De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1885 15 februari pagina 12

15 februari 1885 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

BE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Na. Wanneer hij thuis kwam, was Mia reeds te bed gegaan, en vond hij een boterham voor hem klaar staan, die de buurvrouw nog had gebracht, maar die, naar hij zich niet ten onrechte ver beeldde, eiken dag iets dunner werd. Het arme mensch had het ook zelf hoog noodig. Eens vond hij slechts een leeg bord, met een papier er op, een aanzegging van den huisheer, die om achterstallige huur maande. De nood was ten top gestegen. Den volgenden morgen, zei Mia: «Daar was niets gisteravond, vader, buurvrouw kon niets meer missen, is zij komen zeggen." »Ja, kind, ik heb 'et gezien... O, God, ik weet niet, wat wij beginnen moeten." »Weet u het niet?" vroeg het meisje op een wonderlijken toon. Maar hij hoorde het niet eens; hij was heel en al ver diept in zijn wanhoop. Weer ging hij uit en liep langzaam, het hoofd gebogen, over de harde steenen. Hij voelde dat hij iets moest doe*!!, een laatste poging, maar hij kon niet, hij kon zich zelf niet meester worden. En tusschenbeide bleef hij staan op de bruggen, over de leuninggebukt en, terwijl hij in het donkere water staarde, zweefden er sombere, krankzinnige gedachten door zijn brein. Hij dacht aan zelfmoord. Het moest er van komen. Dan zou hij van de scheiding niet te lijden hebben en Alia's lot verzekerd zijn. Dit denkbeeld had hij al meermalen gekoesterd, maar nu deed het zich met een ongewone kracht voor; het kwam hem als een opperst redmiddel voor... liet werd bij hem tot een besluit. Van avond,... morgen-., hij kon niet meer naden ken,.... het moest geschieden. Toen hij zich omstreeks midrla'Mcht werktuiglijk in de rich ting van zija huisje bewoog en, terwijl er een zachte regen viel, de Vijzelgracht over liep, bespeurde hij met verwondering het licht van de olielamp, dal door de vensters zijner woning scheen. Hij begreep niet, wat dat wezen kon. Mia, die om tien uur andei's naar bed ging, had zeker vergeten de lamp uit te doen, maar dal was toch vreemd van haar, die zoo jong reeds geleerd had spaar zaam te zijn. Hij kwam boven en opende de deur. Daar zat Mia bij de tafel, den rug naar harn toegekeerd. »Wat ben je nog laat op, kind l" zeide hij met zijn gewone afgematte stem. Maar wat zag hij, naderbij tredende! Op de tafel, vóór zija doch tertje, stond de versleten naaidoos zijner doode vrouw; het werk, waaraan zij bezig was geweest, lei er over uitgespreid, en Mia, die het handwerk nooit had geleerd, zat met eenhoofdje, gloeiend van opwinding, onmogelijke pogingen te doen om naald en draad te hanteeren. Een rimpeltje van inspanning was er op liaar gladde voorhoofd zichtbaar, en het witte linnen was hier en daar met kleine druppels bloed bespat, want het kind had zidi door haar onhandigheid verscheiden malen in de vingers geprikt. Leopold begreep alles, hij was als van eerTbiiksemslraal ge troffen, met een onuitsprekelijke aandoening knielde hij 'bij haar neer. »Wat doe je daar toch, kind?" » Vadertje, ik.-., werk, maar... het gaat niet... maar ik denk toch wel, dat ik het gauw zal kennen. Dan doe ik net als moeder deed, en naai voor de menseden. Als u dan niet werken kunt, hoeft u het ook niet te doen. En als ik dan geld verdien, kunnen we eten koopen." »0, kind, kind!'' riep Leopold in vervoering uit, »moet jij me op die manier mijn plicht leeren, moet jij me tot, mij zeil terugbrengen?" En hij kuste Mia hartstochtelijk en vergoot heete tranen over haar gezichtje. »0ch, vader," zeide zij, »dat is toch zoo erg niet. Laat n mij maar probeeren. Ik ben zoo bang, dat u mij weg zal sturen naar die rijke menschen, of dat er iets anders »vreeselijks zal gebeuren, als ik het niet doe!" »Neen," zeide hij beslist, doe 't niet, je mng 'et niet meer doen, hoor, ik wil 'et volstrekt niet hebben. Ga gauw naar bed, en morgen zullen wij eten hebben, ik beloof het Je!" Leopold hield woord. Hoe het toeging in zijn binnenste wist t.ij zelf niet, maar hij dwong zich zelf dien nacht, tot rusten. Krachtiger en zelfs met een weinig moed gewapend, ging hij 's morgens de deur uit. Het toeval moest hem geholpen hebben, want toen hij 's avonds thuis kwam, had hij werk gevonden, liet was wel een schraal postje: nog minder dan het vorige, maar hij begon zijn bezig heden, en, door een vroeger ongekende zelfbeheersching, slaagde hij en werd zijn inkomen na eenige maanden iets verhoogd. Wanneer, een tien jaren later, de oude heer van Bergehem zich nog nu en dan te Amsterdam bevindt en zich, buiten weten zijner gemalin, naar de Vijzelgracht laat rijden en in dezelfde nederige woning, de trap nu opstrompelt, want de man kun opzijn beenen haast niet meer staan, dan vindt hij daar twee gelukkigen bij n: een slank blond meisje, in de lente van het 'even, die het zóó druk heeft met naaien en borduren, dat zij haar werk haast niet af kan, en een bleeken maar toch gezonden man, die op zijn kantoorwerk dagelijks eenige uren vrij ai heef!, en verzen maakt, die wel niet gedrukt worden, waat zijn geest schijnt zich nu eenmaal niet in door gewone stervelingen te waardeeren bewoor dingen te kunnen uiten, maar die hem en zijn dochter loch i«*ea van genot bezorgen. Bij zoo een bezoek wordt dan nog wel eens van vroeger dagen gesproken. Anna leeft voort in de herinnering der beide ge liefden, welke zij achterliet. Wanneer haar naam genoemd wordt, komt er een schaduw over het gelaat van Leopold, maar hij be zit een schat, die tegen alles opweegt, een troost, die hem alle leed vergoedt, zij, die de oude graaf de tweede Anna noemt. h«j, sprekend evenbeeld der overledene, de zonnestraal in huis : Mia. BRIEVENBUS. (Rotterdam) 11 Februari 1885, Aan Professor Alberding Thijia Amsterdam. Hooggeleerde Heer. Do heer Wortkeim had de beleefdheid mij Uwe recensie toe te zenden van mijne Schilderijen in het Panopticum tentoongesteld. Het zij mij vergund UEd. enkele opmerkingen to maken naar aanleiding van go. noemde critici;. Prof, JoséSan-a 'j Fai-xon was de leermeester van Fortuny. Zijn werk verdient m. '. ongetwijfeld even grooto waardeering als de meest g ei; on d s producten vau Jtft-.-',»soiinier. Ziet eens zijn Soldaat m de Wachtkamer !" goed van kleur on heerlijk ge toetst! Wie overtreft hein in zijn Stilleven Vogcltjeè" onnavolgbaar minutieus van b; lii-.nJeling. De talereeltjes van oppervlakkige b oli and eling, zond hij nooit als schilderijen d) wereld in, deze waroa zijne schetsen. Weet ZEd. mij n kunstenaar te noamen die t-altcnt zoo correct, zoo gracieus a!s hij 'i Zijne penteekeniiig getuigt dienaar g \anJo voldoende. Jiiijisaeri's Cabaret is u.enaU de 3 k'.eino schilderijtjes uit zijn lesten tijd en begrijp ik mij niet hoe TJEd. het stuk verondtrd noemt. Ik voor mij prefereer de 2 rockers (twee kleine schilderijtjes). Dezo zija verre te verkiezen boven bet boste werk va:i Madou, maar toch noem ik zijn Cabaret'' een degelijk stuk. Omtrent hot werk van Jaequo ben ik het volstrekt niet met tJIM. eens Zijn groote t>fK,:lt -,/ti-t Schn>ien hoeft kwaliteiten als een Hobbema. De 2 kleine paneeltjes zijn juweeltjes van liet zniversto water. Zijne Varkens zijn zoo voortreffelijk van behan deling en van tuon, dat ze aan een Heialu-andt doen denken. Van waar UEd. de o n w a a r li e i d in zijn werk haalt, is mij eerlijk gezegd te geleerd. MiinL-rn: ?.',-? .s Kust raad ik UEd. aan 'dikwijls ta gaan zien. Ik ben overtuigt dat L'iv.l. eindigen zait deze schilderij een van zijne «Ucrbeste, jtfodtid'-ti- te noemen. 11; zie op die banden zuiver zonlicht en vind daarin "ici-< gczoehis. Ik was in do geL-;;or!i'-id veel van dien meester te zien, doch vond n;'s zijn Jlilton" ninini'T cno siruiuï, rij z:>o correct van teekoning, zoo heerlijk en harmonieus >an l.li'iir e n zi"i biTuau! geschilderd, als doze. Munkacsy maakt sinds eeuige jaren ia;sbr.uk vi' n hiUme, tengevolge daarvan wordt zijn werk zwart en berst. Deze schilderij «???hier is u\v.r dun tijd In /<'">?(!<?>? gu'.voiduu. 1U stel to liooguu prijs op Uw oyrdtiji, dan dat 'c mij' niet .spijten zou ais wij op 't gebied van kunst vol'Si-hUden. Hoogachtend heb ik do eer te zijn, Kohier. Il; heb redon om te onderstellen, dat de zetter hier to recht Kohier gilczcn iuo't (voorletter niet te lezcni. Ik kan daarom verklaren, dat hot mij genot-gen <ioo; <?'! zien, dat ook de door mij als voortreffelijkst geroemde tai'ereoieu van La Serre bij den eigenaar bovon-aan siaan. In du waardeering dor andere schilderijen stsan wij piet geheel tegenover c'kaü:1; maar vindt de ei?viiaar ze fraaier dan ik, dau ioct ik hiia ue vaci'zen Uit den Miï':ti>.:>!>'v>"' m liovMiiioring brengen; O r o n t o : Et moi jo vous soutiens que mea vers sont fort bons. A l o o s t e : I'our les trouver ainsi vour aurez vos raisons. MTEUWS TA^T BE WEEK. Z. 31. de Koning zal, naar wij vernemen, in de tweede helft van Mei de badkuur te Garlsbad hervatten. Naar nun verneemt, zal do Prins van Saksen?Altenburg, de verloofde van Prin ses Hendrik, uit deri lu'ü-iïchen in Pniisieeheu dienst overgaan, en niet een aan zienlijk commando te Berlijn bciasl worden. Het huwelijk van Primes Hendrik; zul te Berlijn worden voltrokken. Dei buitengewone gezant en gevolmachtigd Minister bij ons Hof, Li Fong Pao, Wordt a. a. Maandag, vergezeld van Br, Kroycr, secretaris-luik, to ''s-llage vcnvr.ch-.. De Ministor van Financien heeft aanslag-biljetten wogens grondbelasting ten nnmo Vau den Staat, vrijgesteld van zegelrecht, ongeacht hot bedrag van den aanslag. De Minister van W., H. en N., heeft aan de Commissarissen dos Koninss de volp'onde aanschrijving gericht b: treffend') den invoer van bloembollen in hou buiLnland, in verband mot do maatregelen tot wering der druifluis: Herhaalde klasht&n over belemmering van den invoer van bloembollen in Kijken, die tot do Bcrner conventie zijn toegetreden, hebben aanleiding gegeven om aan d» regeeringon dier Kijken, inlichtingen ta vragen omtrent de door haar op dat oiuii gegeven voorschriften. Volgens do daarop ontvangen berichten worden in Duitschland, Oostenrijk?Hon garije, witsiarlaud en Luxemburg zoowel clrogo als van aarde voorziene, in Frank rijk en Belgiëallén droge bloembollen vrijelijk, zonder inachtneming van ee::iga Jormaliteit toegelaten. In Portugal wordt bij den invoer van bloembollen overleeging van het ;.n avfik<i 6 van liet Koninklijk Besluit van 2!) December Zaal» (Stautsl'lud Au. ~d<j genoemde certificaat sceischt. Ik heb do oor u to verzoeken hiervan kennis te willen geven aan de of'icieele dcsluuHÜgoii in uwc proviueio en aan do besturen der gemeenten, waas bloembollen worden gekweekt". Or.der do op het Internationaal Postcongroa aanhangige voorstellen is er een van Duitschland om do verzen iing van couranten te vergemakkelijken. Niet alleen w.*'; de koataij vau overbrenging betreft, maar vooral wat de oxpcdiiio aangaat, waarvoor do couranten niet meer naar het kaut.-or zouden behoeven gebracht en niet van postzegels voorzien zouden behoeven to worden. Voorts wil Portugal door raaschenkomst van do postadvertcnün doen inzenden. Maar daartegen zal ernstig- verzet rijzen, o. a van do Nedcrlandscho gedelegeerden, die aan do posterijan niut een nienwe werkzaamheid willen opleggen, welke aan c-n aard van den dienst geheel vreemd moet blijven. De verschillende vooi'SWllea zjju thans in onderzoek bij tipeciaie coumüesiün uit het Congres. Te Middelburg ia een adres aan de Tweede Kamer ter teekenmg gelegd, waarin adressanten eea invoerrecht van twee gulden per 100 ko. tarwe of meel verzoeken. 7.ij gronden dit verzoek op den treurigen toestand, waarin ''s lands naneièn ZK M btvii.dea en achten de tegenwoordige lago graanprijzen een aanleiding, om, desnoods tijd-dijk, aanzienlijke inkomsten voor -'sliijks kas te verkrijgen. Volgens ofücieelo opgaven hoeft do invoer van vreemde granen bedragen 7.23i.3d3 liectoüters in 1SÜ3 en 7.iW,(!üO 111. in 1S81, en van meel ai.212,(iï3 Ko. inlHiS ca -13.41G,Ovüko.iu 1;--; i. Worden do lioct ilitora ingevoerde tarwe berekend tfigcn een Kemiddold {ï«wicht v,in 75 Ko., dan is aan tarwe ea meel ta zaïuoii ingevoerd TS.791,390 lio. ia la'bi! en (Jl'a.Ol^.OliO in 1KB4. Hij cono hol'ling vun f 2 per 10H Ko. tarwe on meel, zou dus in 1584 een som van Vi iniilioeu gulden voor do schatkist zijn ontvangen. Adrecsauteii vragen dan ook aan <)e kamer, t^ willen medewerken dat hefüng van een invoerrecht op tarwe en meel ook wordn ongeilQilieu Oüdül' de Jlliiddelcu uui iu dtu kl iuucü.'.en nood der schalUist to voorzien.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl