De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1885 15 maart pagina 10

15 maart 1885 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 403 tfottvelle Revue, l Mars. Paul Vasili, La sociétéde Vienne (Suit*); «Y. Lux, La qusstion dn Tonkin; ft-'A. Gerbié, La Franco au Canada; A. Wodzinski, Vainqueura et vainctis (deux. part.); Le Bonchaud, Da l'enconragement dea beaux arta par l'ótat; Jam Heibrach, Le faraier de la Hunaudière; - Charlts Listr, La Marine Allemande; AU, Le dei-nier des Grand MogolB, etc. Rundschait, lïrz. Eine stUle Geschichte, von Tlieod. Storm; Die Einwirlittngfin der modernen Verkehrsmittel auf die Culturentwiclilung, von G. Hcrzoy; Die Kunat der Conversation, von Frcih. von Liliencron; Reise in den Andes Von Chili und Argentinien, von Paul Giit-ffhlt; Heinrioh Heine und Johann Hermann DetmolcJ, von fi'of. S. Suffer; Mit S. M. S. Leipzig" in Korea, von Ke.rV.rj; Politiaclie ; Neuere Movellen und Romans, von Otlo St-alun; tl. s. w. Tht Canleïiiporarit Eiriete, Match. The MaMi and Briüah India, by S!r llicli. Temp! f; Tlie or^anization ofdemocracy, by doldiriii SuiitJt; Amiel's Journal, by W.anclit Leppïn^t&n; The Bliipping comiiiission viowed from the forecastle, by Cltirl.- Iiti.«?e!; Geovge Eliot, by . Uiitton; Prof. Diummnnd'a new acientiiïe gospel, by A. Walson; Kative faitha in the Himelayah, by Cli, Oldltam; The suflïage i'or wouien, by Emili/ Pfeifer; Contemporary recorda: History of roligion, by PHiie'iiat Fairlmini; Biology, by H. Dallinger; General literature. yieutce uitgaven in Nederland, Dr. W. DoorenbOB, Handleiding tot de geschiedenis der lettei-fcnn-.le, vooral van den nienweron tijd ........... , f ;; 90 Dr. W. J. A. Joiickbloet, Geachiedeuis der Xedcrlandacho Lcttevkunle , 2.UO Dr. Jan tc-n Brinl;, llomanfischo werircn. Ecrato volledige uitgave. P.:i'aH. ,, .50 Herman Dalton, Johannca a Lasco. Bijdrage tot de hervonaingsgosehiedcnis van Polen, van Duitscliïand en van Engeland ...... ., C. Otto Henne-am Kliijn, Geschiedenis van dan vooruitgang de? lac-nseliiieid. St-ndiën op het gebied van ontwikUeling on beüshaving . , . . .-10 J. de Vries, De iioos van Amsterdam. Ooïsv)ronlcf]rjUpp.;v.;d" l rn roman, n ln. C. Xititire uilguceit in EiifielraitlJ. Kison, complete story o l' Trausvaal ..... J. Bright, Speedierf, ...,,.,,. M. C. Hay, Lester's secret. .,,11.1 A. E&ary, Jaaet's home. . . , i i ? ? ? Mr. J. H. Ridilell, Sasun Drummond. ? . ? ? The Runnymeda lettere \vith ir.tr. by F. nüchman. i i W. Taylor, Silverton Court JIemou-3 of Napoleon Buonaparte by de Eoiin-ionn0 c,1. v: Tv'. Xititite uitgaven iit Ditilsciilaniï. Otto Haggemnacher, Dia Gefaiigeneii. , . . . . Fr. W. Holls, Pranz. Liebor sein Lebou and scine Werks. , Di1. Kcilhack, Eeiaebilder au s Is!and Paul Langenacheidt, Die Jugenddtawen dea Pierre Conic-illo. sli. 12 6 n 2. , 31.0 DE GEDURIGE WISSELING ONZER OORLOGS-MINISTERS. Sedert het oorlogs-jaar 1870 zagen wij hier te lande niet minder dun twaalf Ministers voor langer of korter t ij cl mot de portefeuille van Oor log belast. Elk dezer Ministers bracht, zijn zetel op het plein iun.'.niende, zijn eigen plannen en inzichten mede. ledere nieuwe titularis ging dan ook stee.k trouw aar. hot orc;'amceei'en, réorganiseeren, vaak désorganiseeren; en difc niet alleen in hoofdzaken, maar ook in de détails van do verschillende vakken van dienst, Vandaar dat het, Ileeueil Militair tot cntzasiuboenauoiulo foliauteu aangroeide, en het leger als bet ware overstelpt werd met een stroom van Biauwbockjes, in den vorm vau Voorschriften, Reglementen enz. Vandaar dat men in ons krjjgswezen meer halfheid, versnippering en weifeling, dan nheid, samenhang en stabiliteit waarneemt. Op welke wijze nu de nacleelen, aan deze naat- het schijnt onvermij delijke, herhaalde verwisseling vau de Micishors der militaire aangele genheden verbonden tot, eeu minimum terug te brengen:' Meermalen hoorden wij in en buiten liet leger den we.mh uiten en de mogelijkheid beweren, dat de Ministers, Hooiden dor Departementen vrui Oorlog en van Marine, bij de wisseling van Kabinet, om redenen, niet, het beleid der krijgszaken be'creti'ende, huuno portefeuilles zouden kun nen behouden, en op die wijze meer Directeuren dan verantwoordelijk» en met hunne nmbtgeuooten der andere Departementen homogeene Mi nisters zouden zijo. Wij beschouwen dit denkbeeld r.l; een utopie. Vvamieor men zeg!: ..Minister", dan zngfc men tegelijkertijd: Politiek man''. De Minister van Oorlog, die van Marine kimmjn zich cvonmiu als do Ministers van Dinuenof Bniten'aau -cLo Zaken, do twee, zoo bij uitnemendheid politieke depar tementen van elk Gouvernement, onttrekken aan do solidariteit, welke de Leden van een parlementair Kabiact onderling verbindt. Indien dit niet 200 ware, dan zouden sommige der andere Ministers met evenveel, zoo niet met, nog meer recht hetzelfde kunnen eisenen. Hebben de Ministers van Waterstaat, Handel en Nijverheid en dio van Justitie in den regel iets met de eigenlijk gezegde politiek uit to staa:;? Bepaalt zich hun werkkring niet tot het. aüministrcyrec, liet behartigen der grooto belangen, welke hun zijn toevertrouwd. Maar de grondslüg van het parlementair stelsel is, dat een Ministerie n homogeen gchncl^ verantwoordelijk voor het algemoene Lands-bestuur, ui? maakt. Het buiten de politieke verantwoordelijkheid stellen van enkele Leden van liet Ka binet is ongetwijfeld ean sophisme. Bij eik, zelfs administratief voorstel van eenig ministrieel departement komt da politiek in het spel, zelfs lij die diseussie's, welke daartoe het minst aanleiding schijnen te geven. De Minister van Oorlog is tlus, niettegenstaande Zija A. iNeiuiaus, Jjuiua umi M I .l! L ,'IlUl.l. . I T A. I R E Z A K E N. bijzonder standpunt in liet Kabinet, even zoo goed als eijn bovenga» noemde collega's aan de lotswisselingen daarvan onderhevig. Dit op den voorgrond staande, moet van den anderen kant alles worden aangewsnd, dat het Leger hieronder zoo min mogelijk lijdt, en de Lands verdediging daardoor niet in gevaar worde gebracht. Als het beate middel daartoe komt ons voor daarbij steun te zoeken bij den Generalen Staf, voornamelijk bij den Chef daarvan. Wij mogen het, in vergelijking met b. v. Frankrijk, als een voordeel beschouwen, dat bij ons te lande niet elk nieuw optredend M. v. O. ook zijn eigen Chef van den Generalen Stat' medebrengt; maar hier staat tegenover, dat deze titularis niet dat eigenaardig, zelfstandige standpunt inneemt als b. v. in Pruisen. Indien «laar niet Von Moltke sedert zeven en twintig jaar, afgescheiden van de afwisseling der Oorlogs-Ministers, de groote en zelfstandige leider viu liet Duitsche Leger \vas geweest, zoude dan dit Leger tot die uitstekende organisatie gekomen zijn, welke er nu een zoo der volmaakt» held nabijkoinend geheel vau maakt? Indien wij sedert, Ic70 aan liet hoofd van ons leger een man hadden gehad, aliijd dezelfde, van een uitgebreide volmacht voorzien, om ons krijgswezcu iwur een vast plan te regelen, zouden wij dan niet verder zijn gekomen dan uu'? Voorzeker we), al was dan ook liet aangenomen stelsel niet het beste geweest. Want ctn vast plan moet al zeer slecht zijn, om, in zijn geheel, niet voldoende resultaten op to leveren, wanneer overigens de onderdeelen er \an op goetle grondslagen berusten, en oordeelkundig en in onderling vuiliaiid worden geregeld. Een leger moet op een hechte basis steunen, en g.xuirenüe t^u aantal jaren naar een logisch gevolgd systeem tot den oorlog worden voorbereid. Met onophoudelijke veranderingen on wijzi gingen in de organisatie, taktiek, administratie enz. is men nooit gereed. \\.ij zouden aau den Chef van den Generalen Staf een hoogen rang on vaste plaats in sijne belrekking willen zien toegekend, met de grootst mogelijku zelfstandigheid en daarmede gepaard gaande eu voortvloeiende groote verantwoordelijkheid. iJo leiding en het beheer der krijgszaken dient to worden verdeeld tusschea den Minister, den Chef van den Staf eu den Hoofd-Intendant vun Int, leger, dit tik hunne bijzondere taak jicljLcn. D- Minister doet: de \Vets-voovstellen, welke hij even al.i do juarl'jkstóo budgetten iu de Kamers toelicht eu verdedigt. Hij besübt ia alles wat betrekking heelt op de bevordering, belooningen, do organisatie ui bov.vging der troepen, rcreerikomstig vastgestelde wetten, den ^cnüCikundigcüdienst, de rechtspleging, de discipline; aan den Clict' van dc-.i eaeraleu fcJtai uiuct geheel het technisch gedeelte wor den ov'-irgciaien: de opleiding en oefening der troepen, de taktiek der vüi'sdiiUtude w.ipeus, het militair onderwijs, de manoeuvres, do mobili satie, fcüz., de Ilooïdmtendant is belast met al wat de betaling, voe ding, Llceding, controle en comptabiliteit betreft. Den Chef v. d. (Jeu. Staf en dcu Hoofd-Intendant meer macht en zelf. Uuidii'iieid g-.:vc;idn, zal liet Leger minder de nadeelige gevolgen onder* inden .au du lui'riiurcüswaardiye, maar naar het schijnt onvermijdelijke licrliaaldo verwisselingen onzer uorlcgs-mini&ters, waarbij men den nieuw opgetrcdcue ma;:v al te uikwijU tot't it a inu'Crs ziet ai'breken, wat zijn voorganger had opgebouwd. c pogingen, om eindelijk eens tot een goed geheel te geraken, zouden niet ieikcii.3 weer in die mate als tot nu tue worden belemmerd. Het 2:1! er vél t o,-; k;iuüii bij ira^i.!! oiu verandering ten goede to brengen in oiizon ii>il:'.:-.ii'üii tc.csaUiJ, waai bij verband, samenhang en stabiliteit maar :,1 tu ;:cc-i.' ontbreken, hetgvon a\le, zelfs du best bedoelde pogingen tot v ??betering, vcuvtuui'tud verlamd heei'c. Latar.f. A.\i' tl w-n ii'.-'.i-'j^v,vii ;;cr,lten '.ïoiiaeh i-i i'oeJs gcJceittUji; voldaan u<jor ile beuotmiag Y?II ij..v.!i b.I^.uiiui Uiiil KUÏ<lca ri;,'.i tot laïtcmfuit-Uenerasl. C. F E U I I, I, E T O N, il; NOVELLE VAN OSSIP SCHUBIN. Hot was in hel midden van Mei, die Meimaond, die Brussel zoo sclioon maakt. Hier zijn liet geen lange oorlogen, maar kleine schermutselingen tussc'ien regen en zon, die de lucht zuiveren. Gouden nevels spreiden zich over alles uit, zij weven een stralen krans om de golhi^che spitsen der Stc. Gudule en hullen hel groene park in ecu doorzichtige» sluier, zoodat het grijze prozaïsche iii'ussel in de lente als het ware door een stralenkrans omgeven i,;. Da standbeelden in liet Park zijn dan weder ontdaan van hun \viaterhullingc!!, de boomcn met hun donzig gebladerte hebben na;;- dien r.angoiiamcn frissclicn lentegeur, dien zij reeds in Juni weder verliezen, de zonnestralen werpen hun gouden licht op de bree-'e, krachtige boomstammen, schitteren helder op het vochtige p ras en spelen sehuülioekje tusschen het gebladerte. Het paleis v;m den Prins van Oranje is omringd door bloeiende vlierboomen, wier sneeuwwitte en lichlpaarse bloesems zaehtkcns heen en weder wiegolcn, ca voor den tuin van het koninklijk paleis prijkt golvend een bed blauwe rhodoclendrons. En een nauwelijks merkbaar lentekoeUje zweeft door

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl