De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1885 12 april pagina 3

12 april 1885 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

09 fi&Hwfoawi toont echter era zeer vreemde opvatting van ons ge* meratawwen t» bezitten. Zoowel wat oorsprong der gemeenten, als hun tot 'den Staat betreft, worden in dit artikel denkbeelden ont, (iïe in Btrgd z»jn met de geschiedenis en de tegenwoordige wetgeving. «r cent gemeenten waren, en uit de steden ea dorpen allengs gegeworden a§n, waaruit weder het land ontstond, is een bewering 'die wat de eerate alinea betreft geheel onjuist ia. Voor eenige maanden (1) hebben wy de geschiedenis van Amsterdam met betrekking tot Nieuwer- Amstel kortehjk in het Dagblad vernield. Op het gebied van de heeren van Arastel zgn verscheidene dorpen onttriaan, als Amsterdam, Amstelveen enz. Deze heerlijkheid is gesplitst; zoo werd Amsterdam een stad, en Amstelveen later, bjj de opheffing dier' heerlijkheid, : een ambachtsheerbjkheid, die eeuwen aan Amsterdam behoorde. Het gewestelijk gezag der oude staten is gebazeerd op de opvolging van dat lichaam in de souvereiniteit der vroegere graven, her?togen enz. Als zoodanig hebhen zij dan ook evenals alle graven van Holland steeds aan Amsterdam, bij elke uitbreiding een deel van NieuwerAmstel toevoegd, 'opdat nimmer om de bebouwde kom een grondgebied ter breedte van l mijl tot Amsterdam zon behooren. Een beroep op de geschiedenis is dan ook ten eenemale misplaats. De geschieden» toch leert dat het gebied van Nieuwer-Amstel zich voor de Revolutie nooit verder dan tot l mul buiten den kring der gebouwen van Amrterdw» uitstrekte. ._ Toch schijnt de Standaard zich nog op het standpunt van vóór de revplutia to plaatsen ; althans het blad gewaagt van dorpsrechten." Deze ^Sc^* M «08e ataatsinsteUing onbekend, sedert het tijdstip dat dorpen «H «*idea voor -gemeenten plaats maakten; alle gemeenten hebben gelijke rechten, zoodat de bewering dat N. Amstel zou strijden voor het behoud Tan iets, dat niet bestaat, zeker, verbazing moet wekken. j. P** gejneenten zuiver administratieve onderdeelen des rijks zijn, zoo« a!» b. v. kiesdistricten, zullen wij niet beweren; maar evenmin mag men .ze alle eea uitsluitend bistorischen oorsprong toekennen. Over het alge meen kan men die gemeenten, welke vroeger Eteden waren als zuiver hrrtorisch beschouwen, terwiil de plattelandsgemeenten meer administratief zjjo samengesteld, waarbij echter de vroegere toestanden niet uit het oog verloren «ju. Deze oorsprong staat in nauw verband met het tweeledige doel der gemeenten; .betordering van gemeeno belangen der ingezetenen en ver tegenwoordiging van het centraalgezag. Welke zijn nu de voorwaarden waaraan, een gemeente moet voldoen, wil zij deze dubbele taak kunnen vervullen? Eenheid in de eerste plaats. Om voor gcmeene belangen te zorgen moeten er gemeene belangen zijn, en niet verschillende of tegengestelde belangen in de onderdeelen waaruit de gemeente bestaat. Te meer is 'dit een eisch, daar onder ons gemeenterecht de gemeente zoo als een organisch geheel wordt beschouwd, dat de wetgever zelf ver tegenwoordiging van minderheden in den Kaad, anders dan bij de gratie dsr meerderheid onmogelijk maakt. ?.nu N. Aïastel een gemeente die esn organisch geheel vormt? Noch wat bewoners aangaat, noch uit een topographisch oogpunt is die eenheid te vinden. De Standaard erkent dat een deel der bevolking (d. i. dus .de .groote meerderheid) niet uit Nieawer-Anistelaars, maar wit Amster dammers bestaat. De Amsterdammers leven van handel eu industrie, ,<ie- vieuwer-Amstelaars vaa landbouw, veeteelt en veenderij. Is hierdoor de gemeente reeds in twee cleelen verdeeld, waarvan de eene partij in het Noorden, de andere in het Zuiden der gemeente woont, elk deacr deekn is uit. een geographisch oogpunt weder ia tal van deelen verdeeld. Da stadswijken b. v. zijn niet minder dan zeven in getal, en por as ofte ?; vosjt niat anders dan door andere gemeenten te bereikoc. Kn de gemeente in de hoedanigheid van vertegenwoordiging van het Centraal gezag? Ook hier weder is eenheid noodig. De ? Sfatitlaard spreekt van dorpsrechten die niet bestaan, maar ver zwijgt de stads" verplichtingen, die wel bestaan; want al hebben alle gemeenten gelijke rechten, gelijke verplichtingen hebben zij niet ; even als dit met de burgers in deu Staat het geval is. De Staat draagt een «fee! der regeeringstaak aan de gemeenteu op, doch kan alle natuurlijk niet in dezelfde mate belasten. De staat verdeelt-dus de gemeenten in klassen. De eene klasse is ver plicht een schutterij te onderhouden, de ander »iet, de eene betaalt een hoog, de andere een laag patent, de eene heeft voor Hooger en Middelbaar Onderwas te zorgen, een andere kan met gewoon lager onderwijs volstaan. n- groote gemeenten vordert men een veel hoogeren census als in kleine -eöz., terwijl kleine gemeenten alleen iets meer betalen dan groote, door. dien de maximum huurwaarde di« vrijstelling geeft, daar lager is. Een tallgke Terdeeling inderdaad^ mits het kohier" der verplichtingen van dégemeenten van tijd tot tijd herzien wordt, evenals bij de belastin gen iemand wiens vermogen sterk is toegenomen, hooger dient aangeslagen als vroeger. Bij een individu dat dus zeker een eenheid is, gaat dat hooger aanslaan gemakkelijk, niet alzoo bij een tweeslachtige gemeente die in n klasse aangeslagen moet worden. Men slaat het eene deel of te boog of te laag aan, welke moeilijkheid, wen ttit dusverre dan ook maar vermeed door den aanslag van de zoo vooruitgegane gemeente N.-Amstel niet te veranderen. Maar de vraag blijft toch altoos : Is dat vecht? ? En dat mt juist kunnen wff niet insien. Set is wel eenvoudig, maar een ieder zal xeggen dat is onrecht. ? De uitvoerende macht staat voor een geval dat de wetgever niet froorzagj zo kan slechts twee wegen inslaan om recht teschaffen: of door tónétatie of wel door wijziging van alle wetten, die op een gemeente als 'Nieuwer- Anwtel niet gerekend hebben. DéUitvoerende macht moet in staat gesteld worden aan de bewoners van Nieuwer-Amstel, stad, de verplichtingen op te leggen die zij volgens den' geest der wet moeten vervullen, zonder daardoor aan de bewoners der zuidelijke 'dorpen en buurten verplichtingen op te leggen, die zij vol gens den geest dor wetten niet moeten vervullen. Dat zon dus administratieve scheiding zijn. Zulk een serie van wefawijziging is niet te krijgen, want voor buitengewone maatregelen heeft de Kgeering en de Kamer hoe buitengewoon de omstandigheden ook zgn, geen ooren. En gesteld dat zij verkregen werd, zou dan niet geannexeerd behoeven te worden ? Uit een oogpunt van algemeen belang zeker niet, tut een Amsterdamsen oogpunt, zon de aandrang zeker minder zijn, want zoodra als de onrechtvaardige bevoordeeling door het rjjk aan die Amsterdammers die even over de grens gaan wonen geschonken ophoudt, zal de lust tot verhuizen van zelf verminderen, 'het verschil in gemeentelasten geeft slechts voor een deel den doorslag. Maar voor de gemeente Nieuwer-Amstel? De krachtige geest die voor de dorpsrechten" opkomt, zal zich niet meer openbaren, want die dorpsreeliten" moeten in de gewone taal b teekenen: vaststellen van 'wettelijke verplichtingen" en deze heeft opgehou den en daarmede het verzet. Dit tenminste wat het Noorden betreft. En het Zuiden ? De plattelandsbevolking is natuurlijk sterk in de minderheid, zal die minderheid dan genoegen nemen geregeerd te worden door die Amster dammers, want dat zijn toch de bewoners van het Noorden, en deze zullen over weinige jaren in den raad meerderheid zijn? Zullen hun be langen behoorlijk behartigd worden door die stedelingen ? Wij durven gerust het tegendeel voorspellen. De dorpsbewoners en boeren sullen vragen, evenals alle andere boeren en dorpelingen een raad te bezitten door hen gekozen, waarin zg hun medeburgers zien zetelen, die voor hun belangen waken, omdat zij dezelfde belangen hebben en die kennen. 't Eind zou dus toch zijn verbrokkeling van Nieuwer-Amstel. De Standaard wil recht, wij ook, maar laat het vlug geschieden, opdat de werke lijke gezindheid der inwoners van de gemeente N.-Amstel blijke. Wachten totdat de moeilijkheden die volgens de Standaard bestaan en grooter worden, zoo ernstig zijn, dat men om ze te ontgaan, onrecht" zou moeten doen is onnoodig, en niet wenschelijk: Men most nu handelen, vóór de moeilijkheden, noodlottige gevolgen hebbeo. 1) Zie bet No. van l October 11. WARME KADETJES. Een Zaterdag-avond Praat je. LXXIII: Ga je mee?" riep Sagittarius, die langs Mesrlust k$afo en tftij Toör een geopend raam staan zag. Waarheen?" Naar het Ceutraalstationt De koning komt in stad en ik ga eens esn kijkje nemen." Sakkerlopt, wat graag," riep ik, ik heb onzen geëerbiedigden vorst in gecu jaren gezien en onze gracieuse koningin zag ik het laatst op d« tentoonstelling. Gua mij even den tijd om mijn pels aan te trekken." Laat die lamme pels toch te huis, 't is snikheet en de musschen vallen haast dood nit de boomen." Waarachtig "niet, ik wil gemakkelijk herkenbaar zijn voor het geval dat iemand Zijner Majesteit's aandacht op mij vestigt, want men behoeft dan slechts te zeggen: ziet u, sire, die heer met dien pels dat is na de beroemde professor Aquarius L" Sagittarius mompelde iets tussclien de tanden en toen togen wij op weg. Nu moeten wij eerst eeus naar het paleis gaan kijken", zeide mijn vriend, ik hoor, dat het getal snoeperige Echüdwachts-huisjes vermeer derd is." Toen wij voor !s werelds achtste wonder stonden heb ik mij over het feit geërgerd, dat enkel voor d« infanteristen en onze brave en moedige schutters prachtige witte sehilder-J'-kaaltjes met roode biezen (200 eigen aardig bij pepermunt-balletjes vergeraken) beschikbaar zijn en de huzaren wederom gedoemd zyn in de antieke houten bakken verblijf te houden, die telken jare voor en achter het paleis verrrijzen. Toch zijn zij ook mooi", meende Sagittarius, en weet je wat ik ook fraai vind'? Die sierlijke overkappingen die hunne Majesteiten voor val lende regendruppels moeten beveiligen: jongens wat ranke en teedere lijnen! Het ensemble is, bij mijn vrome ziel, weergaloos". Het paleis ziet er enkel wat puisterig door uit", sprak een makelaar van mijn kennis die, evenals wij stond te bewonderen. Is dat soms weer niet goed ? antwoorde ik wrevelig, moet enkel juillie beursgebouw met wratten versierd zijnï" f Maak je niet boos, mijnheer Aquarius", zeide de makelaar vergoelijkend ; voor mijn part moogt u Meerlust ook met aanhangsels opknappen, wanneer ge zoo groot bewonderaar van deze wijze van versieren zijt." " Bat zal ik doen ook", riep ik zeer boos. Sagittarius trok mij mede; laat je niet met dien vent in", sprak Lij, het is een echte Amsterdamscbe mopperaar die met niets vrede heeft; wanneer men het dat soort menscheu naar den zin wilde maken zou men dagwerk hebben.' Al keuvelende bereikten wij het Centraal-Station, waar wij een prachtig plekje wisten te vinden, waar de arendsblikken van de politiemannen, die het perron ontruimden, ons niet konden ontwaren. Zijn dat militaire of civiele autoriteiten?" fluisterde ik, op vierheereD wijzende, die in de nabijheid van de wachtkamer eerste klasse stonden. Ben je mal! 't zijn reporters van de bladen." Dan kon ik mij wel bij hen voegen: goed beschouwd ben ik. toch ook zoo half en half journalist." Wees niet zoo onverstandig, Aquarius; moet je er telkens aan herin nerd worden dat je professor bent geworden en je niet met Jas en alle man je kunt afgeven:"' l)at is volkomen waar: zon de koning spoedig komen?" Wij moeten nog drie kwartier wachten." Dan behoefde men het publiek toch niet reeds nu van het perron te sturen." «Praat over kunst-critiek maar niet over politie-maatregelsn; onze

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl