De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1885 1 maart pagina 12

1 maart 1885 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

D* AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. «fo. 401 i** Toen boog déjonge violist het hoofd; hij beefde en zjjn handen waren ijskoud, toen zij die van den beroemden kunstenaar drukten. IV. Alphonse de Sterny!.... Deze naam oefende in dien tijd een waarlijk verontrustende betoovering nit op ieder hetzij kunstenaar of dilettant die zich voor muziek interesseerde. Heden in onzen steeds kouder en onverschilliger wordenden tijd kan men zich geen denkbeeld maken van de onzinnige vergoding, waarmee men een halve eeuw geleden enkele kunstenaars aanbad en de Sterny behoorde tot een der meest gevierden. De Sterny-manie heerschte als een besmettelijke ziekte in iedere plaats waar hij optrad. Daarbij kon men de oorzaak van dezen invloed moeilijk verklaren; zijn afgunstige kunstbroeders beweerden eenvoudig ronduit, dat hij zijn zegepraal veel minder aan zijn muzikaal talent, dan aan zijn aantrekkelijke persoonlijkheid te danken had. Hij was (geheel en al) een homme 5 succes. Juist pronkziek genoeg om voor elegant door te gaan, was hij nalatig genoeg om aristocratisch, scherp en boosaardig genoeg om geestig, licht zinnig- en verkwistend genoeg om gemaal te schijnen. Hij bezat fraaie trekken, was steeds naar de voorlaatste mode gekleed zooals iemand van goeden toon past en daarbij zeer eenvoudig en correct zonder artistieke afwijkingen. Zijn discours was zeer onderhoudend, zijn manieren onberispelijk. Hij was de natuurlijke zoon van een Franschen diplomaat, en had zich naar zijne geboorteplaats, De Sterny genaamd, bovendien had hij 25,000 frs. inkomen per jaar, hetgeen de geheele wereld wist;?dat hij het van een Italiaansche prinses geërfd had wist de wereld echter niet. Zijn pianospel was volmaakt schoon, gelijk een paarlenregen, een bloemenketen, uitgevoerd met onberispelijke kunstvaardigheid zonder een enkele misgreep, met een meesterlijken aanslag. De groote ongaarsche piano-god, die steeds eenige valsohe noten noodig had tot effect, beweerde wel spottend, dat De Sterny's spel juist goed genoeg was voor een salonstuk. Maar De Sterny aan wien men deze opmerking natuurlijk overbracht, lachte er om en ging voort ten minste in het begin van zijn loopbaan, zijn instrument op een fijne manier te liefkozen, dat door andere kunstenaars, toenmaals slechts geniaal mishandeld werd. Hij bewoog zich bijna uitsluitend in de voornaamste kringen, doch toonde zich immer bereid zijn kunstbroeders een dienst te bewijzen. Over het algemeen was hij, toen Gesa hem leerde kennen, een zeer zelfzuchtig, talentvol, goedhartig, oppervlakkig en ijdel mensch, die gaarne van zich liet spreken. Huichelaar werd hij eerst later, om zich staande te kunnen houden op het voetstuk waarop het publiek hem geplaatst had. Het voetstuk was te hoog! Een ander zou in zijn plaats ook duizelig geworden zijn. Hij hield er van om voor beschermer te spelen, en daarom vergenoegde hij zich niet met den jongen violist de hand te drukken, maar gaf hem ook zijn adres en noodigde hem uit, hem den volgenden morgen in het hotel de Flandres te komen opzoeken, »om uw toekomst eens te bespreken", zeide hij bemoedigend. Daarop richtte hy nog eenige vriendelijke woorden tot de andere aanwezenden, reikte ook Delileo, wien de tranen over de wangen liepen, de hand, klopte den jongen violist nog eens op den schouder en verdween. Bij het kleine souper, dat de concertgever den medewerkenden aanbood, at Gesa niets en sprak geen woord. Met bleek gelaat en strakke blikken staarde hij in de toekomst een toekomst, waarin de boomen gouden bladeren droegen en hun vruchten als diamanten schitterden een toekomst waarin stof en bederf onbekende zaken waren, waarin van schoonheid stralende houri's in rozengaarden zweefden, geluk rondom zich verspreidden en hem met lauweren bekransden. Toen waren Gesa van Zuylen's oogen nog niet angstig toege knepen, als die van een lichtschuwen roofvogel, maar zij waren wijd geopend, als die van een jongen adelaar, wien geen licht te fel is...» zelfs niet dat van de zon. (Wordt vervolgd). i?' ' NIEUWS VAN DE WEEK. 1 " ' ===== = Be Koningin en Prinses Wilfcelmlna aullen, terwijl de Koning te Carlsbad is, t& Teplitz vertoeven. 24 April wordt genoemd als de dag, waarop H.H. M.M. de Koning en Koningin uit Amsterdam op het Kasteel Berg verwacht worden, om daar tot bet einde van Mei te blijven. Prinses Hendrik late 's-Hage teruggekeerd. Eau verloofde wordt in het begin van Maart daar ter stede verwacht. Van het reeds medio April te ontbinden personeel der Hofhouding van H K. H, Prinses Hendrik zullen aan de dienaren, die tijdens het leren van Z. K. H. Prins Hendrik ten Faleize geëmploieerd waren, pensioenen of jaarljjksche toelagen ver leend worden. i H. M. de Keizerin van Oostenrijk reizende onder don naam van gravin Von Hohen* embs, is Donderdag middag, tegen kwart vóór drie, met een extra-trein aan het Bijnapoor-station alhier aangekomen. Zij heeft haren intrek genomen in het Doelen' Hotel. Kaar wij vernemen, zou de Kederlandsch* gezant te Parijs, mr. J. 3. P. Baron van Zuylen van Nyevelt, het voornemen hebben, met l Juli a. e. zijn ontslag uit die betrekking te vragen. Naar men verneemt, is door onzon minister van bnitenlandsche saken eene ver klaring geteekend, welke strekt om tegemoet te komen aan de door don Franschen handel opgeworpen bezwaren tegen de bepaling in het handelslractaat van Nederland met Frankrijk, volgens welke het invoerrecht van kartonnen doozen in laatstge noemd land 12 francs zal bedragen. De minister heeft n.l. te kennen gegeven, dat hot recht, dat op eene concessie aan Nederland nederkomt, uitsluitend zal worden toegepast op die doozen en kartons, die niet zullen zijn verpakt in wit of gekleurd papier. Van deze beslisaing is officieel kennis gegeven aan den heer Lebaudy, president der parlementaire commissie van onderzoek voor het bedoelde tractaat. De Tweede Kamer bracht Woensdag na een debat van vijf dagen de Algêmeene Beraadslagingen over do Staatsbegrooting voor 1885 ten einde. Wij vernemen, dat de voorstellen tot wijziging der Kiestabel, in verband met de aanvulling van liet gotal leden der Tweede Kamer, van don Baad van State bij de Regeering zijn teruggekeerd. Door de Tweede Kamer werd Donderdag H oofdstuk III der StaatsDegroottog voor 18S5 (Bititeiilanisclia Zaleen) met 61 tegen 3 stemmen aangenomen. Gedurende het dsbat deelde de Minister mede, dat de Fransche Eegeering bepaald heeft, haar be sluit, cm rijat als oorlogs-contrabande to beschouwen, voorloopig alleen toe te paaeen op verzendingen van rijst naar de noordelijk van Canton gelegen havens van China, zoodat do handel naar de zuidelijk gelegen havens geen belemmering zal ondervinden. De Minister van Waterstaat heeft de leden van do Tweede Kamer in de gelegen heid gesteld do photographie van de op het Binnenhof t» plaatsen fontein te bezichtigen. Z. M. de Koning heeft den heer Mr. C. L. de Vos van Nederveen Cappel, Presi dent van den Hoogen Baad der Nederlanden, op zijn verzoek eervol ontslag ver leend uit die betrekking. In het laatst verschenen nommer vaa l'Uiiion postale, het to Bern verschijnend tijdschrift, uitgegeven door het Bureau international de l'Union postale universelle, komt een vrij uitgebreid opstel voor over onze Eijkspostspaarbank. In dat stuk wordt, onder medodeeling van een aantal statistische en andere bijzoaderheden, ge wezen op de gunatigo resultaten, door dio instelling verkregen, en o. a. óók op de loffelijke pogingen, door haar aangewend, om ook voor de kleinste inlagen vrucht dragende belegging mogelijk t« maken. Ter vervanging van de aftredende bestuursleden der Kiesvereeniging Burgcrpligt alhier, do hh. mr. J. A. Levy, Armand Sassen en J. Voüte Ozn, zijn gekozen da bh. U. C. A. Heuny, mr. A. J. E. Jolles en L. Ketjen. Tot afgevaardigden van de Liberale Unie zijn door de vereeuigiug gekozen de hh. mr. J. Levy, Armand Sassen en J. Yoüte Cza. Het comitéter behartiging der belangen van den tabakshandel, naar aanleiding der accijnswet is alhier tot stand gekomen. Het Comitézal voorloopig nog niet in het openbaar optreden, om geen invloed uit te oefenen op de adviezen, dezer dagen door de Kamers van Koophandel uit te brengen. Naar aanleiding van een hier te lande verspreid gerucht omtrent de uitbreiding der koffiebladziekte in Java's Oosthoek werd door een onzer stadgenooten naar Soerabaia geseind om inlichtingen, waarop Donderdag telegraphisch het volgende antwoord werd ontvangen: het bericht is onwaar; bladziekte overal verdwgnende.* In de weok van Zondag 15 tot Zaterdag 21 dezer zijn alhier 31 personen aan gegeven als aangetast door roodvonk en 7 personen als overleden aan dio ziekte. Te Antwerpen ia in 70-jarigen ouderdom overleden de lieer Charles de Boninge, lid voor Belgiëder permanente commissie van toezicht voor de scheepvaart op de Schelde enz. Alvorens hij in deze betrekking en als inspecteur over het loodswezen naar Antwerpen werd overgeplaatst, bekleedde hij eenige jaren het ambt van onderinspecteur over het Belgisch loodewezen te Vüsaingen. Met den bouw van het Badhuis te Scheveningen is men thans zoo ver gevorderd^ dat binnen eenige dagen op de vlengelgebouwen de kap kan gezet worden, Het hoofdgebouw is eveneens reeds tot een aanzienlijke hoogte opgetrokken. De heeren P. Crans, c. s. hebben, bij adres aan den Minïater van Waterstaat, hun vroeger ingediend adres om concessie voor den aanleg van een zeehaven te Scheveningen ingetrokken. Zo nv enen, dat het plan-Siccama veel kans van slagen heeft, en dat zij dus door het aanbrengen van voorgenomen wijzigingen in hua eigen plan, déuitvoering van het plan-Siccama niet mogen vertragen. Naar men verneemt is de aanleg en exploitatie van een stoomtram Terborg?Gen» dringen?Rees verzekerd, mede in aansluiting op den Locaalspoor te Terborg.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl