Historisch Archief 1877-1940
1U
DE AMSTERDAMMER, WEEKB.LAD VOOR NEDERLAND.
No. 410
van den HongaarEchen bok, vindt men bij dit model twee kleine
zweetxaigers van vilt, die gemakkelijk aan te brengen en weg te nemen zijn
en het voordeel hebben moeten, den zadel zoo hoog te leggen, dat de,
lucht van voren naar achteren steeds tusschen den zadel en den rug van
het paard doorwaaien kan, en dat iedere wrijving of kwetsing van
lendenen of ribben vermeden wordt. De vaste onveranderlijke ligging
vaa den zadel Salsi, die van het noodige voorzien is orn wapens
en verpakking er aan te bevestigen, wordt verkregen door middel van
een uit koord gevlochten - gordel. ledere zadel-constructie stelt
zich hetzelfde ten doel als de heer Salsi voor oogen had; iedere
constructie heeft hare voor- en hare nadeden en men kan zich zooveel
toestanden voorstellen, waarin het precies passen van den zadel bijua
eene onmogelijkheid is, dat men aan eene uitvinding, die in zekeren zin
met het ei van Columbus vergeleken kan worden, altijd met zekeren
schroom de geheels goedkeuring zal schenken. Dat is echter zeker dat
de zadel Salsi vele voordeden aanbiedt. Naar wij vernemen zal deze
zadel binnenkort in het Spaansche leger algemeen worden ingevoerd,
terwijl de Italiaansclie regcering er proeven mede zal nemen, en het zou
zeker de moeite IOOIICD, indien ook onze regeering hare aandacht aan den
zadel Salsi zou willen wijden. De koning van Spanje deed den heer
Salsi voor zijn uitvinding de ster der Orde voor Militaire Verdiensten
toekomen. (III. Zcit.)
St.
GELIJKHEID DER TRAKTEMENTEN EN SOLDIJEN VAN OFFI
CIEREN EN MANSCHAPPEN VAN ALLE WAPENS
Den 2den Januari 1S85 werd in Frankrijk een \vetsor.twcrp ingediend,
waarvan de strekking is da traktementen en soldijen veer alle wapens
gelijk te maken.
Meermalen is ook bij ons op verschiüeüde gronden de billijkheid van
dezen maatregel betoogd.
Het is misschien niet van belang ontbloot, do beweegredenen te leeron
kennen, die hét Fransche legerbestuur hebben gedrongen de bezoldiging
der cavalerie, artillerie en genie te verminderen, die uer infanterie te
verhoogen. Zulk een maatregel, luidt de toelichting, is in liet belang des legers
en op billijksgroiulen een vereischtc. De oorlog wordt niet meer als
voorheen gevoerd. Langdurige belegeringen, sapponarbeid, samentrekking
ter verdediging of ten aanval binnen beperkte ruimte, hebben plaats ge
maakt voor snelle marsdien en troepenontwikkelingen. Vau alle
troopensoorten lijdt de infanterie het meest in oorlogstijd; in vredestijd is de
werkkring van den icfanterist sinds de laatste 14 jaren aanmerkelijk uit
gebreid. Uit een nauwkeurig onderzoek bij de verschüiende legerkorpsen
ingesteld blijkt, dat een gelijk bedrag voor het onderhoud van elk man
bij ds verschillende wapens wordt besteed; het verschil in bezoldiging
bomt derhalve ten slotto neer op verschil in zakgeld, hetgeen een onrecht
vaardigheid is. Het is inderdaad onbegrijpelijk, waarom do man van
middelbare grootte, die bij de cavalerie is ingedeeld, hoogsr betaald moet
worden dan de infanterist, die langer in gestalte is. Ook bij de officieren
hebben de verschillen in betaling geen recht van bestaan."
Geheel billijk komt ons deze maatregel niet voor. althans voor zoover
M} Officieren en manschappen van de bereden wapens betrclt. >3 eerste
hebben recht op een schadeloosstelling voor eventueele verliezen hunner
paarden, voor meer uitgaven wegens aanschaffing van harnachement etc.
De manschappen i-.er bereden wapens behooren, bij ons althans, hooger
"bezoldigd te worden, wegens drukker diensten. Da meerdere kennis
in de wis- en natuurkundige vakken etc. van de officieren der artillerie en
genie.in vergelijking van die der infanterie is ongetwijfeld een aanleiding
tot beter bezoldiging. Wij zijn echter do overtuiging toegedaan, dat ra
die meerdere kennis, n de hoogere bezoldiging aanleiding geven tot een
schadelijke achternitatelling van het hoofdwapen.
Dit verschijnsel is vooral in ons land niet vreemd. Men schijnt hier te
vergeten dat de infanterie in vuunuhverking en veelzijdige bruikbaar
heid alle andere wapens overtreft. Leert niet do ervaring', dat de ver
liezen in. den oorlog teweeggebracht, voor ruim 90 pCt door do
infanteriegeweren, slechts O pCfc door do artillerie en 2'.; tot 5 pCt door de
blanke wapens-wordt veroorzaakt. Dio cijfers zijn Inderdaad welsprekend.
'In n land. als, het' on^e ia do .infanterie van n 0,1? meer waarde dan
elders. Waar de cavalerie en artillerie telkens in het drassigo terrein
zul. len blijven steken, kan alleen de infanterie de volle kracht -an haar
verinogea ten dllea tijde aanwenden.
Het belang des legers eisöht daarom dat hierin verandering komo.
? ^In plaats van bij het toelatingsexamen voor du Militaire Academie
uit hen die niet uftslnrtend de voorkeur gaven aan een plaatsing bij do
infanterie, de beste elementen voor de technische wapens te kiezen; in
.plaats van een opleiding bij de korpsen uitsluitend
voorinfanterie-officieren, zouden wij wenschen, dat het onderricht onzer aanstaande
infantorie-officieren in geen enkel opzicht achterstond' bij dat van hunne kame
raden der technische wapens. De vergevorderde cursus op wis-en natuur
kundig gebied zou gevoegelijk bij de infanterie vervangen kunnen wor
den door hoogere eischen op letterkundig, maar vooral op
krijgsgeschiedktmdig terrein.
_ Worde deze weg ingeslagen, dan is elke reden voor hoogere bezoldi
ging der andere wapens (behalve de bereden) ten esnenmale verdwenen.
De Regeering, die de infanterie de plaats aanwijst, die- Laar rechtmatig
toekomt, zou naar onze stellige meening geen geringen dienst aan het
leger bewijzen. U
BIBLIOGRAPIIIE.
Indisch Militair Ti/dsthrift. No, ?,.
De militaire operatiën in Tenom in do maand ,T;u,uari 1384 (Ten-olnai
£:?/? T Over ,de werkinar der kaderscholen. liet Indische le»er in do
fetaten-deneraal. De weclerzijdsche detacheering van officieren bij het
Indische en Nederlandsche leger. Studiën over 'AlgeriëII (Met
aa<icckemngen). Open brief aan den lieer H. A. A." Niclcu iJoeki/e ?
sehouwiBgen.
SCHAAKSPEL.
No. 18.
Van ACE TERDüte Madretto.
ZWART.
a L) C d e
WIT.
Wit speelt voor e u cee.pi in 3 zotten raat.
(Wit i en Ewavt 2 mot K. P L).
OPLOSSING VAN 90 HA AKr'lïOIJLEE 31 No. IC.
I D 2 P, -l! l G fïnt K 4 (a ! 3
2 A 4 O '2 O -3 C, S! :!
O lï. K 1 of D 3 i\l. ts^eclt.
4 U O Ci 7 mat. j i
g
E 4 a 5 ra. epoei:.
tl r, F 7 mat.
W
E G nt A 4 (b
2 E 'l G 5
3 IM. geeft mat.
G 3 H 5
AU. bituia.
INGEZONDEN OPLOSSINGEN.
.Tnist is No. IC en 17 opge'ost door W. v. II. te Delft: P. te Utreclit. Iii het
eindspel van I', IJaly staat wit pi<>r. op a 5, raoet op n t; wezen.
Juist ia no. IC en 17 oppolost ('oor IJenn, Met Zn. vieren beiden te Amsterdam,
«T. H. N., to Voulo, v. d, M. to N. N., De G. V. ou B. ta Kaatsheuvel e;i Mei" to
Rotterdam.
S e b a a k s t u d i e. Tut: K. d 2. Td. R l, P. a 2; Zwait: K. a 1. P. a S. Wit S,
zwart 2 mot K. a 1. Wit geeft ia vier zeilen mat.
BHinrwiSSELING.
_N. N. to A. Knor ziel;te van een lid der redactie zijn vroeger toegezonden
oplost-a'yen op 'i b-arf-nu bl;jven rnsten. van daar onze latere vermelding. Wat betreft
liet onderzoek van problenicn, worde, ui?t verprofon, dio arbeid tijdroovend en
nndn: Itbaav is: bovendic-n «l jrelnlit liet dos .intenru geestige oplossing ftcr!.-//nitiJ-<i.d
te bevinden, is toch nos de nifn-UJlJii-M niet wegsenomen'. er door cïei-eu ot' genen
ce;.P platte (do.o'lernvoiTd^cj.ncvenoplossinj opgespoord, en aan onzo aandaslii
'r. iM niet te vergon dat wij do velo dnizpnde «odrnkle problemen van buiten
kenr.CTi. Tegen feiüoo^hoid in licliar.kwerkc-n ii lielaaa, opmevkiaainlieid ten snot, geen
lu-nid gcwiiïS'Ti. Evenmin tegtn i"ikfur.ten, die aller aiiteuv-s,
kwo!daivfcU~!djiCgetuige d,? schaalcvrcrken van beroemde moestere!
I>Y-pcüs u\v vorlangeu uau 't slot refereren wij ons aan hei vo^c-nje
rijnipiu:
T)io 't allen naar den sin wil maliën en in all;
Jfag lieden wel keginr.en,
Haar s wat r is to versinnan
Yi'anneer hij enden sal."
V. cl. M. te N. y. Voor eindspolen p;o<xl.
W. d. V. to A. l>raru humannrn est !
F E -|J I , E T O
Ni .\n
M o r i z J o k a .
Johanna van Arrngon, gemalin van Filips den Schoone van Spanje,
was een hartstochtelijk liefhebster van schilderen.
Men had het gerucht uitgestrooid, dat de nrme koningin aan
vlogen van krankzinnigheid leed, en men haar daarvoor als heil
zame alleiding het schilderen had aan de hand gedaan, waarin zij
het. later tot een zeldzame hoogte bracht. Zij had de gave van elk
gelaat, ook al had zij het slechts eenmaal gezien, zóó volkomen
gelijkend te kunnen teruggeven, dat het aanstonds door ieder her
kend werd.
Nu gebeurde het op zekeren dag, dat koning Filips lust kreeg
Johanna's album in te kijken, dat louter teekeningen en schetsen
van hare hand bevatte.
(Johanna droeg toen nog den titel van Majesteit, haar gemaal
wercl, daar hij uit een vreemd vorstenhuis was gesproten, slechts
Jfoor/Iieid genoemd, en op regeeringsstukken stond eerst: Johanna
Reijina en dan: PJdlippus Hex).
Koning Filips trof, toen hij het album doorbladerde, daarin tel
kens liet geloot van een man aan, die in de meest verschillende
posities was voorgesteld, nu eens als een trotsche heïd, dan als
een bedelende pelgrim en dan weder als een voor zijne dame
neergeknielde ridder. Dat gelaat moest de verbeelding der jonge vrouw
wei zeer in beslag nemen, dat zij het. zoo dikwijls en in zoovele
omlijstingen zich voor den geest riep, en de zorg, waarmede het