Historisch Archief 1877-1940
403
DE AMSTERDAMMER, W-BESBLAD VOOR NEDERLAND.
ken, met tal van tusschenpoozen wierp hij een prachtstuk op het papier,
? -dut een ander misschien maanden van inspanning zou gekost hebben.
? Neen, sla ik aan Doré's vlugge wijze van ontwerpen en uitvoeren denk,
dan zeg ik, dat hij gebazeld heeft, die brave man, die dezen regel dichtte:
Le temps respecte peu ce qiCon a fait sans lui.
Molière had trouwens dat chrono m etirsch oordeel reeds den bons gege
ven, toen hij sprak:
.... Le temps ne fait rïen <l Vaftaire.
Evenals er landen zijn, waar de oogst in zea weken tijds groeit, en rijp
wordt, zoo zijn er ook karakters, die plotseling ontluiken en tot volle
? ontwikkeling komen.
Doréwas een dier gelukskinder-n.
, Hij heeft er genoeg om geleden dan dat het geen tijd zou worden om
hem recht te laten wedervaren.
Bij zijn optreden werd het een mode om hein te bewonderen. Vervol
gens werd het evenzeer mode om op hem at te geven. Nu neemt de onpar
tijdige nakomelingschap het woord en geeft den moester wat hem toekomt.
Doréop den boulevard Suiut-Germain en JJetaille in de kuustzaal
van Goupil.
Het toeval, dat deze twee tentoonstellingen te zamenibrengt, doet door
het contrast zelf deze beide zoo uiteenloopende kunstenaars tot hun recht
komen. Het getuigt tevens hoe vruchtbaar onze tijd is, dien men tegen
woordig stelselmatig ten voordecle van het verleden zoekt te verkleinen
en te belasteren.
Deze al te zeer miskende eeuw zal in de kunstgeschiedenis een
onuitwischbaren indruk achterlaten.
Die verzameling schetsen en teekenicgen van Detaille, allen aan liet mi
litaire leven ontleend, is verrukkelijk, boeiend, buitengewoon. Dat is het
levea op de daad betrapt, dat de werkelijkheid weergegeven met ecu in
tensiteit, die eenvoudig onovertrefbaar is.
Welk een verschil toch n in de manier van doen n tasschen de m on
sehen. Doré. met zijn grüligüeu onstuimige i'antasie en Detaille even ern
stig als kalm en koel. Doréwas op zijn vijftigste jaar nog een kwajongen
cn'Detaillc, was nauwelijks twintig jaar oud, reeds eon bezadigd man.
Dorébkei' altijd iets over zich houden van den sehildwrsleerling van
vroeger, hij was een kind van dien tijd, waarin .de sluliera nog getuigen
waren van allerlei dwaasheden eii zotternijen, de schilders zich potsierlijk
konüen uitdossen en zich over 't algemeen weinig om liet oordeel der
wereld bekommerden.
Detaiüe vertegenwoordigt het geslacht, dat tegen dat alles protest heaft
aangeteekend en wars van die oiigegeiieerdheid en ongebondenheid den
anderen kant is opgegaan en tot strenge ingetogenheid zich heeft bekeerd.
Toch zijn er tusscbea balden twee belangrijke aanrakingspunten: een
onbetwistbaar talent en een trouw hart.
Geen alledaagachc overeenkomst!
> Nu moeten we weer eens tot, de werkelijkheid van den clrtg
toni?keeren. Parijs is een clrgun-salon rijker geworden.
Ik behoor volstrekt niet, zegt Véron, tot hen, die er zich moeilijk over
maken, dat de groote wereld zich vermaakt waai- en hoe zij dat maar kan.
(Jok zie ik niet in, dat, men moord en brand zou moeten schreeuwen, omdat
een hensche burggraaf verbazende toeren op het vliegend rek vertoont.
Dat zou ik minder verval en acJttci'iiitgany willen noemen dan hot feit
«lat er in het, opkomend geslacht zoo weinig merg en pit zit. dat het
tericgachtig is en aan enkel ziekte lijdt. En daarom beschouw ik juist dut
oeleuen der spieren als een werkzaamheid van onbetwistbaar opportunisme.
Maar als dat panem c' cirsenscs (circus en souper) een zwakke zijde,
een kwetsbaar punt most hebben, dan bestaat dat naar mijne meening
in de hopelooze eentonigheid van het zeer mager repertoire der ch'ssnscj.
De menschec, en nu zonder ik de dames niet uit, zijn toch verbazend
inconsequent. Men heeft zoo lang tot vervelens toe gezucht en geklaagd.
Wie zal ons van die eeuwige hoepelsprongen der met loovertjes ver
sierde paardrijdster.3 verlossen, van dat op kommando walsende
schoolpaard, van die hoogeva rijschool, die altijd weder hetzelfde is; wie ons
verlossen van dien clown niec zijn onveranderlijke grappen cri xiien, in t-i'-n
woord van dat geheele, versleten, afgezaagde en mtgekonwdo repertoire!
Zoo werd er op allerlei wijzen gaklaagd, en dat nog maar over het
jiaardenspel van beroep. Eu daar gaat men nu waarachtig ten slotte al
dat oude en afgezaagde, nog wel als iets nieuws ten behoeve van da
groote lui weder oprakelen.
Met- hoeveel kunst- en vliegwerk men dergelijke overblijfselen ook zoekt
op te warmen, men zal er toch niet inslagen aan die quasi-nieuwigheiil
een lang leven te verschaffen.
Men zal spoedig meer dan genoeg hebben van dergelijke vermaken, al
?zijn ze dan ook nog zoo llmited. Meer nog llmifed dan select. (Een heer
lijk brabbeltaaltje toch tegenwoordig'.)
Als dat zich bij een paar proeven blijft bepalen, clan gaat het nog. Maar
zoodra dat voorbeeld navolging vindt en het cirque-salon mode wordt, dan
zal het geen jaar duren of ook zij zelfs, die alles kunnen slikken, zullen er
eens en voor goed van genezen zijn.
Er zijn heel wat weddingschappen aangegaan dezer dagen. Mlle.
Van Zandt komt op dit oogenblik hier terug uit Petersburg, waar men
baar met lauweren en bravos overladen heeft. Daar liep zeker ook wel
wat galanterie onder, want zij was naar Rusland gegaan, onmiddellijk na
dat voorval, dat hier nog niet is vergeten. De lezers zullen 't zich mis
schien herinneren, hoe indertijd een bericht, uit de Fransche bladen door
de onze overgenomen, vermeldde, dat Mlle Van Zandt légèrement fmut
ala Eosiue zou zijn opgetreden en ten gevolge daarvan voor een oogen»
blik eenige stoornis zou hebben veroorzaakt, wat volgens een ander bericht
nan een plotselinge ongesteldheid zou moeten worden toegeschreven.
Die geschiedenis is te Parijs nog niet vergeten, daar alle revues op't laatst
*aa 't .jaar ala bij afspraak dezelfde bespottelijke passage hadden opgeno
men, waarin een acteur, als zangeres gekleed, waggelend op het tooneel
komt en midden in de partij van P.osine het air van: tTavais mon f om*
i
Onders ons gezegd, doet dat onze Franscne courtoisie juist geen «er
aan. Waar het een vrouw betreft ondersteld een oogenblik, dat zij
zich werkelijk vergeten zou hebben doet men beter dat ongemerkt tt
laten passeeren en er niet op te drukken.
Maar nu heeft, men er juist wel op gedrukt en zwaar Ook, Ik zou het ia
dezen meer met de Kussen houden. Te meer omdat de schuld van de
zangeres, die vroeger zoo bedorven werd, nog volstrekt niet is uitgemaakt.
Nu worden er, zooals ik zeide, allerlei weddingschappen gesloten, of zij
al of niet weder voor hot publiek zal optreden? Hoe zij ontvangen aal
worden, als zij dit wel doet?
Ik doe er niet aan mee, maar waag een voorspelling, wanneer zij be
sluiten mocht, zich weder aan het publiek te vertoonen, Ik voorspelbaar
dan een kolossaal succes, dat de afmetingen van een krachtig protest,
zal hebben.
Een protest tegen wie ? Ja, dit is juist het gekke der zaak. Natuurlijk
tegen hen juist, die haar heden zullen toejuichen na vroeger met haar
gespot te hebben.
Niets ligt meer in ons nationaal karakter dan die plotselinge ommekeer
van gevoelens. Wij mogen ons zelven gaarne een démenti geven.
Gelijk wij overdreven geweest zijn in onze preutschueid en afkeuring,
zoo zullen wij Let straks ook zijn ia onzen lol'. Ik zeg het nog eens en
verzoek u van mijne voorspelling nota te nemen: het wederoptreden van
1111. van Zandt wordt een schitterend succes.
Terwijl de liefhebbers van muziek verlangend daarnaar uitzien,
kunnen de boekenliefhebbers hun hart opaalen op de verkoopiugvanden
bibliopJiile JACOB.
Daar kan men zich overtuigen, dat Paul Lacroix, die onder den
ovengenoemden naam veel heeft geschreven, dien naam zich terecht mocht
toeeigenen. Hij was geen bibliophile voor de leus,
ilij had de boeken oprecht lief.
Weet ge wel, zeide hij op zekeron dag tot ons, dat de boeken op
alle anclero vrienden oneindig veel voor hebben? Dat zijn vrienden, di«
alleen spreken als ze gevraagd worden wat te zeggen.
Die echte liefde voor de boeken is het voorrecht van enkele uitverkoren
dilettanten. De meesten doen maar, alsot zij die liefde ook koesteren, maar
zij voelen er niets van.
Aan menschen, die er prachtige bibliotheken op na houden, geen gebrek.
Maar menschen, die er gebruik van maken? Dat is een ander ding.
Schatrijke parvcnus vinden gewoonlijk, dat een rijke boekenverzameling
ecu der eerste plaatsen behoort ia te nemen onder de benoodigdheden
hunner weelderige omgeving.
Paul da Saint-Victor riep eens uit, toen men hem sprak over een
rijkgewovden beursspcculact, welbekend om zijn slechte uitspraak, die in zijn
hotel een eereplaats aan de boeken had ingeruimd: \\'el drommels!
hij koopt boekeu, om de raenschen wijs te maken, dat hij kan lezen!
Ook hier dient men goed te onderscheiden, want er zijn
boekenliefhebbeïs en boekenliefhebbers. Meestal zijn ze en deze zou ik bibliomaneu
willen noemen er op uit om zeldzame uitgaven of kostbare banden te
zoeken. Aan de a inhoud van het boek is hun het minst gelegen.
Dezen doen mij denken aan menschen, die verliefd raken op een japon
zonder te kijken na;u" de vrouw, die ze draagt.
De wAlophüc Jawh wns een echt vriend van de boeken. Zij waren zijn
liefst gezelschap e;i hij vroeg nooit hoe ze er uitzagen.
De verkooping zijner boeken was zeer geanimeerd, maar ook hier weder
liot zich da invloel dor tegenwoordige malaise gelden.
Ia den tijd, dat da I3eurs iedoren dag nieuwe croesussen in het leve»
liep, zou'len do boeken zeker driemaal meer hebben opgebracht.
Zij, die bovenal op volksvermaken gesteld zijn, kunnen nu hun hart
ophalen aan de kermis vau Montinartre.
Dat kermisvolk ondervindt ook al den invloed van den tijd. De
oitoafening van hun beroep hoeft zich lange jaren bepaald tot den zomertijd.
Ik herinner mij een gesprek met zoo'n levend phenomeen, die mij de
openhartig bekentenis deed: In het goeje seizoen laat ik mij kijken
nis de gebaarde vrouw, maar ziet ge, des winter scheer ik mijn baard ai
en doe het, huishouden. '.
Maai' tegenwoordig is hot met do winteï-vacautie van de groote familie
der Bilboquets gedaan.
Het feest van Montmartre, dat om de cholera was uitgesteld, is het
voorspel van do Faire au pain dtyice (Peperkoek-kermis). Iedereen is
reeds op zijn post.
Inlusscheu heeft de prefectuur van politie &>n toestand hier en daar
wat willen zuiveren en verbeteren. Zoo heeft zij het laten kijken van
?magnetische dames" verboden. Naar het schijnt maakten zij van de haar
eigene magnetische kracht misbruik, door eenvoudige kijkers te betooveren.
Nu is dat zeker een hoogst moreele maatregel, ina»r zou men bij dien
ruil iets hebben gewonnen? Want nu heeft men daarvoor in de plaata
gekregen jonge dames iu tricot, die met behulp van spiegels aieu voor
fantastische wezens uitgeven, die slechta een half lichaam hebben.
Men neemt met het publiek een loopje zonder dat de deugd er veel
bij "al winnen. Tegenwoordig toch doen de electriseerende glimlachjes
dienst aan deu ingang der tent, want ieder phenomeen houdt er haar
vertoonster op na, wier toilet vrij wat meer verdiende de aandacht dier
auiveraars te trekken.
Wat zullen we er van zeggen?
Toen Joeiïsse huisknecht was, redeneerde hij bij zicuzelven aldus:
Ik neem niet langer het stof at, want ik heb opgemerkt, dat ik by
het stof-afnemen, niet anders doe dan dit te verplaatsen.
Zoo doet ook de prefectuur niets anders dan de onzedelijkheid te ver*
plaatsen. Daarom gaat zij er dan zeker ook niet mee voort.
Het tooneel verbeeldt een gerechtshof.
Aan de orde is een diefstal, zooals er helaas! tegenwoordig steeds meer
worden gepleegd, en waarbij de dieven een met den dag grooter
dende driestheid aan den dag leggen, waarbij de OüVoldoeadheid
veüigheidsslotea eteeda.treurjgey uitkomt.