Historisch Archief 1877-1940
No. 406
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
11
bang voor mij?" Zij schudde het hoofd. Was het de schemering,
die haar zoo bleek, zoo doodsbleek maakte? D Je kooit zoo
onverwacht, «n ik ben ziek."
>Ziek, mijn arme lieveling dan begrijp ik het.... ik ben
als een geest plotseling voor je verschenen, ik wilde je verrassen
dwaze egoist die ik was vergeef mij." Zoo stamelde hij, en
geheel en al vergetend waar hij zich bevond, wilde hij haar tot
eich trekken. Zij weerde hem echter af »niet hier," riep zij,
miet hier", en zag met een plechtigen blik de gewijde plek rond,
jnièt hier!"
Op zijn arm geleund trad zij naar buiten.
De lucht was vochtig en zwoel, de wolken hingen laag, een
zwaluw fladderde angstig heen en weer. In vergelijking met de
diepe schemering die in de kerk heerschte, was het buiten nog licht.
Gesa wierp een teederen blik op het gezichtje zijner bruid
het was doodsbleek, de wangen waren magerder, de oogen grooter
en de lippen rooder dan vroeger, maar eenige lijnen om den
mond en het fijne neusje, de donkere schaduwen onder de oogen
verhoogden de vroeger rein zinnelijke schoonheid.
»6e 2$t in werkelijkheid nog duizendmaal schooner, dan ik rnij
voorstelde," fluisterde hij hartstochtelijk en tot antwoord glim
lachte zij een droomende weemoedige glimlach, die de schaduwen
om haar oogen nog dieper, en haar nog schooner maakte.
Bet was hem plotseling, alsof zij hem aan iemand herinnerde
aan iets maar hij kon niet bedenken, wat het was. Toch niet
aan de bleeke, verwelkte malmaison-rozen, die met hun teedere
kopjes vertreden op het plaveisel lagen en... toch niet...
ja... een weinig... Annelte herinnerde hem aan Giuseppina.
Haar hand, die zij eerst slechts lijdelijk in de zijne had laten
pasten, klemde zich thans teederder om zijn arm; plotseling toen
bij zijn schreden naar de Rue Raveslein richtte, hield zij hem tegen.
(Wordt vervolgd).
SCHAAKSPEL.
No. 11.
Van staatsraad J. SCHOUMOFF, te St. Petersburg.
Keizer CARUS.
ZWART.
d e
WIT.
Wit speelt voor en geeft in l zetten mat, ff)
(Wit 10 en Zwart 7 met K. D 1).
OPLOSSING VAN SCHAAKPBOELEEU Ne. 12. ()
£ 5 8
B B 7
- H 7!
G 3 iaat.
D 3 ut E 5 (a
Dame E 2 mat.
D S «. D
(b
KoniBj; I y (c
2 E 7 G 5 mat.
(e)
l ..... K. nt E 5.
2 Dame nt D 5 mat.
Bovendien leidt l e nt d 5 + tot mat 2 i
INGEZONDEN OPLOSSINGEN.
No. 12 ea 13 door V. d. M. te N.N. ook de Sehaatcetaclie on Sneeuwwitje. Insgs.
fijln» W. v, H. te Delft; V. te W.; Henri en Met z'o vieren te Amsterdam, M. te
Rotterdam.
Ook is juist opgelost No. 12, 13, Schaakatudie van Lolli, Sneeuwwitje en April-ui
door W. d. V. te Amsterdam; E. te A. Ko. 13, Duo-Tcrsrolde No. 12 en 13,
(ï) Volgens Sanson'e Journal Lu Philidorièu ea den Alinanaeh Proff.liqiis ywr
2S'S9, Zon de dood van den Korneiuschen keizor Carns. gestorven '283 n. Ch.^niet
een onweer in verband staan. Genoemde keizer was in oorlog mot de Farthen en
bad bet baleg geslagen voor do stad Ctesiphoa aan do boorden van den Entïaet.
De sibyllvjnsche bueken, u'.t welke de Romeinen de toekomst lazen, hadden reeds
lang te voren voorspeld, dat deze rivier de uiterste grena van bet rjjk moest blijven
on dat het overschrijden er van. verderfelijke gevolgen zou hebben. Carns stoorde
zich niet aan zulke bijgeloovigheden; hij zat in zijne tont eii epeelde eehaali met
CalpornianuB, zijn secretaris.
Intusschen betrekt de lacht. Donkere, onheilspellende wolken verduisteren het
licht der zon. Daarop volgt doodelijke stilte en drukkende hitte in do gansene natuur.
Belegeraars en belegerden laten in bango verwachting de wapenen ruston. Eindelijk
breekt het onweer los Blauwachtige bliksemstralen breken uit de zwaits wolken,
de grond dreunt vaa de knotterendo donderslagen. Het asnd door den wind opge
jaagd, dwarrelt evenals reusachtig slangen over do vlakte en slaat met geweid
tegen het fladderende zeildoek van de tent, waarin Carus ia gezeten. Angstig em
vol zorg voor z^jne manschappen, gaat bij naar bniten en staart mot verbazing den
treeeelöken opataud in de natuur aan. Daar knapt weder een ratelende donderslag
leller dan te voren; igzagsgewijze schiet een bliksemstraal nocler en het Romcinache
fcijk beeft g«en keizer meer. Doodelijk getrofi'en ligt Carus op den grond uitgestrekt.
ifescttenwen we nu aandachtig het probleem uu. l-i, dan zien wij dat do t
midden op hnt bord duidelijk verbeelden esne tent. Da Umüng s naar buiten gegaan
en staat rnerlo .s.?De figuren b"ven aan het bord vormeu duidelijk eeue kapitale
T. Die T. beduidt in Carae taal Tntiitrit rJat is eioa^er. Eoug in de lucht seete'i
Jupitor, dn d'indeigocl, dien Carus aanbidt maar vertoornd heeft, Naust hom 9 zijn
dienaar welken hij uitzendt, om hei mousoiiunkind te treffen.
C) In plaats van S aoest het wezen in Z setten.
P A AS C H-V A BI A.
No.
Wit:
No
Vat:
No.
XVit:
No.
Wit:
l van H. W. B. te 's Hoga:
K. c 3, T. d 3, B, a 3 en * 3, Pd. c 'S, t», e 3. Zwart: K. e -J. P;
c 3 en s 5.
TVit geelt in twee zetten raat.
2 VJn Dr. C. J. COTINELIS, to Eotterdam:
Ji, f 'i, O. o I, Pd. i- 4, p. ij 4 en I) S. Zwart: K. ?> i
Wit geeft in drie zetten mal.
3 van SAMUEL LOSD, New-York:
H. e 3, D. d S, t', e J?. Zwart: K. f ?.
Wit geelt in diie zotten mat,
4 van den oud-redactour van Siaaa".
K, e S, 'F. c 2, Pd. h 5, P. b 2, f 4 en g 4. Zwart: K.ü,P.'ï5 ca e3.
Wie dit oplost zinder abaif,
Krijgt op den vijfden zet eea krais.
Schaak per Tolograaf. (Vervolg).
Ko. 1. Tussehen Wecnen en Parijs.
Stand na den 2ion zot.
Wit: E. c; 1, D. e 3 T. o 1 on e 1,
K o 4, Pa. d 2. P. a 4, e 4, b 3, f '2,
g 2 en h 2. Wit 12.
Zwart: K. g 8, D. e 7, T. a 8 on cl 8.
E. b 7., Pd. o 5, P. a 5, b 6, e G',
f 7, g 7 en b 2w.irt 12 K. g 8.
Wit: 24 .... Zwart: d 8 d 7
23 d 2 f 3 b 7 nt o i
2Gf3 e5 d 7 d 8
27 c 3 f -1 o 4 b 7
28 o -i e S e 5 d 7
23 e 5 g i d 7 1 6
30 g -i e 5 a S 08
31 al cl f 6 d 5
32 f i g 3 e 7 f 6
1!3 e 2 o 4 f 6 f 4
Si g 8 h 3.
No. 2. Tussclien Parijs en Wesnen.
Stand na, clen on zet.
Wit: K. e 2, T. a 1 en h 1, Pd. a 4,
P. a 2, b 2, c S, f 3, g 2 en g 5.
Wit 10.
Zwart : K. g 8, T. d 5 en f 4, Pd. o 0,
P. a 6, b 7, c 7, e 5, e 5, g 7
en h 7. iSwarb 11 met E. g 8.
Wit 25 h 1 h a Zwart e 5 o 4
26 s 2 S 3 f -i t' 8
27 al hl 5~b6
28 e 3 e 8 f 8 d 8
29 b 2 b -I c 4 nt b 3
3D a 2 nt b 3 s 8 f 7
SI h 2 b 7 £ 7 _ g 5
B3 h 7 h H b 5 nt b 3
33 h 8 nt d S o 6 ., d S
E4 h 1 dl d 8 c 6
Ue Unie," Vereem'ging tot opwekking van Staatkundig leven en bevorde
ring van Maatschappelijke belangen, heeft onderstaande circulaire verspreid.
Amsterdam, 16 Maart 1885.
Het is een belangrijk tijdperk waarin wij leven. Het beginsel der
volkBouvereinitcit, dat sedert hot, midden van da vorige eeuw zich langzamer»
hand in Europa, een v,7e^r baande, nadert raeer en meer zijno vervulling.
Aan do wetgevende macht in de meeste Europeesche staten nemen de
kiezers indirect deel, en het streven om het ganscha volk of een grooter
deel althans van dat volk tot die kiezers te rekenen, vindt meer en meer
bijval. Uitbreiding van Kiesrecht," of, met andere v/oorden: Aan een
grooter deel des volks invloed op de wetgeving!" ziedaar de leus vaa
onzen tijd. Doch daarnaast rnerkt nien een verschijnsel op, dat hiermede
weinig overeenstemt, 't Is het gemis van burgerschapsain bij het
Nederlandsche vulk. Met kunst- eu vliegwerk, dikwerf door toepassing van
ongeloofde middelen, worden de kiezers naar de stembus gedreven, en
wat alzóó eeno verkiezing beteeken t, daarvan behoeven wij niet te spreken.
Worden op vergaderingen do hoogste belangen des volks op kalme
wijze besproken, dan ziet men in den regel slechts eene zeer matige
belangstelling. De nieuwsgierigheid toch, dio velen prikkelt otn de uiter
sten der sociale ineeningen te hooren verkondigen, mag niet met werke
lijke belangstelling worden verward. De hoofdartikelen onzer bladen
worden niet genoeg gelezen door hen, die bij de stembus het volk zoo
genaamd vertegenwoordigen. Er heerscht bij ons volk, waar 't het openbare
leven geldt, ecne kalmte, die dikwijls een gevolg is van onverschilligheid.
Do oorzaak van dit verschijnsel ligt hoofdzakelijk in onbekendheid met
on2e maatschappij en onze staatsinstellingen. ^Onbekend maakt onbemind";
het spreekwoord vindt hier, jammer genoeg, eene duidelijk sprekend»
toepassing.
'SYat we om ons heen zien gebeuren, wijst met duidelijke voorteekens es
op, dat we aan den vooravond staan van een tijd, waarin een veel groo
ter deel van het Nederlandsche voik dan tot dusverre daartoe geroepea
werd, een nieer directen invloed op den gang van aaken zal uitoefenen.
En juist daarom heci't hot zoo even genoemde verschijnsel een hoogst
bedenkelijke zijde.
Daarom mag de vraag geenszins ongepast geacht worden, of we de
toekomst mogen tegengaan, zonder de hand aau den ploeg te slaaüj
slechts afwachtende wat die toekomst brengen zal';*
Het antwoord op doze vraag kan niet twijfelachtig zijn;
Waar do kwaal, waaraan het volk lijdt, zóó duidelijk aan het liclit
treedt, kan het niet moeilijk zyn de oorzaak te ontdekken, en moeten wy
verbetering trachten aan te brengen. Onverschilligheid de kwaal, onkunde
de oorzaak, welnu, dan ligt ook het geneesmiddel voor de hand:
Ondervrijs.Alleen door de verspreiding van meer staatkucdige kennis,kan hei
burgerschapsleven worden opgewekt, waaraan zoo groote behoefte bestaat.
Toen ia eene huishoudelijke vergadering van de Unie", vereeniging
tot opwekking van staatkundig leren en bevordering van
maatschappeLjke belangen", de heer H. Blink het voorstel deed, dat er van wege de
Unie eene instelling mocht in het leven geroepen worden, om allen, die
zulks mochten verlangen, op het gebied der staatswetenschappen in te
lichten, in 't kort gezegd, een cursus te openen in die wetenschappen,
vond dat voorstel al terstond, zoowel bij hat bestuur ala by de ledea,
grooten bijval.
Aanstonds werd deze hoogstbelangrijke zaak nader besproken en wer
den, in overleg roet den heer Blink, de voUende punten vastgesteld.
Door genoemde heer werd bij ieder pnnt eene kleine toelichting gevoegd.
1. Er wordt Tanwege de Unie gelegenheid gegeven tot het ontvanaea
van onderwijs in de kennis der maatschappij en vaa den staat dep