Lier vertaald, beduidt nist veel.
De menseheu, wier handelingen en gedachten ia dit tooneelspel worden
voorgesteld, gedragen zich niet natuurlijk genoeg. Hat lijken wel acteurs
en actrices, die voor meüschen spelen. Bij esn gosde vcrtoonmg kaa het
echter natuurlijk wel eenigszius winnen.
Voorts wordt hier nog aangekondigd: 't Is maar een smid," een stuk
in de manier van Ohnet," door W. van Znylen, die er zelf te Rotterdam
ds hoofdrol reeds in speelde.
31 Januari. K. J. W.
Iltii'siaiii. L'étoile du Kord. Ftasiali (Pcotj Rel lu-en te Pji-tjs,
Officieele muzikologen hebban de gewoonte met geringschatting neer
te zien op de Italiaanscha muziek, en onze salonpianistjeus zonden meenea
zich zeer te kompronritteeren, iudica zij niot, zoodra nao,r hare muzikale
richting gevraagd wordt, zouden Keggen, dat Ba-ch en Beethoven hare
mannen zijn. Er loopt ongetwijfeld veel onoprechtheid door, oaier die
vaak uitgebazuinde germanoii'ie.
Als men vraagt-, of dan da Guillaunie TeJl", schoon van Ro'sini,
geen mooye opera is, dan andwoorden humane kenners: Ja, dat is een
goede, fransche opera". Ala men dan hunne waardeering van den
Sarbier e di Ssvilla peilt, zeggen ze: Zeker, zeker, Rossini heeft zijne ver
diensten," maar als men de Norma" noemt, dan trekken ze eea gezicht,
of zij een leelijk drankjen gebruikt hadden.
Per slot van rekening komt het hierop neer, dat de (betrekkelijk) jongere
taliaansehe opera-kotnponisten in deze orde te rangschikken zijn:
Roseini, Bellini, Donizetti, Verdi. Verdi dat is iets verschrikkelijks.
Wij» publiek, denken daar minder hard over. Wij wonen met genoegen
zelfs do uitvoering van Hurnanï" bij, ofschoon de naam van den held
misschien verwachtingen doet spannen, die niet bestemd zija vervuld tu
worden. Men moot erkennen, dat in dezo Grand opera" niet door diepte
van koneeptia noch hooge gevoeligheid bij den toondichter wordt aange
vuld wat hij van Victor Hugoos poëem verloren liet gaan, en dat ia
veel. Toch is er een eu ander in het voordeel &CZMperformance te zoggen
(om óók eens naar do engelsche mode te spreken!). Voor-eerat deed mij al
aanstonds aangenaam aan, dat de nutioui
van den komponist hom
asn naam van llcrnaiübijna overal juist hooft doen acceutuscren, al
had Yictor Hugo hem natuurlijk aan het fraiisuhc spraakgebruik opgeof
ferd. Dan scheen mij de uitvoering waarlijk gosd. De Hoer M. de
Vries heeft, naar gewoonte, do gaumsto lauweren geplukt: zijn kracht,
zijn timbre, zijn school, behagen. Wat zijn grime aangaat hij leek in
derdaad op Gharles-Quïnt jeune. Do Heer l'aulin beeft geen uiterlijk, dat
bem voor da rol van Hürnani bepaald voorbestemt, en had weinig ge
daan, om eeuig hist.-dramatic;ch oharaktcr aan ds ii^uur bij te zetten:
maar als men. zulk eon fransche tenoorstem, hoort, dan is uion al aan
stonds betooverd. 't Is of zeer bizondcr do i'ransclio nationaliteit, mat
haar eergevoel, haar edelmoedigheid, haar beleefdheid, door die frauschc
tcuoorstcninien vertegenwoordigd wordt. De lieer BarJeneiiYO heeft, als
Rtty Goniez, een minder charakteristieke partij dan als Bcrirancl of Marcel;
maar de bekwame kunstenaar kweet zich uitstekend van zijn taak. Mcv.
Laville-Fermiuets optreden is altjjd een succes. Als zij minder meesleepte,
ligt dit aan het stuk.
't Was wel een aardige gedachte van den Heer Voitus van Hamme dio
Wiener Tanslieder-Silngcr-innen hier te doen optreden. Het publiek vond
het werkelijk amuzant. Er is iets naïefa iu. Dien kapelmeester
Gothow-Grüneke, met aekero deftigheid de plaats van dirigent in het
Parkorcheat te ziea innemen, en, met heel zijn ziel, zijn eigen vrolijke
marschea on de vervoerende walsen van Strauss te zien dirigeeren, terwijl
daar 12, zeer fatsoenlijke, duitsche burgermeisjsns nicn zou haast zeg
gen een travestissemeiit van eea tweede-handsch pensionaat met hare
vrolijke gezichten, met metronoom-trouvv liederen zingen, gekleed als
Weener Waschmeisjes" of Weener Roeimeisjes'', onder eenig handgebaar
en met uitvoering van enkele danspassen. Men behoeft niet niet de ele
gante Weener luchthartigheid ingenomen te zijn, om hier vrede meó te
hebben.
A thing of beauty is a joy for ever," zegt een der Britsche dichters,
die in onze dagen hunne herleving vieren; maar de bijwoning van L'éloile
du Nord" is op zich-zelf reeds een treffende gebeurtenis, voor ieder die
ein lieeft vaor touiiecikuns.. Ik weet niet, of het anderen gast als mij.
maar als ik L'Africaine of Ze PropJiète" hoor en zie, is't mij of er altijd
een sluyer tusschen mij en den auteur hangt. Mjj dunkt pergoonhjke,
eympathiaehe geestdrift voor z\jne helden ontbreekt bij den toondichter in
die beide werken, en waar men objektiviteit-allóen zoeke en waardee
re, ala een Franschraan dramatiesch aan het woord is, wil men h
mzelven kunnen voelen en tasten. Ik noem den Berlijncr Moyerboer een
Franschman.
De tweede Akte van L'étoïle du Nord is," met zijn humor, zijn schil
derachtigheid, zijn angsten, zijn heldenmoed, zijn vaderlandsliefde, zijn
militair vertoon, cu de spanning die hij laat, een der heerlijkste scheppin
gen, die men kan bijwonen.
Meyerbeer heeft, in deze opera, het bewijs geleverd (1831), dat de
zoogenaamde opéra comique (zangspel met gesprekken) een mogelijk,
redelijk en fraai genre is. De Duitsche koinponisten en de Franschen van vóór
1830 hebben beroemde werken voortgebracht, waarin
proza-tusschensprakcu do muziekstukken verbonden, maar het was als een sehilderij, die
gedeeltelijk en grisaille geschilderd is en gedeeltelijk in de volle kleur.
Wie gevoelig is, kan zich moeilijk over die verstoringen van zijn muzikale
stemming beenzotten. In L'éloile dn Nord" daarentegen is altoos de
overgang voorbereid; de muzikalizeering gemotiveerd. Niet alleen wordt
do middenevenredige tiisschon de muziekstukken en het proaa uitgemaakt
door eene rijke verscheidenheid van recitatieven, waarvan Meyorbeer het
geheim kent, maar nu en dan brengt hij deklamatorische gedeelten aan
(begeleiding der gesproken taal door het orchest); nu en dan laat hij het
orchesfc verhalen en vertalen, wat op het tooneel in de dialogen omgaat.
E ven-min als Offenbach, ontziet zich deae maestro bij de volkskunst ter
markt te gaan om frischheid en kleur aan Eijn toondicht bij te zetten.
Zoo is do cffektvollo finale van de tweede akte ontleend aan ons oude
valkslicdtjen: Kersou, 'k bob joa'!! Wia zou dat deuken? Van
verrassouden vindingen, zija de werken van Meyerbcor vol. Va a het eersto
oogenbiik af, dat de dirigent zija stok verheft, tot het laatste akkoord,
roept men in bewondering uit: wat een meester!
Men most zeggen: Scribo was waard voor Bulk een komponist te schrij
ven, 't Is jammer dat de allerlaatste tooneelen (met de opening van het
achterdoek-paleismuur) wat onwaarschijnlijk zijn. Historische
charaktertcekcning trouwens is hier insgelijks weinig voor handen.
De uitvoering, die ik uit eon. muzikaal oogpunt niet volledig kan
beoordeolen, liet overigens weinig te wensehen. Ooi; de op
ra-comiquetroep van den lieer van Hamme lieeft uitmuntende elementen. Mw. Cécile
G uerin, die de eigenaardigheid van vele moderne Fransche aktrices heeft (van
namelijk fyziesch aan de tegenovergestelde afmetingen van Sarah Bernhardt
te lijden) was, als aanstaande Catitarina van Rusland, op haarplaats. Zij is
ceno zeer geoefende zangeres, en ook als comcdienne (metecnc aangename fy*
zioriomÏ) gaf zij vele blijken van talent. De Heer OlivoRoger was een goede
en sympathieke Poters ]\lic!taeloff(nGzax Pierre"). Zijne
welluidendebarytonstern was somtijds wel nief tegen de choren opgewassen. Geestig heeft
de Heer Augier-Diany den Korporaal G-ritsenTto gespeeld en gezongen.
Dat hij (kozak uit de Ukraine) nu en dan een hollandsch woord onder zija
Fransoh wierp, was waarschijnlijk toa te schrijven aan Moeso-gothische
herinneriugea, die aan de Zwarte Zee zijn blijven hangen! Mevr. Guilbert
verdient eene bizondero vermelding voor de gevoelige (misschien muzikaal
niet volkomen korrekte) vervulling der rol van Prascovia (zij was ook
Nathalie), waarin zij met pectus door den Heer Valdy (Ueorge) werd
bijgestaan. Do Heer Selrack waa een ilinke Jlanilowits (= Slcnsikoff).
De geheele ojivoering doet de grootste eer aan de medewerkers eu den
iatelligentcn Direkteur. In het 2e Bedrijf gaf men ons eene Masmrkn,
dansépar les dames du 'ballet, munecuvres militair es }iar dO dames
(rccrucs) en la inarcks. sacrcc, cxécntéc par 3 orcJicslrof, ten beste.
La vic parisienne" van Henry Meilhac en Lud. Halévy hecit siuts
jaren cecige reputatie, al ware 't maar door de molodien van
Jacq.Offenbach, daaraan verbonden, en liggend ia het gehoor van alle
niet-kluiaanaars. Dia dozo Opéra-bouüe" niet gezien hebben, zullen, op den titel
af, al licht deuken: dat zal wat moois wezen"! Toch kon men zich,
bij dat oordo;', licht vergissen. Da Heeren, dio in dit snel op het beleven
vau galante avonturen uit zijn, komen er slecht af, en ofschoon l'esfrit
gtntlois hier wel een weinig aan het woord is, keerde het gedistingeerde
public!:, dat Maandag, 2o' dezer, het gezellig zaaltjen der Heeren Prot
bszoclit, in de aangenaamste stemming luiiswaarja. De Heer Doré, als
Baron de Gondrcmarcl;, leverde ons een uitstekcnden type; deüeerlviesft
was, in de drie rolloa dio hij vervult, zoo als gewoonlijk, onverbeterlijk;
d.) Hoeren van Bsem en Kiehl kwetaa sich naar wcnsch van de partijen
van Gjardtfai ea Uijbin&l. Onnoodig te zeggen, dat Mevr. Budcrman,
als Gabricllc, door zang en spel bizoncler uitblonk, terwijl ook do andere
kunstenaressen algemeen voldeden.
28 Jan. Alb. Th.
HET TOONEEL TE ROTTERDAM.
Imüda.
De lang verwachte Opera der beide Rotterdammer heerea is eindelijk
gisteren ten tooneele gebracht, en zou men kunnen afgaan op den bijval
van een feestavond, men zou kunnen zeggen, met schitterend succes. Om
het succes van een tooneelwerk te kunnen eonstateeren, aal men intus*
schen een kalmeren avond ai' te wachten hebben.
Van den tekst des heeren Smalt kan getuigd worden, dat al kan hij
geen aanspraak op litterarische waarde maken, hij toch beter is dan de
meeste Opera-teksten. Aan eene taliaansche novelle ontleende de schrij
ver zijn stof voor een tekst dien men zeer goed kan doorlezen; de taal
is voor een Nederlander, die geene speciale studie van het Duitsch ge
maakt heeft al bijzonder goed, do voorkomende taalfouten willen wij
gaarne op rekening van den zetter plaatsen. Ook de meeste verzen
Hinken niet, al is ook wel eens iets ter wille van het rijmwoord gedaan.
Het slot is echter een echt Operatekst-slot en doet veel schade aan het
geheel ten opzichte van het dramatificb.e. De inhoud ia een soort Rome»