Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER,1 WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Nö. 410.
r*t
(£
f
Waaróm en Hoe? Ik zou hét niet kunnen verklaren, ik"constateer 't
eenvoudig.
<'?Mogelijk zoudt gij beter en meer inlichtingen kunnen opdoen bij
Arsène Houssaye, die zijn Mémoires gaat uitgeven: een halve eeuw van'
letterkundige mondaniteit tot het leven teruggeroepen door de pen van
dezen toeschouwer, die evenwel ook zijn rol heeft vervuld in het groote
Kgspel der 19de eeuw.
Een liefhebber van paradoxen heeft gezegd: De lichtzinaigen alleen
zjjn ernstig, en Arsène Houssaye beantwoordt al heel goed aan dat
bignalement.
Hij heeft geleefd met al het vertoon van frivoliteit, maar de dingen der
wereld opgenomen met den wijsgeerigen zin van eeu scepticus, dio over
helt tot droomerij. Hij heeft altijd te doen gehad met de wereld van
zaken ea millioenen, maar is nooit eon financier van beroep geworden.
Eg heeft vertrouwelijk omgegaan met Staatslieden, maar is zoo verstan
dig geweest zich nooit in de kronkelpaden der politiek te verliezen. Hij
is administrateur geweest vaa de Comédie-Frangaise, maar heeft zich
weten vrij te houden van alle administratief geknoei en geharrewar.
? Hij is gableven een onafhankelijk man, een dichter ea een flaneur.
-!- Een ander letterkuudige,in alles hemelsbreed verschillend van Houssaye,
is-gestorven. De naam van Marc~Monnier is onbekend bij de gvoote
menigte.
Hg was zeer geleerd en had veel gereisd, maar bekommerde zich aller
minst om het voorrecht, dat hij Parijzenaar was, iets wat mede de gloria
uitmaakt van een man als Houssaye. Ofschoon hij zich jaren geleden
reeds ergens in Italiëhad teruggetrokken, zond hij toch aan het Journal
des Délats van tijd tot tijd stukken die met belangstelliag gelezen wer
den, maar ook met verbazing, omdat ze geheel en al uit den tijd waren,
W&t vorm en inhoud betreft.
Een weinig uitmiddelpuntigs tot afleiding en tot besluit tevens van
deze vry vervelende kroniek.
Als er van excentriciteit sprake is, zijn de Amerikanen altijd present.
Zoo is er b. v. een, die op de gedachte gekomen is, dat het fluitje der
locomotief het gehoorvlies verscheurt en niets melodieus klinkt.
Nu, dat is niets bijzonders, zult gij zeggen. Dat hebben anderen wel
vóór hem gevonden en ontdekt. Maar onze vriend heeft zich niet claattoo
bepaald. Hij is zich zelven gaan afvragen, waarom mea dat barbaarsche
fluitje niet muzikaal zou maken. En werkelijk heeft bij er een samenge
steld, dat verscheidene welluidende en verschillende noten weet te gevou.
Ieder geluid zal als signaal een eigen beteekenis hebben.
Wg hopen, dat men hierbij bet niet zal laten cu de uitvinding nog
meer zal volmaken. B. v. voor ieder geval, dat zich op een spoorweg
laat denken, een apart wijsje. lu dezer voege: bij het naderen van eea
station fluit de locomotief:
Arrêtons-nous ici
Ia de weg versperd of onveilig:
Marchons avec prudcncc...
Het sein .tot vertrek kon gegeven worden op de wijs van:
En avant, Fan fan la Tiilijps!
En op die manier zou er nog cenigc aangename variatie komen, ook
op,.het vrij eentonig thema van het reizen per spoor.
A. B.
LETTER K U i\ D E.
LES CIIAKNIERS
van Camille Lemonnier.
I.
D.ezer dagen las ik in een uitmuntend letterkundig artikel van Elcmir
BÓurges, getiteld Une Nouvelle Venue", de navolgende zinsneden:
Un des lieux communs do ce temps, un des thèmes a variations Ie
plus chers au bourgeois moderne, c'est la rapide diiïusiou des idéea, des
nsciences et des litteratures.
Il n'est pas un banquet peut-être: il n'est pas a coup sur de comices
agricoles, oüIe président, au dessert ne se léve, et ne s'oxtasie des
railways, de la télügraphie, des autres parlios du monde unies par ua fi! de
gutta percha, de la facilitédes commuuicatioiis".
Ces efiusions son\ fort toueliantes, maïs la question est de savoir si olies
ne s'abusent point. Sans nul doute, on peut cornrnander uno batteuse
miicanique a Birmingham- ou Manchester et la reeevoir a jour fixe, faire
venir de Nice des fleurs fraiches, des iVuits d'Afrique, ou de Messiue, et
du caviar des bords du Volga, rnais il seinble, que ces transports, si
prompts, et si miraculeus, se limiteut a Ia matière, et que jusqu'a pre
sent les Idees, ces déesses, ne sont pas encore assises sur des banqucttes
de chemin de fer."
Zelden is er een scherpzinniger opmerking gemaakt dan deze. V/ilt gij
de bewijzen, zy liggen voor de haud.
Jaren en jaren zijn er voorbijgegaan, voordat de russische litteratuur,
waarvan Tourguenófi' slechts de voorlooper was, van de Wolga en Newa
tot in het Westen van Europa is gekomen.
Jaren en jaren zullen er nog voorbijgaan, voordat de spaansche en
portugeesche schrijvers, o. a. J. Lourenjo Pinto, de auteur van L'homme
indispensable" tot ons zyn doorgedrongen.
Wat weten wij ook van de moderne italiaanscho litteratuur!
Zeker wy kennen de Amicis en S. Farina, maar welke werken hebben
Wij gelezen van Verga, Luigi Capuana en bovenal van Carlo Dossi! 1)
Er worden zulke stapels romans van daitsche eu engeische
prulschrijvers vertaald, dat wy het recht hebben te vragen, dat men ons eindelijk
eens vertalingen van de werken vau bovenstaande schrijvers geeft.
Wij hongeren er naar iets meer van huanc werken te weten dan alleen
de titels.
Het sterkste bewijs van het hierboven aangehaalde hebben wij echter ia
onze onmiddellijke nabijheid.
Vlak aan onze grenzen, dicht bft Brussel, woont een der eerste schrij
vers van onzen tijd, en zijn naam is hier te lande zoo goed als onbekend.
Wie onzer heeft ooit een werk van Camille Lemonnier, bijv. zyn onover
troffen boerenroman Un Male" gelezen? Zeer weinigen.
Zgne romans gaan bier ook onopgemerkt voorbij, terwijl wij van aües
wat schrijvers als M. Jokai, Sacher Masoch, Ohnet en Claretie op het pa
pier zetten zeer goed op de hoogte worden gehouden.
Ik weet wel, dat professor Dr. Jan ten Brink indertijd een belangwek
kend artikel over Lomonniers werken in het tijdschrift Nederland" heelt
geplaatst, doch wij weten ook, dat n zwaluw nog geen zomer maakt.
Dit onrecht tegenover eea groot artist moet ophouden, en wijl ik daartoe
zooveel mogelijk wil medewerken, zal ik over zijns werken eeuige artikelen
in dit blad plaatsen.
II.
i,La gusrre est sainte, d'iüstitution divine: c'est
uue des lois sacrces du moutte; elie entretient
chcz Iss hommes tous les grands, les nobles
sentiments, l'honneur, lo désiutéressement, la vertu,
ie courage, et les empóche en un mot te tomber
dans Ie plus hideux materialisme11.
CoilTÏDE MoI/rHE.
De zwarte stippen aan den aziatischen horizont zijn langzamerhand tot
groote, donkere wolken aangegroeid, die zich dreigend voortbewegen.
Engeland wapent zich, Rusland wapent zich, en indien een russische
soldaat bij ongeluk esn afghaanscaen boer doodslaat, kaa de oorlog
uitbarsten.
Onder deze omstandigheden is het geloof ik niet ondienstig de aandacht
te vestigen op Les Charniers", een der eerste werken van C. Lemoanier,
dat ons lecit wat esn krijg is.
Verscheidene moderne schrijvers hebben ons die groote slachtingen van
mcnschcn en dieren, welke men oorlogen noemt, beschreven, maar niet
een is zoover durven gaan als Lsmonnior. Zelfs de nationale romans v.iu
Erckmau-Chatrian worden bkek van kleur tegen het bloadroo-Je reisver
haal van den belgischen schrijver.
Na den slag van Sedan niet een vriend bij Bouillon over de grenzen
getrokken, bezoekt Lemonnier de plaatsen, waar gestreden was. La
Chapelle, Bazeilles, Sedan, en hetgeen hij daar zag, beschrijft hij zonder ieta
te verzachten of te wijzigen.
De verschrikkelijke waarheid doet de haren te berge rijzen, en men
waant zich dikwijls voor eon dier schilderijen der oud-duitsehe school te
staan, waarop met naïve nauwkeurigheid) de afschuwelijkste martelingen
zijn afgebeeld.
De schrijver zou dit werk La Douleur" hebben kunnen betitelen, want
bij iedoren voetstap, tüeu hij de:d, ontmoette hij haar, ea telkens ia
eeu andere gedaante.
Nauwelijks was hij de belgische grenzen over, of hij zag de eersta
wagens met gekwetsten.
y avrut qualra chnriots a la Sic, couverts de baches ot boaiTÓs de
paiile, i|Ui s'échevolait aux ouvertures.
Getto pailie tait sanglante, pureille i una litière d'abattoir. Et entassca
la-dcvLius, des hommes avaient u e brusqucs secousses de bJf.ail, les
ventres en l'air, avec d'hombles iigures lasass. Una larasntation traiuait,
nii-lOc au ciïdes esaieus.
Et toul, en haut, avec son blanc sale, comme ua tabiier do bcuclier, Ia
drapeau de Ia croix rouge claquait sur cette désolation".
Toen Lemonuicr te Bouillon aankwam, welke stad volgepropt was met
vluchtelingen, gekwetsten en soldaten, zag hij te midden vau allerlei el*
leadc een jonge, sc'.ioone, elegante vrouw, die reeds twee dagen de ambu
lances afliep om te weten wat er van haar echfgenoot was geworden.
EU.8 iuterrogeait tout Ie moudo blOme, les yeux en feu, u'ayant ni
mangó, ni dormi, ni cessó de marcher la nuit et lo jour.
Ou n'miagino rien de plus poiguant que celto jeune et fiere femme,
les vêtements en moiceaus, pleino de boue et do sang, nui n'avait plus
mème la force de pleurer et faisait cntenclro par iustauta uno espüce ds
hoquet."
Op den weg van Bouillon naar La Chapelle kwamen de twee reizigers
een verschrikkelijke;! stoet tegea. Het was eeu troep paarden, opgevangen
door twee boeren eu welke voor den vilder bestemd was. Sommige vau
do ongelukkige beesten waren zonder oogeu, andere haddeu gapende won
den, en langs hunne kreupele; [joolan liep bet bloed af.
Voorbij La Chapclla bemerkte men in de verte de eerste doocleu, drie
soldaten, die als verdronken waren ia het onafzienbare donkere veld.
ledere volgende bladzijde brengt nu versehrikkele tooneeleu, men waadde
letterlijk door stroomen bloed.cn trapte op menschenjke overblijfselen, want
do reigers waren gekomen op de plaats waar de slag was gevallen.
Overal lagen lijkeu vaa menschen en dieren te midden van allerlei wa
pent; ; overal waren huizen tot lazareta ingericht, en de arme inwoners
van Bazeilles en omliggende plaatsen liepen half waanzinnig rond, niet
vretend wat te doen.
Bazeilles was een puinhoop: voortdurend stortten uitgebrande huizen
in: L'odeur du bruló se rópaiidait alors plus fortemeut dans l'air et l'on
sentait aussi par momeuts une autre odeur, indcliuiasable et vague de
lucht van verbrand meuschenvleesch.
De schrijver doelt nog tal van andere afschuwelijke feiten mede; ik zal
ze niet aanhalen, maar raad iedereen ton sterkste, dit merkwaardige boek
te lezen.
Een groote verdienste van Les Charnierj.", waardoor dit werk verre
boven alle mogelijke oorlogsverhalcn staat, ia wel, dat bet in een prach
tige taal is geschreven, terwijl het OTCrvloeit vau meesterlijke
bsschrjjvingen. Somwijlen geeft Lemocuier schilderijen van den eersten raug; ecti
.tlezer, eea Salvator Hos» gelijk, mag ik niet oaaapgehaald laten: