Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMi^,vWÈEKBLAD VOOR NEDERLAND.
-s,
v
l'
,
t*
ministerie aan; zij hebben eerst willen constateeren wat .als niet
geoorJoofd beschouwd moest worden. De minister verklaarde, dat hij
het geven van officieelen raad aan de ambtenauen zou in practijk
brengen, daar de oppositie zich met de vijanden des feohing^
had verbonden. ;
Beide partijen hebben thans in iedere stad comitc's,benoemd,
ten einde elkander's daden gadcteslaan, en procesverbaal van
ieder misbruik te doen opmaken. ?? >
Tan noorden en ten zuiden dcf Vereenigde Staten hebben
onlusten plaats. In Canada is de mestiezen-bevolking aan de grens
der Indianengebieden tegen het keizerlijk" bewind in'opstand
'gekomen. Haar hoofd, Louis Riel, die reeds vijftien jaar geleden
'een tydTang de'dictatuur'op' het grensgebied uitoefende, heeft ook
thans weder de regeeringslroepen op gevofth'ge \vijze afgeslagen. De
groot* afstanden en het ongunstig terrein, moerassen, bergen en
jrairiën, maken dat generaal ftiiddleton slechts zeer geringe kans
Thèeft, om den opstand tot een spoedig einde te brengen,
In het Zuiden heeft da Colümbiaansche regeering niet kunnen
beletten, dat eehe bende opstandelingen de stad Colon-Aspinw'aH
op de landengte van Panama verbrand en geplunderd heeft; de
elad Panama is nausvelijks aan hetzelfde lot ontsnapt.
WARME KADETJES.
Een Zaterdag-avond Praatje.
LXXV.
* de Eedadeur!
Wanneer ik heden niet toevallig over een treurig onderwerp te spreken
had, zonde ik n beleefd verzocht hebben, het hoofd van inyn sfuk niet
een feestrandje te doen versieren.
Het is toch waarlijk geen kleinigheid dat ik en pa thans vijf en
,zeTentig malen een kadetje in de wereld hebben gestuurd:,ge zuli wellicht
opmerken dat slechts twee dier gebakken door m>j onderteokend zijn,
maar ik zal n, evenmin als de seherpainnige lezers van dit blad be
hoeven te doen opmerken, dat de drie en zeventig overige kadetten goed
beschouwd ook grootendeels van my zijn: al tocli wat er aan humor,
geest, diepte entin waarde inzit, is van mij afkomstig. Dit verbaast mij
ebhter niet wanneer ik overweeg dat pa knap sut begint te worden,
hetgBëa met het oog op 's mans hoogen leeftijd nu zoo verschrikkelijk won
derlijk niet is.
Het onderwerp waarover ik wil praten is de AimterJamsehe politie;
naar u weet hakte pa vroeger geweldig op dat achtbaar .-korps CD kon
hij het niet luchten of zien; als bij op stra-it een inspecteur of agent zng,
Wat gelukkig niet vaak gebeurde, werd hij vuur en vlam en was hij
aan eon kalkoenschen haan gelijk.. Later zdde hij nimmer meer over clo
politie te zullen praten en nog lafer is hij omgedraaid en begint hij nu
wqdèr.datzslfde, vroeger verachte, korps te flikflooien. Dit laatste heeft
echter eon zeer natuurlijke oorzaak, hel gaat pa precies als allo andere
mensehen, die, zoolang zij niats zijp alles criliseeren en niets goed vinden,
, Oltt. zoodra de fortuin hen toelacht, en ze het tot iofs brengen, dadelijk
net iedereen goede vrienden wilïeh worden en alies "mböi," goed o
onovertrefbaar vinden; zoolang pa eenvoudig de rentenier Aquarius
was, had hjj er sterk het handje vau om te bedillen en kou hij een enkel
maal nog- wel. eens geestig ziju; pas is hij echter professor geworden of
daar draait hij om als een blad aan een boom en wordt blind bewonderaar
?*att wat hij vroeger verachtte en pedant en droog op den koop toe.
Ge kunt n niet voorstellen, mijnheer do redacteur, walk eene mWtéling
het is, om met pa bij don wig teloopsn; als hij d?n burgtm.!.ester 01
een wethouder ziet aankomen, dan moot ik front maken en saliiseréu e«
krygt bij een inspecteur vau poli'i-?, in uniform, in bet oog dan heet uct:
AJan, neem je petje af, jongsu, daar komt een inspecteur aauV' "
- Door al die voorkomendheid beoogt mijn vader "iet anders djn nog
beroemder te worden dau hij, naar zijn opinie, reeds is en toch. ach,
mynhcër de redacteur, wat befeckent die hèjle beroemdheid? Pa doet
mij' tegenwoordig steeds aaa den bekenden Monsieur la Palisse denken
die zijne celebriteit aan het feit ts danken had dat hij' bij het publiek
Eet vermoeden had weten doou geboren woraeu, dat hij eon kwartier
vóór zijn dood nog in leven was. .
.Maar ter zake, vergeef bet, bid ik u, een bitter gekweld zoos dat
ij zijn ha'rt eens lucht geeft gegeven over de handelingen van zijn
gnjen vader, en laat ik tot mijn onderwerp komen.
Tot mgne levendige voldoening heb ik gezien dat n vijftigtal inge
zetenen moedig genoeg zijn geweest om eon adres aan den gemeente
raad te richten.waarin zij over gebrekkig politie-toezicTit klagen; 'de
bnclerleekenaars van het stuk hebben getoond te durven, want :zij wisten
dat zjj zieh aan de mogelijkheid blootstelden oin (gelijk circa twee jaren
geleden met andere adressanten geschiedde) voor den commissaris van
politie der sectie waarin zij .wonan te worden geroepen, van sommige
raadsleden een brevet van stoutmoedigheid te krijgen en door ileu heer
«Jitt» aiefc serieus te worden genoemd.
Geljjk ik wel vooruit had durven bezweren werdenadreaantenmet'eek
kluitje in het riet gestuurd, er werd een toast op de politie uitgebracht,
een paar tegenspartelende gemeenteraadsleden stonden in bijnne opvatting
alleen en daarmede zit de afi'aire weder heel sekuur in den doofpot." '
Toch heb ik moed dat veler bogen langzamerhand zullen opengaan, na
binnen een tijdsverloop van twee jaren, twee adressen,: nit" geheel ver
schillende wijken der stad afkomstig, inkomen waarin de organisatie eter
politie aan critiek wordt onderworpen; ik heb hoop d&tm'en ;de over
tuiging zal erlangen: There is something rotten in Amsterdam" en de
verdonkeremaande brandkasten zullen er veel toe bijdragen ora gewicht
in de schaal te leggen; als de heeren dieven nu nog maar zoo beleef d zijn
om eens een brandkast bjj een hooggeplaatste persoonlijkheid weg te pikken,
en dat liefst op kiaarlichteu dag, dan zoude er, ongetwijfeld wel verande
ring komen, want, ge kent het spreekwoord, Nirgends werden Hrücken
uud Gelander eher gebaat als wo ein Bürgermeister ia 'a'Wassea
gefallen ist!"
Ik zal geen oude koeien uit de sloot halen, maar ben zoo vrij u te
herinneren aau hetgeen, eenige jaren geleden, binnen onze veste gebeurde;
er vrcrd tosn algemeen over de politio geklaagd en op reorganisatie van
het corps aangedrongen; na' lang talmen (de. zaken gaan in den regel
niet vlug in Anistgrdam, niaar. wij leven dan óók in het land'waar de
schippers zoetjes aan varen, uit vreeze dat het lyntje zal brëk«n)'en'ri»
eene zeer onaangename geschiedenis, die .ik niet 'weder wil opfeatón,
eindelijk op zekeren dag de vreugdömaar vernomen: jwg ferögén
ganisatièl". '
De góe ffemsente was boven dfr wolken en wilde jnist iilamiaeeren, toeo
haar intijds te Linnen schoot dat zij zicb. wel eens meer mefc doode
m«sschen had verheugd, en .nam daarom eone afwachtende houding aan;
algemeen stond de:overtuiging als .een paal boven water, dat de man,
die benoemd zoude worden om in de bestaande toestanden verbetering
aan te brengen, natuurlijk iemand zoude wezen die Amsterdatasche toe
standen in den grond, kende en doorkneed in het politie-vafc was.
Toen het ei eiudeUjk openbrak en de nieuwsgierige menigte.toekeek,
welk kuiken wel voor den dag zoude komen, -wat bleek toen ? De heer
heer Steenkamp, ex-officier en commandant van de 'trandweeiv was tot
hoofdcommissaris voor de gemeentepolitie benoemd en. werd met .4*
reorganisatie belast.
Geloof niet, menheer de redacteur, dat ik Jets t«a nadeeJe.van den
heer Steenkamp wil zeggen, ik geef u myn woord van eer dat. ik er niet
de minsto bedoeling toe heb; ik houd dien heer voor een braaf, degelijk,
door ca door kundig man, ik weet dat hij onze brandweer op onover
trefbare wijze hcoft ingericht. Rortom.de heer ,hoofdcommissaris-is ten
volle boteu miju lof verheven, maar... hoe kwam men. op het denkbeeld
oui iemand aan het hoofd der politia te plaatsen, die niets van politiezaken
afwist en nimmer bij dat korps gediend heeft? Men zoude de.poes^ die
pa op Mecrlust heeft, evengoed docent in. de wiskunde kunnen maken.
Er waren, nieeu ik,, zevea commissarissen in die dagen ei) daaronder
mannen in het vak vergrijsd; zy kenden Amsterdam op hun .duimpje en
wisten heel goed wat er te veranderen viel, en niets zonde meer voor de
haud hebben gelegen dan een dier heeren met reorganisatie.te belasten,
maar jawel.... de heer Steenkamp kwam aanzetten, maakte een salto
raortale {die zelfs kenners deed duizelen, zoodat zy hun haït vasthielden
hoe dat geval wel zouds afloopen) over de zeven commissarissen heen en
bleek, toen hij na die voliige arrètéa" weder beneden kwam, als gegoten
op den zetel te zijn neergekomen, die ook anderen wel begeerd hadden
en die anderen wellicht toekwam. En zoo werd da beer Steenkamp
hoofd-commissaris en hij is het nog, hoewel hy goed beschouwd, slechts
gewoon commissaris is, aangezien de wet geene hoofd-commissa»
rissen kent.
Ik zoude nu wel het een en ander over de inrichting van. het politie
korps wiileu zeggen, maar dit is in de laatste javen reeds herhaald«lgfc
gedaan en daarom 'zal. ik het punt laten rusten ten einde niet in her
halingen te vervallen.
Waar ik echter nog op wil wijzen is dat de liefhebberij van de mannen
vau het vak zoo weinig wordt aangewakkerd; ik zal niet spreken over
"d& gepasseerd* commissarissen, die een chef hebben gekregen die g«eu chef
is en zich naar ik hoor niet buiten de limietpaleh der stad mogen begeren
zonder daartoe permissie te hebben bekomen,-maar ik bebqhet oog op
heeren inspecteurs die mannen vau beschaving en opvoeding snoeten zjjn,
als gentlemen voor den dag moeten komen, ea salarissen genieten, waarbg
zij, althans wanneer zij- gehuwd z^n-en kinderen hebben, om een bekend
woord te gebruiken: de keel wel aan den kapstok kunnen haagea."
Natuurlijk beweer ik volstrekt niet dat de heeren commiss'arijgan e? bo
ter aan toe zon, vette spaarpotten kunnen maken, want het tegendeel
is het g<3val; ik spreek nu echter meer bepaald over de inspecteurs. .-?
Misschien was dit euvel overkomelijk ea zou menigeen gaarno .gebrek
en tegenspoed willen lijden, wanneer hij maar goede'vooruitzichten hsd,
maar dit is liet geval niet. Ben ik goed ingelicht, en ik heb geene enkole
reden om er aan te 'twijfelen, dan wórdt een inspecteur van politieke
Amsterdam nooit oi'le nimmer commissaris, al zoude hij dan ook zeo
wijs als Salomo zijn; op zon hoogst kan hg het tot commissaris in een
ju-oviacie-stadje brengen, waar hij niets aan kunde en talenten noch, aao
jarenlange practijif en ervaring heelt.
Ik ben waarlijk ernstig geworden, maar ik kan het heusch'niet-helpen;
het was sterker dan ik" zoude uaen, ia vroeger tijden op het Leids
heplein hebben gezegd; terseht zult ge, mijnheer de redacteur, vragen:
maar. Jan, wat wilde je eigenlijk'^atoogen j* Was iat der -langen 'Rede
Kurzer Sinu y" ?.:-?.-'-,
/iet u, mijnheer, ik wilde «r voor van daag, ik hoop later het-onderwerp
te vervolgen,) op neerkomen, en wellicht kunt ge u niet begrijpen hoa
ik daar zoo klakkeloos toe kom en ook geen verband tussehen het voor
afgaande en deze finale vinden, hetgeen ik aan het feit moet wijten dat
ik te veel onder pa's invloeden schrijf,?dat de politie
uioetgerewganiseerd worde» e» 4at de beslflauds organjsatiie ge^a z?er deugt.