Historisch Archief 1877-1940
f
'ff
?v
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 40
Tffee deelen proza van Bobert ttmerling verschijnen bij J. F. luchter te Ham
burg, 2$j behelzen: SMzzen, Godenkblatter, Studiën." In dit werk geeft de schrij
ver eenigermate een geschiedenis van zijn eigen leven en ontwikkeling.
In D&B Kagazin" van 21 Maait wordt zeei de aandacht gove&tigd op een sUidie
Tan George Brandes over Ludwig Holberg, den schepper van het Noordsoh tooneel.
Dit geschrift, dat als feeatgave voor het Holbergjubileum is verschenen, moet verre
elke andere biographie van den dichter overtreflen. Voor de velen, die geen Deenach
kennen, ii het te hopen dat Brandes zijn werk spoedig in de Duitsche taal zal
overzetten. Holberg's werken worden in 50 zeer fraai geïllustreerde afleveringen
uitgegeven.
Van den beroemden Deenschen schrijver dezer eeuw, Fred. Paludan Muller, wiens
hoofdwerk Adam Homo nog "niet hing geleden door Emma Klingenfeld zeer ver
dienstelijk io het Dnitsch is vertaald, is thans op nieuw een werk in het Duitsch
verschenen. Het heet Der Jugendborn" en wordt bij Joh. Lehmann te Leipzig
uitgegeven.
In plaats van de Confidenees van Mme de Castiglione die niet zullen worden uit
gegeven, zullen tegen het einde van April Mémoires" van Arscne Houssaya het
licht zien. Zij zullen vier deelon vormen on daarin zullen verscheidene brieven
van Musset, Sandeau, Gautier etc. voorkomen.
INHOUD VAN TIJDSCHRIFTEN.
Eigen Baard No 12.
De dochters van den componist door Jas. G!ese IV ; Herinneringen uit Davos
UI; Nederlaudsche schepen door J. II. t-an Duinen (vervolg); Mr. B. D. H.
ellegen door B. (mot portret) : Een j aar op 't platte land. Losse herinneringen
door Laris; Verscheidenheid.
iïe, 28 Maart.
Brederoo. Broucvoo-Comnvissio. De tooneolspelors en ao publieke liefdadigheid. ?
Dr. Georg Brandcs. Gwvanni Verga. Papier. Lina Sohneider. Staatshulp
voor schrijvers. De Huiler met het rosse paard. De Brielsche archieven.
De wereld in een doosje. Dramatische Kroniek. Het Departement van Financiën
en da ... Kunst. Ingezonden. Bceliaaukoncligingen. Berichten.
Ki'rue clcs rl<>i<.r. Mfnitlcs l" Mars.
Solange de Cróix Saint LUC. (trois part.) par Allert Delpit ; Le comhat contre
la misère I par Ie comta trifans.tonville ; La réforme do l'enaeigncrnent sap
rienr par All>fi-t Piirtiy ; L'ospèce dans Ie règno végétal d'aprcs la theorie de
l'óvoIntion par Ie marqnis <!e Suyorta; Le monde océaniqr.e par Louis Siinonin;
Kovue dramatifiue par Louis Gawhsax; Chroiüquo etc.
Xouville Rtms. 15 Kaïa.
Michel Trolovr. Le gOnOral Todlcbon ; Ka,i;i<s. Dn de; nier mot sur Ie budget
de 1S33; Juël li>. finro in-en.r. Les traclitions coionialos do la PÏUSSO ; Marins
racJion. Un Muaóe ii oreer: A. Woriszhislcï.. Vfiinquenrs et vaincus (trois part;
Jfiae EJyar Qtiinef. Cc qua dit la musiuue ; l'ariti Koriyan. Le chat enragé;
<!.-aiye- DiipJtssis. Loa arabnhnces urbainea ; Lr»/ia GnTli-t rl Henri Rornier Re
vue du théatra.
ScJiovei-'g JFaMÜieitUati Ko 12.
Spottdrossel von G. Vel;/; Kaiscrs Goburtstag von Helm: SelliiUin; Cnter
Km-brandenburgischei- Ping ; Geeolschaps Kuppelgemiilde in der Herrseherhalle des
Bevliner Zonghauscs ; DIo Scaleaf;;ua'tun von Sarlier ila.todi ; Hinter den
Suüsssn des ZM;us vou Si'gnoi- Domino.
Nieuwe iti'yftvcii in Ilnyeluniï.
Lady Bellairs, The Transvas.1 war 1830?SI
H. avlor, AnVob'ographio 1800?75 , . . . , . .
A. J. C. liane, Studias ju ussia ....,.,,
Mrs. Adaiaa, Geoffroy Slirling. ...,,,...
T. B. Aldrichs, The Queen of Scheb»
K. Bnchunan, Watt, a story of a Caravan
M. Chichele, Doins and undoing ...,,,,,
P. P. Cobbo, A. aithlosB World , .
,T. Fiske, American political Icteas. ....,,,
E. Garrett, At any Coat. , , i , , ,
Latly Hopo, A simplo liie. ..........
W. Maccall, Mooda and memories. .......
A. Marshall, The present position of economiea, . ,
A. T. Martin, Fernshawe sketches in prose and V'i'se
J. H. Boger, The lciüg'3 palace , ,
L. L. Eouso, Jim Bentley's resolve ..,..,.
E. Strutt, The Cerato and the Rector. ..,,.'
A. S. Swan, A divided house. .,....,,.
C. C. T. Tytler, Jasmino Leigh. ...,..,,
The nnhired labourer by A. M. C. , . , , , , .
eh.
15
C2
10.G
3,6
2
LJ.G
4.6
2.C
<<
5
SI. G
2
7.6
2
2.0
ol.
Nieuwe uitgaven 'in Fïankïijb
Edmond Haranconrt. L'ame nue . > . . . ( k . . < . t > ; . fr. 3.50
M. de Vogué, Histoires d'hiver ..iii««..« n 5.
Th. de Banville, Lettres Cnimériiiucs. . . . i . . i i , , . , , 3.50
P. Darijl, En acht ,..........'.., ».
G. Dargenty, Eïigèr.n IX-lacroir, par lui meae ,..,.,,.,.?3.
Arsène Houssaie, Contes pour les femmes.
Mme Jnles Samson. no ducation dans la familie.
Alfred Assolant, Plantagenet.
E. Daudet, Les reias cassés.
MILITAIRE ZAKEN.
'HOE KOMT HET, DAT ONZE MAKINE ZOO DUUR IS?
De uitgaven voor leger en vloot bedragen ongeveer het vijfde gedeelte
der totale uitgaven ia Duitschland, meer dan een kwart in ons land met
zijne koloniën, en ongeveer het derde gedeelte in Frankrijk.
Pnitsclilanc!, do zoogenaamde militaire natie, geeft dus in verhouding
minder uit voor leger en vloot dan ons land.
Kortelings willen wij nagaan hoe het komt, dat onze Marine 200 duur
is; terwijl \vij liet aan anderen overlaten uit te rekenen waardoor het
ontstaat, dat ook ons leger voor veel geld weinig waar heeft.
Op de ontvverp-Staatsbegrooting van Marine voor 1S85 is meer dan
vier millioen uitgetrokken voor het materieel, ongeveer evenveel voor
het personeel, en meer dan n millioen voor pensioenen, wachtgelden
enz.; de totale begrooting bedraagt ruim elf en een halt millioen.
Het materieel der zeemacht is de laatste jaren herhaaldelijk besproken
geworden, zoowel in als buiten de beide Kamera der Staten-Generaal.
Het vergaan van de Adder, het rapport der commissie tot reorganisatie
van 's Rijks werven, de Sommelsdijk en de Nautihts, de toestand onzer
vloot in de wateren van At.jeb, ziedaar beurtelings evenveel onderwerpen
van don dag.
De algemeene kosten aan 's Rijkswerf te Amsterdam bedroegen in 1870
34V:i en in 18SJ, 40'^ percent van de productie, terwijl een particuliere
onderneming, dio evenveol verbouwde in 16 jaren slechts 12, 2 percent
aan algemeene kosten had. Deze meerdere uitgaven zijn gemakkelijk te
verklaren. De .verklieden op :s Rijkswervcn komen daar meest als kinde
ren, en verlaten ze op hoogen leeftijd; een gedeelte van deze tijdsruimte
eten ze das genadebrood. Een werkman, die onbekwaam of zeer lui v;as
(gewoon lui ziju een groot deel der werklieden) werd vroeger slechts
zelden weggejaagd. Men was eigenlijk bang voor het werkvolk, en vreesde
voor werkstakingen en opstootjes. Onderdirecteuren, officieren van politie,
of ambtenaren, die het werkvolk nareden, waren niet gewild, werden als
lastig gesignaleerd, zoo spoedig mogelijk door anderen vervangen, oi' te
kennen gegeven, dat zij niet zoo actief moesten zijn. In den laatstea
tijd is eenige verbetering hierin gekomen.
Op 's Rijkswerven ontsloeg men vroeger geen werkvolk, wanneer er
geen voldoende werk voor allen was, terwijl het tegenovergestelde bij
particulieren gebeurt.
Bijna elk oorlogschip, dat op 'sRiiks werven gebouwd is, werd niet
voltooid volgens bet oorspronkelijke plan, maar onder het bouwen telkens
zoogenaamd verbeterd, wat veel geld kostte. Eindelijk trok niemand er
zich iets van aan, of men duur dan wel goedkoop werkte.
Bijna niemand kan zich in ons land beroemen n onzer corlogsbodems
ontworpen te hebben; zij werden meest door een aantal personen ont
worpen, waardoor iwtuurlyk misbaksels ontstonden.
Wanneer een schip niet deugt, is ook niemaud er verantwoordelijk voor
De een schuift dan de schuld op den andere.
Do ingenieurs onzer Marine zijn jaren lang financieel benadeeld pewordc-n.
(zelf-» de Kamer wildo kortelings geleden nog het trakiement van een
ingenieur beknibbelen) niets is gedaan geworden oin hun ambitie op te
wekken, terwijl hun promotie niet plaats had bij keuze, zooals voorge
schreven is, uit de. kundigsten en meest geschikten.
Van een en r.nder plukt men thans de wrange vruchten.
Het dikwijls voorgestelde bouwen van oorlogschepen bij particulieren
is dan alleen voordeelig, wanneer dit in het buitenland geschiedt. Dit
is de cenigste wijze om te maken, dat men nieuwerwetsehe en goede
schepen krijgt. In ons land bouwt men slechts naar modellen uit het
buitenland. i)e"]torpedobooten, die onze particuliere industrie vervaardigd
liceft, loopeu allen eenige mijicn minder dan die uit het buitenland kwamen.
Dikwijls zijn schepen, machines of ander werk, door particulieren in ons
land geleverd, goedgekeurd geworden, omdat men anders een particuliere
fabriek zeer benadeelen of rnïneereu zou. Soms ook, omdat men bang
was voor Kamerleden, die aandeelcn in een fabriek hadden.
Door de Rijkswerven op te heffen, en alleen bij particulieren in ons
land te laten bouwen en herstellen, zou men van Scylia op Charybdis
verzeilen.
Onze Rijkswerven moeten echter gereorganiseerd worden. Daar voor
al zijn verantwoordelijke en kundig? personen noodig, die met vaste
hand hunne ondergeschikten besturen, en weten te straffen en te
beloonen waar zulks beho Tt.
In den tegenwoordigen tijd, nu de scheepsbouw met reuzenschreden
vooruitgaat en de verbeteringen op het gebied van artillerie en
torpedo's elkander verdringen, kan men niet, zooals dikwijls in ons land ge
schiedde, jaren achtereen een zelfde type van schepen bouwen, of dezelfde
soorten van gesehut aanschaffen, en de nieuwste toepassingen in het bui
tenland der torpedo's negeeren. Men moet met zijn tijd medegaan, waar
door wel een staalkaart van alles ontstaat, maar men ten minste telkens
waar voor zijn geld heeft.
De wijze, waarop wij aan de bemanning onzer vloot komen, is ook zeer
duur.
Een groot deel onzer matrozen komt als jongens in dienst, en er
verloopen vier a vijf jaren voor zij voldoende ontwikkeld zijn om het geld
waard te wezen, wat het land hun betaalt aan voeding en gage.
Onze opleidingen voor jongens, uit een philantropiseh oogpunt be
schouwd prachtige instellingen, zijn echter feitelijk zeer duur.
De overige mindere schepelingen, namelijk een klein deel der matrozen,
de mariniers, do stokers, enz. komen meest met handgel.! ia dienst, ter
wijl bijna alle schepelingen weder geld ontvangen als zij zich re
ngageeren. Eindelijk verlaten een groot deel van hen den dienst met, pensioen.
lïfihalve ds gewone uitgaven voor soldij en voeding, heeft men dus een
aantal buitengewone uitgaven noodig om in de bemanning onzer vloot
te voorzien.
Mot opzet spraken wij tot nu toe niet over de zee-militie, omdat men
van haar zoo weinig diensten verlangt. Per jaar wordt slechts n
liehting gedurende zes maanden opgeroepen, waarvan nog minstens drie
maanden voor eerste oefening afgaan. Wanneer men het weinige nut,
dat men van de zee-militie in tijd van vrede trekt, vergelijkt met het
geld, dat men voor haar uitgeeft, dan is zij ook een dure instelling.
Slaan wij thans een blik op Duitschland; daar zien we dat de vloot
grooteudeela door militieplielitigcn bemand vrordt. Laatstgenoemde
per