De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1885 29 maart pagina 12

29 maart 1885 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 405 haar tot zich genomen en tot aan haar dood trouw verpleegd. Hm! Arme drommel!.... Hij had dit huwelijk gesloten tegen den wil van zijn bloedverwanten, tegen den raad zijner vrienden; zijn» geld was ook op, toen heeft hij zich in de Rue Ravestein begraven. Zijn lot was hard; maar toch.... hij heeft ten minste anderhalf jaar aan haar zijde geleefd!" Alphonse de Sterny zweeg en staarde peinzend voor zich, Gesa legde de hand op zijn arm. »De herinnering aan deze vrouw is nog zoo levendig bij u, hoe kan het je don verwonderen dat ik haar dochter tot vrouw wil nemen, haar dochter, die al de bekoorlijkheid der moeder geërfd heef t, zonder haar zonden!" De Sterny lachte maar het was geen aangename lach. »Hoe oud is zij wel zestien of zeventien als ik mij niet vergis T' vroeg hij. Gesa knikte. »Zoo, hm! En dan v,ïl je al over haar karakter ordeelen T' De Sterny trommelde ironisch een marsen op de tafel. Gesa bloosde. »De Sterny!" riep hij na een korte pauze «hoeveel vriendschap ik ook voor je gevoel ??ik wil je zooniet hoorcn spreken. Leer haar eerst kennen en oordeel dan zelf.... Kom eens 's avonds kom thee bij ons drinken, wanneer ge ten minste niet bang zijt voor de Rue Ravestein!" »Wanneer je wilt, mijn jongen morgen, overmorgen. liet Iheeuur is zeker vroeg niet waar? Dan kom ik nog voordat ik mijn andere iezocken in de groote wereld ga afleggen!'' Eenige oogcnblikken later nam Gesa afscheid. De Sterny begeleidde hem tot aan de deur, en riep hem toen nog achterna: Dus tot o vermorgen, acht uur! ik ben verlangend je caprice te zien!" XIII. In de Rue Savestein no. 10 heerschte een groote drukte. Do gangen waren vervuld met den geur van versch gebak; Annette was onophoudelijk in beweging, plaatste de meubelen nu hier, dan daar om hun armoedig voorkomen zooveel mogelijk te be dekken, richtte haar schoone oogcn droevig op het groene tapijt en zuchtte telkens: s wat zal het hem hier afvallen!" Gesa lachte slechts, kuste haar op 't voorhoofd en zeide bemoedigend: »Wees maar slil lieveling, hij komt om jou te leercn kennen, niet om ons huis te critiseeren. De oude DeJileo was zoo mogelijk nog zenuwachtiger dan zijn dochter. Hij had uit een halfverganen koffer zijn ouden rok te voorschijn gehaald, en in dit sterk naar kamfer riekend, breedgekraagd oudenvetsch kleedingstuk, liep hij ongeduldig van het cene kleine vertrek ia het andere, stofte met zijn zakdoek een portrcllijstje af, wierp ter sluiks een blik in den doften spiegel, en trok met bevende vingers aau de slippen van zijn onlzaggelijken satijnen das, die evenals zijn fraai geborduurd, goei geworden overhemd, cbgteckende uit den tijd van Louis Philippc. Gesa spotte met do opgewondenheid zijner huisgenoolcn, maar toch vond hij bij zich zelf, dat de op handen zijnde groote ge beurtenis deze volkomen wettigde. Om acht uur verkeerden zij in groote spanning; vijf minuten over achten zei Je Dclüeo, «misschien komt hij niet" kwartier over achten zag Annelte den jongen violist verwonderd en onrustig aan, en fluisterde: shij heeft het je toch bepaald beloofd, Gesa" om half negen hoorde men beweging in de gang. »Het zal een afzegging van De Sterny wezen", meende Delilco, die zich als gewoonlijk op een teleurstelling voorbereidde. »Ben ik hier terecht hij mijnheer Delüeo," hoorde msn op hetzelfde oogenblik vragen en Gesa vloog naar de deur. De oude Dclileo streek met duim en wijsvinger over zijn baard om zich een ongedwongen houding te geven. Annelte verdween. Een paar seconden later werd de deur geopend en een voor naam blond heer trad het kleine groene vertrek binnen. In 't eerst voelde hij zich een weinig onbeholpen, daarbij zijn pels nicL in den gang had kunnen afdoen, maar dit duurde slechts kort. Nauwelijks had Gesa hem van dit zware kleedingstuk ontlast, of hij reikte den heer des huizes, aan wien Gesa hem deftig had willen voorstellen, de hand met de woorden: »wij zijn nog oude bekenden!" en toen de oude man deze voorkomendheid met een afwerende beweging van zich wilde wijzen, ging De Sterny voort: »gij herinnert u misschien den armen verliefden dweeper niet meer, die u vroeger in liet sulon der gravin d'Agoult ontmoette. Ik herinner mij echter nog zeer goed u we medelij dende vriendschap, die mij toen zoo goed deed. \Vij droegen geloof ik hetzelfde leed, maar....'1 met een blik op het portret der schooneGualüeri, dal zijn scherpe blik dadelijk ontdekt had v later zijl gij ge lukkiger geweest dan ik!" Toen sprongen den ouden neer werkelijk de tranen in de oogen, en hij drukte den kunstenaar de hand. »Nu'?" zeide De Sterny met een schalkschen blik op Gesa smen had mij nog meer beloofd, dan een weerzien van oudo bekenden.... een geheel nieuwe kennismaking!" Gesa zag rond. »0 die kinderachtige Annette, daar heeft zij zich werkelijk verscholen!" Hij snelde naar de andere kamer en men hoorde zijn teeder fluisteren: »kom lieveling, wees nu niet kinderachtig!" Aan Gesa's arm, schuchter en bevend, bleek van opgewonden heid met een koortsgloed op de lippen, trad zij don kunstenaar tegemoet en legde haar kleine ijskoude vingers in de haar aange boden hand. Als betooverd staarde De Sterny het jonge meisje aan, toen bedwong hij zich, kuste hoffelijk de zachte kinderhand en zeide; »Dit moet ge mij toestaan signora, ik ben een zeer oud vriend van uw bruidegom en was eenmaal een zeer bescheiden maar oprecht vereerder uwer moeder." Toen zich tot Delileo wendende, sprak hij: »De gelijkenis is bijna te treffend, het is eenc wederopstanding l" *?**??? * *"> (, » « O Men kan zicli niets beminnelijkers voorstellen dan De Stcrnx's gedrag in de Rue Ravestein; een beminnelijkheid, die hem boven dien ook niet de minste inspanning kostte. Evenals andere beroemdheden hield hij er van kleine uitstapjes te maken in kringen, waarin hij het vrccselijk zou hebben gevonden te moeten leven. Zijn toon jegens den ouden Delüeo was bescheiden en eerbiedig, jegens Gesa als altijd half beschermend, half plagend: Hij dronk twee kopjes thee, pronkte met zijn goeden eetlust en prees hel heerlijke gebak. Dclileo haalde allerlei herinneringen op, die even oudorwetsch waren als zijn rok en even weinig in hun omgeving pasten. Zijn dochter zat bleek en zwijgend tegenover don gas!, en sloeg geen enkele maal da oogen tot hem op. Toch ontging haar niet de minste bijzonderheid van zijn voorkomen. Daar hij nog dienzelfden avond een soiree in de groote wereld moest bezoeken, droeg hij reeds de gezelschapskleeciing, die hem zoo goed stond, en zijn wilte das, zijn gilet en cocur en zijn keurig kapsel waren een voor Annette ongekend schouwspel. Meermalen richtte hij vriendelijk hei. woord lot huar, zij ant woordde slechts kort en verlegen. Doet uw dochter nicls aan de muziek?" vroeg hij na een dier vruchtelooze pogingen om een gesprek aan te knoopen aan Dalileo. »Ja, zij zin^t een weinig!" »Gelijkt haar stem op die van..'.. van.....'' Do Sterny haperde. AVilt je ons iets voorzingen, mijn engel'.'" fluisterde Gesa lot zijn bruid »ik wil het je niet opdringen, maar '' ?y liet zou mij zulk een ynot genoegen doen!" verzekerde De Sterny Zonder te antwoorden, langzaam als in een droom, stond liet meisje op, trad aan liet klavier en k'gJu er een muzickboek op, de fraaie oude romance van Martini >>p;aisir 'umour". DU Sterny bood dadelijk aan haar te begeleiden, hetgeen zij verlegen oannarn. Daar klonk week en zacht door het kleine groene vertrek dat onslerfelijkste van alle minneliederen ? dat lied dat de vereende krachten van alle conservatoriumleerlingcn niet hebben kunnen verdringen: Plaisir d'auiour ne dure qu'un instant, Chagrin d'amour dure tonte la vie ! Zij hield de beide handen volgens voorschrift licht in elkaar peslagen maar tegen alle regelen in was haar hoofdje cenigszins terzijde gebogen alsof 't haar plotseling te zwaar was geworden. Haar stern klonk dof en beklemd en beefde als van onderdrukt iflikken. »Zij schijnt bang voor je te zijn," zeide Gcso, die naast hoar was kornen staan ; »ik begrijp niet wat haar scheel;, het ontbreekt haar anders nooit aan moed. Arm kleintje...." en hij streek haar liefkozend over 't haar. De Sterny fronste de wenkbrauwen als deed het gezicht van deze onschuldige liefkoozïng hem onaangenaam aan. >.>llet is vol maakt dezelfde stem," zeide hij tot Dclileo »cenc verwonderlijke overeenkomst. IN iet waar, Mademoiselle gij wilt mij nog wel een liedje voorzingeu. als ik er u orn smeek." Gesa hardde uit een muziekportefauille een beschreven blad te voorschijn, en legda het op den lessenaar. »Zing dit eens Annette," smeekte hij en nam zijn viool, die op het klavier Ing'. »liei K voor zai:g en viool geef even a als je blieft, De Sterny!'' Do Slerny sloeg den verlangden toon anri. liet wos zijn »ncssun niagior doloru", uit Dantc'i Hel, dat

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl