De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1885 26 april pagina 7

26 april 1885 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

ft'O. 409 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. 'Maar zal de electriciteit bij machte zijn, aan déuit de mode geraakte promenade haar oud prestige terug te geven? Waaróm Iaat men'daar niet eenige onzer waarlijk groote mannen wonen? B. v. eenige onzer onbetwistbaar beroemde schrijvers? Dat zon een eerste "stap zgn in do goede richting, in afwachting van het besluit,'waarvan reeds in 1849 sprake was, om de avenue des ChampsEfysees aan beide zijden te verfraaien met een reeks standbeelden van beroemde mannen. Reeds 40 jaar bijna loopt men met dat denkbeeld rond en er is veel ka'ns, dat 1de negentiende eeuw de verwezenlijking van dien sclioonen droom, schoon vooral voor de beeldhouwers, niet. zal aanschouwen. Onze gemeenteraad is veel te zuinig en dweept liever met hst goeclkoope pleister waarmede het alles en nog wat besmeert, zoodat men onwillekeurig aan het: Hier rust en grafmonumenten gaat denken. Onze conciërges worden er niet veel bescheidener op. Het schijnt, dat: zo zich willen wreken op al de plagerijen, welke indertijd hun collega Pipelot had te verduren, en zij beginnen aan ironie te doea, getuige het volgende staaltje van onbetwiste echtheid: De huurder. Dat is niet langer uit te houden!.... Er is zeker een lek in het dak, het regent compleet in mijn kamer. Se conciërge (zoo bij zijn neus langs). Wol, toen meneer zijn kamers buurde, heb ik hem- immers wel gezegd, dat wij water in huis hadden.... ?- ' - ; A. B. LETTERKUNDE. l GEORGE ELIOT'S LEVEN EN BRIEVEN door J. W. Cros. 'v .11 (Slot). Dit boek brengt George Eliot, de strenge prediker van de wet der ver gelding/dichter aan ons hart. Maav het toont ons waarin zij te kort komt ei waarom. Marian Evans' natuur was zoo gevoelig, zoo gemakkelijk geinfluencéerd door hen die zij liefhad, dat zij haar leven lang aan een lei band liep. Dat innig verlangen naar zic'i uitende genegenheid, naar een volmaakte sympathie, naar iemand die haar gelieei zou tocbehoorcn en haar aanhankelijke natuur tot een steun zou zijn, werd een levenslang hongeren door de omstandigheden harer kindsheid, welke gunstig genoeg op de ontwikkeling eoner minder gsvoelige natuur hadden kunuen wer ken, doch als scherpe nachtvorsten over Marian gcengingen. Daar do zwakke moeder volstrekte rust noodig had, werd het tengere, zenuwach tige, vroeg ontwikkelde kind voor eenigen tijd naar een kostschool gezon den. Eiier, zooala zij haar echtgenoot in haar laatste levensjaar vertelde, kon zij des winters nauwelijks dicht genoeg bij het vuur komen om eens flink warm te worden, door den dichten kring van meisjes rondom een kleinen baard. De koude, die zij daar leed, legde den grondslag tot hare zwakke gezondheid gedurende haar geheel volgend leven en ongetwijfeld was deze zwakheid en het daaruit voortvloeiend gebrek aan gezonde opgeruimd heid, de oorzaak van die vatbaarheid voor een plotselinge en onverklaar bare vrees die haar steeds later bijbleef en die, zooals zij den Ileor Cross vertelde, op besliste oogenblikken een gewichtigen invloed uitoefende op haar volgend leven. Het kleine schepseltje gevoelde zich niet ongeluk kig, behalve des avonds in het donker. Zij kon niet alleen zijn. Ea nooit leerde zij zich aan de eenzaamheid gewennen. Zedelijke eenzaamheid maakte haar zwak en deed haar haar zelfvertrouwen verliezen en maakte haar onderhevig aan vlagen van vrees en diepe zwaarmoedigheid. Deze geestes toestand werd nog verergerd zoowel door een tragen bloedsomloop, een zwakke spijsvertering, als door de gebiedende eischen van een ieonoelastisch intellect dat op een beslissend oogenblik tot scepticisme overging en gevoed door de werken van Comte en Danvin, voortdurend strijd voerde met ean warm conservatieven en innig godsdienstigen geest, en een hart zoo ten eenenmale'berekend om het schoone van een ondogmatisch Christendom te bevatten. Mijns inziens bevestigt dit boek de gedachte dat Geovge Eliot nimmer geheel vrede met zich zelve had. Haar tegenstrijdige natuur trok haar altijd naar verschillende richtingen en op kritieke oogeubhkken triompheerde'de trouw over den wijsgeer. Om juister te spreken, dp grondslag harer persoonlijke wijsbegeerte was deze, dat de gemoedsaandoeningen hét hoogste en schoonste in het leven van den mensch uitmaken. En indien zij redeneerde voor aij den grooten stap in haar leven waagde, was het in dien "geest. De ellende van een eenzaam leven op kamers in Londen bereidde haar langzamerhand voor tot het nemen van een gewichtig be sluit in eene plotselinge opwelling. Wij moeten niet vergeten dat zij door dien stap noch eea nniverseele, noch een internationale wet schond; in derdaad de Britache wet, die Lewes verbood een echtscheiding te verkrij gen tan zijne ontrouwe gade is sedert opgeheven oi ten minste gewijzigd geworden. Maar er vloeide Engelsch bloed en wat meer zegt, dat van den Engelschen landman door hare aderen; in haar zien wij de theorie van erfelijke neigingen en instincten ruimschoots bevestigd?de theorie waar door Comte de wijsbegeerte van Locke met die van Kant deed overeene temmen. J)e Engelsche landman is altijd behoudend en haar vader was de meest conservatieve van zijn stand en :z5jn dochter was evenmin in staat'baar instinctmatig conservatisme uit te roeien dan zij de sprekende trekken van haar merkwaardig gelaat kon veranderen. Behalve hare aanhankelijkheid geven de brieven uit haar jeugd ons twee karaktertrekken: een verterende eerzucht en een gevoeligheid voor bet oordeel van de wereld. Dientengevolge gevoelde zij het verbreken van hechte, oude banden diep. Op aandoenlijke wijze verzette zij zich tegen fle halsstarrigheid van de weinige vrienden die haar bijbleven, doch wei gerden haar Mrs Lewes te noemen, terwijl zij bitter leed onder de verTreeoding van anderen. Echter om Lewes recht te doen wedervaren moeten wig bekennen dat geen enkel woord in haar brieven of dagboek, te oordeelen naar het boek van den heer Cross, den indruk bevestigt dien tatt» werken zoowel op tuij-zelven a\a op vele andere harer lezers maak ten, nl.: dat George Eliot later hare opoffering diep betreurde. Onver anderlijk wordt de naam Lswes met hoogachting en toewijdende liefde geucemd. Hunne vereeniging was een voorbeeldig huwelijk, slechts niet door de wet bekrachtigd en zooals Lewes zelf openlijk verklaarde is dia bekrachtiging altijd wenschelijk. Zij was cene geliefde en liefhebbende moeder voor zyne drie zonen bij zijn eerste vrouw en zij werkte opge ruimd en ontzegde zich vele dingen om zijn trouwelooze echtgenoote ts onderhouden. Zij maakte een man van Lewes; .hij was oppervlakkig, opvliegend, rusteloos bezig, maar niet ijverig werkzaam. Hij droeg den stempel van teleurstelling en verijdelde hoop op het voorhoofd, zooals Lord Acton het uitdrukt. Haar heilzame invloed maakte van hem een uitnemend gast heer, een schitterend denker, een man van beteekenis, ongetwijfeld, hoe danig ons oordeel ook moge wezen over zijn persoonlijke inzichten. Zijne vereeuiging met. haar was voor hem een onvermengd goed. Niet aldus ds invloed vaa Lewes op George Eliot. Haar afgezonderd leven met hem vervreemdde haar veelmeer van de buitenwereld dan wen schelijk is voor den kunstenaar. Ongetwijfeld deed de schok die haar losschenrde van allen die zij liefhad en eerde, de sluimerende scheppings kracht in haar ontwaken, do vormende verbeeldingskracht clio zoo dikwijls bij de vrouw de plaats inneemt van gelukkige huiselijke bandeu. Maar zijn angstvallige zorg om haar tegen de geringste scherpe kritiek te beschermen, maakte van haar genie een broeikastplant. Haar afgezon derd leven deed haar bezieling zoeken ia de herinneringen harer jeugd en in de gedachten van anders schrijvers, terwijl de hoogste trap der kunst alleen door hem bereikt kan worden die voortdurend en gel rouw naar het levend, model werkt. Het eenige levend model dat zij bestudeeren kon, scheen velen «en bedenkelijk exemplaar van het genus homo" toe, schoon niet. zonder vele en edele hoedanigheden. Behalve dat, zijn iconoclastische philosophie was voor haar natuur Dieft geschikt. K ij bekrachtigde hare sceptische opvatting van het Christendom, een scepticisme dat bij haar hoofdzakelijk gegrond was op gebrek aan bewijs voor haar logisch intellect, maar hij was niet in staat hasr diepgevoelden eerbied voor alle vormen van godsdienst en geloof te schokken. Trapsgewijze bracht het proces van haar leven haar tot een uiterste punt van eenzaamheid en neutraliteit, dat gevaarlijk voor een zwakkeren geest zou geweest zijn, doch haar het voorrecht gaf van bijna ongeëven aarde geestelijke onafhankelijkheid ea rechtschapenheid. Maar deze een zaamheid maakte haar treurig; liet lag in hare natuur iets te vereerer, met eerbiedige verwondering naar iets op te zian en zij had het vaste geloof verloren in een wezen dat zij kon liefhebben en aanbidden. Het verlies maakte haar neerslachtig; het was de hongerdood voor een be langrijk gedeelte van haar natuur en genie. Een dichter zonder-gods dienst ia een wanstaltig verschijnsel, esne tegenstrijdigheid, evenals de dichter die zich vastklampt aan dogma, oi de minstreel, die de zangstem mist. George Eliot had het godsdienstig instinct, maar zij verloor het gods dienstig beginsel. Zij verloor het groote ideaal uit het oog, zij het Heidenscli of Christelijk, hetwelk den dichter in slaat stelt verheven wezens te schep pen. Da kinderen van George Eliots phantazie hebben alle iets van het Uocldelijke in zich, doch zijn tot dwergen gemaakt in een atmosfeer van realisme, materialisme of hoe gij bet noemen wilt, een atmosfeer die hen even ongelukkig maakt als hun schepper was. Geovge Eliots zwaarmoedig heid en zelfwantrouwen vervult hare werken, verkoelen de warmte vaa haar genie en temperen de stralen van hare Goddelijke verbeeldingskracht tot het. koude schemerlicht dezer alledaagsuhe wereld. Zonder aarzelen en vooral ua ean aandachtig lezen harer brieven sclirljf ik dezo blijvende zwaarmoedigheid en moedeloosheid gedeeltelijk toe aan hare pijnlijke maatschappelijke positie, en gedeeltelijk aan het opgeven van een geloof in God en onsterfelijkheid, terwijl haar hartstochtelijke ziel nog steeds riep en worstelde evenals de sterke krijgsman omsingeld door den vijand. En ik ben sterk geneigd het huwelijk dat zoo velen harer vurigste ba' wonderaars verontwaardigde, toe te schrijven aan een gevoelen, diep' ge« wortelt! in het hart van den krachtigcn Engelschen boerenstand, zoo doende weer een eerbare plaats in de maatschappij in te nemen, die zij verloren had door hare verhouding tot Lewes, ofschoon eerbied voor haar genie, eerbied bovenal voor haar rein. edel karakter, dat wij uit hare werken loeren kennen, voor haar gesprekken, haar dagelijksch leven, langzamerhand den slagboom van vooroordeel had doen vallen, terwijl de ..i'-lite" der Engolsche samenleving, mannen en vrouwen beroemd op het ge* bied der letterkunde, kunsten en wetenschappen bat zich een veel groote? eer toerekenden haar Zondag-namiddagrecepties bij te wonen dan zij zelve gevleid was hunne gastvrouw te zijn. Onder de eerste dames die haar vriendschap zochten, wareri de moeder en zusters van den heer Crosa, en er is iets zoo aandoenlijks in hare dankbaarheid jegens hen dat de lezer bijna geneigd is te doen wat zij deed: schreien over de brieven. Deze innige, elf jaren lange vriendschap maakt het huwelijk van een vrouw van zestig jaar met een man zooveel jonger dan aij veel minder stootend, dan het op het eerste gezicht lijkt. Het is pijnlijk van de edelste en degelijkste onzer heclenclaagsche zeden meesters op eene verontschuldigende wijze te moeten spreken. Maar de pers heeft zich druk geweerd; de waarheid is opgeofferd geworden om sensatie te maken, of verwrongen, opdat zij passen zou bij een vooraf gevormd oordeel, hetzij persoonlijk oi kerkelijk. De nagedachtenis eener beroemde vrouw, de autoriteit van een groot meester kan lijden onder een verkeerde opvatting. Daarom wordt het een plicht van hem, die de waarheid en edele doeleinden in de kunst liefheeft, de zaak duidelijk uit een te zetten, hier een zekere mate van vrouwelijke zwakheid in over weging te nemen, van de verblindheid der liefde, van de vatbaarheid van het genie voor invloeden van buiten, ja vaa iets van die grillige natuur vol van opwellingen die aij geeft aan Maggie Fnlliver, dit alles in de edele vrouw die wij niettemin liefhebben en vereeren a's een der schoonste sieraden harer sekse. Maar het is niet minder eea

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl