Historisch Archief 1877-1940
Ho, 40|
. DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
3
Utapelmal! Aquaritus is een van de vijf soms bij je op de loop?
Ik werd böo3. Valt er weer wat aan te merken ?" sprak ik op
?tcherpen toon.
Haar kerel zie je dan die vnilnis-hoopen niet, die de bewoners hier
swirwerpen en die men maar stilletjes laat liggen? Ik kan het den menschen
hetuch niet kwalyk nemen dat zij hier deponeeren wat zij gaarne kwijt
willen Kun, maar het ia bar dat er niet aan gedacht wordt om het op te
redderen."
Maar wat zie je hier nn elgenhjk, ouwe?" zeide een man uitliet volk
op dit oogenblik, er liggen hier een paar koolblaadjes en een paar
aardappelen-schületjea en enkele stukjes papier; maak je daar non zoo'n
matsehndding over? Ga dan 'reis aan het andere einde van de straat
kijken dan zal je wat anders te zien kragen."
Is daar dan nog viezer rommel ?" vroeg Scorpio nieuwsgierig.
Ik weet niet wat je vies blieft te noemen, maar wel dat daar veel
meer bladen en schillen liggen en ook dat het er nogal drabbig is; ik
voor mij vind dat echter zoo erg niet, want zoo'n beetje herrie geeft
nog eens variatie."
Je bent eeker een geboren Amsterdammer," meende Scorpio.
Wis en drie ben ik dat."
Mijn bnurman lachtte sarkastisch; als de Amsterdammers herrie zien
zijn zij tevreden," siste hij en toen vond er eene merkwaardige verande
ring met hem plaats; hij gaf een klap op zijn linkerwang, toen een op
8$n rechterwang, maakte een paar zeer luchtige sprongen die, ik
moet het tot m\jn spijt erkennen, wel wat van cancan-passen weg
hadden en begon, naar den-man gekeerd, te zingen:
Hortense, Hortense,
Tu as Pesprit distrait,
Ca n'a pas d'importance,
Maïs n'oublie pas...."
Plotseling hield hij op. Wat moet de man niet vergeten?" vroeg ik.
Ik kan moeielijk met het lied zeggen: ton corget" antwoorde Scorpio,
enfin het doet er ook niemendal toe, het was maar eene invallende ge
dachte van mij."
De man had staan kijken alsof hij het te Keulen hoorde donderen;
zingt en danst voor uw leeftijd nog recht aardig," zeide hij eindelijk.
Niet waar?" sprak Scorpio gevleid.
??Wat was het eigenlijk voor een lied dat U gezongen hebt, ?"
Een loflied op de gezondheids-commissie", riep mijn medgezcl bru
taalweg.
Ik had verschrikkelijk het land over die onbeschofte uitdrukking, maar
gelukkig zeide de man: O zoo, dank u wel voor de inlichting," en ik
begreep dat hij niets van den franschen tekst had verstaan, waarop ik
een zucht van verlichting slaakte.
Zoo spoedig mogelijk wist ik Scorpio mede te troonon, want ik was
doodsbenauwd dat hij /ich tegenover den man onhebbelijk zoude uitlaten
en wy kuierden langzaam door de da Costastraat.
Waar heb je dat ongure liedje van daan?" begon ik.
Onguur," zeide Scorpio, ben je krankzinnig? Met is wel een beetje
'?genre canaille," maar verdraaid .«ardig hoor! lic heèhet madame
Saignard hooren zingen toen zij la Cosaque" gaf; blikslagers kerel wat
acteerde die vrouw dodderig, honsig en snoeperig."
Ik had Scorpio nog nooit zoo opgewonden gezien; bet zal wel een
bijzonder fijn stukje zijn geweest" meende ik; heb je soms la femme
a Papa" ook gezien?"
Precies, zij gaven beide stukken op een en dcnzelfden avond; ik heb
me een bult gelachen kerel; ik wil volstrekt niet preter.cleeren dat het
een spectakel was dat voor jou Jan geschikt kon geacht worden, maar
voor menschen van onzen leeftijd, Aquarius, was het heuscli juweelig;
al* je Saignard gezien hadt zou jo ook gelachen hebben cu de uien die
verkocht werden zouden jou ook hebben geamuseerd oude snoeper."
Zoo sprekende gaf hij mij een stoot tusschen de ribben en ik werd
heel boos.
^Mijnheer", zeide ik, een eerzaam professor in kunst-critiek kan zich
niet vermijen in banaliteiten en dubieusc en equivoque aardigheden!
wees zoo goed dit, voor het vervolg te onthouden."
Maak je niet kwaad mijn goede man en kijk liever
"Scorpio zweeg plotseling stil; Hé", was alles wat hij zeide.
Hé," zeide ook ik.
Wij stonden aan het eiade van de£da Costastraat en hadden een ont
zagwekkend natuur-tafereel voor ons.
Een vrij uitgestrekt veld, bezaaid met een aantal stillevens, die
familiegelijkenis met die van het Oetgenspadjiadden en dat er precies uitzag
alsof het nu.en dan wel eons in een meer veranderde, vertoonde zich
aan onzo verbaasde blikken; een weinig verder was een tweede veld dat
er somber en ernstig uitzag en met verhevenheden prijkte die ik voor
kleine grafmonumenten aanzag.
Dat is jandoppie een moeras." riep Scorpio.
Man," sprak ik ernstig, bezondig je riet; zie eens goed rond en
durf dan te ontkennen dat het hier schoon is.
Die imitatie steenachtig-Arabiëbijvoorbeeld hé?" antwoordde de maa,
op het veld met grafmonumenten wijzende; die lamme straatjongens
hebben daar weer voor een kapitaal aan klinkers neergesmeten."
Het was mij wat ai te bar; static? richtte ik mij m mijne volle lengte
op (ik meet, inclusief mijn hoed, circa IBS voet) wocs op de vlakte en
sprak ernstig: wanneer er dankbaarheid ia da wereld te vinden was
dan zoude deze plek in een sierlijk kerkhof worden herschapen!"
Voor de ongelukkige stumpers die in liet cüeren-asyl iu spe den
laai sten adem zullen uitblazen?" schaterde Scorpio.
Ik deed alsof ik de opmerking niet hoorde: in een godsakker, bestemd
ón\ er het stoffelijk overschot der ledenvan ons Dageliikscli Bestuur en van
den Gemeenteraad op ter aarde bestellen wanneer zij, -'t geen nog lang
moge uitblijven, de oogen voor goed sluiten. Die mannen hebben zich
verdienstelijk tegenover Amsterdam gemaakt en zij zijn het waard om
in de bekoorlijke en schilderachtige omgeving te rusten die hier in later
jaren ontstond."
Mijn buurman kesk mij op zeer eigenaardige wijze aan, mompelde
iets over dokter Persijn, welken geneesheer ik niet de eer heb te kennen
en zeide toen eensklaps: laten wümaar verder gaan."
Wij wandelden verder; w« kwamen aan de Hemony-kade die er aller
vriendelijkst uitziet en tot de wonderen van Amsterdam mag gerekend
worden, aangezien de schoeiing er van op hoogst origineele wijze is aan
gelegd; wederom had Scorpio allerlei aanmerkingen.
Genadige hemel, dat noem ik je geld verknoeien", riep hij.
Wat dan toch?" sprak ik ongeduldig.
Kijk me zoo'n kaaimuur eens aan! Welke koekbakker zou die gefa
briceerd hebben ? Het ding is jandorie, op minstens twintig punten ver
zakt en als je er langs kijkt, denk je aan de baren der zee; ik word ei1
bij mijn vrome ziel, zeeziek van."
Een kind kan zien dat het werk met voordacht op die Wijze is aan
gelegd en van verzakking geen sprake is", antwoordde ik kalm: inorze
nieuwe wijken is de rechte lijn zoozeer aan de order, dat ik den inval
zegen om hier bevallige slingeringen en speelsche kronkelingen aan te
brengen."
U hebt volkomen gelijk, professor l" sprak Scorpio sarkasüseh en nam
zijn hoed af.
Ik nam van de spotternij geon nota en liep zwijgend door; blijkbaar
had mijn buurman het er op gezet om mij allerlei zaken te laten zien
die hij als ongerechtigheden beschouwde; hij deed mij ten minste door
allerlei straten wandelen (in het bijzonder hield hij zich bij de Van
Woustraat op) en stond telkenreize bij bekoorlijke meren, idyllische
vijvers of teekcnachtige stillevens stil.
Eindelijk verbrak hij het zwijgen; nu heb je, dunkt mij, vrij wat poe
len en moerassen aanschouwd en kunt je eenig denkbeeld van de
Pontijnsche moerassen vormen; heb je nu nog enkel woorden van lof en
bewondering ?"
Mijnheer", antwoordde ik, ik heb steeds geweten dat ge geen artist
waart en nu 'heb ik de overtuiging erlangd dat u zelfs alle gevoel voor
het schoone ontbreekt."
Ben je bevroren, Aquarius, wat beteekent die onzin ?"
Wanneer iemand", vervolgde ik, geen greintje gevoel voor het guitig
groen en 't schitteren J geel blijkt te bezitten dat bier overal zoo kwistig
ia rond gespreid, dan heeft hij ook geen recht om mede te spraken."
Groen en geel, zeg dat wel", mompelde Scorpio, als jo langs de bui
tenkanten vau Amsterdam wandelt, heb je een gevoel alsof je in een pot
met groene-erv.'ten-soep te land beet geraakt!"
lionjour", zeide ik kalm, het schijnt dat je nog verderop wilt gaan;
ik keer naar mijn bekoorlijk Meerlust terug."
Meteen stapte ik voort.
Ga jij maar naar je moeras", schreeuwde mijn buurman mij ca, ik ga
nog eens naar do moddcrsloot, neen ik meende molensloot, kijken, want
daar is de toestand ook bar."
Ik antwoordde niets.
En ik ben een boon," vervolgde de nare kerel, wanneer ik niet in een
krant zet dat <le prachtige vermaningen vau de gezocdheids-commissie
lak zijn on op niets zullen uitdraaien, wanneer niet van gemeentewege
ten spoedigste iets gedaan wordt om reinheid, reinheid ea nog eens
reinheid te bevorderen."
Natuurlijk liet ik den man aanpraten. Toen ik te buis kwam smaakle
myn bittertje lekkerder dan gewoonlijk en ik schreef dat aan de omstan
digheid toe dat ik zooveel fraaie natuurtooueclen had mogen aanschouwen.
Aquarius.
P. S. Zooeven kooit men mij vertellen dat binnen kort ean directeur
van de stedelijke reinigicgg-dienst moet worden benoemd en ik ga dus
natuurlijk naar het baantje solieiteereu.
Het postje zoude juist een kolfje naar mijn hand zijn en ik verbeeld
me, zonder verwaandheid, to mogen zeggen, dat, wanneer ik benoemd
werd, the right niau on the right placo" zoude zijn.
Aangezien personen die het weten kunnen, mij hebben verzekerd, dat
ik alle kansen beb om te slagen, zal ik mijn verzoek spoedig in zee sturen1,
vooraf zal ik echter Jan eens over mijn plan schrijven, want ik zoude
gaarne eens willen wetea hoe de jongen er over denkt. Hij ia op dien
leeftijd gekomen dat zijn advies wat waard is en dan ook is hij, even als i k,
overtuigd dat Amsterdam een zindelijke stad is, zoodat hij, overwegeadj
dat zijn grijze vader niet al te hard zoude behoeven te werken, mij het
plan zeker wel zal aanraden.
De volgende week hoop ik over dit punt nader te spreken, ik acht mij
daartoe verplicht, want word ik waarlijk directeur van de reinigings
dienst, dan kan ik mij natuurlijk voortaan met de Kadetjes-bakkerij
niet meer inlaten.
UIT HET HAAGJE,
XXIII.
Het HaiXgücho saison loopt op zijn einde en weldra zal bet met z^jn
voorgangers tot de geschiedenis behooren. Ik kan dus nu wel reeds een
kleine nabetrachting houden, want wat we aan Haagsch winter-plezier
nog te wachten hebben, is niet veel meer. Wat zal ik er van zeggen?
Zou ik kunnen volstaan met do verklaring: het saison van 1834?83 was
een getrouwe afspiegeling van de vorige saisons ? Ik geloof 't niet,
want het laatste, dat we nog bezig zyu te doorleven, was in zekeren zin
maar een stukje van de zeven magere jaren, een schraal beestje.
Ik kwam gisteren in een kleinen goudsmids-wiukel in gewone tijdc-n
een niet onaardige zaak otn er iets ter reparatie te brengen, en 200
pratende over het weer en den tijd, vertelde me de man dat hij iu geen
twee maanden een enkel stuk had verkocht; wel werd hem dagelijks
goud en zilver, en ook juvraelen, ten verkoop aangeboden, maar als hij
zelf niet verkocht, kon lüj ook niet koopen, verklaarde hij, en daar was
iets logisch in. Hij leefde nu van zijn renten en de reparatiën die hem nu en
dan werden gebracht, maar beiden, reparatiën en renten, schenen ook al niet