De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1885 29 maart pagina 8

29 maart 1885 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 405 Vooruitgang of vervul ? Een vraag, dia ieder oogeiiblik en iu allerlei vorm zich voordoet. Daür, ook de Salon van 1885 zal haar weder te berde brengen. Want hjj hoeft ook al de pretensic met wat nieuws arsn te kora^u, die Salon van 1885. Dit ziet niet op de werken, v.'clke men er met toestemming der hecren juryleden zal ten toon stellen, die kort geleden hun aanstelling hcbb..n ontvangen. Veroorloof mij a propos van die heeren/juryleden een kleine afwijking. Wij Franscben eijn toch slimme lui op onze manier! Zoo lang er een door de administratie benoemde jury aan het hoofd stond, liad men geen klachten en afkeuringen genoeg, om hare hande lingen te veroordeelon. Zy kon het niemand naar den zin maken en de grootste grief was deze, dat die jury altijd dezelfde bleef. Toen heeft men het zoover gekregsn, dat die jury door de artisten zclven gekozen werd. Maar wat gebeurt er nu'.J Dat zij op dezelfde manier te werk gaan als vroeger de administratie en zij ook weder on afzetbare leden hebben gekozen evenals die van het Luxembourg, want meerendeels zijn het inderdaad altijd weder dezelfde namen, dio jaarlijks op de stemlijsten voorkomen. Men draait in het engste kringetje rond. Wat is er nu van die voortdurende vernieuwing en heilzame verandering gekomen ? Hier keer ik tot mijn onderwerp terug, namelijk de nieuwigheden wel ken de aanstaande Salon wil invoeren, nieuwigheden waaraan wij hierin Nederland, gelijk de lezer zien zal, reeds korten of langer tijd gewoon zijn geworden en die, voor zoover mjj althans bekend i?, geen afkeuring maar wol goedkeuring en instemming, zoowel bjj het kunstlievend publiek, als bij de schilders gevonden hebben. Vsron denkt er blijkbaar andera over, gelijk wij zien zullen. Vooreerst een loterij, zegt hij. Dat is een nieuwigheid, niet van de Grieken maar van het Keizerrijk overgenomen. Toen was men reeds op het denkbeeld gekomen, dat anders nog zoo kwaad niet was, om een zeker aantal doeken aan te koopen en deze voor prijzen eener loterij te bestemrain, waarvan de loten tijdens de Tentoonstelling aan do be zoekers verkocht zouden worden. Dat wordt nu weer opgerakeld, men heeft gelijk. Maar dat is nog niet alles. Men spreekt er over, en dat in vollen ernst, om ook nog een andere proef te nemen. De kunstenaars, wier schilderijen worden toegelaten en die zich van hun doeken zouden wensehen te ont doen, zouden worden uitgenoodigd den prijs op te geven, waarvoor zij hun werk willen verkoopen. Die prijs zou dan worden gedrukt op een kaartje en dit onder aan den rand der schilderij worden vastgehecht. En om die proefneming volledig te maken, zou dan de Soeiétédos Artistes ergens in een der benedenlokalen van htt paleis een kantoor ves tigen, waar men zich met de aanvragen en verkoopen zou belasten, na tuurlijk tegen het genot van een zeker percent tot stijving van de kas van het genootschap. Ziedaar het plan. Hoe zal het door de pers on het publiek worden opgenomen ? Men behoeft niet zoo heel snugger te zijn om to voorspellen, dat do meedingen op dit punt zullen uiteenloopen: ze zijn altijd verdeeld, Je meeningen, in ons Mie Franco! De practiache lui, en daaraan ontbreekt het tegenwoordig in de kunst wereld geenszins zullen u Keprgen, dat die nieuwe methode werkelijk diensten zal kunnen doen, dat dikwijls een liefhebber een schilderij wel gaarne zou willen hebben, maar zijn lust bedwingt, omdat hij niet weet, waar hij den schilder moet zoeken en geen zin heeft wie weet waarheen te loopen, of omdat hij bang is de waarde van het stuk te laag te schaf ten en een bod te doen, dat belachelijk wordt gevonden. Maar al die zwarigheden verdwijnen als men vaste prijzen, leesbare cijfers en de hulp van een agentschap bij de hand heeft, en^op die ma nier zal het aantal verkochte stukken legio worden. En die practische lui zullen er nog aan toevoegen, dat men toch niet leren kan van roem en dagbladartikelon, dat de artisten toch ook hun bakker en slager even goed moeten betalen als Je gewone stervelingen ea dat bijgevolg alles, wat hun daarin ta gemoet kan komen en helpen. zeer zeker de medewerking verdient van een genootschap, dat met de bescherming der knnst ernst maakt. En er is zonder twijfel veel goeds in die beweringen. Blaar de lui, die zich niet zoo spoedig met een kluitje in het riet laten sturen, zullen niet nalaten op hun beurt ook een woordje te zeggen en zij zullen er zich tegen verzetten, terwijl zij de Sociétó beschuldigen van handel te drijven. Ik hoor er van hier al roepen. Dat 'a weer een echt teeken des tijds! Altijd geld, geld en geld overal. De tempel wordt een winkel, 't Is niet langer een Salon, maar een ba zaar. Nu worden de schilderijen nog eenvoudig geprijsd, maar 't duurt niet lang meer of ze w rden rondgevent Dan vindt men reizigers in schilderyen en standbeelden, die met het artikel reizen als gold het katoentjes of linnen en in de winkels artistieke ridders van de el, die na het een of ander kunstwerk te hebben opgezet en gesteld, hun gewonn tirade u niet zullen sparen: dit, mevrouw is het beste en fijnste wat er tei krijgen is, het zal mevrouw best bevallen!" Het palais de l'Industrio zal voortaan slechts een tegenhanger uitmaken van de Bon MarcM. Waar wij heengaan, groote Goden! Heilig ideaal, wat heeft men van u gemaakt ?. Zoo zullen zij bitter weenend klagen. En het koor, dat hun weeklacht herbaalt zal ook niet ontbreken. EH ofschoon niet vrij van overdrijving, zal deze beschouwing misschien wel de rechte blijken te wezen, Vooruitgang of verval? That is the quaestion. Er zijn nienschen, dio de zaak willen bijleggen door de verklaring, dat het verval vooruitgaat. Oo!; zjjn er, voegen wij er Lij, en in ons vaderland gewis in menigte. :lie meenen, dat Véron bovenstaande regelen in een zeer pessimistisch» bui heelt geschreven en van overdrijving niet valt vrij te pleiten, waar bij de gevolgen schetst, die deze nieuwigheden." van den salon zouden bied kunnen bobben. En in ons land kunnen wij met ervaring' spreken, daar de door hem geincrimincerdo maatregelen evenzeer door onzen schildersbond als door bet publiek nooit anders dan toegejuicht, zij u. Aan tentoonstellingen 1103 alt.ijd geen gebrek, lu het paviljoen van Flora Nuir tt Liane, op ds kade Malaquais Bastion Lepatje, in het. Observatoire do elcctriciteit. Gezwegen van de pasfdlistcs, die een genoot" schap bobben opgericht en dus ook wol eerstdaags gelegenheid zullen. Koeken om zich te laten bewonderen. 't Vf.lt lastig een kouzo te doen, waar zooveel te zien is. liet komt mij voor, dat men zich ten opzichte van Basticu Lepage wal wat al te zoor genaast heeft. Dn man staat nog niet ver genoeg van ons ai', om een revisie ta vragsn vau het laatst, over hem gevelde oordool. Bover.iiion kan men zich zijn. doeken nogal te goed herinneren, om er nu dat belang in te stellen, hetwelk zij verdienen. Toch is er al weder overvloed van nieuwsgierigen, die in groolen getale i'.V,n koacu opaten, ock al o m eens een kijkje t o nemen in het hotel Chimay, dat orJangs word aangekocht en i'.ict het oog op zijn nieuwe bestemming jiu-A geen gelukkige keuze schijnt to weztvii. In het Onscrvat.oiro dlos elcctricitcic. Alweer clectriciteit ! Men gant onwillükauig vraiji;].!, welke verbazende vorderingen deze zaak toch in iitsie twee jaren kan hebben gemaakt, hoeveel niauws u' op dit ge oiiMelit is, dut er nu al weder ecu dergelijke expositie uoodig kon, wezcii! Ik vind, dat dit wel wat de keel begint uit te hangen. Toch zal men naar het Observaloiro Lceiistroomen. Vooreerst omdat de weg Ciiarhcen nogal lang en amusant is vcor de lui van de wereld, en vervolgens omdat het ; bscrvatoire vrij wel onbekend is en men van de gelegenheid wil gebruik maken om er kennis mede te maken. Een zonderling hoekje van Parijs, rustig en eenzaam ge'flgeu aan liet einde van een doorloopende straat, waar men een soort van sombere vesting vindt midden in ecu groofen tuin. In den tijd van Arago was dat plekje zeer in de mode. Het werd toen druk bezocht, want Arago gaf soirees, die door wetenschap en quadrille? wer den opgeluisterd, welke tot de clous van hot winterseizoen behoorden, Daarbij \vn3 de groote geleerde een zeer gul gastheer en een aangc* naam prater vol geestighedea. Kent fiij bet geestig antwoord, dat hij aan een zijner modelcJoa v<:t het Instituut, oen vervelenden, onvcrdragelijirca babbelaar, eens ,qni ? Dez3 vroog hom op zekeren dag : Mijnliear Arago, gij maakt veel werk van do sterrtkuude. Houd!: gij L<;t fi' voor, dat wij elkander eens op een dier sterren daarboven weder nullen zien '?' Ik geloof niol:, dat er voor 7.00 iets vrees bestaat, antwoordde- A wgo mot ean onmerkbaar glimlachje. De opinie vnu c on vrouw: Do heer X... huwt, voor <k twcsde maal. Zoo dik en ewaar als zijn. corsto vrouw \va". 7.00 mager is de tweede. Neen maar, mager!... M'.'ii bad liet druk over dat groote contrast. Wel. (Lil.'s toch heel natuurlijk, meende de gravin P... als men oen indigestie gehad Leeft, houdt men dieet. A. B. LET T E R K U N D E. EEN MERKWAARDIG BOEK. Journal d'uu Officier d'ordoiinauce, Juillet l£70. Fóvriei' 1871, par Ie Comte d'IIt'ris.ïGD. Paris, Paul OlleudorfF. Het beleg van Parijs schijnt voor letterkundigen en geschiedschrijver* een onuitputtelijk onderwerp. En boven Vc.lo moet een werk ons boeion vau ecu gezaghebbend ooggetuige als de graaf d'Hérisson, dio aan d'.'ii leliën strijd zulk een levendig aandael nam onder niemand minder dan den krijger met pen en zwaard Trocliu, wions ordonnans hij was. Diu echt franscho, ik zeg niet die onwrikbare, maar die fransche, uilenspiegelachtigc dapperheid, uien geest welke nooit zijne rechten verbeurt en d LI t vroolyke, dat otigechvong ue, waarmee do Franschman wonderen vcvr;ehf. ook in de pijnlijkste omstandigheden 't is oi iedere bladzijde van het con ariiorc geschreven book er den stempel van draagt. Er zii l.n.n in do Italianen van ds XV lo eeuw zouden het furia hebben genoemd en die eigenschap doet don soldaat kennen. Zoo vertelt d'IIérissou, r'.at hij het Daitsch machtig is v)als wijion Arminius", en dat bij om die reden een- of tweemaal per v/eek naar dr u vijand werd afgevaardigd, ten einde over de uitwisseling vangevangenc-i;, de verzending van diplomatieke dépGches, het begraven van gesneuvelden, het uittrekken van vreemdelingen en over duizend andere zaken ie onderhandelen, die, in spijt van den meest onverzoenlijkcn haat en cu' heftigste begeerte om elkaar kooien te stoven, de onvermijdelijke uit vloeiselen van de kostbare deugd der wellevendhcid blijven. Toen de minister vau Buitenlandsche zaken, zegt een recensent, de via dóloi'ost/ van 't Stadhuis naar de straat Maubauron opging, moest d'Hérisson naar Versailles. om met JDismarck de overgave van Parijs te bespreken. Onge twijfeld vormen de hoofdstukken, waarin de schrijver do toonecicn tusschen do onderhandelaars schetst, do yreat atlractioii van zijn boei.'. Zeer oneerbiedig wordt Jules Favre bij eene ..groote oude geit" verge leken; daar had hij veel van, meent hij, al zou hij aan den goeden naam, door dezen Demosthenes ' der fransche balie nagelaten, niet de minste afbreuk willen doe». Bedriegt mijn geheugen mij niet, dan is onlangs ook in Het Ilanile1>'l)lad de bcteekenis ontvouwd, die de kolonel der witte kurassiers" bij du diplomatieke onderhandelingen aan de si.gurv hecht. Wij kunnen »io episode van d'lL'risson's samenkomst met, den ijzeren kuriselier, op -ivi".ri hij rfvds d.'v.lolijk door zlji:o ver.-:ehij>>im>' indruk maakf;1, dus fvvoegelij'.: overslaan. I)i' f,c::sit'lj:':r heeft er iu o;n van :<i;iu> jonast? HOS. den - cSlck:1!!. en wij bekcnnc-n h.-r, avti-.fi"k 1^ eon dcTS&Ujk praatje

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl