Historisch Archief 1877-1940
7^,*
DE AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Versefiijnl eiken Zaterdagavond.
fBtgmte DAOELADVEEËENIGING HOLTZ * Oo,
Kantoor: Singel 211.
?Boof*4sjasten: te Batavi», 0. KOLFP ft 0%
«??mai n ' ' "i
IND OUDj
BINNENLAND. Warme kadetjes, een Zaterdagavondpraatje,
do*13 AOWÖH». -:? Co hot Haagje, XX, door Pasquino. Hot Amterdamacb.
tóoneél, fter .£. > Vf, Het tooneel te Rotterdam, door M. H. Kunstbeschouwiug,
<fi»or W. V". ienwe Beliëfe, door Alb. Th. uit België, door M, A. uit Parijs,
XII, door A. B.?Letterkunde: Bertha, (slat) door W. Gozler. Eber's Jongste
weïfe. doot ll«M. *? Berichte» en Mededaolingen, Inhoud van Tijdschriften.
Militaire Zaken: De afweer van den aanval op de oorlogabegrooting, dooi
Cambreftqx Schaakspel. Feuilleton: De geschiedenis, van een Genie,
Nov«!Ü. dgor Qwip BchnbJB. TO. Brievenbus. NIEUWS VAN DE WEEK.
Overzicht v«j de jSJfrcteaniarlit. ?** r*iUieeemeDtec. YeilJDgen. Te huur.
Adyertenttën,
Zondag 8 Maart.
Abonnement per S/m. f j._. &. p- p f 113>
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar 4 0.10.
Advertentiën van 1?6 regels f l.?, elie regel meer . B <U5,
o tusscben den tekst per regel ...... j.?,
i y
A IV
De berichten, die frankrijk uit Tonkin ontvangt, zijn vrij
voldoende» Generaal de Négrier heeft de Ghineezen vervolgd tot
aan eene pas in het grensgebergte, die men de» Poort van China"
noemt. Hij heeft twee forten, welke dezen bergpas beheerschen,
na een belangrijk gevecht genomen, en er een aantal kanonnen
en mitraiüeuses buitgemaakt. De Chineezen zijn naar het Noorden
gevlucht» Generaal firière de l'Isle intusschen gaat het Fransch
garnizoen der vesting Thuyen-Quon, meer westelijk, de Heldere
Rivier opgaande, ontzetten. Het wordt daar reeds sedert October
door een Ghineesch leger omsingeld, en is intusschen eenmaal,
'm Januari, door een Fransche kolonne bezocht en gedeeltelijk
vervangen. Het is da vraag of het Brière de l' Isle gelukken zal,
de Chineesche benden aldaar zoo volkomen te verslaan, dat zij niet
na eene overhaaste,- \lucht even overhaast terugkeeren en zich
weder om Thuyen-Quon legeren.
Admiraal Courbet heeft het bombardement van Ning-po opgege
ven, en zoekt langs de eilanden der Ghineesche kust, wat zijn
hand vindt om te doen. Het besluit der Fransche regeering om
vijst als oorlogsconlrabande te beschouwen, heeft in de Engelsche
Kamer eene bespreking uitgelokt ; de heer Ferry verklaarde echter
eergisteren aan den heer de Lanessan, die daarover eene interpel
latie wenschte te houden, dat de Engelsche regeering hem nog
geene mededeeling van hare bezwaren had gedaan.
De Fransche Kamer nam de verhoogde graanrechten aan, on
danks den tegenstand der vrijhandelaars, ondanks het verzet van
vier der leden van het kabinet, ondanks de vrees voor de repre
saille-maatregelen en de geringe illusie die zich de regeering maakt,
dat de aldus verkregen invoerrechten de schatkist beduidend stij
ven zullen. Het wetsontwerp is voor regeering en meerderheid
een verkiezingsmaatregel.
- Tusschen Senaat en Kamer dreigt weder het jaarlijksche con
flict. De Senaat herstelde op de gewone begrooting een aantal
kredieten, welke de Kamer geschrapt had, voornamelijk uitgaven
voor den eeredienst. In de commissie uit de Kamer werd nu
de vraag besproken of de Senaat, die geen recht van initiatief,
wel van amendement heeft, het recht niet mist om een krediet
dat geschrapt is, en dus niet meer op de begrooting voorkomt,
er weder op te brengen. Slechts met 9 tegen 8 stemmen werd
het voorstel aangenomen, de kredieten in behandeling te nemen ;
de 8 leden hadden ze 'en Uoo willen verwerpen. In het rapport
zal nu de verklaring ingelascht worden dat, mocht de Senaat na
de tweede beraadslaging der Kamer, nogmaals geschrapte kredie
ten op de begrooting willen herstellen, de commissie aan de Ka
mer zal voorstellen te weigeren, ten derden male er over te
beraadslagen.
Omtrent de buitengewone Begrooting zijn Senaat en Kamer het
eens, zoodat deze, geheel tegen gewoonte, vóór de gewone be
grooting gereed is. De regeering zal waarschijnlijk eerst den
tcrutin de liste en eerst daarna de begrooting aan de Kamer ter
behandeling aanbieden.
*
? «.
In Duitschland is een ware campagne tegen Engeland begonnen.
Bismarck heeft den strijd in den Rijksdag aangebonden, en de
officieuse Narddeutseke Allgemeine Zeitung zet hem onvermoeid
voort. De uiting der Engelsche ministers in het parlement, als
zou Bismarck de Britsche regeering geraden hebben om Egypte
te nemen, kon niet onbeantwoord blijven.
De Rijkskanselier verklaarde, na eene'scherpe afkeuring van de
wijze waarop Engeland onderhandelt (namelijk steeds door nota's
en depêches, en niet door den persoon van den gezant) dat bij
een gesprek met den gezant sir Edward Malet had gehad. Doch
't was er verre van daan, dat hij dien diplomaat een raad zou
gegeven hebben, met betrekking tot Egypte. Alleen had Bismarck
het geval voorondersteld dat hij zelf op dit oogenblik Enge.lsch
minister ware, en zich daarop de vraag voorgelegd wat hij dan
zou meenen te moeten doen. Wat dit zou zijn? Geen annexatie,
maar de bemiddeling van den Sultan, opdat men zich niet tegen
de Mohamedanen keer en zal en een breuk met Frankrijk verme
den worde. »Doch indien Engeland tot annexeeren wil overgaan,
danf is het niet de taak van Duitschland het daarin te hinderen;
de vriendschap met Engeland moet bij ons gaan boven het toe
komstig lot van Egypte."
Bismarck verzuimde tevens niet te wijzen op de onvriende
lijke stemming, welke tegenwoordig in Engeland heerscht, en die
zich niet alleen in verschillende praktijken, met het openbaar
maken van officieele stukken, uit, maar tevens in de woorden,
door lord Granville in het parlement over Duïtschland's koloniale
politiek gebezigd. De Rijkskanselier kon die stemming slechts
betreuren.
Da indruk, door Bismarck's rede in Engeland teweeggebracht,
wordt nog wat versterkt door eenige artikelen van het officieuse
orgaan der Duitsche regeering, dat het Engelsche ministerie met
de scherpste wapenen aanvalt. Volgens de Norddeutsche hebben
de onbescheidenheden en hatelijkheden van Engeland alleen ten
doel om in Frankrijk wantrouwen tegen Duitschland te zaaien,
maar dit doel zal niet bereikt worden. Van nu aan, meent het
blad ook, zijn vertrouwelijke mededeelingen tusschen staatslieden
van beide regeeringen onmogelijk geworden. Dit zou een soort
diplomatieke blokkade gelijken.
De spanning tusschen de beide regeeringen is, gelijk men ziet,
niet gering. En er kan geen quaestie over zijn, welke der twee
het ongelukkigst figuur maakt.
De Rijksdag heeft nu de post van 20.000 mark voor een tweeden
directeur in het departement van buitenlandsche zaken goedge
keurd, zij H ook met een kleine meerderheid. De Rijkskanselier
heeft dus bij de derde lezing der begrooting zijn zin gekregen.
In het laatst der vorige week is de discussie voor het votum
van wantrouwen in de Engelsche regeering door de beide Huizen
van het Parlement ten einde gebracht. Het Hoogerhuis veroordeelde
de Egyptische politiek van het Kabinet met eene overweldigende meer
derheid, en het Lagerhuis schonk den heer Gladstoneeene meerderheid
van slechts veertien stemmen. Bedenkt men, dathet kabinet,bij zijn op
treden, over eene meerderheid van ruim honderd stemmen beschikte,
dat deze achtereenvolgens bij de stemmingen over het Egyptische
vraagstuk tot 49, 28 en 14 daalde, dan moet men toegeven, dat
de uitslag der discussie bijna met eene nederlaag kan worden
gelijk .gesteld. Toch kan het aanblijven der regeering uit een
constitutioneel oogpunt gerechtvaardigd worden, daar de oppositie,
indien zij geneigd was de leiding der zaken over te nemen (het
geen te betwijfelen is), geen parlementaire meerderheid zou vin
den, terwijl een beroep op de nieuwe kiezers niet kan plaats
hebben, voordat het ontwerp betreffende de indeeling der nieuwe
kisdistricten wet geworden is.
Het zal dus voortsukkelen worden, en de wetenschap dat op het
kabinet, wat de Egyptische quaestie betreft, de spreuk»zoo veel hoof
den, zooveel zinnen" toepasselijk is, zal het prestige van het
ministerie niet verhoogen. In Soedan wordt voorloopig niets
gedaan; generaal Brackenbury trekt terug naar Korti en generaal
Buüer eveneens. Lord Wolseley lijdt aan eene ernstige oogziekte,
die hem wellicht noodzaken zal, het opperbevel over te dragen,
indien de Mahdi weder eene agressieve beweging onderneemt.