De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1885 3 mei pagina 6

3 mei 1885 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER,1 WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Nö. 410. r*t (£ f Waaróm en Hoe? Ik zou hét niet kunnen verklaren, ik"constateer 't eenvoudig. <'?Mogelijk zoudt gij beter en meer inlichtingen kunnen opdoen bij Arsène Houssaye, die zijn Mémoires gaat uitgeven: een halve eeuw van' letterkundige mondaniteit tot het leven teruggeroepen door de pen van dezen toeschouwer, die evenwel ook zijn rol heeft vervuld in het groote Kgspel der 19de eeuw. Een liefhebber van paradoxen heeft gezegd: De lichtzinaigen alleen zjjn ernstig, en Arsène Houssaye beantwoordt al heel goed aan dat bignalement. Hij heeft geleefd met al het vertoon van frivoliteit, maar de dingen der wereld opgenomen met den wijsgeerigen zin van eeu scepticus, dio over helt tot droomerij. Hij heeft altijd te doen gehad met de wereld van zaken ea millioenen, maar is nooit eon financier van beroep geworden. Eg heeft vertrouwelijk omgegaan met Staatslieden, maar is zoo verstan dig geweest zich nooit in de kronkelpaden der politiek te verliezen. Hij is administrateur geweest vaa de Comédie-Frangaise, maar heeft zich weten vrij te houden van alle administratief geknoei en geharrewar. ? Hij is gableven een onafhankelijk man, een dichter ea een flaneur. -!- Een ander letterkuudige,in alles hemelsbreed verschillend van Houssaye, is-gestorven. De naam van Marc~Monnier is onbekend bij de gvoote menigte. Hg was zeer geleerd en had veel gereisd, maar bekommerde zich aller minst om het voorrecht, dat hij Parijzenaar was, iets wat mede de gloria uitmaakt van een man als Houssaye. Ofschoon hij zich jaren geleden reeds ergens in Italiëhad teruggetrokken, zond hij toch aan het Journal des Délats van tijd tot tijd stukken die met belangstelliag gelezen wer den, maar ook met verbazing, omdat ze geheel en al uit den tijd waren, W&t vorm en inhoud betreft. Een weinig uitmiddelpuntigs tot afleiding en tot besluit tevens van deze vry vervelende kroniek. Als er van excentriciteit sprake is, zijn de Amerikanen altijd present. Zoo is er b. v. een, die op de gedachte gekomen is, dat het fluitje der locomotief het gehoorvlies verscheurt en niets melodieus klinkt. Nu, dat is niets bijzonders, zult gij zeggen. Dat hebben anderen wel vóór hem gevonden en ontdekt. Maar onze vriend heeft zich niet claattoo bepaald. Hij is zich zelven gaan afvragen, waarom mea dat barbaarsche fluitje niet muzikaal zou maken. En werkelijk heeft bij er een samenge steld, dat verscheidene welluidende en verschillende noten weet te gevou. Ieder geluid zal als signaal een eigen beteekenis hebben. Wg hopen, dat men hierbij bet niet zal laten cu de uitvinding nog meer zal volmaken. B. v. voor ieder geval, dat zich op een spoorweg laat denken, een apart wijsje. lu dezer voege: bij het naderen van eea station fluit de locomotief: Arrêtons-nous ici Ia de weg versperd of onveilig: Marchons avec prudcncc... Het sein .tot vertrek kon gegeven worden op de wijs van: En avant, Fan fan la Tiilijps! En op die manier zou er nog cenigc aangename variatie komen, ook op,.het vrij eentonig thema van het reizen per spoor. A. B. LETTER K U i\ D E. LES CIIAKNIERS van Camille Lemonnier. I. D.ezer dagen las ik in een uitmuntend letterkundig artikel van Elcmir BÓurges, getiteld Une Nouvelle Venue", de navolgende zinsneden: Un des lieux communs do ce temps, un des thèmes a variations Ie plus chers au bourgeois moderne, c'est la rapide diiïusiou des idéea, des nsciences et des litteratures. Il n'est pas un banquet peut-être: il n'est pas a coup sur de comices agricoles, oüIe président, au dessert ne se léve, et ne s'oxtasie des railways, de la télügraphie, des autres parlios du monde unies par ua fi! de gutta percha, de la facilitédes commuuicatioiis". Ces efiusions son\ fort toueliantes, maïs la question est de savoir si olies ne s'abusent point. Sans nul doute, on peut cornrnander uno batteuse miicanique a Birmingham- ou Manchester et la reeevoir a jour fixe, faire venir de Nice des fleurs fraiches, des iVuits d'Afrique, ou de Messiue, et du caviar des bords du Volga, rnais il seinble, que ces transports, si prompts, et si miraculeus, se limiteut a Ia matière, et que jusqu'a pre sent les Idees, ces déesses, ne sont pas encore assises sur des banqucttes de chemin de fer." Zelden is er een scherpzinniger opmerking gemaakt dan deze. V/ilt gij de bewijzen, zy liggen voor de haud. Jaren en jaren zijn er voorbijgegaan, voordat de russische litteratuur, waarvan Tourguenófi' slechts de voorlooper was, van de Wolga en Newa tot in het Westen van Europa is gekomen. Jaren en jaren zullen er nog voorbijgaan, voordat de spaansche en portugeesche schrijvers, o. a. J. Lourenjo Pinto, de auteur van L'homme indispensable" tot ons zyn doorgedrongen. Wat weten wij ook van de moderne italiaanscho litteratuur! Zeker wy kennen de Amicis en S. Farina, maar welke werken hebben Wij gelezen van Verga, Luigi Capuana en bovenal van Carlo Dossi! 1) Er worden zulke stapels romans van daitsche eu engeische prulschrijvers vertaald, dat wy het recht hebben te vragen, dat men ons eindelijk eens vertalingen van de werken vau bovenstaande schrijvers geeft. Wij hongeren er naar iets meer van huanc werken te weten dan alleen de titels. Het sterkste bewijs van het hierboven aangehaalde hebben wij echter ia onze onmiddellijke nabijheid. Vlak aan onze grenzen, dicht bft Brussel, woont een der eerste schrij vers van onzen tijd, en zijn naam is hier te lande zoo goed als onbekend. Wie onzer heeft ooit een werk van Camille Lemonnier, bijv. zyn onover troffen boerenroman Un Male" gelezen? Zeer weinigen. Zgne romans gaan bier ook onopgemerkt voorbij, terwijl wij van aües wat schrijvers als M. Jokai, Sacher Masoch, Ohnet en Claretie op het pa pier zetten zeer goed op de hoogte worden gehouden. Ik weet wel, dat professor Dr. Jan ten Brink indertijd een belangwek kend artikel over Lomonniers werken in het tijdschrift Nederland" heelt geplaatst, doch wij weten ook, dat n zwaluw nog geen zomer maakt. Dit onrecht tegenover eea groot artist moet ophouden, en wijl ik daartoe zooveel mogelijk wil medewerken, zal ik over zijns werken eeuige artikelen in dit blad plaatsen. II. i,La gusrre est sainte, d'iüstitution divine: c'est uue des lois sacrces du moutte; elie entretient chcz Iss hommes tous les grands, les nobles sentiments, l'honneur, lo désiutéressement, la vertu, ie courage, et les empóche en un mot te tomber dans Ie plus hideux materialisme11. CoilTÏDE MoI/rHE. De zwarte stippen aan den aziatischen horizont zijn langzamerhand tot groote, donkere wolken aangegroeid, die zich dreigend voortbewegen. Engeland wapent zich, Rusland wapent zich, en indien een russische soldaat bij ongeluk esn afghaanscaen boer doodslaat, kaa de oorlog uitbarsten. Onder deze omstandigheden is het geloof ik niet ondienstig de aandacht te vestigen op Les Charniers", een der eerste werken van C. Lemoanier, dat ons lecit wat esn krijg is. Verscheidene moderne schrijvers hebben ons die groote slachtingen van mcnschcn en dieren, welke men oorlogen noemt, beschreven, maar niet een is zoover durven gaan als Lsmonnior. Zelfs de nationale romans v.iu Erckmau-Chatrian worden bkek van kleur tegen het bloadroo-Je reisver haal van den belgischen schrijver. Na den slag van Sedan niet een vriend bij Bouillon over de grenzen getrokken, bezoekt Lemonnier de plaatsen, waar gestreden was. La Chapelle, Bazeilles, Sedan, en hetgeen hij daar zag, beschrijft hij zonder ieta te verzachten of te wijzigen. De verschrikkelijke waarheid doet de haren te berge rijzen, en men waant zich dikwijls voor eon dier schilderijen der oud-duitsehe school te staan, waarop met naïve nauwkeurigheid) de afschuwelijkste martelingen zijn afgebeeld. De schrijver zou dit werk La Douleur" hebben kunnen betitelen, want bij iedoren voetstap, tüeu hij de:d, ontmoette hij haar, ea telkens ia eeu andere gedaante. Nauwelijks was hij de belgische grenzen over, of hij zag de eersta wagens met gekwetsten. y avrut qualra chnriots a la Sic, couverts de baches ot boaiTÓs de paiile, i|Ui s'échevolait aux ouvertures. Getto pailie tait sanglante, pureille i una litière d'abattoir. Et entassca la-dcvLius, des hommes avaient u e brusqucs secousses de bJf.ail, les ventres en l'air, avec d'hombles iigures lasass. Una larasntation traiuait, nii-lOc au ciïdes esaieus. Et toul, en haut, avec son blanc sale, comme ua tabiier do bcuclier, Ia drapeau de Ia croix rouge claquait sur cette désolation". Toen Lemonuicr te Bouillon aankwam, welke stad volgepropt was met vluchtelingen, gekwetsten en soldaten, zag hij te midden vau allerlei el* leadc een jonge, sc'.ioone, elegante vrouw, die reeds twee dagen de ambu lances afliep om te weten wat er van haar echfgenoot was geworden. EU.8 iuterrogeait tout Ie moudo blOme, les yeux en feu, u'ayant ni mangó, ni dormi, ni cessó de marcher la nuit et lo jour. Ou n'miagino rien de plus poiguant que celto jeune et fiere femme, les vêtements en moiceaus, pleino de boue et do sang, nui n'avait plus mème la force de pleurer et faisait cntenclro par iustauta uno espüce ds hoquet." Op den weg van Bouillon naar La Chapelle kwamen de twee reizigers een verschrikkelijke;! stoet tegea. Het was eeu troep paarden, opgevangen door twee boeren eu welke voor den vilder bestemd was. Sommige vau do ongelukkige beesten waren zonder oogeu, andere haddeu gapende won den, en langs hunne kreupele; [joolan liep bet bloed af. Voorbij La Chapclla bemerkte men in de verte de eerste doocleu, drie soldaten, die als verdronken waren ia het onafzienbare donkere veld. ledere volgende bladzijde brengt nu versehrikkele tooneeleu, men waadde letterlijk door stroomen bloed.cn trapte op menschenjke overblijfselen, want do reigers waren gekomen op de plaats waar de slag was gevallen. Overal lagen lijkeu vaa menschen en dieren te midden van allerlei wa pent; ; overal waren huizen tot lazareta ingericht, en de arme inwoners van Bazeilles en omliggende plaatsen liepen half waanzinnig rond, niet vretend wat te doen. Bazeilles was een puinhoop: voortdurend stortten uitgebrande huizen in: L'odeur du bruló se rópaiidait alors plus fortemeut dans l'air et l'on sentait aussi par momeuts une autre odeur, indcliuiasable et vague de lucht van verbrand meuschenvleesch. De schrijver doelt nog tal van andere afschuwelijke feiten mede; ik zal ze niet aanhalen, maar raad iedereen ton sterkste, dit merkwaardige boek te lezen. Een groote verdienste van Les Charnierj.", waardoor dit werk verre boven alle mogelijke oorlogsverhalcn staat, ia wel, dat bet in een prach tige taal is geschreven, terwijl het OTCrvloeit vau meesterlijke bsschrjjvingen. Somwijlen geeft Lemocuier schilderijen van den eersten raug; ecti .tlezer, eea Salvator Hos» gelijk, mag ik niet oaaapgehaald laten:

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl