Historisch Archief 1877-1940
BE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Na.
Wanneer hij thuis kwam, was Mia reeds te bed gegaan, en
vond hij een boterham voor hem klaar staan, die de buurvrouw
nog had gebracht, maar die, naar hij zich niet ten onrechte ver
beeldde, eiken dag iets dunner werd. Het arme mensch had het
ook zelf hoog noodig.
Eens vond hij slechts een leeg bord, met een papier er op,
een aanzegging van den huisheer, die om achterstallige huur
maande.
De nood was ten top gestegen.
Den volgenden morgen, zei Mia:
«Daar was niets gisteravond, vader, buurvrouw kon niets
meer missen, is zij komen zeggen."
»Ja, kind, ik heb 'et gezien... O, God, ik weet niet, wat
wij beginnen moeten."
»Weet u het niet?" vroeg het meisje op een wonderlijken
toon. Maar hij hoorde het niet eens; hij was heel en al ver
diept in zijn wanhoop.
Weer ging hij uit en liep langzaam, het hoofd gebogen, over
de harde steenen. Hij voelde dat hij iets moest doe*!!, een laatste
poging, maar hij kon niet, hij kon zich zelf niet meester worden.
En tusschenbeide bleef hij staan op de bruggen, over de
leuninggebukt en, terwijl hij in het donkere water staarde, zweefden er
sombere, krankzinnige gedachten door zijn brein.
Hij dacht aan zelfmoord. Het moest er van komen. Dan zou
hij van de scheiding niet te lijden hebben en Alia's lot verzekerd
zijn. Dit denkbeeld had hij al meermalen gekoesterd, maar nu
deed het zich met een ongewone kracht voor; het kwam hem
als een opperst redmiddel voor... liet werd bij hem tot een
besluit. Van avond,... morgen-., hij kon niet meer naden
ken,.... het moest geschieden.
Toen hij zich omstreeks midrla'Mcht werktuiglijk in de rich
ting van zija huisje bewoog en, terwijl er een zachte regen viel,
de Vijzelgracht over liep, bespeurde hij met verwondering het
licht van de olielamp, dal door de vensters zijner woning scheen.
Hij begreep niet, wat dat wezen kon. Mia, die om tien uur andei's
naar bed ging, had zeker vergeten de lamp uit te doen, maar dal
was toch vreemd van haar, die zoo jong reeds geleerd had spaar
zaam te zijn.
Hij kwam boven en opende de deur. Daar zat Mia bij de
tafel, den rug naar harn toegekeerd.
»Wat ben je nog laat op, kind l" zeide hij met zijn gewone
afgematte stem.
Maar wat zag hij, naderbij tredende! Op de tafel, vóór zija doch
tertje, stond de versleten naaidoos zijner doode vrouw; het werk,
waaraan zij bezig was geweest, lei er over uitgespreid, en Mia,
die het handwerk nooit had geleerd, zat met eenhoofdje, gloeiend
van opwinding, onmogelijke pogingen te doen om naald en
draad te hanteeren. Een rimpeltje van inspanning was er op liaar
gladde voorhoofd zichtbaar, en het witte linnen was hier en daar
met kleine druppels bloed bespat, want het kind had zidi door
haar onhandigheid verscheiden malen in de vingers geprikt.
Leopold begreep alles, hij was als van eerTbiiksemslraal ge
troffen, met een onuitsprekelijke aandoening knielde hij 'bij
haar neer.
»Wat doe je daar toch, kind?"
» Vadertje, ik.-., werk, maar... het gaat niet... maar ik
denk toch wel, dat ik het gauw zal kennen. Dan doe ik net
als moeder deed, en naai voor de menseden. Als u dan niet
werken kunt, hoeft u het ook niet te doen. En als ik dan geld
verdien, kunnen we eten koopen."
»0, kind, kind!'' riep Leopold in vervoering uit, »moet jij
me op die manier mijn plicht leeren, moet jij me tot, mij zeil
terugbrengen?" En hij kuste Mia hartstochtelijk en vergoot
heete tranen over haar gezichtje.
»0ch, vader," zeide zij, »dat is toch zoo erg niet. Laat
n mij maar probeeren. Ik ben zoo bang, dat u mij weg zal
sturen naar die rijke menschen, of dat er iets anders
»vreeselijks zal gebeuren, als ik het niet doe!"
»Neen," zeide hij beslist, doe 't niet, je mng 'et niet meer
doen, hoor, ik wil 'et volstrekt niet hebben. Ga gauw naar bed,
en morgen zullen wij eten hebben, ik beloof het Je!"
Leopold hield woord. Hoe het toeging in zijn binnenste wist
t.ij zelf niet, maar hij dwong zich zelf dien nacht, tot rusten.
Krachtiger en zelfs met een weinig moed gewapend, ging hij
's morgens de deur uit.
Het toeval moest hem geholpen hebben, want toen hij 's avonds
thuis kwam, had hij werk gevonden, liet was wel een schraal
postje: nog minder dan het vorige, maar hij begon zijn bezig
heden, en, door een vroeger ongekende zelfbeheersching, slaagde
hij en werd zijn inkomen na eenige maanden iets verhoogd.
Wanneer, een tien jaren later, de oude heer van Bergehem zich
nog nu en dan te Amsterdam bevindt en zich, buiten weten zijner
gemalin, naar de Vijzelgracht laat rijden en in dezelfde nederige
woning, de trap nu opstrompelt, want de man kun opzijn beenen
haast niet meer staan, dan vindt hij daar twee gelukkigen bij
n: een slank blond meisje, in de lente van het 'even, die het
zóó druk heeft met naaien en borduren, dat zij haar werk haast
niet af kan, en een bleeken maar toch gezonden man, die op zijn
kantoorwerk dagelijks eenige uren vrij ai heef!, en verzen maakt,
die wel niet gedrukt worden, waat zijn geest schijnt zich nu
eenmaal niet in door gewone stervelingen te waardeeren bewoor
dingen te kunnen uiten, maar die hem en zijn dochter loch i«*ea
van genot bezorgen.
Bij zoo een bezoek wordt dan nog wel eens van vroeger dagen
gesproken. Anna leeft voort in de herinnering der beide ge
liefden, welke zij achterliet. Wanneer haar naam genoemd wordt,
komt er een schaduw over het gelaat van Leopold, maar hij be
zit een schat, die tegen alles opweegt, een troost, die hem alle
leed vergoedt, zij, die de oude graaf de tweede Anna noemt. h«j,
sprekend evenbeeld der overledene, de zonnestraal in huis : Mia.
BRIEVENBUS.
(Rotterdam) 11 Februari 1885,
Aan Professor Alberding Thijia
Amsterdam.
Hooggeleerde Heer.
Do heer Wortkeim had de beleefdheid mij Uwe recensie toe te zenden van mijne
Schilderijen in het Panopticum tentoongesteld.
Het zij mij vergund UEd. enkele opmerkingen to maken naar aanleiding van go.
noemde critici;.
Prof, JoséSan-a 'j Fai-xon was de leermeester van Fortuny. Zijn werk verdient m. '.
ongetwijfeld even grooto waardeering als de meest g ei; on d s producten vau
Jtft-.-',»soiinier. Ziet eens zijn Soldaat m de Wachtkamer !" goed van kleur on heerlijk ge
toetst! Wie overtreft hein in zijn Stilleven Vogcltjeè" onnavolgbaar minutieus van b;
lii-.nJeling. De talereeltjes van oppervlakkige b oli and eling, zond hij nooit
als schilderijen d) wereld in, deze waroa zijne schetsen.
Weet ZEd. mij n kunstenaar te noamen die t-altcnt zoo correct, zoo gracieus a!s
hij 'i Zijne penteekeniiig getuigt dienaar g \anJo voldoende.
Jiiijisaeri's Cabaret is u.enaU de 3 k'.eino schilderijtjes uit zijn lesten tijd en begrijp
ik mij niet hoe TJEd. het stuk verondtrd noemt. Ik voor mij prefereer de 2 rockers
(twee kleine schilderijtjes). Dezo zija verre te verkiezen boven bet boste werk va:i
Madou, maar toch noem ik zijn Cabaret'' een degelijk stuk.
Omtrent hot werk van Jaequo ben ik het volstrekt niet met tJIM. eens Zijn groote
t>fK,:lt -,/ti-t Schn>ien hoeft kwaliteiten als een Hobbema. De 2 kleine paneeltjes zijn
juweeltjes van liet zniversto water. Zijne Varkens zijn zoo voortreffelijk van behan
deling en van tuon, dat ze aan een Heialu-andt doen denken. Van waar UEd. de
o n w a a r li e i d in zijn werk haalt, is mij eerlijk gezegd te geleerd.
MiinL-rn: ?.',-? .s Kust raad ik UEd. aan 'dikwijls ta gaan zien. Ik ben overtuigt
dat L'iv.l. eindigen zait deze schilderij een van zijne «Ucrbeste, jtfodtid'-ti- te noemen.
11; zie op die banden zuiver zonlicht en vind daarin "ici-< gczoehis. Ik was
in do geL-;;or!i'-id veel van dien meester te zien, doch vond n;'s zijn Jlilton"
ninini'T cno siruiuï, rij z:>o correct van teekoning, zoo heerlijk en harmonieus >an
l.li'iir e n zi"i biTuau! geschilderd, als doze. Munkacsy maakt sinds eeuige jaren
ia;sbr.uk vi' n hiUme, tengevolge daarvan wordt zijn werk zwart en berst. Deze schilderij
«???hier is u\v.r dun tijd In /<'">?(!<?>? gu'.voiduu. 1U stel to liooguu prijs op Uw oyrdtiji,
dan dat 'c mij' niet .spijten zou ais wij op 't gebied van kunst vol'Si-hUden.
Hoogachtend heb ik do eer te zijn,
Kohier.
Il; heb redon om te onderstellen, dat de zetter hier to recht Kohier gilczcn iuo't
(voorletter niet te lezcni. Ik kan daarom verklaren, dat hot mij genot-gen <ioo; <?'!
zien, dat ook de door mij als voortreffelijkst geroemde tai'ereoieu van La Serre bij
den eigenaar bovon-aan siaan.
In du waardeering dor andere schilderijen stsan wij piet geheel tegenover c'kaü:1;
maar vindt de ei?viiaar ze fraaier dan ik, dau ioct ik hiia ue vaci'zen Uit den
Miï':ti>.:>!>'v>"' m liovMiiioring brengen;
O r o n t o :
Et moi jo vous soutiens que mea vers sont fort bons.
A l o o s t e :
I'our les trouver ainsi vour aurez vos raisons.
MTEUWS TA^T BE WEEK.
Z. 31. de Koning zal, naar wij vernemen, in de tweede helft van Mei de badkuur
te Garlsbad hervatten.
Naar nun verneemt, zal do Prins van Saksen?Altenburg, de verloofde van Prin
ses Hendrik, uit deri lu'ü-iïchen in Pniisieeheu dienst overgaan, en niet een aan
zienlijk commando te Berlijn bciasl worden. Het huwelijk van Primes Hendrik; zul
te Berlijn worden voltrokken.
Dei buitengewone gezant en gevolmachtigd Minister bij ons Hof, Li Fong Pao,
Wordt a. a. Maandag, vergezeld van Br, Kroycr, secretaris-luik, to ''s-llage vcnvr.ch-..
De Ministor van Financien heeft aanslag-biljetten wogens grondbelasting ten nnmo
Vau den Staat, vrijgesteld van zegelrecht, ongeacht hot bedrag van den aanslag.
De Minister van W., H. en N., heeft aan de Commissarissen dos Koninss de
volp'onde aanschrijving gericht b: treffend') den invoer van bloembollen in hou
buiLnland, in verband mot do maatregelen tot wering der druifluis:
Herhaalde klasht&n over belemmering van den invoer van bloembollen in Kijken,
die tot do Bcrner conventie zijn toegetreden, hebben aanleiding gegeven om aan d»
regeeringon dier Kijken, inlichtingen ta vragen omtrent de door haar op dat oiuii
gegeven voorschriften.
Volgens do daarop ontvangen berichten worden in Duitschland, Oostenrijk?Hon
garije, witsiarlaud en Luxemburg zoowel clrogo als van aarde voorziene, in Frank
rijk en Belgiëallén droge bloembollen vrijelijk, zonder inachtneming van ee::iga
Jormaliteit toegelaten.
In Portugal wordt bij den invoer van bloembollen overleeging van het ;.n avfik<i
6 van liet Koninklijk Besluit van 2!) December Zaal» (Stautsl'lud Au. ~d<j genoemde
certificaat sceischt.
Ik heb do oor u to verzoeken hiervan kennis te willen geven aan de of'icieele
dcsluuHÜgoii in uwc proviueio en aan do besturen der gemeenten, waas bloembollen
worden gekweekt".
Or.der do op het Internationaal Postcongroa aanhangige voorstellen is er een van
Duitschland om do verzen iing van couranten te vergemakkelijken. Niet alleen w.*';
de koataij vau overbrenging betreft, maar vooral wat de oxpcdiiio aangaat, waarvoor
do couranten niet meer naar het kaut.-or zouden behoeven gebracht en niet van
postzegels voorzien zouden behoeven to worden.
Voorts wil Portugal door raaschenkomst van do postadvertcnün doen inzenden.
Maar daartegen zal ernstig- verzet rijzen, o. a van do Nedcrlandscho gedelegeerden,
die aan do posterijan niut een nienwe werkzaamheid willen opleggen, welke aan c-n
aard van den dienst geheel vreemd moet blijven. De verschillende vooi'SWllea zjju
thans in onderzoek bij tipeciaie coumüesiün uit het Congres.
Te Middelburg ia een adres aan de Tweede Kamer ter teekenmg gelegd, waarin
adressanten eea invoerrecht van twee gulden per 100 ko. tarwe of meel verzoeken.
7.ij gronden dit verzoek op den treurigen toestand, waarin ''s lands naneièn ZK M
btvii.dea en achten de tegenwoordige lago graanprijzen een aanleiding, om, desnoods
tijd-dijk, aanzienlijke inkomsten voor -'sliijks kas te verkrijgen. Volgens ofücieelo
opgaven hoeft do invoer van vreemde granen bedragen 7.23i.3d3 liectoüters in 1SÜ3
en 7.iW,(!üO 111. in 1S81, en van meel ai.212,(iï3 Ko. inlHiS ca -13.41G,Ovüko.iu 1;--; i.
Worden do lioct ilitora ingevoerde tarwe berekend tfigcn een Kemiddold {ï«wicht
v,in 75 Ko., dan is aan tarwe ea meel ta zaïuoii ingevoerd TS.791,390 lio. ia la'bi!
en (Jl'a.Ol^.OliO in 1KB4.
Hij cono hol'ling vun f 2 per 10H Ko. tarwe on meel, zou dus in 1584 een som van
Vi iniilioeu gulden voor do schatkist zijn ontvangen.
Adrecsauteii vragen dan ook aan <)e kamer, t^ willen medewerken dat hefüng van
een invoerrecht op tarwe en meel ook wordn ongeilQilieu Oüdül' de Jlliiddelcu uui iu
dtu kl iuucü.'.en nood der schalUist to voorzien.