Historisch Archief 1877-1940
f
f.'
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 405
?neeuwlandschap van denzelfde leed naar ik meen aan gebrek aan har
monie tussehen landschap, Incht en opkomende maan, hoewel ieder dezer
mij toescheen veel juistheid te bezitteu.
De teekeningen met paarden en militairen van Staring hadden de ver
diensten van groote uitvoerigheid der teekening en tamelijke levendigheid
der beweging. Overigens waren er aquarellen van mejuffrouw Su, van
Sadee, Mevrouw Bilders, Oppenoortb, Eerelman, enz.
Willem Voorhoeve.
WANDELINGEN OP
DE DFvIEJAAKLIJKSCHE" TENTOONSTELLING.
(Slohvoorcl)
Brussel, 28 Maart 1885.
Meerdere honderden schilderijen waren, wegens bare middelmatigheid
Afgewezen . . .
Toen de tentoonstelling geopend werd sprak niet alleen de minister, die
Z. M. Leopold II door de zalen leidde, den lof uit der h o 11 a n d s c h e
schilders, maar kunstenaars en critici, waarbij de ondergeteekende zich
bevond, stemden volmondig met dat gunstig oordeel in.
De opmerkzame lezer der artikelen B. A. G. herinnert zich zeker deze
bijzonderheid.
Vervolgens nam het WecJcllad een aantal artikels op waarin de h o
!landsche schilders bijzonder worden besproken. Dit onderzoek beves
tigde den eersten indruk.
Ondertusschen zijn enkelen van meening dat men aan do
nederlandeche kunstenaars heeft te kort gedaan. l)e heer H. van Loo namelijk
neemt in een Praatje" over dit onderwerp, afgedrukt in hot
Aprilnummer van Europa" eenige zijner vrienden tegen B. A. G. in bescherming.
Een aloud, welbekend spreekwoord zegt: Wie allo dinck vervechten
vril en sal nimmer 'tsweert in de echie stcecken."
Een enkel woord van wederlegging verdient toch de heer Van Loo;
want ik geloof aan zijne goede bedoeling.
Ondertusschen spreekt hij van afbreken" van den zeeschilder Mesdag
door zwijgen" van den landschapschilder Van Borselcn, enz, en door
spekt z^'n Praatje" nog met fijne, persoonlijke complimenten.
Och, heere man tijd, men breekt toch geen stadhuis (alias paleis) van
Amsterdam, geen St-Jan van den Bosch, geen ttadhuis van Brussel, of
ander reuzengebouw door esne penuestreek ai'; en waarom zou een on
afhankelijk criticus, gelijk ik racen te zijn, het levenslicht aan
den heer Van Borselen willen benemen?
Dat de heer Van Loo voor dezen schilder partij trekt, gelijk voor
Everdingen, bewast een dankbaar hart voor zijne meesters. Dat hij voor
de dames Schwarze en Koosenboom eene lans breekt strekt ook zijn rid
derlijk hart tot eer.
Minder e e r l ij k is het evenwel dat de schrijver, die Mesdags Noord
zee" aanhaalt, niet mededeelt welke hooga bev/ondering ik voor dat
kunstwerk heb uitgesproken, en betreffende do overige genoemde kunste
naressen en kunstenaars slechts do helit mededeelt van hetgeen ref. daar
van heeft gezegd.
Ik wil wel bekennen dat Blommers' ..November", in 18-'J te Gent ge
xposeerd, alsmede diens gang naar da vischvnar kt" en liet vurtick
(als ik mij de titels wel herinner), in 1831 te Brussel tentoongesteld, mij
iets anders van zijn talent deden hopen clan het visschersvrcuwfje" van
1884
. De heeren Everdingen en Van Borselen exposeerden zelden in België.
Gaarne wil ik, op verzoek van den heer Van Loo, bij de eerste gelegen
heid hen onder vele honderden opsporen en vermelden. Zeker zullen zij
te Antwerpen niet ontbreken, liet termijn der inzending is nu op den
achtsten April gesteld. Over 't gebruik van modellen kan ik natuurlijk
met den heer v. L, niet van mecning verschillen. Detrekuit GuidoEeni'a
leven is daarom zeer karakteristiek. Maar dat de wenken der
hierbovcngenoemde dames niet alle van dezelfde vcorti efi'elijkhcid zijn zal de schrij
ver in een rustig oogenblik zelf wel bekennen. Ondertuj-sch.cn kan Ne
derland trotseh zijn op zulke talenten!
In een oogenblik van kalmte zal do schrijver van .,'i Praa'je" ook in
zien dat hij vele stemmen aanhaalt om zijne meei:ii;g te ondersteunen,
. doch niet altijd opgeeft waar ca in welken samenhang van. gedachten
sij zich hebben laten boeren.
Ongemeen gaarne sluit ik mij ecliter aan bij liet oordeel in Nos grands
peintrcs" (?Praatje" bl. 12) over Mesdag uitgesproken.
Ik kan, tussehen de regels lezende, het slecht humeur van den heer
v. L. alleen daaraan toeschrijven, dat hij den ondergeteekende voor cenen
1 geheel anderen persoon houdt dan hij is.
Indien hij mij de eer doet opmerkzaam mijne studiën i n h uu geheel
te lezen, sta ik er voor in dat hij aelf binnen kort van zijn artikel
verontschuldigend zal getuigen: Och, 't was maar een praatje"
B. A. G
UIT BELGIË.
EalfVasten. EffaitetspeJ, STcibtemugcr."
Het kamera! is nu voorbij.
Het karnaval? 't Geloof het wel!" roepen er stemmen zoowel uit
Holland als van elders. Doch ook in Amsterdam kende men v,.n ouds
de halfvasten-kramen" en sprak deftig van de nvoorjaarsmarkt."
Tegenwoordig neemt de gowoonta hier te Brussel en in andere steden
geweldig toe, veeleer op halfvastun" dan vroeger vermommingen en op
tochten te houden. Eene koddige wijze van oppositie maken!.... Wat
er ook van zij, de deelneming was wellicht to grooter, omdat het weder
op den eigenlijken vastenavond KOO ongunstig was,
OndertüBsehen had d» asto8t" (het volk zegt ^aar/i» de calrasad*")
gean* historisch» «n zeer weinig esthetisch» biteekenie. Men vond er
erahre toespelingen op ds tijdsomstandigheden van poutecaca en socialen
aard, benevens dea grootoo wal v is e k, dj* eecig» jar«a geledin werd
vervaardigd, om den draak te steken met de academie, alwaar de ge
schiedenis van Jonas was behandeld geworden. Hij kwam nu weder uit,
dewijl voor eenige weken op 't strand van Ostende zulk een zeemonster
is aangespoeld, tot welks bezichtiging bijzondere spoortreinen werden
ingericht.
De groote aanplakbiljetten die de halfvasten-bals met reuzige letters
aankondigen, zijn cu op de murea der straten bijna geheel met ande?
nieuws overplakt. Hier en daar steekt het been van de B. of van de L.
nog uit, treurig herinnerende aan de vergankelijkheid van.... het geluk
en de vlucht van den tijd.
Niet op de hoeken der straten, ternauwernood hier of daar, in een
onbescheiden weekblad, vindt men het stille, edele genot vermeld wat
ons toewenkte uit de muren van den Cercle arlistique et littéraire,
alwaar in een gesloten gezelschap af en toe bloemen van de edelsto
kunst worden geboden, die, 'k zou 't haast durven aeggen, aldaar nog
te weinig worden geschat.
Fiobert lieckmann, Otto Forberg, Theodoor Allekotte en Kichard
Bellmann zouden er drie kwartetten: lo. Schumann, op. 41, m-, 3; 2o.
Brahms, op. 51, nr. r; Zo. Beethoven, op. 59, nr. 3 voordragen. Le9
portes eeront fermées pendant l'bxécntiondesmorceaux", zooverkondigde
't programma; maar de harten van velen stonden wagewijd open en het
verstand was fier op zijne ontvankelijkheid. Voor zoover die harten en
dat verstand gesloten waren, openden zij zich toch ietwat gedurende da
bewonderenswaardige voordracht.
Do phantastische compositie van Sahumann, met zijn diep aangrijpend
adagio, vrij van alle weekheid of sentimentaliteit; het klare toonwerk van.
Brahms, strotsend van gezondheid en irischheid, waarvan geen enkel
tempo assai of inolto genomen wordt, en de fijne nuancen van rhythmus
een der hoofdsehoonheden ziju; het grootsche Beethovensche werk, waar
de opgeruimdheid zich de baan wil eS\=nen dio de smart hier en daar
heeft omgewoeld aij werden allen in hun eigenaardig karakter, met
groote fijnheid vari nuanceering, betooverende gelijkheid en sonoriteit
van toon ton gehoore gebracht.
Een criticus die zich niet noemt, maar medewerkt aan het yeaehte blad
La Fèdcraüon artistlgue, heeft de uitdiukking gebruikt: II n'y avait
pas de poésic."
Men kan deze uitdrukking niet anders verklaren dan dat d es schrijvers
oor noo süsr gewoon is aan het vibratospel, dat, bij eenvoudige, stille,
maar niet minder zielvolle voordracht hem iets van den geest eener
compositie schijnt verloren to gaan. Kei', veroorlooft zich van tegenover
gestelde meenin? te zijn. Hij ademt ruimer bij 't luist eren naar zangers
CD zangeressen dio niet moedwillig of uit gewoonte chievroteeren, naar
strijkinstrumenten, waarbij het sidderen van don toon niet van den aan
vang af voor uitdrukking vin gevoel wordt uitgegeven.
'k Heb menig kwartetspel gehoord, waar 't vibrato de gelijkheid stoorde
en aan den toon schaadde. De uitdrukking en kleur zijn niet in 't vibrato
{{degen, al kan eene jae aanwending daarvan soms toegelaten worden.
Sarasate, Joachim en dergelijke virtuozen wenden die verblindende kunst
middelen niet aan.
Dia leislersingcr.
(Vervolg.)
'k Wed dat de zetter het bekende lipd uit de Tischreden" kent: Wer
nicht licbt. Weiu, \Veib und Gesang, der bleibt ein Narr sein Leben lang."
Hoe zou het anders mogelijk zijn dat hij aan Hans Sachs zijnen gevulden
helder nevens zijne wederhelft in cuen volzin laat noemen 1). Nu, al wil
Hans ook zijnen opgedronken wijn niet betreuren, da zetter begaat, met
de herinnering aan het bekende lied, in elk geval geen anachronisme,
bovendien is de schoenmaker bij Wagner een lustige zanger en staat hij
in do geschiedenis er voor bekend in Luthers geest te hebben geschreven,
geleerd en gezongen in zijn ..Wittenberjjer Naohtigall", enz.
Daar het roerende lied: Wurum bctrübst du dich, mein Herz", her«
hiialdelijk iu oude en nieuwe talen overgebracht, vermoedelijk aan Sachs
moet toegeschreven worden, en onder den naam Der alten Leute
Trostjirecligt", overal bekend en geliefd, door trttffelijke schoonheid overvloedig
opweegt, tegen de meer dan vier duizend Meistergesange" vol gekun
stelde volzinnen naar alle regelen der Tabulatur" geschreven, laat ilichard
Wagner met alle recht den burgerpoüet wel optreden als gematigde
ver(ledigcr van Meistcrgesang", maar hem tevens gelden als vertegenwoor
diger eimer meer natuurlijke en geniale richting der kunst. Men verge
lijke in het 3e bedrijf' het tooneel waar S. Walthers poëtische geestdrift
aan eeneu zekeren ze.atel zoekt te binden: Ihr schlosset nicht im glciche
Ton", enz. cu in het slottoonee!:
Terachtet iiiir die Meister niclit ....
Dass una're Meister (dia Kunaï) gcpflcgt ....
Das hat aio acht bewalirt."
Doch van den anderen kant is Sachs de verdediger van het genie ea
zou meu hem in de Meister s enger zelfs Der jungen Leute
Trostprediger" kunnen noemen, daar hij de liefde tussehen Waltber en Eva be
vordert.
De Tabnlatur" uu, die eer iiog door den famenhan» en den afloop
der handelingen dan door Sachs persoonlijk belachelijk wordt gemaakt,
kau de hollandsche lozer vrij wel by do voorschriften der rederijker»
van omtrent 1600 vergelijken. Men denke aan de riqueracken,
bagueuanden, baeseldichten, scaecberten, enz., ruen denke er aan hoe Godt
rhethoryckelic met Abram sprac," hoe Katharina Boudewijns en anders
natuurlijke dichters dier dagen zich beschuldigen die conste der
Rhetorjjckon, in t' ghetal der veerseen oft silla'uen nyet te hebben" en men
zal op wcs* Kijn de dwinglandij der Tabulatur" te verstaan, van een
tijdperk toen anng- en dichtkunst bjjna geheel onafscheidelijke gezellen.
waren. Men lez» dan de les en opsomming der dichtsoortwi, door Davii
«an den aspirant-Meester, Walther Ktortzing gegeven: Knvz, lang un3
ulier lang Ton, Schreibpapier, Schwarz-Dinteu-Weis!?, Hageblfih,
Strohhalm, Feo^el-Wcis.fj. Rose,n?T,ot, UosiHarip, Frösch-Weise,