De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1885 8 maart pagina 2

8 maart 1885 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

7^,* DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Versefiijnl eiken Zaterdagavond. fBtgmte DAOELADVEEËENIGING HOLTZ * Oo, Kantoor: Singel 211. ?Boof*4sjasten: te Batavi», 0. KOLFP ft 0% «??mai n ' ' "i IND OUDj BINNENLAND. Warme kadetjes, een Zaterdagavondpraatje, do*13 AOWÖH». -:? Co hot Haagje, XX, door Pasquino. Hot Amterdamacb. tóoneél, fter .£. > Vf, Het tooneel te Rotterdam, door M. H. Kunstbeschouwiug, <fi»or W. V". ienwe Beliëfe, door Alb. Th. uit België, door M, A. uit Parijs, XII, door A. B.?Letterkunde: Bertha, (slat) door W. Gozler. Eber's Jongste weïfe. doot ll«M. *? Berichte» en Mededaolingen, Inhoud van Tijdschriften. Militaire Zaken: De afweer van den aanval op de oorlogabegrooting, dooi Cambreftqx Schaakspel. Feuilleton: De geschiedenis, van een Genie, Nov«!Ü. dgor Qwip BchnbJB. TO. Brievenbus. NIEUWS VAN DE WEEK. Overzicht v«j de jSJfrcteaniarlit. ?** r*iUieeemeDtec. YeilJDgen. Te huur. Adyertenttën, Zondag 8 Maart. Abonnement per S/m. f j._. &. p- p f 113> Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar 4 0.10. Advertentiën van 1?6 regels f l.?, elie regel meer . B <U5, o tusscben den tekst per regel ...... j.?, i y A IV De berichten, die frankrijk uit Tonkin ontvangt, zijn vrij voldoende» Generaal de Négrier heeft de Ghineezen vervolgd tot aan eene pas in het grensgebergte, die men de» Poort van China" noemt. Hij heeft twee forten, welke dezen bergpas beheerschen, na een belangrijk gevecht genomen, en er een aantal kanonnen en mitraiüeuses buitgemaakt. De Chineezen zijn naar het Noorden gevlucht» Generaal firière de l'Isle intusschen gaat het Fransch garnizoen der vesting Thuyen-Quon, meer westelijk, de Heldere Rivier opgaande, ontzetten. Het wordt daar reeds sedert October door een Ghineesch leger omsingeld, en is intusschen eenmaal, 'm Januari, door een Fransche kolonne bezocht en gedeeltelijk vervangen. Het is da vraag of het Brière de l' Isle gelukken zal, de Chineesche benden aldaar zoo volkomen te verslaan, dat zij niet na eene overhaaste,- \lucht even overhaast terugkeeren en zich weder om Thuyen-Quon legeren. Admiraal Courbet heeft het bombardement van Ning-po opgege ven, en zoekt langs de eilanden der Ghineesche kust, wat zijn hand vindt om te doen. Het besluit der Fransche regeering om vijst als oorlogsconlrabande te beschouwen, heeft in de Engelsche Kamer eene bespreking uitgelokt ; de heer Ferry verklaarde echter eergisteren aan den heer de Lanessan, die daarover eene interpel latie wenschte te houden, dat de Engelsche regeering hem nog geene mededeeling van hare bezwaren had gedaan. De Fransche Kamer nam de verhoogde graanrechten aan, on danks den tegenstand der vrijhandelaars, ondanks het verzet van vier der leden van het kabinet, ondanks de vrees voor de repre saille-maatregelen en de geringe illusie die zich de regeering maakt, dat de aldus verkregen invoerrechten de schatkist beduidend stij ven zullen. Het wetsontwerp is voor regeering en meerderheid een verkiezingsmaatregel. - Tusschen Senaat en Kamer dreigt weder het jaarlijksche con flict. De Senaat herstelde op de gewone begrooting een aantal kredieten, welke de Kamer geschrapt had, voornamelijk uitgaven voor den eeredienst. In de commissie uit de Kamer werd nu de vraag besproken of de Senaat, die geen recht van initiatief, wel van amendement heeft, het recht niet mist om een krediet dat geschrapt is, en dus niet meer op de begrooting voorkomt, er weder op te brengen. Slechts met 9 tegen 8 stemmen werd het voorstel aangenomen, de kredieten in behandeling te nemen ; de 8 leden hadden ze 'en Uoo willen verwerpen. In het rapport zal nu de verklaring ingelascht worden dat, mocht de Senaat na de tweede beraadslaging der Kamer, nogmaals geschrapte kredie ten op de begrooting willen herstellen, de commissie aan de Ka mer zal voorstellen te weigeren, ten derden male er over te beraadslagen. Omtrent de buitengewone Begrooting zijn Senaat en Kamer het eens, zoodat deze, geheel tegen gewoonte, vóór de gewone be grooting gereed is. De regeering zal waarschijnlijk eerst den tcrutin de liste en eerst daarna de begrooting aan de Kamer ter behandeling aanbieden. * ? «. In Duitschland is een ware campagne tegen Engeland begonnen. Bismarck heeft den strijd in den Rijksdag aangebonden, en de officieuse Narddeutseke Allgemeine Zeitung zet hem onvermoeid voort. De uiting der Engelsche ministers in het parlement, als zou Bismarck de Britsche regeering geraden hebben om Egypte te nemen, kon niet onbeantwoord blijven. De Rijkskanselier verklaarde, na eene'scherpe afkeuring van de wijze waarop Engeland onderhandelt (namelijk steeds door nota's en depêches, en niet door den persoon van den gezant) dat bij een gesprek met den gezant sir Edward Malet had gehad. Doch 't was er verre van daan, dat hij dien diplomaat een raad zou gegeven hebben, met betrekking tot Egypte. Alleen had Bismarck het geval voorondersteld dat hij zelf op dit oogenblik Enge.lsch minister ware, en zich daarop de vraag voorgelegd wat hij dan zou meenen te moeten doen. Wat dit zou zijn? Geen annexatie, maar de bemiddeling van den Sultan, opdat men zich niet tegen de Mohamedanen keer en zal en een breuk met Frankrijk verme den worde. »Doch indien Engeland tot annexeeren wil overgaan, danf is het niet de taak van Duitschland het daarin te hinderen; de vriendschap met Engeland moet bij ons gaan boven het toe komstig lot van Egypte." Bismarck verzuimde tevens niet te wijzen op de onvriende lijke stemming, welke tegenwoordig in Engeland heerscht, en die zich niet alleen in verschillende praktijken, met het openbaar maken van officieele stukken, uit, maar tevens in de woorden, door lord Granville in het parlement over Duïtschland's koloniale politiek gebezigd. De Rijkskanselier kon die stemming slechts betreuren. Da indruk, door Bismarck's rede in Engeland teweeggebracht, wordt nog wat versterkt door eenige artikelen van het officieuse orgaan der Duitsche regeering, dat het Engelsche ministerie met de scherpste wapenen aanvalt. Volgens de Norddeutsche hebben de onbescheidenheden en hatelijkheden van Engeland alleen ten doel om in Frankrijk wantrouwen tegen Duitschland te zaaien, maar dit doel zal niet bereikt worden. Van nu aan, meent het blad ook, zijn vertrouwelijke mededeelingen tusschen staatslieden van beide regeeringen onmogelijk geworden. Dit zou een soort diplomatieke blokkade gelijken. De spanning tusschen de beide regeeringen is, gelijk men ziet, niet gering. En er kan geen quaestie over zijn, welke der twee het ongelukkigst figuur maakt. De Rijksdag heeft nu de post van 20.000 mark voor een tweeden directeur in het departement van buitenlandsche zaken goedge keurd, zij H ook met een kleine meerderheid. De Rijkskanselier heeft dus bij de derde lezing der begrooting zijn zin gekregen. In het laatst der vorige week is de discussie voor het votum van wantrouwen in de Engelsche regeering door de beide Huizen van het Parlement ten einde gebracht. Het Hoogerhuis veroordeelde de Egyptische politiek van het Kabinet met eene overweldigende meer derheid, en het Lagerhuis schonk den heer Gladstoneeene meerderheid van slechts veertien stemmen. Bedenkt men, dathet kabinet,bij zijn op treden, over eene meerderheid van ruim honderd stemmen beschikte, dat deze achtereenvolgens bij de stemmingen over het Egyptische vraagstuk tot 49, 28 en 14 daalde, dan moet men toegeven, dat de uitslag der discussie bijna met eene nederlaag kan worden gelijk .gesteld. Toch kan het aanblijven der regeering uit een constitutioneel oogpunt gerechtvaardigd worden, daar de oppositie, indien zij geneigd was de leiding der zaken over te nemen (het geen te betwijfelen is), geen parlementaire meerderheid zou vin den, terwijl een beroep op de nieuwe kiezers niet kan plaats hebben, voordat het ontwerp betreffende de indeeling der nieuwe kisdistricten wet geworden is. Het zal dus voortsukkelen worden, en de wetenschap dat op het kabinet, wat de Egyptische quaestie betreft, de spreuk»zoo veel hoof den, zooveel zinnen" toepasselijk is, zal het prestige van het ministerie niet verhoogen. In Soedan wordt voorloopig niets gedaan; generaal Brackenbury trekt terug naar Korti en generaal Buüer eveneens. Lord Wolseley lijdt aan eene ernstige oogziekte, die hem wellicht noodzaken zal, het opperbevel over te dragen, indien de Mahdi weder eene agressieve beweging onderneemt.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl