De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1885 26 april pagina 6

26 april 1885 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. 409. Welnu, dat is esntóudig leugen en laster. "Want, ofscfioon de bierkneip met steeds onbeperkter gezag gaat heersenen, vindt men toch nog daar, aan de overzijde der bruggen, enkele vertegenwoordigers van den ouden tijd en den ouden doen. De hoofdpersonen in dat proces zijn van dat gehalte. ' Hen iheent een verhaal uit den tijd der Chaumière te hooren. *Te oordeelen raar de openbaar gemaakte brieven is dat nog eens een «tndent, zooals die ons in de oude vaudevilles geteekend en voorgesteld wordt. Men ia op elkander verliefd als in de dagen van Béranger en een dakkamertje is een paleis voor de twintigjarige geliefden. Helaas! die vaudeville moet -eindigen in een drama, want Mimi Pinson, dra aieh op Zekeren dag verlaten zag dit is iets (lat te allen tijde gebeurt .-*- beproefde eerst zichzelvoa te vergeven en toen haar dit niet jjelukt was, schoot zij den ontrouw geworden vriend dood. Ik ben er zeker van, verklaart Vcron, dat allen, die de debatten dezer t»ttk gevolgd hebben, ovenals ik, daarvan een zonderlingen, aangrijpenden indruk Hebben gekregen. Daargelaten nog, dat zoovele oude herinnerin gen werden opgeroepen; welk eeu stof tot nadenken! Be grisetto '.ia ten slotte door de jury vrijgesproken. Na waren er zeker termen genoeg aanwezig om die vrijspraak te motiveeren en vooral de uit haar brieven door Yéron aangehaalde staaltjes van naïve teederheid en innige liefde, die het meisje voor den student koesterde, aallen er niet weinig toe hebben bijgebracht om de leden der jttry gunstig voor de beschuldigde te stammen. Maar toch, zegt Véron terecht,., dat de gerechtigheid nu eens voor goed mei; de sentimentaliteit moest breken, want dat we anders weer mooi op weg zijn naar de barbaanschueid. .Want al heb ik uu ook do aandosnlijke en belangwekkende zijde ia het licht gestold van zulk een grisette-figuur, verdwaald in den bazar der liefde, waarin tegenwoordig iedereen die maar wil tegen vaste prijzen onder allerlei zaken zijn gading kau vinden, daarom is er toch volstrekt g«eo reden oin dat straffeloos plegen van misdadaden toe te juichen, dat «teads menigvuldiger wordt eu de revolvers het bon a tirer schijnt te verleenen. , Tengevolge van een onverklaarbare tegenspraak schijnt onze tijd van vluchtige liaisons en loge lusten en grillen liet volkomen natuurlijk te vinden, dat men de meest onbeduidende avonturen zoo ernstig' en tragisch mogelijk opneemt. Wil men dan terug tot den Sint Bartholomcusnaeht ? Wij, die geen lust moer hebbeu aan het melodrama on de planken, beginnen iv.cei: en meer hoj; r?elodrama in het leven op te voeren. Die onmacht der wet vloeit eigenlijk voort uit een gebrek in hare toe passing. Het hof van assïses vonnist te streng en nu vervangt men dat vonnis door vrijspraak. Maar als men het wetboek in die voege kon veranderen, dat de arresten meer in verhouding kwamen tot liet ver grijp, als b. v. de correctioueele rechtbank wnt iiicer tusschen buiden kon komen met twee of drie jaren gevangenisstraf in plaats van den dwang arbeid, dien het Hof oplegt, dan zoudt gij cei;s zion, hoe spoedig er aan «He, ktüitmanio een einde kwam. Men Leeft te streng willen straffen. En, men is geeiu-iigl mot in 't geheel niet meer te struü'oii. Men zou ni^ts anders behoeven te doen Jan de wctstafeleu weder in evenwicht te brengen. Hij is jgestorvcu, do armzalige en ondoorgrondelijke held van een arider rechterlijk drama, dat ongeveer twee jaar geleden du wereld iu rep e u roer bracht Die Ar mand Peltzer, die ouder de langzame marteling van cle cckevangenis is weggekwijncl. laat vrienden na, die hardnekkig aan zijn onschuld blijven gelooycn. In de vorige maand, zoo verhaalt Vcron. J/evoud ik mij te Antwerpen. werd o. a. ook gesproken over de zaak Uernays Peltzer naar aanEr Isiding der ziekte van laatstgenoemde, Een zeer aanzienlijk persoon onder do aimvezigan verklaarde ronduit: hij is onschuldig en aal onder zijn straf bezwijken. Maar later zal het bewijs voor .deze rechterlijke dwaling wel aan tien dag komen. . Wat daar uu van aan is kun ik niet zeggen, maar persoonlijk zou ik, volgens de processtukken, weinig geneigd zijn die niecning te onderschrij ven. Te .minder zou ik daartoe te vinden zijn, omdat ik dea man, toen hjj nog in goeden doeu was. ir.cermalen heb ontmoet en hem toea altijd zonderling, droefgeestig, geheimzinnig en eenzelvig vond. Ik was dan ook geenszins verwonderd, toen ik hoorde v/eik een vreeseiijke rol hij bij dien afschuwelijke;! moord zou gespeeld hebben. «Iu,Belgiëwas men echter volstrekt niet algemeen daarvan overtuigd. IJn tot het laatsfe toe heeft men, ook van de zij J o derhoogstgcnlaatsten, pogingen aangewend om den stervende eeaige lotsverbctering te be zorg'-n. Die verbetering zoa echter toch te Iaat gekomen zijn. Reeds na verJoop van zes maanden had het strafstelsel, dat daar wordt toegepast, zijn Jieiiloozcüinvloed op Peltzer uitgeoefend en voor goed zija wil gebro ken, zijn gestel aangetast Die cellulaire gevangenis t« Leuven is een verschrikkelijke inlichting. Nppir, Eppit hpbböu de gevangenen eenige gemeenschap met de Ie venden. De. dienst wordt er door onzichtbare geesten verricht. Als het om de een of andere reden noodig is, cl.at de gevangene zjjn graf moet verlaten, bindt men hem een masker voor het gelaat; men dwingt hem het gezicht naar den muur te keeren als hij de gangen doorloopt, zoodra maar iemand geëmployeerde of vreemde zich aan het andere einde vau de gang vertoont. jEn'nu protesteerde men vroager tegen de hardheid van den dwang arbeid ! Maar da arbeid is in zulk een geval bijna eeüvertroosting, vooral de arbeid in verceniging niet anderen. Maar. vernietigend is zulk een eeuwig geheel alleen, waarbij men ieder oogonblik 'weder aan de wroeging ten prooi is en de herinnering steeds H'adcr een r marteling wordt. Neen, het verwondert my niet, dat de mondaine, gevierde Arman Peltzer er zoo spoedig ouder bezweken is. Maar wat mij wel verwon dert, is dit, dat er gestellen van ijzer en staal gevonden worden, dia twintig en dertig jaren lang die marteling kunnen verduren. En zóó z\jn er toch! .... ? Een nieuw boek: U Thedlre de la Cour a Compicgne. : , .. Bij het doorbladeren passeert men langzaam de revue van al de feesten, die van 1852 tot lSb'9 jaar op jaar iu die keizerlijke residentie elkander . opvolgden. De nomenclatuur op deze bladzijden te vinden, die overigens weinig bijzonders en nieuws behelzen, vormt op zich zelf reeds een vol ledig handboek voor de phjlpsophic, een even welsprekende als onver biddelijke prediking van cle nietigheid van alle menschelijke grootheid. Het is een revue van doeden, eea revue van ondankbaarheden en teleur stellingen. . DöiMiüe'ast 1<? sapin du fröne Hier, C'OD tait lo velours. Denneukout van troon of doodkist! Alles riekt naar de kist in dez» bittere wroedestatistiek! Verdivenen zijn zo die potentaten, die kunststerren, dat keizerrijk! En het blijkt uit de opgaven van den schrijver, dien het overigens niet aan welwillendheid ontbreekt, dat dat uitverkoren publiek juist niet uit muntte door een zeer fijnen smaak en een levendig belang stelde in ver standige dingen. liet werd dan ook te veel daarvan algeleid dooi' over vloed van klatergoud, eerzucht en persoonlijke belangen. Toch was het voornamelijk om d& kunst te bevorderen en te ondersteunen, dat men die voorstellingen organiseerde, waartoe beurtelings al de tooneclgezelschappen van Parijs werden uitgenoodigd mede te werken. Maar juist naar aanleiding van dat beschermen der kunsten vindt men in het boek een diepgedacht woord van Augier. In eea gesprok, na het diner, met den keizer, vroeg deze hem zijn tuecmug, bet was m 1853 wat er alzoo voor de letteren gedaan kon worden. O, Sire, antwoordde hij, dat is heel esnvoudig, men moet van da letteren houden. Dat is zoo eenvoudig niet, mijn beste heer, als gij dat doet voorko men. Heeft men tijd om de letteren lief te krijgen, als men dagelijks overstelpt wordt met allerlei politieke besognes, en zich beweegt te midden van een hoi', waar heb:-:ucht en intriges u geen oogenblik met rust laten? Ziedaar do reden, waarom die feesten van Compiègne, ofschoon met een goed doel opgezet, niets voor de letteren en kunsten hebben uitgericht. Men had er liefde voor behooreii te koesteren en men deed niets anders dan ze beioonen. Lodeivijk XIV had rondom zijn zoa satellieten die er van hielden, van daar dat zijn eeuw zooveel heeft uitgericht. De vereeniging tegen het mhbruik eerst heette bet: tegen het (jcbru'ik vin t talnk heelt hcar jnarlijksche prijzen in een plechtige ver gadering uil gereikt. Anti-rookei'S ea anü-suuivers jsiju als gewoonlijk bekreond geworden. Brutalj tegenstelling dar 'werkelijkheid: de ontvangsten der régie zullen in löw even zoo goed toenemen als zij dat in 1884, ia 1883 ea 1882 gedaan hebben eu zoo verder. L'c tcgcnstandeis van de tabak troosten zich met te zeggen, dat, als zij niet hun uiterste best deden, de kwaal nog op veel erger wijze zou toenemen. Zij stellen zich waarlijk wol met heel weinig tevreden. Een onbekende vriend werpt dezen hygienistisehen vijanden van cigarettcn en sigaar het feit voor de voeten, dat op de honderd geueesheeren men minstens tachtig rookers vindt. Dit zegt nogal iets. Maar zij, wien dit geldt, kunnen zic^i beroepen op de volgende uit spraak van een wijsgeer: hot gaat met da gewoonten als met de vrouwen. Aan de leelijkslo is men dikwijls het meest gehecht. Daarna zou ik hun nog wel het volgende feit onder de aandacht willen brcngou, dat, sedert de invoering van de tabak de gemiddelde levensduur der menschcn belangrijk is toegenomen. Tegen dit laatste argument nu zou men moeilijk iets anders kunnen inbrengen dan het bekeade woord vau Caiino, toen die het eens over de tabak had: . Jo haalt nu je grootvader als een voorbeeld aan, die altijd gerookt heeft en toch tachtig jaar is geworden. Maar zonder zya pijp zou. hij het misschien tot negentig gebracht hebben. De voorvechters voor de rechten der vronw hebben een nieuwe bewe ging1 op touw gezet eu eea brochure uitgegeven, waarin zij vragen dat voortaan niet meer, maur ook nist minder dan tien fauteuils der acade mie voor de zwakke sexe zullen worden bestemd. Tien op de veertig, dat is betrekkelijk nogal niet te veel gevraagd. Maar als men deze galante nieuwigheidverzoekers eens hun z!a gaf, dan geloof ik, dat zij zelven doodverlegen zouden wezeo om het eerste tiental namen dei' onstorfelijken te moeten opnoemen. Zoek maar... en gij zult zien, dat gij er niet komt. . Naast deze beweging een andere, die van de bewonderaars van Ealzac, die voor hem te Parijs een standbeeld willen oprichten. Dit plan is reeds lang in de pen, maar schiet niet op. Evenmin al dat van een standbeeld voor Alfred de Musset of voor Lamartine. Parijs bekommert zich weinig om zijn verplichtingen als hoofdstad der intelligentie. Zijn enthousiasme is wat zuinig uitgevallen. Herinner u maar eens, hoeveel voeten het in den aard gehad heeft om een beeld voor Béranger te krijgen. Dit zal nu eindelijk in de vol-. gende week onhuld worden. Dat is nu wel een precedent, maar hadden Ualzac en Musset er niet veel eerder een verdiend ? Aan plaatsen voor die standbeelden is er <?een gebrek. Ik neem er oen voor da hand weg, b. v. het Palais-Koval. Juist hebban de winkeliers dier bijna verlaten Galeries besloten nieuwe versieringen aaa te brengen. Tuin -en winkels adieu clcctrisch verliclit«?orden.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl