Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD 700R NEDERLAND.
noerechen neemt tij de dorpelingen tegen zich in, en maakt zich gelaat
door allerlei oipiandlgheden.
. Dit vuurtje wordt aangestookt door Quilgars, den liberalen schoolmees
ter van het derp.
Weldra ia het geheele dorp tegen den pasfoor gekeerd, die buiten
eer.ige vromo oudjas niemand heeft'dan Mlle Irma Dellafosse, die met
hem sympathiseert.
ftjj bezoekt haar eenige malen, doch de duivel fluistert hem verkeerds
dingen ia bet oor, «a zijn liefde eerst bedeesd, wordt brutaal, heel bru
taal «elfs.
Onverwachts wordt alles ontdekt ??Het geheele dorp is in opschud
ding en vol verontwaardiging.
Da gemeenteraad zendt een schrijven aan den prefekt en de beide schul
digen worden verplaatst.
Om deze geschiedenis winden zich tal van andere heen, die juist
geeien en met talent zyn weergegeven.
Een der aardigste vindt men in het begin van het boek. Le Pure
Hcunhourc, de bedelaar, heeft zich opgehangen; naar men vermoedt,
crüdnt hij geen geld voor tabak kreeg. " Pincemaille en Julie, zijn
.schoonzoon en zijn dochter, bij wie hij inwoonde, en dio allerellendigst
voor den ouden man hebben gezorgd, vermoeden dat hij op den zolder
geld heeft verborgen, en doorzoeken het afgedankte huisraad, dat daar
ligt.
Terwijl zij daavmsde druk bezig zijn, komen onverwacht Marcel 0/ean
en zijn vrouw Ia Siraone, de andere dochter van don bedelaar. Deze
vinden niemand in het benedenhuis, en daar zij boven hunne hoofden
gestommel hooren, beginnen zij lont te ruiken, en stuiven de zoldertrap
P- E°nöwoordenwisseling ontstaat La Sirnone verwijt haar
schoonbroeder,^ dat hij het gevonden geld heimelijk heeft opgestoken.
Pincemaille, die voor al zijn moeite met niets beloond is, laat zich niet onbe
tuigd, en een hevige twist heeft bij het verschrompelde lyk van den
vader plaats.
Wat ik vooral in dit werk bewonder, is de studie, die Fevre-Desprez
van het dorpsleven hebben gemaakt, men voelt dat hetgeen zij zeggen
op wetenschap gegrond is.
Uit de landschappen dio zij schilderen blijkt ook, dat zij fijngevoelige
artisten zij a om daarvan slechts een voorbeeld te geven; hoo juist en
met sc-ntiment is een besneeuwd dorp als volgt geteekend:
II avait neigó toute la nuit, et Ie village s'emmitouflait
frileusement d'nne oiute moussue comme d'une fourrure les maisons
velucs tassées en onrs blanc, Ie clocher en bonnet de eoton, sous
nn ciel enfariné, un petit vent piacé, soufflait sur les famées, qui
iilaient des toits."
Tegenover deze goede eigenschappen staan echter ook gebreken, en
cle voornaamste is we], dat het werk niet ernstig is.?Zeer terecht heelt
Maupassant dan ook onlangs gezegd, dat het boek den indruk maakt,
van zeer jonge auteurs to zijn. Keeds da voorreda, waarin zij eenige
bokkesprongen tegen de Revue des Deux Mondes en de Sorbonne maken,
geeft daarvan het bewij?.
Verscheidene scones zijn ook met onnoodigo brutaliteit behandeld, waar
door do waarde 'van het bock als kunstwerk vermindert.
Somwij'en clnrgasrcn ds schrijvers hunne typen te sterk, waardoor ze
onwaar worden;'a's bv. Quü'navs zich een velocipede aanschaft, wordt hij
een karikatuur.
\\at in Autour d'un clocher ook hindert is ile gezochte, gewrongen
taal, en het gebruik van onbekende vreemde woorden, hetgeen maakt, dat
de zinnen dikwjjls duister zijn.
Dit is te verwonderen, omdat do Heer Louis esprez in l'Evolution
naturaliste" zoo sterk voor een duidelijke eenvoudige taal ijvert. Hij zegt
daarover in da voorrede vaa bovengenoemd critisch werk:
La Langue des deus conteura alsaciens (Erckmann-Chatrian)
debarrassée de ses naïvetes voulues et de ses negligences, libre et
large, simpla surtout, claire comma ces torrents des Vosges ou
3 on voit filer la truite entre deus eaux, sobrement colorée, mo
sembla tres capable de donner l'hospitalitéu toutes les sensationa
et u toutes les idees."
Waarom deze woorden niet op zich zelf toegepast; bet onderwerp
Jteeat er zich zoo uitstekend voor t
In de laatste weken ia Autour d'un clocher in de fransche dagbladen
druk besproken geworden.
Da schrijvers zijn plotseling geen onbekenden meer, en hun werk heeft
tal van lezers gevonden,
Dit succes hebben zij te danken aan de justitie, die schrijver en uit
gever wegens kwetsing der zeden tot gevangenisstraf heeft veroordeeld.
Dat men door dit te doon een onhandigheid heeft begaan wordt bijna
algemeen erkend; immers een groot aantal lieden, dio anders nooit naar
Autour d'un clocher zouden hebben omgezien, lezen nu het boek, om de
passages, die zooveel aanstoot hebben gegeven.
De zedelijkheid wordt dus door een dergelijke veroordeeling niet
beVoïuerd.
Deze ainsneJe zou wellicht doen vermoeden, dat Autour d'un clocher
een onzedelijk boek is. Ver van dat, het is een brutaal boek, hier en
daar zelfs zoo brutaal als de werken der oude schrijvers, doch evenmin
cmsedelijk als de romans der groote naturalisten.
Wat onzeJalgk te noemen is, zijn die werken welke geschreven zijn met
het kennelijke doel, om onkuische gedachten op te wekken. Men be
hoeft slechts de verhalen van sommige fransche chroniqueurs te lezen,
v, aar bepaalde viezigheden in een smakelijk kleed worden gestoken, om
te weten, wat ik bedoel.
De naturalisten doen dit nimmer; zij geven krachtige scènes en ruwe
woorden, omdat zjj daartoe genoodaaakt sjju.
Dit is ook het geval met Fevra Desprez, en ofschoon zij somwijlen,
gedreven door hunne opvatting, te ver zijn gegaan, mag men niet van
ben zeggen, dat zij gespeculeerd hebben op de zinnelijkheid der meiuchen.
I Jan.'f5. .,. A. Cooplandt.
JONAS Lie. De Eutland. Een
zeeman»vertelling vertaald uit het Noordsca
door F. J. Arntzenius. 's Gravenhage,
A. Eössing. 1884.
De lezer, die deze Noorsclie vertelling ter hand neemt, wordt dadelijk
getroffen door een smal strookje papier aan de binnenzijde van den om
slag vastgehecht en een zestal regels bevattende, die aldus luiden: De
beroemde romanschrijver Jonas Lie, de dichter der zeelieden, ia in nog
booger mate voor de Noorsche varensgasten wat Maryat voor da
EngelBeha was, de lieveling van wie de zee bevaren. Juist tijdens mijn reis
werd hem op Fromoën bij Arandal, waar hij een deel van den zomer
had doorgebracht, herhaalde malen hulde gebracht door zeelieden."
Eeisschotsen uit Noorwegen, door G. Honigh. Gids 1884." Voorzeker geen
geringe reclame voor een uitgever, wanneer hij een boekwerk, door hem
ter markt gebracht, met zulk een aanbeveling da wereld kan inzen
den. Immers de naam vaa kaptein Maryat roept bij duizenden hollandsche
lezers do aangenaamste herinneringen te voorschijn. En dan een zeemans
vertelling! Ook dit is voor velen een aanbeveling in het land dat ondanks
n door de zee groot is geworden n waar Janmaat zich nog altijd in
een groote populariteit mag verheugen. Toch heeft dit voor den schrij
ver zijne schaduwzijde. De verwachting wordt in hooga rnato gespannen
en dus worden den auteur meer dan gewone eischen gesteld. Maar Jonas
Lie is er de man naar om die verwachting niet teleur to stellen. Ik ge
loof dat weinigen dit boek onvoldaan ter zijde zullsn leggen. Men ver
wachte evenwel geen roman vol fijngesponnen intrigues, die aan het lezen
die eigenaardige behoorlijkheid verleeuen, zonder welke voor velen een
roman eigenlijk geen roman is. Het verhaal is boeiend., maar in een
anderen, in den goeden zin. De schrijver weet de ware belangstelling te
wekken voor de personen, die lig schetst. En toch zijn deze personen
wat men gewoon is eenvoudige lieden te noemen, zonder de beschaafde
vormen der voorname wereld, maar ook zonder do zonden, die de
schijnbeschaving der hoogere standen maar te dikwijls aankleven, 't Is waar,
ook in den kring van eenvoudige menschen, die in dit boek voor ons
optreden is niemand volmaakt. Ik haast mij er bij ta voegen gelukkig!
vant wij onvolmaakte stervelingen zouden hen dan niet begrijpen en
allicht vervelend vinden. En vervelend zijn de door Jonas Lie geschetste
zeelui zeker niet. De eigenaardige schoonheid van dit boek is jnist hierin
gelegen, dat op de meest ongekunstelde en natuurlijke wijze het doen en
laten beschreven wordt van een zeemansgezin. Maar dit geschiedt tevens
met een fijnheid van karakterteekening, die elk der optredende individus
tot een scherp geteekende persoonlijkheid maakt, een wezen op zich zelf,
dat in hooge mate 's lezers belangstelling wekt en waard is. Er komen
in dit boek zulke aardige, goed volgehouden typen voor. Daar hebt ga
de eigenlijke hoofdpersoon, Juffrouw Een, die, wanneer ze als passagier
een reis met de Rutlaud medernaakt en bij die gelegenheid in een storm
bewijzen van groote kordaatheid geeft, bij den kaptein Kristenzen de
gedaehto doet opkomen, dat zij hem een goede levensgezellin zijn zou. Vol
bewondering heeft hij haar gedrag gadeslagen en hij drukt dit op
zeemanswijze aldus uit: Vrouwen en versch vlesscb. dacht ik altijd dat flauw
waren, maar gij zijfc een gezouten vrouw, Juffrouw Een!" Do persoon
in kwestie wordt Madam Kristenzen, die voortaan alle reizen met de
Eutland mederaaakt en daarbij bare eigene handelszaken drijft. Zij weet
zich te doen gelden, zoodat aan boord van da Eutland dienen door het
volk Echotsenderwijze genoemd wordt: varen met Madam Kristenzen.
Intusschen, de tijd zou komen, dat al hare flinkheid en handigheid te kort
zouden schieten om den wil van haar man voor den hare te doen buigen.
't Geldt de beroepskeuze van hun eenigst kind. Da jongen wil zeeman
worden en zijne moeder tracht, na vele vergeefsche pogingen om hem
van dit denkbeeld af te brengen, vader Kristeuzen over te halen om Ii3ia
zijn zin ta geven. Maar nu treedt Kristenzen's vastheid van karakter
soms in koppigheid ontaardende aan 't licht. Men moet zelf kaptein
geweest zijn meent hij om 't drukkende der verantwoordelijkheid,
welke in die betrekking op iemands schouders wordt gelegd, 1e kunnen
beseffen. Vandaar dat zoovele kapteins heulen troost zoeken in dc-n drank
om het knellende dier verantwoordelijkheid voor menschen en goederen
te vergeten. Zijn zoon moet scheepsbouwmeester worden. K ij zet zijn
wil door en Berend de zoon wordt naar Sbielda gezonden, De jongeu
van zijn kant wil ook niet buigen en neemt in Engeland dienst als ma
troos. Vader Kristenzen wordt woedend als de eersta brief van Berend
niet uit Shields maar uit Gibraltar tot hem komt; hij wil niets meer
hooren van den zoon, die nu voor hem zoo goed als dood is. Zoo gaan e?
jaren voorbij! Er is verwijdering tusschen het echtpaar ontstaan. Kris
tenzen vindt meer en meer zija ideaal in geld verdienen moeder
Kristenzen moet haar leed verkroppen in stilte de brieven lezen van
haar jongen, want de vader wil die brieven niet zien. Daar leest Kris.
tensen uit de courant het bericht voor, dat de gele koorts te
NieuwOrleana vele slachtoffers maakt ook op de schepen. Bij het hooren van
dit bericht kan madam Kristenzen een kreet niet weerhouden, want zd>.
weet dat Berend in die plaats is of onlangs geweest is. Maar nu is ook
het ijs gebroken. Het denkbeeld dat zijn kind daar inden vreemde ziek ligt
of misschien reeds gestorven is maakt Kristenzen week en een brief aan,
Berend door moeder Kristenzen nu uit beider naam geschreven,
meldt hem vaders vergiffenis. Gelukkig nog niet te laat. Berend is ?wij
gebleven van de gevre-da ziekte en ala dit bericht op de Rutland komt,
worden de aandoeningen Kristenzen ta sterk en barst hu in snikken uit.
Dit was een vreemd geluid, want ook bij het weenen behoort routine."
Berend keert terug, maar heeft genoeg van 't zeeleven en besluit scheeps
bouwmeester te worden. Zoo is ook de ervaring in vier jaar