De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1885 12 april pagina 5

12 april 1885 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 407 DE AMSTERDAMMER, \VEEKBLAD VOOR NEDERLAND.. Is het niet zoo, deze gemeenplaats verontschuldigt tegenwoordig veel zonden eu ontzondigt de schuldigsten ? Voor Napoleon de Eerste, of van Toulon naar Siat-Helcna" geldt half en half dezelfde grief als die wij togen de Schipbreuk" te berde meenen to mogen brengen. De Schipbreuk" is van de hand vari d'Euncry ea een paar zijner kameraden, die regelrecht uit de buitensporigheden der Romantiek stammen. Ditzelfde vau den heer Peijpors te beweren zou gewaagd schijnen. De heer Peijpers is een op eich zelf staand vervaardi ger van tooneelstukken, in wi^ns arbeid men kwalijk den invloed van een of andere richting in do letterkunde kan bespeuren. Ol' hij mibovca of or.der elke lichting staat laten wij met genoegen in 't midden. Dit, mag men wel zeggen, is zeker: "Napoleon do Eerste", met sijn kleurenweelde van doeken en costumen, vormt con aaneenschakeling van bewegende tableaus vivants", die, elke geduchte aan letterkunde daar buiten gesloten, waardig het kader vullen, door do ruimte voor het tooneel te midden van al het rood en goud der Parkschouwburgaaal open gelaten. Warjucer \ve het uu zoo mogen noemen, hebben we er aanstonds vrcdo mee: bewegend panopticum. De hr. Moor levert dan, als beeld van Napoleon, een fraai geslaagd type. De eigenschap van fierheid behoort onder die, welke de hr. Moor hat best weet uit te drukken. Dit komt hom hier goed te stade. Mevr. van Westerhoven, als beeld van Joséphinc, voldscd eveneens, onder anderen wellicht ook om dat men van een beeld niet veel doorleefden hartstocht vraagt. 10 April. K. J. W. TEN-TOON-STELLING DER KUNSTWERKEN, BESTEMD VOOR ANDWERPEN. I. Da Commissie van Beheer over cle kunstzalen" van Arti duidt de bijeen-gebrachte verzameling aan als uitmakende eene n Vóór-Tentoonstellieg van de Internationale Expositie te Antwerpen". Men weet, dat even-min als bij gewone ten-toon-stellingen alle werken, die ingezonden wierden, konden toegelaten worden. Eo.no kommissie van beoordeelmg heeft daarover beslist. Er zijn in 'fc geheel 22,0 nommmers ten-toou-gesteld, door 118 kunste naars geleverd. Belgicn zond naar onze Ten-toon-stelling van 18S3 van 180 kui stenaars werken in: terwijl het getal nomoicrs 270 beliep, en hierbij een kleine, 40 meestal levensgrooto, bselden waren. Ziehier do namen onzer llollandsche kunstenaars, dio to Amsterdam in '73 op het appèl verschenen en nu schitteren door hunne afwezigheid. Mv,'. Anna Abrahams, Apol, Bombled, Van Borsolen, Du Chattel, Le Comtc, Coster, Cunrcus, Dakc, Van Deventer, Ebcrsbaeh, Egeuber^cr, Ensink, Mej. van Es, Eversen, Mej. Fles, Van DCL- Flier, Mej. Van Geuns, . Mej. de Graaf, Greive, Mej. Haancn, De Haas, Ilaaxtnan, Hazcu, Iluctuskerck Van Beest, Mcj. Ileineken, de Raas lemkcu, llols-.vilder, Van lïorssen, Huik, Van Halsteyo, de Jong, de beide Israülsen, Kerm. ea Kate, J. M. 11. en M. J. M. Tca Kate, liicrs, Klay, K'eyn, KUiyvcr, Kruicman van Kiten, Leickcrt, Lswenstcin, Liernur, Liasc, Madiol, Willy Marlens. Mnsurel, Meiners, Mej. Molijn, Moormans, Nachtweh, Jos. Neuliuyti, Neiunau, Olde-.veit, Van i, Otterbeük, Riegeu, Mej. llobcri'sou, Sangstcr. Savry; Schenkel, Schollen, bchutz, Van Sejgern, taigliug, ISpruyt, Van' Starkenborgh, SteÜ'ekar, Tliors, Moj. Valkenburg, Van der Velden, Mej. S. Vau Ypnloen! Mej. Vester, W. Vester, Vkrainga, Mej. Maria, Vos, Van der W:iay, Mojl Wandscheer, Van der Weelo, Wosterwoudt, Zurchcr. Ik kan niet nalaten de afwezigheid dezer kunslbeosienaars te betreu ren. Do lea-toon-stülltng ta Anuwerpou wordt op een grootscjlie schaal ingericht. Do maohthebbenden in onzen laade hebben niet goed gevonden het voorbeeld van Belgion te volgen, in den geldel.ijken steun aan de ten-toon-stellhig verleend. Nu komen wij met ouze kunstwerken, en jih proeve van wat wij bij v.vermogen op het veld der beeldhouwkunst, zenden wij een schilderachtig geboCtseerden kop in gebronsd pleister, door den Heer Miedema. 't Is waar, dat eeuige kunstenaars dit maal opkomen, ie in '83 achterbleven. Het zijn \f. J. Boogaard, G. H. Breitner, S. J. ten Cate, Mevr. Dekker, J.'II. Docleman, Grtiyter, Hoogeweegen.Hoynck van Papendrccht, Josselin ua Jong, W. Koekkoek, E. Pietcrs, A. la Rivière, J. Smits, A. Stöver, F. Venter, H. Vos, D. W. Wierink, A. \Vindhausen, W. \Vitsen ea F. 'VFoIters. Een paar schilderijen (van Bosboom en van Liugeman) zijn al wat oud, oai bij dit savuentreffen van nieuwe werken genoemd te kunnen worden. Enkele van deze nieuw opgeti'edenen zijn een aanwinst voor ouze kunst. 'Onder de genen die en in '83 en uu hebben iügezoudoa, komen meesters voor van den eersten rang. Maar dit alles belet niet,, dat wij een mager figuur ter Audwerpsclie en-toon-stelling zullen maken. (Wordt verwtgd). Alb. Th. HET PORTRET VAN G. Az. EREDEUO. In 1618 verscheen vóór de Lijckdichten een gegraveerd portret van den dichter, stellig onder het oog zijner tijdgenoten vervaardigd, en op grondi van de daaraan verbonden letters II. G. aan den Caertmaker HesselGer« rits toegeschreven. De bewonderaars van den lieder- en kluchtspcldichter vonden maar weinig genoegen in het beschouwen van dat ouwelij k, vermoeid gelaat, dat met een prnikjea bekroond schijnt en op een kraag rust, die dea overgang van den kop op een gekromden romp uitmaakt. Nochtans is er geen reden, om de juistheid der trekken van deze mefc 2org geteekende beeltenis, ondanka baro voorhoofdrimpels ca glazige cogen, in twijfel te trekken. ntusBchen daar bestaat nog een ander portret, dat op naam van Bredere- gaat. 't Is.gegr.ayeerd dojjr Johauags de Frey in 18Qk naar efifl origineel van David Bailli. De Frcy heeft er ook met eigen hand ondergeschreven, dat het den Poëet Bredcrode voorstelt. Maar dit portret lijkt volstrekt niet op het andere. Toch heeft men bij de Brndero-vieriug bet tot authentieke beeltenis verheven. Waarom? Om dat, iiet een vrolijken, schalk-oimoozelen kop aanbiedt. Zelfs Spectator en Uilenspiegel hebben het als juist en typisseh voor Bredero gebruikt. Dit is zeer jammer. Ik hoop maar niet. dat da kompleete werken mot dit gefingeerde Brsêroö-portret zullen versierd {'?) worden. Dan behoort men ook met-een do onniogeljj'-ro ppclling Brederoo, met dio twee holle 0-3, af te schaffen. Wsar zou het heen, als men de oude eigennamen naar nieuwere sjiollicggewoonten ging inrichten V A. Th. TEN-TOON-STELLING IN HET PANOPTICUM. De IIctT L. B. Wertheiui heeft een veelbelovend begin gemaakt rnst zijne d oorioopsnde ten-toon-s telling. Eeaa dar voorzalen van hsi gebouw in do Amstclstraat is met veel zorg voor de;;e kunstsolemnileiten ingcriuht en met smaak gostoüberd. Vele belaugrijko doeken en paueeïou van Ilollandschs en \reemde kunstenaars zijn bij-ccn-gcbracht. Niet alloa hebben nog gcö:;pozcerd kunnen worden; maar reeds zijn een drietal stukken ter ten-toon-steHing verkocht; er koraan dus wear beschikbare plaatsen. liet vaatwerk en de meubels, die men tusschen de schilderijen geschikt heelt, vcrpooaea aangenaam het oog en den geest; terwijl het welriekend groen in 't midden der zaal zeer bijdraagt tot regeling dor kalme en te-vredcn stemming, dio voor het zieu van kunstwerken zoo gev.-enscht is. Deze gelegenheid om voortdurend te expozeeren, in een lokaal dat niet te ver van het midden der stad verwijderd ia, verdient bisondere aanbe veling aan de kunstenaar?, verzamelaars en kunstkoopers. &. Tb. UIT PARIJS. XVII. In de Jttiligz wesk, welke wij meer eigenaardig do stille week noemen, lieerscht er in de ruimte boven Parijs eon ongewone rust en stilte. Geen klokgelui, doch do hoogero luchtlagen truien, de honderden metalen tongen, dio anders eiken dag weder ts morgen en avond hare zware, vrooi'ijko en heldere klanken uitgalmen over de wereldstad, zwijgen, omdat, zoo verteVUn do kinderen elkander nog altijd, al de klokken naar Rome gegaan zijn. Door het luchtruim worden zij door haar eigen engclan hecngcdragen naar de heilige stad, om daar ieder jaar don zegen des Pausen te ontvangen. !>ovcn do Seiïic-stad dus een ongewone kalmte eu stilte, geheel in overecnstemming met do herinneringen aan de heiligo week verbonden, terwijl daarbinnen de oorcn u tuiten van al het rumoer en geschreeuw en ge» harrew.ir van den politiakcn strijd. Daar worden thans heel wat klokken geluid: eerst de alarmklolc, en toen deze de noodige schrik en opschud ding had veroorzaakt en het ministerie gevallen was, begon iedere partij en iedere frac'io zijn eigen parochie-klokje te luiden en zo luiden nog stee.ls voort, tot groot verdriet en ergcnis van allen, dio het wél meeuoa met het goede Frankrijk. Of nu z.ij daaronder geteld mogen worden, die voortgaan met vuur ea vlam to spuwen tegen Mlle Van Zandt, omdat dose volgens die chauvini.ston Frankrijk beloeiligd KOU hebben, meau ik to mogen betwijfelen. Die zaak h nog lang niet uit, al heeft ook do Opéra-Comique, na de tweedu voorstelling van Liikmüeu de daarop gevolgde ongeregeldheden, het contract met die zangeres verbroken. Albert de Lasallc, een geloofwaardig getuige, moet wol verklaren, dat zij dien October-avontt inderdaad als Eosine ia do Barbier de Scolllc een zeer ongelukkig figuur heeft gemaakt, maar hij ontkent bepaald, dat zij, gelijk men beweerd heeft, het met opzet zou hebben gedaan en hot booze plan zou hebben gekoesterd om Frankrijk hare minachting te toonen. Zij zou eenvoudig bij het innemen van eecig tonisch middel, zich in da dosis vergist hebben, en vandaar al die ellende! Dia chauvinistische verontwaardiging herinnert aan een geschiedenis dia iu 1752 te Parijs plaats had en niet veel van deze verschilde. De opera had toen een Italiaauschen troep geëngageerd. Toen deze de buteerde met de Sd'va Padrona, voelden ettelijke Parijzenaars zich diep belecdigd. Zij gingen zelfs zoo ver van te beweren, dat de nationale eer was aangerand door do opvoering van ecu uit den vreemde ingevoerd meesterstuk. Anderen waren niet van deze vrij hartstochtelijke meening, en zoo kwam het tot handtastelijkheden in den schouwburg en tijdens de pauze tot het kruisen dar degens bij het schijnsel van de lantaarns der rue Saint-Houoró. De gemoederen werden zelfs zoo opgewonden, dat Jean-Jaeques liousseau, die de onbeschaamdheid had gehad, van partij te trekken voor do muziek van PorgolQse, heimelijk Frankrijk moest ver laten als eon ontvluchte galeiboef. En wanneer men in zijn confessions do schildering leest van dat opstootje, dan zou men zich kunnen ver beelden, op de place Boïeldieu te zijn den avond, dat de Opéra-comique de Laftmó zou opvoeren voor het wederoptreden van Mll. Van Zandt. Als eene zangeres reeds zooveel moeite en opschudding kan teweeg brengen dan zou men bijna wenschen, dat Véron's profetie maar in ver vulling ging voor het vervolg en de natuurlijke begaafdheid door de scheppingen der kunst zouden worden vervangen, zoodat wij geen zan gers of zangeressen meer zouden noodig hebben. Men spreekt namelijk te Parijs druk over de nieuwe uitvinding van een kunetmatigen larynx of strottenhoofd. Wederom is het docterLabbé, een der verbazendste durvers van de moderne chirurgie, die dit stoute waagstuk heeft durven bestaan. Men herinnert zich nog wel lioe de man, die een vork Lacl ingeslikt, indertijd met goed gevolg door deaen geneesheer wtrd geopereerd. Deza ; uiaa leejfc nog, js gfitïftuwd $0 pp weg ofa, eea gejoel gezin te krijgen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl