De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1885 8 februari pagina 6

8 februari 1885 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

6 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Nd. 398 doch dit tooneel presque touchant te noemen, komt ons wel vrat senti menteel voor. Wat men daar ook van denke: 't ia te wensehen dat de jonge kungtenaars door zulke bijzondere tentoonstellingen dan ten minste leeren in hoe verre zij voor hun vak geschikt zijn, en aan de maatschappij wegenkjken dienst kunnen bewijzen, opdat zij teleurgesteld tengevolge hunner verblinding, bijtijds eene andere loopbaan kunnen inslaan, wij gouden aan de meeste der hier vertegenwoordigde talenten gaarne willeu toeroepen!" Boter ten halve gekeerd, dan ten volle gedwaald!" De bovengenoemde welwillende criticus opent zijne beschouwing met de woorden: Dik jaar is deze tentoonstelling buitengewoon aantrekkelijk." Het is niet zeer vei makelijk een lang verslag te lezen over werken van plas tische kunst, die in 't algemeen niet meer dan middelmatig kunnen «orden genoemd. Wij willen ons daarom slechts bij enkele stukken bepalen. Uitgemunt hebben bij deze gelegenheid Léon Frédérie en Halkett. De eerste door het portret ten voeten uit van eene oude meid," de tweede door een tryptiefc van 4Va meter breedte, getietld In het dennonbosch." Indien wij de geschiedenis van dergelijke werken kenden zonden wij daarvoor misschien toegevender zijn. Toegevender?... Ik vr-ag varschooning, ik bedoel: wellicht meer voor ingenomen. Stel u eena Icvensgroote ouda vrouw voor, die u schijnt te Willen te gemoet komen, mit al «ia wansmaktlijkhoid ven horen snuifneus, haar rimpelig gelaat en afhangende onderlip, gekleed in hare alledaagsche oude lappen, sondar de minste pretentie uil hare keu kenkamer tredende, waar mea h-?t doorzicht heeft in een tweede vertrek. Stel u voor dat da schilder niets heeft willen latan raden Of idealisearen, dat de arm slcnttrlg langs hst lijf hangt en zelf s de schort of 't blauwe boeaelaar door streven naar natuurlijkheid eene rossige tint heeft gekregen. Stel u voor dat dit wijf uit den achtergrond treedt met-een reliëf, waar voor elk panorama-schilder ion kunst-near sou bscijclen, dat dt kkuron met een zekere g-makkelrjkïioid zijn naderg borsisld en 't spreekt van Zelf geene aanspraak maken op acJ;c"s. Etel u «ndclijk voer dat de oude meid ook niet sehoAner v/il schijnen dan 2ij is. /.ij is niet ijdel op haren ouden dag, gelijk vele harer geslachtsgenooten. maar zij ver raadt ook niet of zij hsra meeshors door trouw en aanhankelijkheid ge durende eene halvo eeuw heeft gediend, of wel dat zij de marktprijzen vyf-en-twintig percent op ds ksuke^ei (Vansz dupdïdfr) heaft verhoogd, om op haren ouden dag een duitje extra te hebben. Stel u dat allpg voor, en oordeel dan zelf. Sommicjea zeggen: het is een CltcfiPocuwe. Sommigen!,... Frédérie levercle nog een Isvensgrooto jonge dienstmeid (krijtachtift van kleur, wat de schildor liefheeft) tot aan de knio, van achteren te zion, zich buigende over de balustrade van een balkon, en uitetende naar eenen jongen jager of grasmaaier van li!i£utachti»s kleinheid (door gebrek aan perspectief), gepkatst ia eene omge'ïrg van cch-r.rp-groen «ebocmte, wit den schrijver dezes aan geen bosuh ter wereld, maar wel aan keukengroen herinnert. De jonge schilders zoeken Keuren zonder tusschentiutcn, tafercelen zonder perspectief, en zonder het borstelwerk van den verouderden(l) Gsllait. Het midden paneel van Halkctts drieluik stelt vijf personen voor: ncn oude burger dame op oenen stoel, half van achteren in profiel gezien een flinke, weldoorvoede, vlaamsche type. Een afgeworpen roode shawl hangt over den rug van den zetel. Tegenover hï.ar zit een meisje dat blijkbaar de tering heeft, aan wie eene oudere zuster of nicht het wollen doekje omspelt. Een kind speelt daarneven op den grond niet dennentoppen. In de verte komt een jonge man toeloopen. Links van den aan schouwer, op een smaller paneel, wandelen twee vrouwen, waarvan do eene de andere, die ook blijkbaar aan galoppeerende tering lijdt, onder steunt; op het rechter luik zijn slechts een deel vaa het bo.-;ch, met bloemen op don grond, en een zwarte sluier afgebeeld. Hot is het dennobosjh van Genek, waaraan eer» bijzondere genaorkracht voor teringlijders wordt toegeschreven, een waagstuk van den schilder Zulk onderwerp op dio groote schaal te behandelen. Onclertucschen is het met groot talent van uitdrukking on kleur bewerkt. Ook de teekening is in vele opzichten meesterlijk. De geheelc behandeling is eenvoudig", ja Btroef als men wil, rnacr toch van roerende waarheid, zondur aanma tiging of gemaaktheid van groopcering of' kleur. Onzo hoofdaanmerking betieft het gebcomte. De schilder schijnt wel eens een dencebosch te hebben gezien, doch hij hoeft daarmede m&t ver keerd. Het ia met do natuur als met do mpnschen; om dezen goed te kennen, moet men, gelijk da oudo spreuk luidt, tenen !;z:>k zout met hen hebben gegeten." 't Is niet genoeg do natuur te hcbbeu gezien om haar to verstaan. Moeilijk fran men de overige kunstenaars groepceron! Zal ik van Orner Diericx spreken, die met. dezelfde déslneollure een gezicht in eene roomBche kerk schildert als esn levensgroot jong dametje, zonder inexprimalle, van achteren gezien, met een goed gepeaseelden maar niet geheel reio geborstelden rug. N B. vóór eenen spiegel zich kappende? Laat zulk een wansmaak zich door het woord Talent!" verontschul digen?... Of moet ik spreken van J. Diericx, die eene dergelijke (met verlof) cocottige spiegelgeschiedenis t,n profiel levert? Ik citeor liever de beide mansportretten van liaboulaye en het kinderbeeld van Uerbo, neveng zijn verdienstelijk (minder behagelijk) vrouwenportret en rustig mansbeeld. 'k Spreek niet van Van Gelders wansmaak: niet van Lemuiena Etude pow Marie Hadeleme. Rechtaf belachelijk is die geaffecteerde jufvrouwin den rouw! ubert Vos moge zich hoeden voor de tinten die allo omtrekken, zelfs alle kleur in eene bruine saus doen ondergaan. De oude Israëls mag zich dit op zijn best veroorloven. Summa summarum de jonge kunstenaars hebben nog veel te leereu alvorens zij kunnen prendre l'Essor, d. i. vrij op do wieken hunner ver beelding mogen opvliegen, al waren zij Defreggers, Mackart's of Munkacszy3», Terwijl nu deze toucJianfe groep des jeunes nog aan 't tentoonstellen s^ klopt alweder eene andere groep, die der zoogenaamde Vingtistes, aan de deur, om ook hun woordje van protest mede te spreken tfigen de few* datores temporis acti van voor dertig jaren", toen immers de kunst (zeggen zij) lang zoo hoog niet stond als die der tegenwoordige dagen, waarin de meeste kunstenaars aangezien worden of zich zelven aanzien als profeten van een nieuw licht, als een vuurbaken voor het zeilend pu bliek, maar naar den geest voorwaar niet zoo groot als het standbeeld der vrijheid te Philadelphia kolossaal is. Heden dient de afbeelding van dien '.".'.'. zonnegod (of hoe zal mea hem met zijnen stralenkrans noemen?), tot reclame voor de beste bre« tellen der wereld", de Argosy-braces"! Doch dat is nu tot daaraan toeDe Ccrde artistique houdt eene tentoonstelling van werken van Charlet, Franecj, enz. Te Namen hebben wij de Exposition du nouvel an"; weldra gaan andere steden volgen. Het regent, of liever het hagelt olie» verfschilderijcn en expositiön. Koopers vindt men maar weinig. In dezelfde mate als dezen afnemen, vermeerdert het getal exposanten, Doch men hoeft zich niet over angstige nauwgezetheid der afwerking te beklagen» Dit zou geene rekening paven: Do jonge talenten maken uit den nood eene deugd en bakken spoe« Gig en lekker," wat door han als het cenigst gezonde en edele bankeb wordt aanbevolen. Daarnaar grijpen da liefhebbers; ook de gravin van Vlaanderen laat haven naam onder zulk esne affaira de rien du tout,'k om euphernistisch te spraken, prijken, terwijl van den andren kant de minister wordt lastig gevallen door uu gronpe de jeunes," dat lig in da kunstjury's en commissiën te veel ds jonkheid miskent. \Vat er ook van zij: wij kannen over vele tentoonstellingen heenstap» pen, de woorden van eea geestigen criticus uit den Gav.Ms herhalende: ..Ce que nous demandons au tablaeau c'est Ie chiftbnné, la seasation capiteuse et pétillant», Ie joli amusement de la vic a. fieur de peausansracines ni projecticns," enz. Enkele uitzonderingen niet te na gesprokenl Bruesel. l Eebr. '85. M. A. 1) Als sewooi)li;k plaaiaen wij deze correspondentie oreïanderj, al knnnea wij ons mot do van iciaijdi-lisid EÏSÜgeheel vnj ta pleiten beschouwingen over ('i'ssur, tiet to u'l;-n tlccïu vi.-;Tiii);'ret3. De schrijver ia wel wat al te voel onderden induik geweest tlcïluecïauitióu u«u ware opmerking \an dea Gulcis criticus, Jtetl, UIT r AHIJS. VIII. Hot ig een bijna or^oliarrS fait in de annalen van dsn thermometer: de Cl: i ^ des ljuii::c:r.'0 heeft 20:. ijsfeest gegeven. Deae Club heeft zelfs tiKfs fseiteu gogoven cc geea doohvcder h-Soft stoornis gebracht in de uitvoering harer plannon. Onza Rii-iiienaes hebben van die gelegenheid gebruik gemaakt om zich ia R-i'-dsch gevuld te steken. Dat is op zijn tijd ook een genot. Yo"x' d.o vrcuiv van d« wsreld komt tooh eigenlijk allss ter» elct'ce neer1 op haar toile':. Dat i? voor hs.ir dr. groote, da eecigs quaeetie. Ivl'sschienkfent g)j dcu titv-vl v;;n aekoro ijd^lt'iit;, ir wier bijzijn gesjToisa 'Vercfc over da wr^eJj Jagen, wdkj da dood scndoi- ophouden toebrengt IB waarocr zoo '.vijs faaiilios 'n rouw gedompeld wordea. 'c Is toUi gslv.kkij? aldus luidds haar in gemoedelijke uitgesproken verzuchting dat rouw bijna alle vrouwen gceu staat! Er schuilt een gansche poi-em in die uiting des harten. Alzoo, gelijk ik iclt'.s, alles komt bij das sidg wciblïehe ten slctte op? het toilet neer. Ouze Fi'ar.DcI:? vrouwon hsbben meerendeels .-n dat is ds. Efchuld van ent, "acht k'ima!«t gsec gelegenheid om t« leeran schaat' senrijdèn. Die ijsi«osven z^n iua voor haar in den strengen zin des woord» sleo}>7s sen pl,itoai;-th veirnaak. Dit verhindert evenwel :i;er. dat zij nvsrdokt met bont, «r t.ien g.iaa met groote opgewektheid. Dat vereischt veel moed. Of grenst bot niet can heroïsme om in ??en van allo kanten open panier ean uur ea langer stil te ziften kijksa, blootgesteld a MI dec kouden luchtstroom, naar allerlei bewegingen en wentl.'u.jrc.n, wairaaa zij aclven gean deel kunnen nemen. Maar zij jordcn iK.mt.rd in dbc tijd ook gezien en bewonderd? Dit eene dost het ander* begrijpen. Alku Lsbben dus echt pret gehad eri iedereen heeft zoo'n tijdelijk Siberiëverrukkelijk gevor.deu uitgezonderd do vogels en de konijnen. van het Buis ie Boulogi.e; die avmo stumperts hebben het met al dat vuurwerk en g'sknal hard 'o verantwoorden gehad. Het verwondert mij. dat OÜZB tooneehchrijvers, dia steeds Zoo verzoft zijn op fonkelnieuwe mücs^a-scöne eu altijd zockan naar een verrassendd ir.kl-jeding. nog mei; op htt denkbeeld gekomen zijn om een bedrijf vau» h-ït hoieudaagsclie blijspel tümidden van zulk ecu ongewoon decoratie? t«j dosn spclfn. Zoo'n li^st zou zich tot allerlei verbindingen leenen; voor-" eerst vorr het oog de Parijsche ieëris. Dan, voor het incident van heB, drauia ah nir-.« tru miiwto aan zoo iets behoefte heeft, het contrast va»-. hft gehuimzinnig fcii Bombervvoud. Eindelijk h'.'.t komisch element in ruim»' mate, voer het geval dat men lust heeft tot het maken van carioaturen. Ook nu waar hob ik do opmerking gemaakt, dat er voor een aenschtop schaatsen geen middelwog bestaat. Men doet het goed en is bevallig^ i i' men doet het sleuht en men is belachelijk. En dan komt er nog dit? «rnstig bezwaar bij, dat men, zoo men de kunst niet verstaat, te belaclie^ lijker zich aanstelt naar mato men mooier zoekt te rijden. Het zou volstrekt niet onmogelijk zijn op de patïnologie een geheel stel sel te bouwen, zooals Gall dat eens deed op do phrcnologie. Het: segmif hos g/j scliaalsen rijdt en ik sol u scyycn wie gij eijt zou heel wat lichter «n met vrij wat meer recht dan men nu wel denkt, in toepassing zijn t» brenger. Daar, let eens op dien man, die daar zoo haastig voorbijschiet. Hij rijdt recht toe recht aan als een kogel. Hij bekreunt zich niet om de hinder» nissen, dia hij kan ontmoeten. Nog minder gaan hem de menschen aan,.~ ilia hij omver kan smijten. Dat mensen is <jga echte d i$kop,daajrY.emei!

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl