De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1885 19 april pagina 5

19 april 1885 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 408 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. nog minder vfta adel is dan ik, heel gevoelig op zijn toonea had ge trapt, en dit speet me inderdaad. Hij stoof niet op, maar hij werd bleek, en zijn lippen beefden toen hij me antwoordde met de vraag: U bedoelt?" Ik wilde maar zeggen, mijn waarde referendaris," hernam ik op zoetfeappigen toon, dat het geen kwaad kan als zekere klassen in onze maatschappij er eens aan herinnerd worden, dat de tijd der privilegiën eigenlijk voorbij is, anders niets." Mèr, mijnheer !" riep de referendaris, ditmaal uitbarstende, wie spreekt van privileges , wie mokt nsprè-k op privileges ; wie geniet privileges ? ??Je, we leven wel in een tijd ven privileges, do hem cl zij ons genetlig ! Neen, mijnheer, we leven in een tijd ven gclijkmèking, ven revo lutie, ven coinmucisme! We gen de nercbie tegemoet, mijnheer! Eerbied voor hooggeplètsten beslèt niet meer, zelfo uiet hier, in den lïg. Do werkmèn went aich even hoog en misschien nog hooger den de edeimèn. Is 't niet iets ongehoords, det een grcven-zoon ntr de gevcngenis wordt gezonden, omdet hij een persoon uit den minderen stead, die hem htd beleedigd, een welverdiende tuchtiging toediende V Is det niet ecu sehc-adèl? Zie, mijnbeer, hier heb ik de krent." De referendaris tastte in zijn borstzak en ik dacht dat hij een buinje Itrenten te voorschijn ging halen, toen ik bemerkte, dat 'x mans Hègscbe uitsprêk me op het dwaalspoor had gebracht. In plaats van een krent haaide hij een krant uit zijn zak eu wees me daar oen entre- likt je aan van den volgenden inhoud: Heden ia de jeugdige graaf V. L. S., na te Amsterdam op waardige \vijze de hem opgelegde straf te hebbeu ondergaan, bier teruggekeerd. Dat de jonge edelman zich aan de uitspraak clcr wet heeft ouderworpen, is niet veel .meer dun natuurlijk ; maar de wij<:e waarop hij, naar wij uit goede bron vernemen, dit heeft gedaan, getuigt van een ilisk «i eelt! karakter en heeft hem dan ook onder onae medeburgers van allen stand groote sympathie verzekerd. Ecu aandeel daarin mag voorzeker ook aan tleu vader worden toegekend, die getoond heelt, liever r.ijuen ccuigen Koon al de gevolgen dei' daad te willen doen dragen dan toe te gaven 'aan eecige weekelijkheid, welke zoo licht tot het aannemen van een hoogstwaarschijnlijk niet moeilijk to venvervcu gratie had kun;:(>u bewegen. Met opoffering van liet vaderlijk gevoel werd hier een voor beeld gegeven, hoe men zich in voorkomende gevallen als goed oiiuurdaau en burger des lands te gedragen heeft." Toon ik het stukje gelezen had, gaf' ik den rclcrendari»1 zijn lu-cuf' terug en vroeg: Wat leest ge daar wel uit, mijnheer do referendaris':1 Ik lees dèruit, mijn wèrde heer, det het inderdèd een ongehoord feit is, det een edclmèu zulk een stref moet ondergén, om zulk een liictswèrdige reden. Ds krent is wel zeer vriendelijk en gemètigd, door er zóó over te spreken. Mèr men moet ook in dezen 'tijd vau vrijheid, gelijk heid en broederschap zeer omzichtig zijn, wil men niet worden uit'/ekieten voor autokrèt, despoot en de hemel weet v/et ! ~Ja, dat stukje is zeer gematigd,'1 zei ik ; -'.naar 't bevalt me toch jaict erg." Nètaurlijk, u bant, geloof ik, ook liberèi. .." .,üm u te dienen; maar al was ik uu zeli' m; graaf, van wiens zoon liier sprake is, dan zou ik van dcrgelijken lof niet gediend is ij u." Wèrom niet, e!s ik vrègen niegV" Omdat een edelman wars moet zijn vau laffe vleierij. Ik \\nil dut stukje, hoe gematigd gij 't gelieft te noemen, nog al s'rocperig, neem 't me niet kwalijk, en onhandig ook. Zie eens w,:t daar staat : h o o g H tw a a, r s c h ij n l ij k z o u :t u i o t tn o u i l ij k 3 ij n geweest gratie voor d c u ,j o n p e n edelman t e v c r k r ij ;?' e n. Als da!, v.uar is en ik geloof het leven we hier nog alles behalve in een tijd van gelijkmaking, zooals gij beweert, maar zijn er nog wel degelijk geprivjiigieerde mensehen. Nu, ik heb er persoonlijk niets tegen, maar men moest dat niet in de kranten drukken. Zou er ook sprake van gratie hebben kuimen ziju voor een burgerjongen die zich aan 't zelfde ver grijp jegens de wet had schuldig gemaakt als de graven-zoon ? Immers neen V Ik niija waarde referendaris, vind er niets bijzonders in, dat oe;: jirari of baron, dio de wet overtreedt, dezelfde straf ondergaat als ware hij gewoon burgerman. Vraagt go mij dus of ik onder de ...medeburgers van allen stand" be hoor, die nu meer sympathie voor den jongen edelman gevoelen dan vóór zijn gedwongen reis naar Amsterdam, dan zeg ik Noen. Ik wil niet beweren dat er geen jonge dames zijn en oude ai j n er zeker die niet in stilte verliefd zijn geworden op clt'n jongen edelman, nu hij bij zijn graven-kroon nog een martelaarskroontje draagt, maar ik be/a nu toevallig geen jongejtifier en evenmin behoor ik tot het ras der oude gekkinnen dat Den Haag tot sieraad verstrekt." ..Ik begrijp dus, mijnheer." zei do referendaris, bleek van verontwaavdigingj?dat gij u n de zijde ven laster schort." Dan begrijpt ge zeer verkeerd, mijn waarde heer," ..antwoordde ik, »en om u dat te bewijzen, heb ik alleea maar te zeggen, dat het weinig had gescheeld, of ik was de garechtszaal uitgezet, omdat ik den advocaat van uw jongen edelman, te-midden van zijn pleidooi vrij onstuimig toe juichte. Maar j luister eens: we zijn, goddank, al bijna een paar eeuwen, verwijderd van den tijd, toen men nog veertien- eu zeventienjarige kin derea uit het volk ol den burgerstand radbraakte of hing om dieverij of straatschenderij, terwijl de voorname heeren zich ongestoord de grootste buitensporigheden mochten veroorloven. Dien tijd zoudfc ge immers ook tiet terugwenschen?" De referendaris wildo nog iets zeggen, maar ik hield me, als had ik grooteu haast ea, na hem de hand gedvukt to hebben, repte ik me voort. Pasquino. HET AMSÏEKDAMSCII TOONEEL. Sïadsselionwtmvg: MvtJua. Woensdagavond spoelde mevrouw Uoersmans de Meden, op het Leidseh iBPlejn. liet aandeel van Legouvó, de schrijver vau het s.tp_k, ia het wel: slagen dezer voorstelling is gering; de toeschouwers hobben het oagcmeena genoegen, dat hun te beurt viel, hoofdzakelijk aan den vertaler en aan de speelster te danken. Wij achten het overbodig bij deze gele genheid nogmaals den Franschen dichter aan den Grieksehen te toetsen of Legoiivó's werk anderszins te bcoordcelen. Een beknopt verslag over vertaling en spel moge volstaan. De vertaling, door den heer J. C. de Vos, is tamelijk goed, in zooverre Lij in naar do spraakkunst zuiver nederlandsch Legouvé's verzen heeft overgebracht. Het is een heele vraag hoe men het best de taal van zoo een negentiende-eeuwschcn Franschen classicus zal weergeven. Zich in Hollandsche dicht-taal waardig uit to drukken zonder dci'tigheicl, edel zonder gemaaktheid, verheven zonder potsierlijkheid, is een kunst, welke ri't iedereen verstaat, die met eenige vaardigheid de proza-pcn voert. V,"ij meencu. dat do Deer de Vos, hoezeer de reJorijkers-trant door hem <>ok werd vermeden, niet op elke bladzijde overwinnaar is gebleven in de worsteling r.a eens met het te aücdaagsche, dan weder met het to hoogdravende woord. De vertaling is in 't algemeen te prijzen als de ferme arbeid van een timmerman met do taal, eeo arehitekt zoude men er te vergeefs in zoeken. Men treft bij het doorlezen ook een menigte regels aan, die het omgekeerde van een fijnheid bevatten, Bla. *) 2: Kroon: Ik weet wat Jason's moed ik schuldig ben: Gij hebt van roovcrs oozo kust gezuiverd, Veel draken neergeveld, eea ueir vau wolven Oiis uitgcïuftiil Dil herhaald plaatsen van het voorwerp vóór het gezegde is onaaüge» naam. Men pleegt dit gewrongen" te noemen. Wanneer Lykaon, blu. 01, bevend tot Mcdca z?gt: uw ZOUÏD.... zija het!" cu zij hom antwoordt: De zoons vsu Jason zyn 21 ij a luiKiew niet! dan schijnt zij aan Lykaon daarmede, te kennen te willen geven, dat hij zich vergist met zonen" voor een gepast rnoervoud voor het woord ..xoou" aan to zlou, eu gebruikt zij buitendien voor de aardigheid het gezellige kiii'.lcra'1. V/ij vitten hier zoo, wijl het een der fraaiste regels van h t'i stuk geul:'. Als Medea op het punt is vau in de diepste smart weg te zinken, zeg c Lykiiou, met echte kruiJeniersgemosdeiijkheid: .... Tuit hebt u toeu ? Ccrtalvc het belachelijke vau deze uitdrukking ia Lykaon's mond, bevat liet zinnetje drie i'oulcn. Vooreerst is wat hebt u toch.-?" hier eigenlijk eoa gallicisrae; ten tweede is u"' verkeerd voor sgij"; tju derclo moest het dun in elk geval zijn wat heeft u toch?" lu ,?ijn vruchteloos pogen om losheid in de taal te brengen gaat cis h': r D;; Vos ten sluUe zoover van clezo wegens uit de Grieksche wereld ;:; .h over cikaürs ma:tressen" te laten onderhouden. En dit woord \vmlr, jiict eens gebruikt in den elassiek-fransehcn zin van verloofde, l raid, maar in don zin van ..bijzit", akof die Grieken daarbij in eeu küfiieluiis eigavêUen zaten te rooken. De vertaling is vol dergelijke misgrccpjes. Maar a1, is het den vertaler niet gdie:4 gelukt steeds het ware midden» pad te houden, de aetiice heelt in haar spel dien weg met eene uitmun tende kuiist bewandeld. Dat was noch het classicisme eener Madlle Gcorgc?. ecner iïistori. roch het naturalisme ecuer Sarah Bernhai'dt. l n de plechtige .strooming clcr stem, die met klaarheid en harmonie den toonladder van hot gevoel cu den hartstocht, van den teürsten ?wee moed tot de v.ilutte wraakzucht, doorliep, steigerden de baren, krulden zidi de golfjes en spatten de schuimvlokken van het ougctcmdo leven tol een weldoend, verhcil'end geheel samen. Er trilde iets in de statigheid van liet armgebaar. De armen verhieven silcj, maakten breecle bewegingen, maar vol vuur, onmiddellijk door de ziel bestuurd. De standen, in het geel en donker blauwe gewaad, het konica e:i gaan, het ijlen en talmen, verrieden de sidderende gestalte der jassie, verborgen onder-, vermengd met den adel der kunstvormen. Verbleekt en vervallen onder den zwaren rampspoed, verwrong zich het gelaat in hsvigcn wrevel, of schoot vlammen vau toorn, van uiterste woede tegen den laaghartigen geliefde, of kwijnde weg in nameloos geween over de bloeiende kinderen-hoofden neergebogen. Het was de vrouw, priesteres vau den hartstocht. De Minlea behoort tot het beste door mevrouw Beorsmans ooit gele*: verd. Zij had echter cle fout van nu en dau, niet het hoofd of de arrnei7,; een minder mooi herhalend gebaar temaken. Als gij b. v. het laatste woord van het drama, dcu vrocsclijksten klank die van Medea's lippen zal komen, liet ..(jij!;', uitstoot, dan knikt zij na dat woord een paar maal met het hoofd, als om te zeggen: .,Ja, ja, zoo is het!" Pit is uict goed; na het Gij!'1 blijft Medea onbewegelijk staan eu het scherm valt. Vau de [overige spelers, zegt de hr. Le Gras, Kveon, het best verzen, eu is de hr. J. Haspels, Jason, veel te veel comé.licn''. De hr. Haspels doet alsof hij ia een saloastuk speelde, hij speelt vlug en praat gelijk een mijnheer uit onze eeuw. Ds decoratie was ongewoon slecht verzorgd, 10 April. K. J. W, 'j Uitgave A. llüssing, 'a Hago, HET TOONEEL TE ROTTERDAM. lüargaretha Gauthïcr. Vrijdag jl. had in den Nieuwen Schouwburg de benefiet-voorstelling van Mevr. de Graef-Verstraete plaats. Zij had daartoe de hoofdrol in Duma's La dame aux C'fimfUas gekozen. liet is in menig opzicht te betreuren, dat de benefiet-voorstellingen bij onze groote tooaeelgezelschappen zijn afgeschaft. Immers zoo'n benefiet??ivond heeft zijne bijzondere aantrekkelijkheid. Ons publiek is meestal ia tien schouwburg erg deftig, tot geestdrift slaat het maar hoogst zelden over. Bij «ene bcaeiiet-voorstelliug is dat heel anders. Is tlo beneücjaub,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl