De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1885 1 februari pagina 6

1 februari 1885 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

6 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEBERLAPTD. . 597 'nc t* ! ,«n Joh» geschieden» met dit onderscheid, 4at de Jalia (Imilda) krankJUnoig wordt, wanneer de Romeo (Fazio) dood is. . JBe zangera veroorloofden zich dikwijls afwijkingen van den tekst, die .over hot algemeen echter van weinig beteekenis waren. Op twee plaat?én echter dient de oorspronkelijke tekst te worden hersteld. In het derde bedrijf zweren de ridders volgens den tekst op het kruis; in de plaats van een kruis brachten de pages.... een bybel en lieten nu edel lieden van Bologna in de 15de eeuw op den bijbel zweren. Mevr. Jaïde veranderde het woord /«»/ und sechsrg in fünf und jwrsig en zoug nu het volgende: Fünf und vierzig lange Jahro Uab ich aof der Welt gelebtj .... sind meine Haare; Und die Baad vor Scbwache bebtf Fünf und vierzig laage J*hre. ^. Ach, wie siad ede schnett entfloa'n-I Bald tragt mir «Ke Tades Bahre, Steli' ich TOT des Sehöpfers Thron i In de opengelaten plaats staat Sübenveiss, daarvoor gaf Mevr. Jaïde een ander woord, maar het is zoo al dwaas genoeg, dst een vrouw van 46 jaren spreekt van hare bevende handen en dat haar de doodsbaar spoe dig xsi dragen. ? Hebben wij hiermede aan den tekst alle recht laten wedervaren, bij ?ene Opera, geldt natuurlijk in de eerste plaats de muziek. De heer Th. H. H. Verheij is geen onbekende m ons vaderland; ook als dramatisch compo nist heeft hij reeds door zijn Johannisfeier mf Amron de aandacht op aaclt gevestigd en met eenig recht mochten dan ook de verwachtingen iioog gespannen warden De heer Verheij heeft die verwachtingen niet teleurgesteld, hvj liueft in zijne Imilda aeer veel schoons gegevon. - Suets iümoeilijker dan een karakteristiek te geven van muziek, die men voor het eerai hoori; gemakkelijker is het op de schoonheden, dio men gehoord heeft, te wijaen. En dan is er veel aan te wijzen. Het meest heeft ons het trio ia het tweede bedrijf getroffen, waarin Fazio en Imilda den indruk weergeven, dien hun ontmoeten op hen uitoefent cu Yecehi», de voedster van Imilda, dien indruk opmerkt. In dit trio zit gloed en leven. Dan de zeer melocïeuse inleiding, die gebouwd is op het hoofdmotief, een zang r ijk e melodie, die aan Imilda in den mond g<?logd wordt, waaneer zq baren vader smeekt Bologna t« verlaten ea dio weer terugkeert aan het slot: der Opera, gedragen door het koor en den vader, wanneer Imilda krankzinnig w geworden en denzelfden wensch uit. Verder noem ik den marsch bij het binnentreden der gasten, het groote duo in het tweede bedrijf, waarin Imilda aan Fazio hare liefdo bekent en eindelijk de prachtige scène in het derde bedrijf, waarin Imilda den man, die haar met zijne liefde vervolgd en daarom Fazio verraderlij k heeft aangevallen, aan de kaak «telt. - Genoeg zij hiermede aar gestipt, om onze volle ingenomenheid met hot geboorde te betuigen. Geloochend kan intusschen niet worden, dat het perste bedrijf te gerekt is en te veel raüde aandacht der toeschouwers vergt. Ook een der glansnummers, het duo in het tweede bedrijf, is te lang an zoo de componist hier niet ean zanger als La'oatt te zijner b 'ïohikking gehad had, dit duo had fiasco gemaakt. In het algemeen kan men zeggen, dat de componist zeer gelukkig is ga.weest met de bezetting die hij te zijner beschikking had, want betere zangers dan de dames Jaida en Betaque en de Leeren Labatt, Behrens en JRathjens had hij moeilijk kunnen vinden, al moest aien bij Mej. Bötaque nu ouk weer opmerken, dat haar hooge tonen scherp en weinig Zoetvloeiend zijn. Het or3:est werd oiefc vaste baad gedirigeerd «ioor den heer Zsehoppa «n bet bewees de onera goed ingestudeerd te hebben. - De coatuums waren friseh en zeitgemüss. De Directie had door het plaatsen van groen en bloemen bij den ingang van den schouwburg ea op het tooneei een feestelijk aanzien aan de opvoering gegeven. Het Nederl. Toonect speelt nog aanhoudend Phityn A- Cie. en zal de Tolgende week Gyprienne doen opvoeren. Over eenige weken aal de eersto voorstelling van Legouvé's Medca met Mevr. Beersmans in de titelrol plaats hebben. In den nieuwen Schouwburg heeft men den aardigea Salontyrolcr verwisseld met de Kraaïceinniga van Soulié, cleii grooteten draak, die ons ooit ondar de oogen is gekomen. M. II. OVERZICHT VAM BET TOONEEL f3 NEDERLAXi), GEDURENDE 1884. ?^ C. De overige hollandsche tooneelgezehchappen. De wijziging welke liet gezelschap-v. Zuylen ondergiug, dat. Ia ua Sïeuwe Kottei'daffigche Schomvburgmaatsebappij veranderd werd, behoort tot de geruchtmakende seifen van het jaar, dat wij achter ous hebben. De Maatsehappij gaf franschu blijspelen van de la Cour en de sajac: R&K, aWomwïo's, de liaan kraait, van Labiche en Michel: uu Vos en de ', voorts duitsche possen en hut fraaie frausuhu tooneelspel getiteld: faawhedratna. Ka hut scheiden der artisfcon, waarvan eenigen het voornaamste bestanddeel van het Amsterdamsche I'arksehouwtmrg-gezel» schap kwamen vormen, andercu zich brj de Rotter d. afdettling ???an hufc Jïederl. Tooneei'3 voegden cu een derde gedeelte onder bestuur van den 'heer A. Faassen een afzonderlijke troep bleef uitmaken, kunnen aan dH laatste niet de eischen van een geregeld en volledig gezelschap worden gesteld. Men blijft zich behelpen tot den aanstaanden zomer die zijn nieuws ervorminl?eni naar algemeen geloofd wordt zijn verbeteringen, brengoa zal. Dit óene is zeker: Daar z]ju te Rotterdam elementen, die; verecnigd, een gezelschap kunnen uitmaken, eengeheel, waar Amsterdam nog langen tyi naar uit kan zien voor bet er een dergelijk bezit. Mea 'heet't liet !&& slechts van vroeger te 'aerranerea. 'De twee gezelschappen die zich in den aorfbt van 18S4 in tle oofdvestigden, dat van den Parkschouwburg en d*t der Variété*, zich beide» aog in het aven, aa« «bat Amsterdam, waar een paar jaar geleden drie tooneeJen nauwelijks konden besta»» ea fcnancieël slechte matig bloeiden, plotseling is gebleken een bodem te wezen, «aarop vijf dezer »eel omvattende gewassen kannen tieren. De Park» schouwburg, met zijn als geheel zeer gebrekkig gezelschap, waaronder men echter de bekende uitmuntende leden telt, liet nu eens verschrikkelijke draken" hun muilen wgd opensperren tot groote geestdrift van zeke? publiek en vond dan geen titel te afgezaagd om er zijn affiches coy eens mede te tooien, herbergde dan weder een zedig en gematigd fransch tooneelspel als Lise Pleuron of ontrolde zijn scherm voor <te kluchtige ?voorvallen def losse fransche blijspelen van het laatate paar jaren. Geluk kig, waarschijnlijk o. a. OIE de Parijsche sympathiën van den bestuurden tan Hamme vond de lafie duitsche posse hier geen vrijen trooo; om er haar vale gedaante op te doen zetelen. Wanneer de pracht der Parkschouwburg-zaal, waardoor Let publiek sieh gaarne ziet omgeven, haar deel heeft in het betrekkelijke welslagen van dit gezelschap, als oorzaak der flinko recettes, die de Variétéa sints September maken en van de vele glaasjes pons eau., die daar op een verteringskaart worden verorberd, moet de overlevering, de herboren herinnering aan vroeger dagen niet over 't hoofd word«n gezien. Vooral moet dit ook niet geschieden ten opzichte van deu kleinen Bamberg en van den kleinen Gharlier, beiden niet groot van gestalte, maar beiden beschikkende over een groote gaaf om de menschen genoegelijk bezig te honden, over een gullen lach, een rechtschapen talent en veel gemak om los te aeteeren. JU. de oude vaudevüles, die de heer Bamberg zich her innert uit de dagen zijner voormalige snecessen, schijnt dit gezelschap te aullen spelen, voor zoover het niet reeds gebeurde. Een bepaald nieuw stuk werd in 't geheel niet gegeven. En het gezelschap houdt zich, op oen erg lang duitsch blijspel na, dat er bij vergissing tusschen schijnt geraakt te zijn, heel speciaal met vaudevüles, een genre dat in Frankrijk ondertnsschen zijn sterfbed reeds lan? achter den rug heeft, beaig. Van de vrouwelijke kunstenaressen aan de Varictéa verhouden, viel gedurende het tegenwoordige seizoen, hst meesto licht op do jongst gepromoveerde tooneelschool-leerlinge, mej. Jetje Koos. D. Kritische tooneellelterkunde. .Cehalvo de oorspronkelijke tooneelstukkcn, walke in 1384 werden uit gegeven eii waarvan in ons Letterkundig Overzicht reeds gewag werd gemaakt, bleven vooral de Shakespeare-vcrtaliugen van Dr. Burgersdijk do aandacht trekken, waarvan eenigen: DeMid3omerKttc/itsclroom,liOmcij en ifulia, De Koopman van Venetiëon Koniny fan, iu clan vorm van het twcetld deel der gcheole verzameling vertalingen, bij don uitgfisar Brill te Leiden hot licht zageu. Ook verschonen de driu eerste s lweringen der nieuwe uitgavo van II. J. Sehhnmel's Dramatische W?rï:3-:, oen vertaling naar Ibaen's Vijand des Volks door Ida, Donker, JS/ctfa» door Legouvé, overgezet door Jan C. de Vos, enü. Kritische boeken, uitsluitend gewijd aan de behandeling van liat eei! or" ander vraagstuk van tooneei of tooneelletterkunde, kwaiaea in 1881 iea onaent niet uit. Maar studiën over Shakcspoaro vulden wel vele bladssijden m de tijdschriften De Gids eri Nederland. Terecht kun Prol', ton Brink aan een zijner veertieudaagsche opstellen iu het Zondagsblad don Htul geven: Shakcsfea-rc and Tccin cndü. In DU Gids plaatste mr. de Haua zijue Shakespearc-sdietacn, waaruit een opgeruimde stemming en vi.el goedhartigheid blijkt. Het is bepaald aandoenlijk den heer de Haau OTCI' Shakespearc's vrouwenfiguren te hooren keuvelen. In het algemeen zegt h;i b. v. van de vrouw bij Shakespeare: Shakespeare laat iu den regel ftcün vrouw oj' rnoisjc de hoofdrol vervulicu op nijn tooneei. Waarom? Waarschijnlijk omdat, Daar zijns meening, do vrouwelijke natuur mmdcr dramaüsch is clr.n die van den mr.n. on hoogst zelden tragisch.'' Over de roerende jonkvrouw-gestalte in Hamlet zegt de heer de Haan o. a.; Het is vrij wat gemakkelijker ds Ofelia van Shakespeare te verstaan, dsn in U3 werkelijkheid de Oiblia's op te sporen en te herkennea, oèchoon hun aantal niut gering is en menigeen door zijn gebrekkig gezicht da dupe werd," Dat noeinsn wij nu eens gemoedelijke literaire kritiek. Van eeu minder aïledaagscha goedhartigheid, van meerder denkver mogen en scherpzinnigheid is de Bladzijde uit de geschiedenis van S/iahcspearc's tooneddicht, do reusachtige bladzijde11! dia da heer F. vau der Goes in vervolgstukken in Nederland afdrukt, De methode van kritische tüoneelletterkuude-göschiecleuis, waarmede cis heer vau der Goes schrijft, was, vóór bij begon, in beo Nederlandseli nog niet toegepast. Al mist men ongaarne de bloemen en sterren iu den stijl, welke hier 'sheoreu van der tioes gedachten omkleedt, tocuheeft hij aan spraak op erkentelijkheid als .;initiateur" in deze. Er verschenen ook een paar studiën over het tooneei in China en Japan. De journalistisclie tooneelcanseric weru vertegenwoordigd door don hefip rio Vries met ziju vcrvolgwerkje In en om den schomcburn, en den 'heer Jaclc, verslaggever vaa de Portefeuille. Op zijn fransch babbelen heide hecrcn aardig over iooneekaken. D.' esrsta vertelt hetgeen hij wvet, Kangaande Oi'.zc beste tooneeispelern, de tweede behandelt wekelijks op voeringen v/clke te Amsterdam plaats hebben. Indien voor deze hoeren de tooneelwereld een hof is waar zij neuriënd on opgewekt ia moede door heen wandelen, bier met hun rottinkje cua paddestoel vermorzelend, daar een bloem plukkend voor hun knoopsgat, ? tU'u heer Jjoft'elt, verslaggever van bet llaagsche blad Het Vaderland, is zij eeu akker of liever aog een heidcgroud, die hij in 't zweet sijnsaanchijns bospii en bewerkt Ia kurkdrooge volainuen stelt bij zijn opiniüo op 't papier. De heer Haverkorn van Kijsewijk, als plaatsverrangcr <ies aeereji Obreeii conservator van 't museum Boymans benoemd, ontviel in zijue hoe danigheid van tooneelbeoordeelaar aan de Nieuwe JRotterdamscke Courant. Ons Dagblad gaf in de laatste helft van't jaar eenige tooneelfeuilletons: over Maclcth, Eichard III, Severo Tordli e» Het vieuiw huis. Het Handelablad gaf er oofe esn, over Nathctn. Overigens bepaalde men aich ip. onae journalistjofe^ meestal tofc gewone berichten en verslagen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl