De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1885 29 maart pagina 4

29 maart 1885 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEERBLAD VOOR NEDERLAND. No. 405 het volgen door iemand van eene bepaalde richting ia do kunst, van den grootsten invloed op zijn eieleleven in liet algemeen Iran zijn, van den grootsten invloed ook op zijn huishoudelijk leven? Wjj bekennen het antwoord op deze vragen schuldig te moeten blijven; *n hier Bteekt de fout van bet tooneelspel. Want, indien wij, public!:, niet weten wat de auteur ons heeft voorgesteld, heeft deze zijn deel gemist, ontbreekt hem da gave der duidelijkheid, de kunst, het talent. Wfj weten natuurlijk wel, dat men ons in kennis heeft gebracht met Willemsz", met Boender", met Steeman", met Anna", doch de achter grond, de kern, die elk wezenlijk kunststuk in zich sluit, de eigenlijke bedoeling des schrijvers ontsnapt ons. De heer Kersbergen heeft, gist men, sommige theoiïn de schilderkunst betreffende kenbaar willen maken en heeft -naar een intrigotje gezocht om er een tooneelstuk van te vormen. Deze twee zaken nn.de gedacht en oter schilderkunst en het intrigetje, zóó kunstig te verbinden, zóó samen te smelten tot een harmonisch geheel, dat de toeschouwer bekoord en overtuigd werd tegelijkertijd, schijnt hem echter niet geheel te zijn gelukt. Noch weten we, bg het vallen der gordijn, of de oudere f do jongere schilders 'fc by 't rechte eind hebbon, noch mochten de lotgevallen dier heeren onze aandacht erg boeien. Zou do heer Kersbergen, vóór hij zijn stuk samenstelde, het vraagstuk der verhouding van verstands-overtuigiugen omtrent kunst tot verschijn selen van het zieleleven bij de mensclion, hebben ond.er.zoch1', en zoude hjj op de uitkomst van zulk onderzoek zijn tooncelspsl hebben gebouwd, pf heeft hij slechts in 't honderd geschreven en alleen van de eerste on samenhangende elementen de beste een stukje willen vervaardigen, even aanspraak- als verdienstploos? De beslissing hiervan laten wij in't midden. Wellicht zal een tweede voortbrengsel van denzelfden schrijver ons een maal klaarder over den aard van zijn talent inlichten. Na den heer Kersbergen, kwam een tweede onbekende schrijver aan het woord: de heer N. Frederiks. Zijn bijdrage heet Een lief weêuwtje". Het is een onschuldige grap, niet zonder geest gedraaid, en waarin met menschenkennis een curieus geval uit hot menschelijk leven behandeld Wordt. Die gansche geschiedenis van de door hot behoeftige gezin vau het landgoed Speelvliet" met zorg en angst verbeide Indische groot moeder, wier aankomst hun ondergang dreigt te voltooien, doch welke, per slot van rekening, een allerjeugdigste grootmama blijkt to wezen,grootpapa zaliger wist wel wie hij tot gade koos, een lief weêuwfjc, dat niets liever wenscht dan hare behoeftige verwanten bijstaan, dia gansche historie, met Josine, de schraapzieke dochter des huizes, mot den verliefden bouwmeester, niet kapitein Karbeck inkluis, is goed ge schreven en werd uitmuntend gespeeld door mevr. De Vries, mej. van Biene, me?r. Eössing, de hli. Morin, Schultze en Clous. Naar aanleiding van dit blijspel komt van zelf de opmerking u weder te binnen, wat de taal op het tooneel tocli veel doet. Wanneer mevr. van Bergen b. v., het lieve weêuwtje in quaestie, niet zoo natuurlijk sprak, wanneer eij boeken-woorden gebruikte, dan zoudt ge eens zien, hoezeer het blijspel minder fraai zou lijken! Dat een tooneelschrijver zich toch vóór alles om zijn taal bekommere! Verzorg uw taal, wees uw taal machtig, weas wars van alle deftigheid, en al het overige zal u toege worpen worden. Het derde stuk, dat men ons vertoonde, was Lina Blond", blijspel door mr. Brooshooft, den schrijver vau Zijn meisje komt uit!" Wel aardig, dat Lina Blond", maar cenigszina geldt hier dezelfde grief als voor Onder schilders". De schrijver had dat bijzondere tintje weg moeten laten van zijn hoofdpersoon. Wanneer wij hooren, dat Lina Blond een buitengewone vrouw is, die zich opwindt voor allerlei wijsgeerige en sociale vraagstukken, dan vestigen wij daarop onze oplettendheid, op dat ongewone, waarover men ons onderhoudt, en nauwelijks is die oplettend heid gevestigd, of wij bemerken, dat de pit vau het stuk elders schuilt en het gegeven eenvoudig eene persoonsverwisseling is, waarbij oen andere, niets met haar gemeen hebbende, vrouw, voor de exentrieke Lina Blond wordt aangezien. Wanneer Lina Blond een tooneelspeelster, een koningin of wal-, dan ook ware geweest en eene burgervrouw van het platteland werd bij vergissing voor haar gehouden, dan zouden we evenzeer gelachen hebben en was de aandacht geen oogeublik afgeleid geweest van het hoofd onderwerp. Men kan Lina Blond" een gelijken rang in de gelederen dor tooueelliicratuur toekennen als de beste duitscht- possen bekleeden. liet stukje v.'crj i'raai en ving gespeeld. Donderdagavond had in de Variétés, Amstelstraat, do benefice-voorstel' in.cf plaats van mej. Roos, met De eerste minnarijen van Richelieu" en Uaar i;arl- is ontwaakt", het eerste een blijspel uit het fransch, het tweedeeen blijspel uit het duitsch. Mej. Roos, die op het tooneel der Variétés een lot heeft, dat andere a'jtrkcijes", haar tijdgonooten, haar wel een beetje zullen benijden, onder vond ook nu weder hoe ingenomen haar publiek met haar talent en haar ixrsoon is. Men heeft van haar zeer goede verwachtingen en haar spel <>;) Donderdagavond getuigde, te midden der haar toegeworpen bloemen, ii- van, dat zij die verwachtingen waarschijnlijk volstrekt niet, zal be.-jhaajen. Zij ia jong: een schoone toekomst ligt voor haar open, indien K ij sUidcercn en haar kunst werkelijk beoefenen wil. l u den Fransche-laau-Schouwburg geeft het IJerlijnsche gezelschap ?M.rgen, Zondag-avond, zijue ai'seheidsvoorstelling. 28 Maart. K. J. W LT TOONEEL TE KOTÏEIIDAM. Meden. Het is bekend, dat LegouvS zijn Mcdea voor Rachel schreef. Toen de dichter echter zijn treurspel geëindigd had, weigerde de tragédienne bef te spelen. Ristori nam de rol over eu dankt daaraan haren roem. En toch had Rachel zoo ongelijk niet, toen zij Legouvó'a treurspel van de hand wees. Hij heeft van de Kolchische Medea, van de demonische tcovenarcs der Grieksche sage eene arme, hongerlijdende smedende vrouw geniaak.r, die door Laren man verlaten met hars kinderen van de eene plaats naar do ar.dore trekt, om hom ie zoeken. Niet na rijp overleef, <">m zich op Jfison te wreken, (loodt zij lisro kinderen; radeloos achtervolgd neemt zij plotseling dit liosluit ca voert het uit, op iu-b'.c'i'de cogcabilk, dal; zi, het bedenkt. Hij n'aakt. er rcno getergde moeder run, die men hare kinderen wil ontstelen en dien ze liever dood voor hare voeten ziet dan ze te l;itcn in da h.inilen hrucr vijanden. Vandaar dan ook, dat do toeschouwer, in weerwil van liet gruwelstuk dat 3 i j bedrijft, evenals Orpheus in het treurspel, haar zijde kiest en deze Medea eerder mededoogen dan afschuw weet op te wekken. liet beold der GriekEche sage verdwijnt onder oan dusdanige bewerking geheel en al. Geef deze Medea een anderen naam, verander de namen tevens van de haar omringende personen; laat. het voorval op eenandere plaats gebeuren en er blijft niets over, wat ons aan de Grieksche Medea kan doen denken dan de moord der beiilökinderen. Wat men ook op (jrillparzni-'s Das G'MtïJ'. Viicss moge aan to merken hebben, de figuur van Medea, die door Chra Ziegkr ook reeds iu ons land is vertolkt, komt daarin veel mepr tot haar recht. IKïtconre!sjieclftrr; die Lo^ouyé'd im/c'a moet veii-jlköi, heek een £;:.T moeilijke taak, \v:;iit zij mag CL.S niet doen vergeten dat zij Mcdui voorstelt (er i:; npg ahi'd 1.o vet-l i», \vifc ors daaraan doet denken, om KI- geheel uit K~t i';og (e verliezen,) «n van den am.io.rcu kant heeft de iliaitcr haar woorden iu don mond poicg'd, die de Gri<;ksnie Mcdea nooit over Ji.ire lippen zon hebben gobrn.rl't. Mev. Ijt:cr=-i!i:'i!i3, die Zeiidr.i; il. voor het eer.it die rol speelde, heeft de moeilijkheid uitstek"!!;! veten tu ovenviiiiien. Zij hoeft er zich voor al op toei'jiiiogd, om de M^dta der Sago op den voorgrond te doen tre den, Kouder daarom de persoon van hot drama jrohert uit liet oog te verliezen en door deze opvatting der rol, die rouseqïiont van hot begin tot het, einde werd doorgevoerd, h;;?Tt zij een schilt.erauls triomf beiiaaid. Wanncei1 zij tegenover Krenza staat en ons de verschrikkingen <ler j;tloc-zia niet overweldigende]) harlslocht afschildert, haar .,missc'uienï" op het einde van hot eorsto bedrijf als antwoord op Krousa's woorden, dat d<?zs den volgendon d:;;:; mot Jason Kal trouwen, have woedt', wanneer mt-n haar ds; kinderen wil oiitiicinon, hot slottooncel on nog zoo veoi mesr, men woel- niet, wat men het hoogste ."al stellen. Daar do verlaten moe der weer bij haar op dai achtergrond is getreden, spreekt het van zelf dat do toosicelen van wo^U-n har! jtdcht het schitterendst werden gojneeui, zonder dat daarmede kan worden gezegd, dat. de andere tooneckn n i o t tot hun recht kwamen, liet g:.--prek :,i<.t Jason iu het tweede bedrijf, wanneer hij met haar wil onderhandelen, scheen mij toe het minst goed geslaafd to z!jn, hoewel hier ue hnofdschulcl bij den schrijver schuilt. Eene onderhandelende Medea i.-- ccn onding. Mev. Beersmaus heelt ons in do laatste jaren veel doen genie! en; ik aarzel echter niui te veiklaren, dut- haar spel al? Mcdea ht-t, beste ia wat deze kunstenares ons tot nu too hc;jft ta zien gegevou on dat noch Rist.ori, noch Clara Zieglcr, do t\ve.<) Medca-vcrtolksters bij uitnemendheid, haar in dio rol overtreffen. Vi'at ik op eene andere plaats vau Mevr. Beersmans heb gezegd, wcnsc'i ik hier to herhalen. Ware Beersmans eene Duitscha of Fransche, de gansche beschaafde wereld zou haar naam noemen te gelijk met dien van dv p-oolstc trcurspcelstcrs vanonzentijJ. Het niet zeer talrijke j.ubiolr, dat Zondag den Schouwburg bezet'.c. wist het spel der kunstenares wel te waardoeren en riep haar na hut eerste ea tweede bedrijf tweemaal en na het laatste bedrijf driemaal voor het voetlicht. Met do -vertolking der andcro rollen kan men minder tevreden zijn. Orphcas werd door den hoor do Vos gespeeld. In het begin sprak de;:e acteur zijn eicjcn verzen met weinig gevoel, later werd het. b.'i.er. \ ooral zijn niet gij!" tot Jasou werd met, do noodigo schakocringherhaald. Or pheus is de zanger, van wieu vorhaaM wordt, dat hij door zijn goz.ing do wilde dieren wist ta temmen, den loop der rivieren deed ophouden, ja zelfs het hart der onverbiddelijke Persephore tot medelijden wist te stommen en deze zanger moest word-m voorgesteld door den heer De Vos. Maar het is v/aar, ik wilde niet meer spreken over de stem van dezen acteur. De Jason van deu heer J. Haspels voldeed mij in liet. geheel niet. Dat. deze acteur goed verzen zeggen kan, ig ulgomeeu bekend, maar verzen zeggen is iets anders dun verzen uitgalmen; dat laatste kunnen de Rederijkers nog veel beter dan de heer Haspels het Zondag jl. deed; daarbij kwam nog, dat hij een beetje heesch was, zoodat het schreeuwen zeer onaangenaam klonk. De variatie in de verschillende tooneelen van Jason lat» dan ook alleen daarin, dat de stem meer of minder werd uit gezet. Waarlijk, zoo iets is men toch van een tooncelspeler als .T. Haspels niet gewoon en wij willen het dan ook gaarne aan de hecschheid toe schrijven die hem deed vreezen, dat hij nieïzou worden gehoord, als hij zachter sprak. 'De Kreusn van Mej. de Groot voldeed beter; vooral de scène met Medea iu het eerste bedrijf werd goed gespeeld. Het is een genoegen, den heer La Gras verzen te hooren zeggen, dat verstaat hij meesterlijk, ten minste wat zuiverheid van uitspraak entoonlegging betreft; mindor goed weet hij echter den noodigen gloed aan te brengen, ok zijn Kreou leed aan dit gebrek; er was weiuig gevoel in hetgeen deze zeide. Den regisseur Le Gras iutusschen mijne oprechte hulde voor de uit stekende monteering. Vooral aan hem is het ook zeker te danken, dat de kindermoord, die ia Legouvó'a Sleden op het tooneel moet gebeuren Cin GriUjparzer's stuk gebeurt dit wijselijk achter de coulissen), niet erg te zien was en daardoor veel van het afschuwwekkende verloor. Het volk cp het toonael omringde Medea namelijk zoo, dat het publiek weinig van die executie te zien kreeg. Een der kindereu gilde; het komt mij voor, dat dit ook nog best zou kunnen wordea nagelaten, want wanneer het volk plotseling terugtreedt, dan zijn de twoe kinderen dood en het publiek, cïiit mat de sago totaa! onbekend ir, weet dan tecli. wat er gebeurd is, SSJ 'ü. H.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl