De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1885 8 maart pagina 3

8 maart 1885 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

Ho, 40| . DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. 3 Utapelmal! Aquaritus is een van de vijf soms bij je op de loop? Ik werd böo3. Valt er weer wat aan te merken ?" sprak ik op ?tcherpen toon. Haar kerel zie je dan die vnilnis-hoopen niet, die de bewoners hier swirwerpen en die men maar stilletjes laat liggen? Ik kan het den menschen hetuch niet kwalyk nemen dat zij hier deponeeren wat zij gaarne kwijt willen Kun, maar het ia bar dat er niet aan gedacht wordt om het op te redderen." Maar wat zie je hier nn elgenhjk, ouwe?" zeide een man uitliet volk op dit oogenblik, er liggen hier een paar koolblaadjes en een paar aardappelen-schületjea en enkele stukjes papier; maak je daar non zoo'n matsehndding over? Ga dan 'reis aan het andere einde van de straat kijken dan zal je wat anders te zien kragen." Is daar dan nog viezer rommel ?" vroeg Scorpio nieuwsgierig. Ik weet niet wat je vies blieft te noemen, maar wel dat daar veel meer bladen en schillen liggen en ook dat het er nogal drabbig is; ik voor mij vind dat echter zoo erg niet, want zoo'n beetje herrie geeft nog eens variatie." Je bent eeker een geboren Amsterdammer," meende Scorpio. Wis en drie ben ik dat." Mijn bnurman lachtte sarkastisch; als de Amsterdammers herrie zien zijn zij tevreden," siste hij en toen vond er eene merkwaardige verande ring met hem plaats; hij gaf een klap op zijn linkerwang, toen een op 8$n rechterwang, maakte een paar zeer luchtige sprongen die, ik moet het tot m\jn spijt erkennen, wel wat van cancan-passen weg hadden en begon, naar den-man gekeerd, te zingen: Hortense, Hortense, Tu as Pesprit distrait, Ca n'a pas d'importance, Maïs n'oublie pas...." Plotseling hield hij op. Wat moet de man niet vergeten?" vroeg ik. Ik kan moeielijk met het lied zeggen: ton corget" antwoorde Scorpio, enfin het doet er ook niemendal toe, het was maar eene invallende ge dachte van mij." De man had staan kijken alsof hij het te Keulen hoorde donderen; zingt en danst voor uw leeftijd nog recht aardig," zeide hij eindelijk. Niet waar?" sprak Scorpio gevleid. ??Wat was het eigenlijk voor een lied dat U gezongen hebt, ?" Een loflied op de gezondheids-commissie", riep mijn medgezcl bru taalweg. Ik had verschrikkelijk het land over die onbeschofte uitdrukking, maar gelukkig zeide de man: O zoo, dank u wel voor de inlichting," en ik begreep dat hij niets van den franschen tekst had verstaan, waarop ik een zucht van verlichting slaakte. Zoo spoedig mogelijk wist ik Scorpio mede te troonon, want ik was doodsbenauwd dat hij /ich tegenover den man onhebbelijk zoude uitlaten en wy kuierden langzaam door de da Costastraat. Waar heb je dat ongure liedje van daan?" begon ik. Onguur," zeide Scorpio, ben je krankzinnig? Met is wel een beetje '?genre canaille," maar verdraaid .«ardig hoor! lic heèhet madame Saignard hooren zingen toen zij la Cosaque" gaf; blikslagers kerel wat acteerde die vrouw dodderig, honsig en snoeperig." Ik had Scorpio nog nooit zoo opgewonden gezien; bet zal wel een bijzonder fijn stukje zijn geweest" meende ik; heb je soms la femme a Papa" ook gezien?" Precies, zij gaven beide stukken op een en dcnzelfden avond; ik heb me een bult gelachen kerel; ik wil volstrekt niet preter.cleeren dat het een spectakel was dat voor jou Jan geschikt kon geacht worden, maar voor menschen van onzen leeftijd, Aquarius, was het heuscli juweelig; al* je Saignard gezien hadt zou jo ook gelachen hebben cu de uien die verkocht werden zouden jou ook hebben geamuseerd oude snoeper." Zoo sprekende gaf hij mij een stoot tusschen de ribben en ik werd heel boos. ^Mijnheer", zeide ik, een eerzaam professor in kunst-critiek kan zich niet vermijen in banaliteiten en dubieusc en equivoque aardigheden! wees zoo goed dit, voor het vervolg te onthouden." Maak je niet kwaad mijn goede man en kijk liever "Scorpio zweeg plotseling stil; Hé", was alles wat hij zeide. Hé," zeide ook ik. Wij stonden aan het eiade van de£da Costastraat en hadden een ont zagwekkend natuur-tafereel voor ons. Een vrij uitgestrekt veld, bezaaid met een aantal stillevens, die familiegelijkenis met die van het Oetgenspadjiadden en dat er precies uitzag alsof het nu.en dan wel eons in een meer veranderde, vertoonde zich aan onzo verbaasde blikken; een weinig verder was een tweede veld dat er somber en ernstig uitzag en met verhevenheden prijkte die ik voor kleine grafmonumenten aanzag. Dat is jandoppie een moeras." riep Scorpio. Man," sprak ik ernstig, bezondig je riet; zie eens goed rond en durf dan te ontkennen dat het hier schoon is. Die imitatie steenachtig-Arabiëbijvoorbeeld hé?" antwoordde de maa, op het veld met grafmonumenten wijzende; die lamme straatjongens hebben daar weer voor een kapitaal aan klinkers neergesmeten." Het was mij wat ai te bar; static? richtte ik mij m mijne volle lengte op (ik meet, inclusief mijn hoed, circa IBS voet) wocs op de vlakte en sprak ernstig: wanneer er dankbaarheid ia da wereld te vinden was dan zoude deze plek in een sierlijk kerkhof worden herschapen!" Voor de ongelukkige stumpers die in liet cüeren-asyl iu spe den laai sten adem zullen uitblazen?" schaterde Scorpio. Ik deed alsof ik de opmerking niet hoorde: in een godsakker, bestemd ón\ er het stoffelijk overschot der ledenvan ons Dageliikscli Bestuur en van den Gemeenteraad op ter aarde bestellen wanneer zij, -'t geen nog lang moge uitblijven, de oogen voor goed sluiten. Die mannen hebben zich verdienstelijk tegenover Amsterdam gemaakt en zij zijn het waard om in de bekoorlijke en schilderachtige omgeving te rusten die hier in later jaren ontstond." Mijn buurman kesk mij op zeer eigenaardige wijze aan, mompelde iets over dokter Persijn, welken geneesheer ik niet de eer heb te kennen en zeide toen eensklaps: laten wümaar verder gaan." Wij wandelden verder; w« kwamen aan de Hemony-kade die er aller vriendelijkst uitziet en tot de wonderen van Amsterdam mag gerekend worden, aangezien de schoeiing er van op hoogst origineele wijze is aan gelegd; wederom had Scorpio allerlei aanmerkingen. Genadige hemel, dat noem ik je geld verknoeien", riep hij. Wat dan toch?" sprak ik ongeduldig. Kijk me zoo'n kaaimuur eens aan! Welke koekbakker zou die gefa briceerd hebben ? Het ding is jandorie, op minstens twintig punten ver zakt en als je er langs kijkt, denk je aan de baren der zee; ik word ei1 bij mijn vrome ziel, zeeziek van." Een kind kan zien dat het werk met voordacht op die Wijze is aan gelegd en van verzakking geen sprake is", antwoordde ik kalm: inorze nieuwe wijken is de rechte lijn zoozeer aan de order, dat ik den inval zegen om hier bevallige slingeringen en speelsche kronkelingen aan te brengen." U hebt volkomen gelijk, professor l" sprak Scorpio sarkasüseh en nam zijn hoed af. Ik nam van de spotternij geon nota en liep zwijgend door; blijkbaar had mijn buurman het er op gezet om mij allerlei zaken te laten zien die hij als ongerechtigheden beschouwde; hij deed mij ten minste door allerlei straten wandelen (in het bijzonder hield hij zich bij de Van Woustraat op) en stond telkenreize bij bekoorlijke meren, idyllische vijvers of teekcnachtige stillevens stil. Eindelijk verbrak hij het zwijgen; nu heb je, dunkt mij, vrij wat poe len en moerassen aanschouwd en kunt je eenig denkbeeld van de Pontijnsche moerassen vormen; heb je nu nog enkel woorden van lof en bewondering ?" Mijnheer", antwoordde ik, ik heb steeds geweten dat ge geen artist waart en nu 'heb ik de overtuiging erlangd dat u zelfs alle gevoel voor het schoone ontbreekt." Ben je bevroren, Aquarius, wat beteekent die onzin ?" Wanneer iemand", vervolgde ik, geen greintje gevoel voor het guitig groen en 't schitteren J geel blijkt te bezitten dat bier overal zoo kwistig ia rond gespreid, dan heeft hij ook geen recht om mede te spraken." Groen en geel, zeg dat wel", mompelde Scorpio, als jo langs de bui tenkanten vau Amsterdam wandelt, heb je een gevoel alsof je in een pot met groene-erv.'ten-soep te land beet geraakt!" lionjour", zeide ik kalm, het schijnt dat je nog verderop wilt gaan; ik keer naar mijn bekoorlijk Meerlust terug." Meteen stapte ik voort. Ga jij maar naar je moeras", schreeuwde mijn buurman mij ca, ik ga nog eens naar do moddcrsloot, neen ik meende molensloot, kijken, want daar is de toestand ook bar." Ik antwoordde niets. En ik ben een boon," vervolgde de nare kerel, wanneer ik niet in een krant zet dat <le prachtige vermaningen vau de gezocdheids-commissie lak zijn on op niets zullen uitdraaien, wanneer niet van gemeentewege ten spoedigste iets gedaan wordt om reinheid, reinheid ea nog eens reinheid te bevorderen." Natuurlijk liet ik den man aanpraten. Toen ik te buis kwam smaakle myn bittertje lekkerder dan gewoonlijk en ik schreef dat aan de omstan digheid toe dat ik zooveel fraaie natuurtooueclen had mogen aanschouwen. Aquarius. P. S. Zooeven kooit men mij vertellen dat binnen kort ean directeur van de stedelijke reinigicgg-dienst moet worden benoemd en ik ga dus natuurlijk naar het baantje solieiteereu. Het postje zoude juist een kolfje naar mijn hand zijn en ik verbeeld me, zonder verwaandheid, to mogen zeggen, dat, wanneer ik benoemd werd, the right niau on the right placo" zoude zijn. Aangezien personen die het weten kunnen, mij hebben verzekerd, dat ik alle kansen beb om te slagen, zal ik mijn verzoek spoedig in zee sturen1, vooraf zal ik echter Jan eens over mijn plan schrijven, want ik zoude gaarne eens willen wetea hoe de jongen er over denkt. Hij ia op dien leeftijd gekomen dat zijn advies wat waard is en dan ook is hij, even als i k, overtuigd dat Amsterdam een zindelijke stad is, zoodat hij, overwegeadj dat zijn grijze vader niet al te hard zoude behoeven te werken, mij het plan zeker wel zal aanraden. De volgende week hoop ik over dit punt nader te spreken, ik acht mij daartoe verplicht, want word ik waarlijk directeur van de reinigings dienst, dan kan ik mij natuurlijk voortaan met de Kadetjes-bakkerij niet meer inlaten. UIT HET HAAGJE, XXIII. Het HaiXgücho saison loopt op zijn einde en weldra zal bet met z^jn voorgangers tot de geschiedenis behooren. Ik kan dus nu wel reeds een kleine nabetrachting houden, want wat we aan Haagsch winter-plezier nog te wachten hebben, is niet veel meer. Wat zal ik er van zeggen? Zou ik kunnen volstaan met do verklaring: het saison van 1834?83 was een getrouwe afspiegeling van de vorige saisons ? Ik geloof 't niet, want het laatste, dat we nog bezig zyu te doorleven, was in zekeren zin maar een stukje van de zeven magere jaren, een schraal beestje. Ik kwam gisteren in een kleinen goudsmids-wiukel in gewone tijdc-n een niet onaardige zaak otn er iets ter reparatie te brengen, en 200 pratende over het weer en den tijd, vertelde me de man dat hij iu geen twee maanden een enkel stuk had verkocht; wel werd hem dagelijks goud en zilver, en ook juvraelen, ten verkoop aangeboden, maar als hij zelf niet verkocht, kon lüj ook niet koopen, verklaarde hij, en daar was iets logisch in. Hij leefde nu van zijn renten en de reparatiën die hem nu en dan werden gebracht, maar beiden, reparatiën en renten, schenen ook al niet

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl