Historisch Archief 1877-1940
«o; 408
DE AMSTERDAMMER, \VEEIiBLAD 'VOOR NEDERLAND.
te krijgen van den gang der ideën en van de opvatting des kunstbedrijf»
in de laatsta 30 jaren: want, inderdaad, de werken van den Heer Israëls
?piegelen dien gedachtengang en dat bedrijf met wij veel kennelijkheid af.
't, Is wel jammer, dat hij lüer niet vollediger vertegenwoordigd is; maar
hst ingoeondeiie volstaat om hem en zijn tijdperk te charakterizeeren.
JE r zgn, in de ten;toon-gestelde wei-ken, twee hoofdverschijnselen waar
te nemen: het eene geeft andwoord op de vraag: wat schilderde de Heer
I.? het andere: hoe schilderde hij?
^Leerling van de Amsterdamsche Akademièberust, in dezer verzameling,
een tweetal teekeningcn van de hand des gevierden meesters.
De" eene stelt vóór: het bekende verzoek zijner vrouwelijke verwanten
aan Coriolanus; de andere: de Hoogepriester Aiiron in een belangwek
kend Bijbelverband. 't Is jammer, dat bezoekers dar Isra
l-teivtoonstelling geene gelegenheid vinden deze teekeningen naast het overige te
2ien. 't Zoij eene voorrede zija tot het boek.
De kunstenaar, die in de jongste jaren bij voorkeur, schier uitsluitend,
ineer nog het tobben, dau het veelzijdig leven, van enkele bewoners
onzer Noordzeedorpen heeft willen afbeelden, zal waarschijnlijk glimlachen,
wanneer men opmerkt, dat zijn gedaebtenkring zich, sedert K ij n
Akademiejaren, niet trapsgewijs verbreed heeft. Zij, die verzuimd hebben,
uit het voorbeeld van dea Heer Alma Tadema te loeren, dat fle oude
volken niet, uit dea aard der zaak, behoeven begrepen en voorgesteld te
worden, zoo-als Le Brun of David het hebben gedaan, zullen het zeer
natuurlek vinden, dat de Heer Israëls, van het akademiesch keurslijf' ont
slagen, zich gehaast heeft zijne aandacht eene andere richting te geven
dan naar Rome of Athenen.
Met het jaar 1819 gemerkt, treffen wij een schilderij Ds 7;lcïnr, visselicr
(No. 62) aan, die, merkwaardig genoeg, al schijnt te voorspellen, bij welke
onderwerpen zich later de aandacht van deu meester bepalen zal, «u
??niet minder merkwaardig de schilderij biedt een beter kleurengamma
&afi het historiestuk (No. 3), Wtllein van Oranje, die weigert de
bloedplakkaten" ten uitvoer te leggen (1855). Iets van de harmoniün van
Cermack is zelfs herkenbaar in een ander vroeg schilderij: het Adagio
con espressione, laatste gedachte van Wcler (No. "-1-); maar vooral in
No. 69 De arme speelman. Minder van qualiteit daarentegen is een stuk,
dat io '33 geëxpozeerd werd: Uldcribarnevcld's laatste wicf. Tot de zelfde
tijd behoort een hier niet aanwezige schilderij: Mariln Lnl!icr,'isietccnige
tnoKtiikken van zijn klooster over den B/jlid sprekende.
't Zal den Heer Israëls naauwlijks verklaarbaar voorkomen, dat Lij ooit
gemeend heeft poüzie te kunnen vinden in nog andere onderwerpen dan
tooneelen wit het leven der stoffelijk misdeelden. TccU heeft hij in 18(15
nog geloofd, dat de reguliere kanunnik T/winas u Kemnis eene figuur
was, waardig en geschikt om door zijn penceel te worden afgebeeld.
De eerste periode, de eenigszins romantiesch-weeke (rtaktie van het
akademiesch stylisme en navolging van Ary Schefr'or) wordt op grootc
schaal vertegenwoordigd door zijn 'Mij nier ing (UVJ'.i), waarvan do Heer
C. Ed. Taurel eene geslaagde gravure gemaakt heeft. Van de zelfde tijd
is )e Morgenpsalm (hier niet prazenf).
Daar zijn hier maar weinig voortbrengselen vanhet gcoïtoj'ovcn, wnaiin
teel het rner,sehdovo, met zija dramatische v er \vikkt"; ingt n, eene planla
kan vinden. Van bet koloriet, dat de jaren'48-?5C mui gunstig kcnuieride,
al neem ik niets te-rug van hetgeen ten aanzien der verwantschap niet
Cermack gezegd is, vinden wij verschillende! proeven. Keu van de meest
bedonderde en waarmee v.'jj tevens de reeks (i u r visschcrs-JrtKiiielon
openen, is No. CG Langs hef- kerkho/ (van 1S5G). Dit douk zoudigt. door
een merkwaardige miskenning van een der eerste testhetisahe regelen:
den omvang, de verhoudingen van een kunstwe.'k te even
redigen aan den aard en de betuekenis der stof. liet is r.eker
voor een visscher, zooals voor ieder braai weduwnaar, eea smartelijk ge
ve si, met zijne kinderen het kerkhof voorbij te komen, waar zijne (brave,
liere) vrouw begraven ligt; maar of zelfs een vissnher, zijn slap daarbij
zoo hartstochtelijk versnellen zal, en vooral, of icmant zal '«innen goed
keuren, dat deze hoogst eenvoudige gebeurtenis levensgroot wordt
afgeI Jd, bieraan valt te twijielen.
Tot deze zelfde periode behoort, wat de kleur betreft, No. 16,
inpseauoFransch betiteld: Symptume d'amour"; maar dan krijgen wij ook al
spoedig met een tijdperk te doen zoowel wat onderwerpen .a's wat
koloriet aangaat, dat den Heer Israüls, naar mijne bescheiden meeninr. eenc
eerste plaats onder de hollandsche schilders verzekert, 't Is het tijdperk
58 tot 75. Een heerlijk stuk, dat, jammer genoeg, in de oorspronkelijke
grootte hier niet tegenwoordig is, verried ons, plotsaling in den schilder
eene ziel, die fijn en diep gevoelt, die een uitmuntend oog voor ware, ook
Wijde, kleuren tot haar dienst heeft, en niet meent ai' te dalen, wanneer
er zorg aan de schildering besteed is. Ik bedoel Hu brcïxtcr'j& (No. '>,">
biedt, er eea niet gelukkige verkleining van aan). Het opent het tijdperk,
waarin de kunstenaar nog aarzelt groote donkere vL-vkten vol te schom
melen, die ons niets zouden verhalen; waarin hij menschelijke gezichten eu
handen nog met zorg teekent, na ze met'iijhe smaak gekozen te hebben,
al zijn de pcrspektivisehe lijnen niet altijd even onberispelijk. Het is
liet tijdperk van den Schipbreukeling (1861), van den Dag i'oor de 'be
grafenis (1862), van de Jonge vrome, die Uecren voor lianr aanstaand
Icindjen naait (1863), van de schilderij Aan 't strand (J &'.!:>) van den
Heer C. P. van Eeghen, van Moeders hulp (1S66), van Na den storm, in 't
beBit ?aa den Heer Borski, verkleind in 1S76 (No. 64) en, even als de ver
kleinde Mijmering, in 't bezit van den Heer A. C. Weriüeim. Ik noem
daar enkel meesterstukken. Vooral Na den storm, ofschoon het l.iatste,
is nist het minst voortreffelijke. Het gegeven: de afwezige man, zoon, va
der; de schildering, de kena van den toon; de harmonie; de tedere
scliakeeping der uitdrukking van de jonge vrouw, de oude moeder, het aan
't eten gezet kind, 't is alles voortreffelijk en teekent den meester.
Hier geen gemaaktheid, geen opgewondenheid, geen geloof, dat genia
liteit in do plaats van natnnrwaarheid kan treden; hier, overweging en
doorvorsching van het onderwerp. De naaia vau deu man, die deze
S'jhi.1derij heeft gemaakt, ka,n niet sterven,
De schaduwzij in deze kunstprmstatie is, dat de kunstenaar voortaan
bijna nooit meer glimlacht. Nu eens wordt de vrouw van uen viascher
Alleen op de wereld beurtelings geschilderd en geaquarelleerd (N. 51);
later wordt de man Alleen voorgesteld, zittend voor het doodbed van zijn
vrouw (N1. 48). Daar mag waarheid zijn in den algcmecnen toon, maar hoe
Kal dat somber schilderij er uitzien over 100 of 200 jaar ? Konden de
lijnen iatusschen maar wat korrektcr worden ; kon er maar een iebjen
stijl komen in dat door een wolkachtige schommeling aangeduide lijnwaad!
Sterker van eS'ekt zijn de ScJuilneiidc'i'cr (bij een vorige gelegenheid
met den titel Strijd om 't ledaan opgesmukt) en N. 27 een Hesijcn, dat
S'icJi tl". 7:atii!cn warmt (.il.s men and u'ord' betiteld): maar wie durft
Kulico levessgroote treurigheden in zijn kaïner hangcnV
Toeli ontbreekt het. ook in het laatste tijdperk, niet aan schilderijen
van eon aangenamer aspskt: bijv. N. 41', L' j hef ?rnrkcusliol; (il: laat liet
onderwerp daar). De aquarel '1-lfns opsteken is uirintin'en.i, lioe ruw ook be
handeld ; Hoeder Job j c lij den haard is niet minder. N. 20, De oude
Koster heeft zelfs iets luiiaigs.
Opmerkelijk zija nog van deze latere tijd het wazige Op moeders ScJtoot,
het sorabero Inde vrije natuur (N. 11), eea jouden en een ir.üisjeij, die naar
huis schijnen te gaan. Zo kijken alle-bei gedrukt. Leken ye niet sprekend
op elkaar, dau zou men deuken aan ceno onuitgesproken liefde. Xu is de
onjonge stenv.amg alleen aan de so:sibero iuteutiijii van den schilder te
wijtt-u. In deze schilderij is ook nog op te merken liet offeren van den
Heer Israëls op hot fraasehe outer der licht blaauwe tonen : het opake.
't Is of men vreest beschuldigd te worden van Uerabrandt te willen
rabootsen, pn dat men daarom wel geen lijkklertr, maar een onmiskenbare
lefkieur ah algemeencn toon aanr.e.'uit.
Dat is manier, on alles wat manier wordt gaat onder; draagt de kern
der ontbinding in zich. De kunstgeschiedenis is daar, cm het ra getuigen.
Die kous van toneu is manier; dat exploiteeren der neerslachtigheid,
dat vieren van Kiek- en doodbedden is manier; dat vermijden' 'van
verheüende oivlerweraen, dat altijd o inhalen \'au do plunje der arme lieden
dat is alles manier; en d.iar disiit van te-rng-gekomen te worden.
't Is een zonderling begrip, dat Ter Corcli beneden Ostacle zoa staan,
om dat de eerste fatsoenlijke rnenschon schilderde, de laatste veelal volk,
c-at men wel op een afstand wil zion, maar waavmtó men niet gaarne op
deu duur omgaat. Ik bon er siog niet over heen Van Dij;k een meuiokriteit
te noemen, omdat bij geen vi;chvrouv;cn, maar Eagelscho Gravinnen, ge
schilderd ha:ft.
Trouwens ook de lieer IsiViüls beeft, onder zijn penceolcn, er een, dat
aan de i7c;i?/y go.wJjd i1;. Ik S;;:.n wel niet, mot ar.dero beoordeelaars, liet
J')(tiiicsporli'ct No. ooiv a.'vvoa' eau c/ief-d'ccuvïe vinden; maar vooral de
bfielteni? va;; Trof. Gou.'lsmit (iSi]'i~i i?, ouder de schilderijen, een stuk van
distinkt.'e. Zscr heb ik ook den EÜ:die!:op No. '.',0, liet portret, van don Heer
A b. Nouhnys, d:\t van d&n Hoor Storteubeker, en ook zslis No. 08
bewonilcrd -- ofschoon men wij niet r/.al doen gcloover., dat, do lieer Isravis
inoc:;t nirtt dat sclïumipartijr.;eii eon overhemd uitgedrukt te hebben.
Vfannesr ik ook maar een oognnblik getwijfeld had, of ik, in deze cciitserie,
m 'i met een groot, mee-ster be;:igli'!il.1, ;:ou ik m jn fean^parlcr een weinig
iiobbcK ingct.)o:nd. Ue iïr-er l---n.."'l:. h;:eft vaa mij aanspraak op dat geua
wat ik zelf voor waarheid houd.
o
r.-zumrcrcu zal onuoodig z;j:i. Het mldJeltydperk komt niij 't
voortrpflij':ste voor, en ik geef du :o3p niet op, dat do Hear Isratls ons eea 4e
pavyJo gaal. lovcivn, waarin lij :'ijp: oiisleinverpau uit e^n uiiuder begreasda
siccr gaat ki;:i';"\ c:i wnaiin wi-'.iic'it huUurhcid en lioop (ie plaats der
len;:;s:Müi-;ieid inuonisa za!, die ia vela zijner jongste kunstwerken afstem
mend ademt.
15 Ap. 'Ü3. Alb. Th.
UIT 1-5ELGI1':.
Twsfl riusser,. Eallot, Opera tot
afscheid. You Bülow.
Van liooren zeggen liejt veer' zegt. hot, spreekwoord. Het zou mij
niet moeilijk vallen den lezer met concu vloed vau kleiue bijzonderhe
den uit Je kunstwereld te overstroomoii en critiek uit do tweede hand
ineJe te dealen.
Al neemt het muzikale leven ook af ia dezelfde mate als de dagen
lengen en de natuur in Itvcu toeneemt, toch laat ik den getrouwen lezer
liever hongeren en dorsten r.aar iets wezenlijks, dan hen» met halfzekere
berichten schijnbaar te stillen.
Ik kan e.;liler verzekeren dat .-eau compositciir rasse habitant la Hol
land e, M. IJorls Schödl, deu oudorgeteekendc had uitgnnoodigd om da
uitvoering vau eenige zijner werken in de Salons Krard" l)ij te wonen.
De uitmuntende pianist Degre&i' (prof. aan hei Conservatorium), dien ik
voor de Felix-concarten warm kan aanbevolen, de violoncellisfc Eduarct
Jacobs, eu eenige andero goede artisten werkten mede.... Eilaas, ik was
belet mij er heen te begeven. . . . Men droeg een aantal orkestwerken op
liet klavier voor, onder andero Don Quicliotto aux priscs aveo les
moulins, tableau &ymphomV[us poiu- orchcstre" en verschillende andere
zaken.
De composities voor enkele instrumenten geschreven hebben het kleine
uitgelezen publiek best, bevallen. 1 . . Men bemerkte evenwel nergens een
bepaald Russisch karakter. Doch.... van hooreu zeggen liegt veel.
'Wagnor's Meislersinger zijn in der tijd in het oude Gcwandhaus te Leipzig
nitgeftoten, en nu sissen de Brusselaars het werk niet eans! '\Yie weet
dus hoe of hst deu heer Scheel nog eens gaat! Wie weet?....
Wij willen dus ons oordeel opschorten totdat wij de genoemde molens
iloor deu wind van ecu vrezeijlijk orkest zuilen hebben hoorec. .. aan
blazen en draaien.
Eea andere Rus heeft ondprtusseuen eene kunstreize door Holland
gedaan ea ia overal zegevierend begroet, het is Antoine ftnbinstein. l u
elgi.ëheeft hij pilt gehad," zooals de Duitschers zeggen, Wei 13 Nero