De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1885 1 februari pagina 5

1 februari 1885 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

1 No. 397 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. lende andere bekende personen uit de geschiedenis nemen deel aan da handeling. Men kent de historie van dezen dichter, zjjn vergeefsche pogingen om zich aan de Hoven in aanzien te brengen, zijn wild leven en vroegen dood. Niet zoo zeer echter dewijl in dit tooneelspel personen, die werkelijk geleefd hebben, wovden op do plnnkea ge bracht, als wal om te watea, wat mevr. Mohv, niet Lohr, zooals wij ia bet vorig nummer bij vergissing schreven, van deze uiterst dramatische Btof heeft gemaakt, aien wig met belangstelling de \evtoaoirg van dit stuk tegemoet. En, hebt gij het gehoord, niej. Do Groot heeft zoo haar ontslag geno men bij het Nederl. ooneel Mlopen wij dat hare geschokte gezondheid zich spoedig herstellen zal en zij haar roeping, die zij toch zeer zeker heeft, zal kunnen vervallen. Eea ster kan op eens verschieten, maar een zon gaat zoo plotseling niet onder. Moed, niej. de Groot, met veel ttu lis kan men zoo onbegrijpelijk veel verkrijgen! En nu moest inpj. de Groot zich verwijderen juist op hot tijdstip, dat mevr. van dea Berg als Belgische gast in het Grand Théalre Ddwrah zal spelen, eene rol, waaraan mej.de Groot een eertijils'van haar schoonste suc cessen te danken had! lutussohen aal mevr. Frenkel-Bouwmeester met den Isten September e. k. tot het Neder]. Tooneel toetreden. Wij wonschen deze kunstenares geluk, dat zij dns de haar toekomende plaats gaat beklcedcn. Woensdag had ia het Grand Theatre eene herhaling van Medea plaats. Al zijn enkele bijrollen in dit stuk niet volmaakt bezet, het verdiende toch nog vele, vele wederopvoeringen te beleven. Het behoort tot het beste, vat de hr. van Lier in den laatsten tijd gaf. Eigenzinnigheid", een stukje uit het Dnitsch door den heer Leon van Lier vertaald, beduidt nist veel. De menseheu, wier handelingen en gedachten ia dit tooneelspel worden voorgesteld, gedragen zich niet natuurlijk genoeg. Hat lijken wel acteurs en actrices, die voor meüschen spelen. Bij esn gosde vcrtoonmg kaa het echter natuurlijk wel eenigszius winnen. Voorts wordt hier nog aangekondigd: 't Is maar een smid," een stuk in de manier van Ohnet," door W. van Znylen, die er zelf te Rotterdam ds hoofdrol reeds in speelde. 31 Januari. K. J. W. Iltii'siaiii. L'étoile du Kord. Ftasiali (Pcotj Rel lu-en te Pji-tjs, Officieele muzikologen hebban de gewoonte met geringschatting neer te zien op de Italiaanscha muziek, en onze salonpianistjeus zonden meenea zich zeer te kompronritteeren, iudica zij niot, zoodra nao,r hare muzikale richting gevraagd wordt, zouden Keggen, dat Ba-ch en Beethoven hare mannen zijn. Er loopt ongetwijfeld veel onoprechtheid door, oaier die vaak uitgebazuinde germanoii'ie. Als men vraagt-, of dan da Guillaunie TeJl", schoon van Ro'sini, geen mooye opera is, dan andwoorden humane kenners: Ja, dat is een goede, fransche opera". Ala men dan hunne waardeering van den Sarbier e di Ssvilla peilt, zeggen ze: Zeker, zeker, Rossini heeft zijne ver diensten," maar als men de Norma" noemt, dan trekken ze eea gezicht, of zij een leelijk drankjen gebruikt hadden. Per slot van rekening komt het hierop neer, dat de (betrekkelijk) jongere taliaansehe opera-kotnponisten in deze orde te rangschikken zijn: Roseini, Bellini, Donizetti, Verdi. Verdi dat is iets verschrikkelijks. Wij» publiek, denken daar minder hard over. Wij wonen met genoegen zelfs do uitvoering van Hurnanï" bij, ofschoon de naam van den held misschien verwachtingen doet spannen, die niet bestemd zija vervuld tu worden. Men moot erkennen, dat in dezo Grand opera" niet door diepte van koneeptia noch hooge gevoeligheid bij den toondichter wordt aange vuld wat hij van Victor Hugoos poëem verloren liet gaan, en dat ia veel. Toch is er een eu ander in het voordeel &CZMperformance te zoggen (om óók eens naar do engelsche mode te spreken!). Voor-eerat deed mij al aanstonds aangenaam aan, dat de nutioui van den komponist hom asn naam van llcrnaiübijna overal juist hooft doen acceutuscren, al had Yictor Hugo hem natuurlijk aan het fraiisuhc spraakgebruik opgeof ferd. Dan scheen mij de uitvoering waarlijk gosd. De Hoer M. de Vries heeft, naar gewoonte, do gaumsto lauweren geplukt: zijn kracht, zijn timbre, zijn school, behagen. Wat zijn grime aangaat hij leek in derdaad op Gharles-Quïnt jeune. Do Heer l'aulin beeft geen uiterlijk, dat bem voor da rol van Hürnani bepaald voorbestemt, en had weinig ge daan, om eeuig hist.-dramatic;ch oharaktcr aan ds ii^uur bij te zetten: maar als men. zulk eon fransche tenoorstem, hoort, dan is uion al aan stonds betooverd. 't Is of zeer bizondcr do i'ransclio nationaliteit, mat haar eergevoel, haar edelmoedigheid, haar beleefdheid, door die frauschc tcuoorstcninien vertegenwoordigd wordt. De lieer BarJeneiiYO heeft, als Rtty Goniez, een minder charakteristieke partij dan als Bcrirancl of Marcel; maar de bekwame kunstenaar kweet zich uitstekend van zijn taak. Mcv. Laville-Fermiuets optreden is altjjd een succes. Als zij minder meesleepte, ligt dit aan het stuk. 't Was wel een aardige gedachte van den Heer Voitus van Hamme dio Wiener Tanslieder-Silngcr-innen hier te doen optreden. Het publiek vond het werkelijk amuzant. Er is iets naïefa iu. Dien kapelmeester Gothow-Grüneke, met aekero deftigheid de plaats van dirigent in het Parkorcheat te ziea innemen, en, met heel zijn ziel, zijn eigen vrolijke marschea on de vervoerende walsen van Strauss te zien dirigeeren, terwijl daar 12, zeer fatsoenlijke, duitsche burgermeisjsns nicn zou haast zeg gen een travestissemeiit van eea tweede-handsch pensionaat met hare vrolijke gezichten, met metronoom-trouvv liederen zingen, gekleed als Weener Waschmeisjes" of Weener Roeimeisjes'', onder eenig handgebaar en met uitvoering van enkele danspassen. Men behoeft niet niet de ele gante Weener luchthartigheid ingenomen te zijn, om hier vrede meó te hebben. A thing of beauty is a joy for ever," zegt een der Britsche dichters, die in onze dagen hunne herleving vieren; maar de bijwoning van L'éloile du Nord" is op zich-zelf reeds een treffende gebeurtenis, voor ieder die ein lieeft vaor touiiecikuns.. Ik weet niet, of het anderen gast als mij. maar als ik L'Africaine of Ze PropJiète" hoor en zie, is't mij of er altijd een sluyer tusschen mij en den auteur hangt. Mjj dunkt pergoonhjke, eympathiaehe geestdrift voor z\jne helden ontbreekt bij den toondichter in die beide werken, en waar men objektiviteit-allóen zoeke en waardee re, ala een Franschraan dramatiesch aan het woord is, wil men h mzelven kunnen voelen en tasten. Ik noem den Berlijncr Moyerboer een Franschman. De tweede Akte van L'étoïle du Nord is," met zijn humor, zijn schil derachtigheid, zijn angsten, zijn heldenmoed, zijn vaderlandsliefde, zijn militair vertoon, cu de spanning die hij laat, een der heerlijkste scheppin gen, die men kan bijwonen. Meyerbeer heeft, in deze opera, het bewijs geleverd (1831), dat de zoogenaamde opéra comique (zangspel met gesprekken) een mogelijk, redelijk en fraai genre is. De Duitsche koinponisten en de Franschen van vóór 1830 hebben beroemde werken voortgebracht, waarin proza-tusschensprakcu do muziekstukken verbonden, maar het was als een sehilderij, die gedeeltelijk en grisaille geschilderd is en gedeeltelijk in de volle kleur. Wie gevoelig is, kan zich moeilijk over die verstoringen van zijn muzikale stemming beenzotten. In L'éloile dn Nord" daarentegen is altoos de overgang voorbereid; de muzikalizeering gemotiveerd. Niet alleen wordt do middenevenredige tiisschon de muziekstukken en het proaa uitgemaakt door eene rijke verscheidenheid van recitatieven, waarvan Meyorbeer het geheim kent, maar nu en dan brengt hij deklamatorische gedeelten aan (begeleiding der gesproken taal door het orchest); nu en dan laat hij het orchesfc verhalen en vertalen, wat op het tooneel in de dialogen omgaat. E ven-min als Offenbach, ontziet zich deae maestro bij de volkskunst ter markt te gaan om frischheid en kleur aan Eijn toondicht bij te zetten. Zoo is do cffektvollo finale van de tweede akte ontleend aan ons oude valkslicdtjen: Kersou, 'k bob joa'!! Wia zou dat deuken? Van verrassouden vindingen, zija de werken van Meyerbcor vol. Va a het eersto oogenbiik af, dat de dirigent zija stok verheft, tot het laatste akkoord, roept men in bewondering uit: wat een meester! Men most zeggen: Scribo was waard voor Bulk een komponist te schrij ven, 't Is jammer dat de allerlaatste tooneelen (met de opening van het achterdoek-paleismuur) wat onwaarschijnlijk zijn. Historische charaktertcekcning trouwens is hier insgelijks weinig voor handen. De uitvoering, die ik uit eon. muzikaal oogpunt niet volledig kan beoordeolen, liet overigens weinig te wensehen. Ooi; de op ra-comiquetroep van den lieer van Hamme lieeft uitmuntende elementen. Mw. Cécile G uerin, die de eigenaardigheid van vele moderne Fransche aktrices heeft (van namelijk fyziesch aan de tegenovergestelde afmetingen van Sarah Bernhardt te lijden) was, als aanstaande Catitarina van Rusland, op haarplaats. Zij is ceno zeer geoefende zangeres, en ook als comcdienne (metecnc aangename fy* zioriomÏ) gaf zij vele blijken van talent. De Heer OlivoRoger was een goede en sympathieke Poters ]\lic!taeloff(nGzax Pierre"). Zijne welluidendebarytonstern was somtijds wel nief tegen de choren opgewassen. Geestig heeft de Heer Augier-Diany den Korporaal G-ritsenTto gespeeld en gezongen. Dat hij (kozak uit de Ukraine) nu en dan een hollandsch woord onder zija Fransoh wierp, was waarschijnlijk toa te schrijven aan Moeso-gothische herinneriugea, die aan de Zwarte Zee zijn blijven hangen! Mevr. Guilbert verdient eene bizondero vermelding voor de gevoelige (misschien muzikaal niet volkomen korrekte) vervulling der rol van Prascovia (zij was ook Nathalie), waarin zij met pectus door den Heer Valdy (Ueorge) werd bijgestaan. Do Heer Selrack waa een ilinke Jlanilowits (= Slcnsikoff). De geheele ojivoering doet de grootste eer aan de medewerkers eu den iatelligentcn Direkteur. In het 2e Bedrijf gaf men ons eene Masmrkn, dansépar les dames du 'ballet, munecuvres militair es }iar dO dames (rccrucs) en la inarcks. sacrcc, cxécntéc par 3 orcJicslrof, ten beste. La vic parisienne" van Henry Meilhac en Lud. Halévy hecit siuts jaren cecige reputatie, al ware 't maar door de molodien van Jacq.Offenbach, daaraan verbonden, en liggend ia het gehoor van alle niet-kluiaanaars. Dia dozo Opéra-bouüe" niet gezien hebben, zullen, op den titel af, al licht deuken: dat zal wat moois wezen"! Toch kon men zich, bij dat oordo;', licht vergissen. Da Heeren, dio in dit snel op het beleven vau galante avonturen uit zijn, komen er slecht af, en ofschoon l'esfrit gtntlois hier wel een weinig aan het woord is, keerde het gedistingeerde public!:, dat Maandag, 2o' dezer, het gezellig zaaltjen der Heeren Prot bszoclit, in de aangenaamste stemming luiiswaarja. De Heer Doré, als Baron de Gondrcmarcl;, leverde ons een uitstekcnden type; deüeerlviesft was, in de drie rolloa dio hij vervult, zoo als gewoonlijk, onverbeterlijk; d.) Hoeren van Bsem en Kiehl kwetaa sich naar wcnsch van de partijen van Gjardtfai ea Uijbin&l. Onnoodig te zeggen, dat Mevr. Budcrman, als Gabricllc, door zang en spel bizoncler uitblonk, terwijl ook do andere kunstenaressen algemeen voldeden. 28 Jan. Alb. Th. HET TOONEEL TE ROTTERDAM. Imüda. De lang verwachte Opera der beide Rotterdammer heerea is eindelijk gisteren ten tooneele gebracht, en zou men kunnen afgaan op den bijval van een feestavond, men zou kunnen zeggen, met schitterend succes. Om het succes van een tooneelwerk te kunnen eonstateeren, aal men intus* schen een kalmeren avond ai' te wachten hebben. Van den tekst des heeren Smalt kan getuigd worden, dat al kan hij geen aanspraak op litterarische waarde maken, hij toch beter is dan de meeste Opera-teksten. Aan eene taliaansche novelle ontleende de schrij ver zijn stof voor een tekst dien men zeer goed kan doorlezen; de taal is voor een Nederlander, die geene speciale studie van het Duitsch ge maakt heeft al bijzonder goed, do voorkomende taalfouten willen wij gaarne op rekening van den zetter plaatsen. Ook de meeste verzen Hinken niet, al is ook wel eens iets ter wille van het rijmwoord gedaan. Het slot is echter een echt Operatekst-slot en doet veel schade aan het geheel ten opzichte van het dramatificb.e. De inhoud ia een soort Rome»

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl