De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1885 15 maart pagina 5

15 maart 1885 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

iNO. 403 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. niet aan alle jonge meisiens gezegd en vertoond kan worden is onzedelijk!) Bij de uitvoering hebben zich bü'onder onderscheiden: de Heer Lageman, die met groot tale.it (juistheid, matigheid, hart) de rol van den ouden Wilfers gespeeld heeft; do Heer Dekker, die waarlijk een goede / amoureux gaat worden. Hij moet zijn maske echter nog wat onder handen nemen. j heeft goede elementen; maar de uitdrukking ontbreekt nog. Mej. Kiehl heeft verdienstelijk de hoofdrol Ella gezegd en gespeeld. Het eenigszins vreemde van haar taal was in deze engelsche stof verre van hinderlijk. Mevr. Albrsgt Engelman feere der voor de kunst blakende matrone!) ontving een boeket. Natuurlijk was de He'ly, vrouw van J3o//ïn, zeer. goed. Voor dezen laatste speelde de Heer Bi^ot. Ook hij kan moeilijk misdoen. Maar waarom het voorbeeld van die overdreven grimeering gegeven? De kunstenaar is zijn gelaat genoeg meester, om die afschuwe lijke bekladding niet in die mate te behoeven. De vervuiling der overige roliea was voldoende moar de rolleu-üelf zijn zeer sekoudair in de zwakke kompozitie. 't Is jammer, dut men zich omtrent de uitspraak van vreemde eigennamen en bastaartwoorden niet altoos naauwkeurig op do hoogte stelt. Eer ik eindig, nog een Icedbctuiging, dat ia het blad vau lo Blaart 11. do tooneeljareu" van den Heer Morin door den daamon der drukfouten, zonder eeuigen zin, ba Mev. Ellenberger zijn thuisgebraeht. A. Th. HET TOOXEEL TE ROTTERDAM. Serliner Residcnz-Tlicakr Enscmllo. Rotterdam heeft ook thans de eer mogen genieten, om het gezelschap, dat onder bovenstaanden iiaara gastvoorstollingon in ons land geeft, in Bijn midden te zien optreden. Men speelde Maandag jl. Die grosse. Glocï:c van Oscar Bluineuthal, welk stuk ecuigo weken geleden door het gezel schap van den Nieuwen Schouwburg reet veel succes werd opgevoerd. Groot was mijne verwachting, toen ik Maandagavond den Schouwburg binnentrad. Immers het Eeiiiner Re.iidr.nz Theater star.t onder Dirced-j van den beroemden comiek Anton Anno, den schrijver van liet ooi: bij ons bekende Di" Faiiiï'ic JJiirnet' en c!i; th;;ater heeft ond r Ai;;;o's be heer ocne grooto hoogte beieikt in Let opvoeren van bli'spelcn en JPüS'ien. Ik had het genoegen, dit ge^ekchnp verscliilende kecrca te zien spelen ea wisfc tbr, das mij cua ;rro!,-t kuuetguuot wachtte. Toch veil ik niet oiitkeuuen, dat een heei KieJa bee'jo wruitroir.veu bij nij schuilde, want de verslagen in de Armt.oi:1. uiiMtuöbladen waren, 200 niet ongunstig, dan dan toch verre vaa gui\:;tig en de naam vaa Anno werd nooit genoemd. K n ban ik ovo:tuig:I, dat Anno succes moet hebben, wanneer hij in ecr,o zijner goede rollen optreedt: hij ';on CU3 niet bij het gezelschap aijn, maar vau een adderen kant Lr-gveep ik niet dat hij aiiu gezelschap zonder hen) naar Nidcrlar.d k<m iatai £;tan, daar zijne aair.ver.igiieid toch ve'ea naar den suliuuubLii'g soacio lu:bben ge lokt. L'e voorstelling van Lluir.inthal's blijspel be-'on. maar tn.on ha:ïgeen kwartier gespeeld of bij mij drong aieli do gevluchte- mot alle geweld op: dat is het gezelschap v .in het KesiJeiia-Tlieafer «:V. Grootere middelraatiVhc-lca, had ik nog ;:elde:i ::ea spek-a. O*, t we 3 dames en a heer na, waren alioa zeer lijiJJ-jImatig, enkelen iïeli'.i slecht;. Om Eekerheid te hebben, of mijn vcraioedcn j:i;:t v»»s, richtte i'i ^Liaridii^'-avon'l do vraag naa de dii'CC-io van het ilevfdenx Theater, ia hoeverre dit t'r ater ia verbinding staat met hut gezclscliap, dat onder Eijn naam in ons land oogenbiikkelijk speelt. iJot anti voort!, zooeven ontvangen, luidt: Die dort heriimgastirondo Truppe stokt in kiinei1 T'e'.iehung zu der Uerlinor DuUne fj.tich;;a N^Kiens. Eiiiige Kitgliedor dc-r.-elbea geiiürtca in frühurcn Juhi'üa :rai iünpcro odei1 küracre Zeit dem K"ji;lenz-Tiiet\ter au und h;it dio Truppe keiu Hecht, sieh Ensjiulle dos Berlinc;- KyiiJcuï-Thc.itcri" z\\ ucunen. 12 Blaart 1835. M. H. 'MUSIGALIA. S. van Groningen. Jolinc Bmit en vier Oostenrijkacbo dames. Niet tea onrechte wordt in sora-.üige groote steden een strijd artnofchondm tegen de piauo-woeaa van onzen tijd, en hier en daar blcei do zege reeds aan dea kant der aanvallende partij. Hef. ernstig pogen vaa i hen, die gehoor te over bezitten om ojilc'br.vo aialon per dag aich te er geren aan het Lartverschsurcnd gctoid;el van boven- of oadcrlrarea, on dersteund door de mcd'Mvei-kiug van de hcioewijüen die goon o-elrg^nheid laten voorbijgaan om ia vriendenclub-je of Eoc;>jtc!t- f:o bev;èrcji, dat zij Let traj'pcn-gc.icliiinr der dienctinaagd verre vcrkic^cu boven de sonates of walsen vau Mejuffrouw ir.vo dochter dia geraeün,";:hap[;el:jke aanvul van kwalijk passende boiidgcnoo^n heeft elders ceu soort vaa censuur in het leven geroepen, dia wellicht v.-üllicht ook nog eens in Amsterdam aïch aal doen geiden. Zoo hopen althans de bevoorrechten, die als 't ware in zekero aideeling eener groote tentoonstelling huizen en op allo uren van dag en nacht do om hen. heen opgestelde, instrumenten, dikwijls tegelijk, hooren bespelen. Wordt het den orgolmaa ook niet verboden om na zeker uur te draaien?" zuchten zij. In ildebrand's tijd, toen Mevrouw Dorbeen op avondjes kwam bij de familie Stastok, en Mevrouw Stork en Wagestert aanzaten aan den clisch van het echtpaar \Vitïe, toen was 't mode, dikwijls eene goede gelegenheid" te vinden om ereis te rociteercn. Voor dat rcuiet is ia onze dagen do piano in de plaats gekomen. Doch op dit gebied vindt rn^n ook naast liet Echoons, als da verzen van Hugo, menig verknoeid meesterstuk, als Borger's Uhijntje". Iltt komaan, het Rhijntjc nog m n ar reis" is ver vangen door een Dan uog maar eens eea Bce! hoventje": eu voort gaat liet met zelfbewuste kracht, weinig begrip ea verheven minachting voor alle gevoel, tot voldornir.g der familieleden misschien, doch tot plaag van die xicu uital.oyyy iuhct1)i'aai-cbonnemiBe«;;iaiii|t(tóJÉM." Hoe ik al die Beethoven-spelers gewenseht had op de soirees van den heer S. van Groningen! Hoe ik vurig hoop dat zij nog de laatste, welke hier in Odêon zal plaats hebben, bijwonen zullen ! Men kan er wijsheid opdoen en er eenvoud en degelijkheid leeren. De heer Van Groningen speelt in een reeks van soirees alle klavier-sonaten van Beethoven met niet genot-g te waardeeren piëteit. Hij beschikt over een uitnemend ge heugen, zoodat hij geheel vrij optreedt en slechts zelden eeiiige onrustig heid G.an den dag legt. Hij heeft een zeer beschaafde en ontwikkelde voordracht, en zijn techniek is degelijk. Deze goede eigenschappen heb ben den jongen musicus trouwe vrienden bezorgd, die weder ea weder om kwamen luisteren, al hadden 2ij gaarne voor een oogenblik een ander insüiiDient naast den vleugel ter afwisseling gewenseht. Doch het was genot met de partituur de vertolking der sonates te volgen, zoo aan de li.tacl van Van Groningen te komen tot een juister verstaan der compoGitic'ï, die met do symphonieün en de quartettaa hst beste vormen wat L'eot.'iOViiii Leeft gewrocht. Het genot van den toöhoorck-r evenaart evtuwel zeker niet dat van den musicus zelven, die van dit speciaal gedeelte van 's meesters werken een studie maakte, ea die de beteekeais van Beethoven's eigen v/oorden beseffen kan: 'Wem sieh meiue Musik verstandlich machfe, der muss frei werden von au' dem Elend, womit sich dis Andern sehleppen." Een ander jong musicus trad kort geleden in het lokaal D' Gedvinlt op: de violist Johan Smit, als medewerker aan een concert van het eerste Oostenrijksche damesquartet." Zijne verdiensten zijn op verschillende uitvoeringen in ons land reeds aan den dag gekomen, en hij hesft ze ook hier gestand gedaan voor zoover er gelegenheid was ze op te merkeu. Aan de keuze zijner stukken toch ligt het, dat het publiek voornamelijk de technische zijde van zijn talent leerde kennen. Johan Saiit speelde de Fantasie op Faust van De Sarasate en een Spaansche dans van dezen virtuoos, Airs Russes van Y.'ieniawsky, en eeue Romance van Auer. In dien ik hardop zeggen, mag wat ik wenschte, dan ware het: ia die ro mance meer zie), en een paar stukken in dezen geest meer op :t program in plaats van al het effect. Ik weet wel dat groota vaardigheid, moeilijke grepen en een goede streek terecht eene zekere mata van bewondering vt.r.iioaei), doch goed gevormdo, glasheldere tonen zija ook wat waard! Drie gezusters Tseharapa ea juffrouw Gallowitsch vormen het Oos'cnrijkielio damesquartct, dat, in navolging van het beroemde Zweedsche heorongoï-elicha», vele landen en steden ziet, en dus ook, als de slimme held uit Ilumcru?, in zek»r opzicht daar de stemming leert kennen. De stemmin"1 nu van het AmsierJamsch publiek tegenover de dames was met geeshddftig. Beötund daar reden voor? Was er in do enkele stemmen niet veel gools, en mocht de voordracht niet herhaaldelijk geprezen worden? Zeker, do eer.ste sopraan ontwikkelde een zeer schoon geluid, en de diepe .ilu v/cl;i3 niot ?'zonder reden verbazing: zij was zelfs haast al te zwaar o.\üjij^ds van de andere stemmen. Is er clan ook eea reden te viudea voor den niet zeer grooten opgang, dien do liederen van Ipavic, Brahms, SL'nde!-; olin, Kjsrulf enz. mankten, dan moet diu gezocht worden in de J'i.-t i'.lüjd even harmonische klankvorming: ue stemuen van het quartet verdienden, zoo dikwijls zij afzonderlijk uitkwamen, meer lof, dan wanneer z\] in den Eivuen^ang niet altijd de zuivere afstanden wisten te bewaren. L'o^h IRUC ik ook i'jta op rekening stellen van het weinig opwekkend SMOiiv/spel van een niet zeer talrijk v,;liliekj al is dit stellig toch niet rvhcel o;ivok!".ari £rev<ersl-, o il et, kan mijn bedoeling niet zijn op te sommen al vrat op muzikaal p'.'biad in ouz3 stad merkwaardigs gebjurt. De opera-voorstelüngen en concer'on verdringen elkaar: do zoo hoog staande en toch populaire .,üon Jnnu"ï:) in het Paleis werd door Biaet's aantrekkelijke Carmen" ia den I'arkschouwburg ge^olgd; straks vraagt Rubinstein gehoor, en de vol'.'eiulc weck wacht ons een veelbelovend Caecilia-Concert.. Wat mijne oovsn er van opvangen en onthouden, zal hier ie alle beEcLeiOenl;tiil worden naverteld. gib.r ?:) In do Jlaavt-aflovoiïng van A's//? unfl SH3 vindt toen esno interes?aaï* atu<3i$ over Moiaït'a Pon Juan vaa do hand van Otto Gumpredit. XG IN FELIX MERITIS". LI. SaUmla^avond werd, in de fraaye gehoorzaal der genoemde Maattchanpij, welke sedert Jacrjues Kuyper er zijne voortreffelijke teekeningen aan \vijJde, onder het opzicht van polychromie niet is vooruitgegaan, een l'ijko schat van ,,preutkun&t" ter waardeering geboden. Do Sl>üsali:~lo van llafaül, door Pvof. Stang gesneden, nam er de eerepïaats ui; eciiiga andere fijne werken van dea Hoogleeraar, naar Wilh. von Kaulbac'.i, hingon een weinig buiten het bereik der wandelende kunstbsscliouvrcrs. Vvr\j hadden wel gev/enscht, dat hier L'IEUVUE da Eud. Stang geheel vertegenwoordigd gaweest ware. liet groot getal andere werken, hier mot mildheid ten-toon-gesteld, was bijgedragen door onaen kondigen ea smaakvollen stadgenoot, den Heer C. M. van Gogb.. Zelden zagen wij eeue kollektie belangrijke moderne platen van zulke uitstekende- hoedanigheid. Bijna al het voor-handene was niet alteen voor* treilijk om het talent der bewerkers, maar ook omdensfaflréder gravure ca de ftonditie van het exemplaar. Do bijdragen waren in driüo te vcrdeelen: Etsen, Gravuren, SteenJrukkeu. Charles Jacque, die zoo talrijke etsen gemaakt heeft en welliclit in die buntt nooit overtroffen is, was er met verscheidene werken: o. a. twee staten vau den Ci'icur. Opmerkelijk waren de twco exx. van een landschap mat schapen, waarvan het wexenlijk onderscheid, van blank en heel donkert alleen afhing van de wijze, waarop da inkt was opgebracht. Leopold Fiaiiicng pi'tezenteerda Kambrandts Si^jMWCïen NacMtcacKt (de laatste in afwachting van De Maeres en van Waltners bewerking)-.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl