Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 400
moeten laten natregenen. Van decoraties of andere onderscheidingen, op
dezen feestdag aan de uitstekendsten onzer Nederlandsche burgers ea
militairen te verleenen, heb ik nog niets vernomen, 't Is waar, dit wordt
ook ieder jaar een weinig dunner. Zou 't uit zuinigheid zijn, of zijn alle
knappe Nederlanders al genoeg gedecoreerd? Dit laatste moet ik be
paald ontkennend beantwoorden. Ik ken er zelfs die in 't geheel nog
geen kruis beuben, behalve hun eigen kruis; bijv. onze referendaris en
ik zelf....
Ik wilde juist mijn naam onder dezen brief plaatssn, toen ik me bedacht.
Ik kon misschien in de Witte, waar men alles vooruit weet, wel iets ver
nemen over den daa; van morgen, Eu jawel: tal van naaien worden ge
noemd van personen, die met leeuwen van Nederlandschen oorsprong, of
gelijknamige dieren van meer Duitsche afkomst, oftewel eikenlooi zouden
worden versierd, maar om de waarheid te zeggen durf ik die namen hier
niet aan het publiek prys geven, 't Mocht van achter eens blijken dat
men zich in de Witte had vergist en dan zouden dio... vergissingen hier
in de krant staan. Wel durf ik vermelden d^t Cumberland, na zijn ver
heven kunst aan htt voornaamste Haagscli publiek te hebben vertoond,
op do nominatie staat voor een hooge decoratie. Hij mag hem, als hij
nog Engelschman is, wel niet aannemen, maar dit doet er niet toe. Hij
verdient het in allen geval. We hebben immers onder onze groote man
nen, die zijn séance bijwoonden, wel commandeurs en grootkruizen van
verscheidene orden, die hun decoratiën alleen hebben verdiend met spijkers
te zoeken op laag water, en mij dunkt dat het toch wel verdienstelijker
is een speld te zoeken, »n ook te vinden op een willekeurige plek binnen
een omtrek met een straal van een kilometer beschreven. Zou men
Cumberland geen lid van de Tweede Kamer, honoris causa, kunnen maken?
Pasquino.
K U N S T.
HET AMSTERDAM3CH TOONEEL,
Parkschouwburg: Charles VI. Stadsschouwburg:
Nedorlandsch Tooneel": Ken Amstei'damsche jongen.
Tijdens den laatsten bloei van het Romantisme verscheen er een
steondmkplaat, in den vorm van een antieke fries en voorstellend een soort
van cortège, aangevoerd door Victor Hugo, dia met zijn kolossale voor
hoofd op een grooten draak gezeten was en de banier hief: Lelaidc'est
Ie beau". Onder de kunstenaars en schrijvers, dio verder de optocht uit
maakten, kwam ook Halévy, de beroemde komponist der Juive" vóo:1,
prenant une prise dans la tabaticre de M. Meyerbeer".
Ook op ons, het publkk, maakt het den indruk, dat Moyerbacr, gebo
ren te Berlijn, en JacquesElieFrauenthal "Halévy", afkomstig uit Glogau,
toevallig te Parijs geboren, hoewel onder verschillende invloeden gevormd,
tot de zelfde Fransch-Duitsche school bchooren, waarvan zij aïden luister
in Frankrijke hoofdstad ten-toon-gespreid hebben. Of er van plagiaat bij
Haïvy sprake kan zijn, durf ik niet beslissen.
Personen, die zich de uitsluitende bevoegdheid toekennen ever muzikale
kunstopenbaringen te oordeelen, acht.ua het oratorium esn veel voor
treffelijker kunstvorm dan de opera. Hieruit is te verklaren, dat hoc meer
een zangspel vertooning wordt, hoe grooter het aandeel is, dut do beel
dende kunst aan de uitvoering heeft, hoe lager het eerste bij hea wordt
aangeschreven. Ik veroorloof mij levenslang van eeae geheel
tegeuoi-crgestelde meening te zijn.
Al geef ik toe, dat de strijd der hartstochten, de historischebeteekenis,
de uitrusting met schermen en klederdrachten, het fantastische somtijds',
de dans en mimiek, niet alles in de hoogste krachtsontwikkeling te-gelijk
met de muziek vokaal en instrumentaal op tooneel eo in 't orehest
kan genoten worden, dit is voor mij goen reden tot veroordcoling. liet
pleit niet tegen een kunstwerk, dat het niet, op den eersten blik, geheel
kan overgaan in deu geest van den toeschouwer.
_ Bij al het genoemde, komt, in den Charles VI, no? de nationale bedoe
ling. Dit reken ik niet in het voordcel. De bedoeling wijkt ck;t genoeg
te-rug voor het cesthetiasch effekt. Mij dbnkt, bijv., dat dit ie juister mate
't geval is in La fillc. de 'Roland. Maar nict-te min de Churks VI is oen
ontzaglijk aangrijpende opera on haar viel een waardige vertolking te-beurt
Nog meer dan in de werken van ILr-erbaer vond Lilóvy iianloidin"
oude melodiën en muzikale opvattingen van een naïever tijdvak in zijne
werken aan te brengen. Dit geeft er'een groot-bekoorlijkheid aan, vooral
ook door het kontrast van deze liedcrthemaas met de aanwending der
volle muzikale krachten, waarover da nieuwe tijd beschikt.
De Heer M. de Vries heeft Charles VI niet alleen uitmuntend gezon
gen, maar de moeilijke partij ook met groot talent gespeeld. Hij we-d
natuurlijk door Mevr. Laville-Ferminet (Js Odeltc) waardig ter zijde
gestaan. Nooit hoorde en zag ik de BufoiKe-partij beter uitvoeren. De
tteer belrack handhaafde, als de Dauphin, zijn roem, enMovr.Diichfiteau
was eene goede Isabeau de liavicre. De partij van Eaymond (üordeneine)
is geen hoofdrol; maar de begaafde kunstenaai betoonde zich oak hier
akteur ea zanger beide.
Dezen winter heeiïde nieuwe Dirckteur der Grooto Opera to Parijs
het zijne gedaan, om een eind te maken aan l'kuiasaibilité" der clioren.
i-en goed regisseur zou ook hier in dat opzicht werk viudon.
Toen de Charles Vr pas uitkwam, b, gon te Amsterdam de vertooning
te 6'/2 uur- 't Is jammer, dat het late beginnen thands tut zulke
groote coupures noodzaakt.
't Is altijd aangenaam, de gezonde, eerlijke, gezellige tooneel vertoo
ningen van Jacob van Lennep nog eens te-rug te zien. De
,Amstndamscne Jongen" is n van zijn beste. De S taf o: celen liouden prettig
bezig, ai zijn niet. alle met gelijk meestevsc'-.ap in clkafir gezet. De
ontdeU-jng van den buskruittoeleg heeft de auteur zich wel wat heel
gemakhjk gemaakt, 't Is een bhdzij uit ten roman. En de ontknoping
is met gehed voldoende: want hoe zal Jonker Edco het doodsteken van
titan U Chantre verandwoorden ?
De uitvoering was vrij good. Jufv. Lorjémoet echter nog eens een
lesjen in het tollen bij Jufv. Roos gaan nemen, en dit is maar een klein
staaltjen van hare te-kort-koming. Men moet, een gamin op 't tooneel
ziende, niet zeggen: dat is een lief raeisjen, die voor een jongen speelt.
Bizondcr gfslaagd is de vervulling der rol van Lucia, door Jufvr. Wei
man. Hnar spel en toonschakeering gaan wél vooruit. Meer dan den
gewonen lof, waarop de ledon der Koninkl. Vereoniging aanspraak hebben,
verdienen de Heer Weusma en Mevr. Stoetz, die met, veel natuur voor
Jorden den boekhouder en Brfeht Jaspers speelden. Den marquó, door
den Heer van Schoonhoven voorgesteld to zien, was ons niet onwelge
vallig. Zijue voordracht grensde nergends aan 't karikatuur.
Meubelen en kleeding lieten weer veel te wenschen over. De modern
gothiesch uitgezaagde stoelen.die men gebruikt,zijn van geen tijdvak.De deko
ratie der oude straat heeft, een huis van 1080 (in 1022). Tafels kwamsn voor
van 1750. De Lutliersche kork, gebouwd omstreeks 1670 was hior te zien.
De koopman Egbcrt Meeuwszoon droeg een degen. Uit niets bleek, dat
die jonkman daar recht op had.
De Ilseren boden den vrouwen een arrn, als of men aan 't Hof van
Louis XVI was. Van Lsnnep, die dit in de XVIIe Eeuw altijd wraakte, heeft
hier anders ook wel eenige anachronismen begaan, maar voor heden bewaar
ik daarover het stilzwijgen. In 't algemeen waren de kostumen te laat:
veel meer 1G-10 dan 1G22. Waarom raadpleegt men de platen der 4
-Catseditie niet? Daar is legio van 1G20?30. Vooral zulke nationale stukkon
verdienden toch wel eenige zorg van monteering.
De schouwburg, met uitzondering van sialles en balkons, was vol; het
publiek zeer te-vrede. A. Ta.
DE AANSTAANDE OPVOERING VAN DEN MISAXTIIROPE".
III. (Slot.)
Eeae niet onaardige bijdrage tot ds kennis der vijf, zes 1) in druk versche
nen Hollandsche vertalingen is de wijze, waarop hunne overzetters met het
F,oo diep gevoelde vioille chanson" hebben omgesprongen. P.imas, dien
men anders wel beschuldigt de rol van Aleestc niet met de wijze gema
tigdheid van zijn tijdgenoot Fleury (dünissionnaire in 1818) gespeeld te
hebben, zeido dat oude liedtjeu met een vuur, dat den gehcelen schouw
burg in geestdrift ontstak ea als een glorie voor hem in de herinnering is
blijven leven 2).
Ieder beschaafd monsch herinnert zich natuurlijk de oorspronkelijke
vaevzeu:
Si lo Eo: m'avoit donni
Paris si grand' ville.
Augellcot (1GS2) begint al aanstonds met een allerakeligst, didaktiescb:
Al bon ik, selioou cfje, niet icaclrlig on rijk."
liet zijn, bij IK-EI, qnafralns geworden. In het laatste noemt hij de
,.1'iincesso" dit doet mij onderstellen, dat hij 't aan den factor van
deze of gene nog in de XVIIe Eeuw vourtwerkendc Rederijkerskamer
ontleend heeft.
Ogclwiüht is eenvoudiger: hij (ISö) vertaalt noo trouw 't hem mogelijk is r
Al gif koning Hond.'ik aay
Alles to rcjjeeron,
Sa ik. voor d.o in'crachappy
Hocat myn lief ontberen,
'k Zei do koning, wet den:- rt'n:
Ik begeer uw schut niet: Eten,
'k Blyf by myn beminde i
Ja!
?'k Elyf by myn beminde.
Dio beste, brave lieden denken, dat het er maar om te doen is ee
zekere gedac'ito, een begrip, uit te diukken, 't zelfde hoe. Het sJjn hoe
genaamd ijeen kcloristen.
Van den lieer Mr. C. II. Perk heb ik boven reeds gtzegd, wat hij
gedaan haci'fc, om zich uit de moe.lijkheid te redden : hij geeft het vaeivjea
van Tollens, waarin een jongen zich beklaagt, dat hij, als kind, door de
mcisjcns zoo werd aangehaald,
En nit vlieden z'.j voor in ij !
..Xa vlieden zij voor mij!" dat moet, God haters 't, 't, heerlijke Reprenez
votrc Paris!'' vertegenwoordigen. Arme sraüen,! Galisoii (1317?51) heeft dan
nog eca pluimt jen verdiend:
Al bood mij Hendrik oolc tot prijs
Ziju groote koningsstad Parijs... ?
er is ten minste eenig streven in. Maar nu verder,"
En ik, roor (lat gerief,
Moest scheiden van ulijn lief."
't Is verdchriklijk dat gerief!"
Van Zeggelen heft aldus aan:
Al mocht mij de Koning vefiiial-en
Parijs dia groote stil,
EU moest ik voor hem dan vcrzaJtfll
De liefde voor mijn schat , . ?
Zonderling! Dat rncn den Koning liet sterven, om iets to kufiften Ver
maken", zoo dra er een rijk ea zinrijk rijm op slaan moest, 't ware te
verschoonen; maar: de liefde versaiceïtl Alle Goön en alle Muzen! waar
moet men heen, met zulke erotische poëzie ?
En Van Zeggelen vond het aoo goed dat hij :fc liet staaa in aija
tweede bewerking.
Dit en andere dcelen der voor-handcn vertalingen waren niet geschikt
mij te overtuigen, dat eene nieuwe verdietschiug van den . Miaunthrope"
overbodig zou wenen.
Ik heb ze ondernomen, on met do grootste liefde afgewerkt. Hef spijt
me bijna, dav ze voltooid is zoo vele gelukkige oogenblikken heb ik
aan de bespiegeling van dat belangrijk charukter te danken.
Daar trujivens was het Molière vooral om te doen. 't Is aardig en
opmerkelijk, dat in het privilegie van 21 Juni 1BG6 de Komedie tot
tweeden tjtci heeft LTatrabüake amoureus". J eau Duuneau de Viséduidt,