De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1885 17 mei pagina 12

17 mei 1885 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 412 »kleine" even zoo zeker is weggelegd als het u en mij ten deel viel? Het is immers eenmaal ons lot »!iet te hebbon" en \vij hebben het allen gedragen, ja, zelfs er verlangend naar uitgezien, al keken onze moeders ook even angstig als gij nu doet.'' De moeder vindt deze opvatting onverantwoordelijk en de strijd ontbrandt op nieuw. Onder alle lieeren, die Franziska het hof maken, is er slechts een, die aan de moeder bevalt. Ja, indien het kind nu verliefd werd op mijnheer van Berghof! Maar die dwaze meisjes zien zoo menigmaal haar aanbidders met geheel andere oogen aan dan haar verstandige moeders. En grootmama die dezen voortreffelijken Van Berghof zoo onaardig bejegent en belachelijk maakt tegenover Franziska, telkens wanmeer hij zijn opwachting komt maken! »Hij is veel te kinderachtig voor ons verstandige FransjeP houdt de oude vrouw vol. «Maar zijn voorname familie!;' brengt de moeder in 't midden^ »Hij is gek.'1 »Maar zijn groot vermogen!" aVergeefsche moeite. Grootmama blijft bij haar oordeel over dien pretendent. Heeft zij wellicht ook Franziska tegen den jonkman ingenomen? Aanvankelijk scheen het zoo, maar gisteren was er een plotselinge verandering merkbaar. Franziska danste in het oog vallend veel met hem en scheen op eens behagen te scheppen in zijn discours. Ware neef Alfred, de jonge beeld houwer, het paar niet steeds in den weg getreden, wellicht waren de jonge lieden het gisterenavond reeds samen eens geworden. Die nare Alfred! Waarom dwarsboomt hij de plannen van een bezorgde moeder? Gelukkig liet Van Berkhof zich niet door hem verdringen; tot het laatste oogenblik bleef hij aan Franziska's zijde. Bij het afscheid heeft hij zelfs der moeder een onderhoud verzocht, dat hem clan ook is toegestaan tutgroote ergernis van de grootmoeder, die ernstige bezwaren in liet midden brengt tegen.zulk een snelle beslissing vun het lot van haar Fransje. Juist dreigt de twist hierover tusschen da beide vrouwen een heftiger karakter aan te nemen, als Franziska binnentreedt, liet lieve kind omhelst haar moeder en haai' grootmoeder met dezelfde teederheid en babbelt daarna op kinderlijke wijze over het genot, dat zij den vorigen avond heelt gesmaakt, over de heerlijke mu ziek, over de rijke toiletten en eindelijk ook een oogenblikjc over de verschillende danseurs. Schijnbaar onverschillig vraagt haar moeder, hoe haar mijn heer Van Uerghof bevallen is. »0, uitstekend!" antwoordt Franziska losweg. »Ilij is amu sant, bescheiden, beleefd, ook niet onknap, in 't kon, zoo geheel het tegenovergestelde van Allrcd." Grootmama begint de ooren te spitsen, terwijl de moeder op heftige wijze lucht geeft aan haar wrevel over den jongen kun stenaar. Hoewel Franziska bepaald verzekert, dat zij den neef niet kan uitstaan, hem alle gebreken der wereld toedicht, verde digt zij hem toch tegen de uitspraak harcr moeder, welke zij onrechtvaardig vindt. Grootmama luistert steeds opmerkzamer toe. Met ongeduld hoort zij het aan, hoe trotsch en onbeleefd Aifrad is, hoa Jeelijk hem die baard staat dien hij sedert eenii^cn tijd draagt; ja, zelfs wakkert zij den toorn van hare kleindochter een weinig aan tegen dien »onuitstaanbaren" neef. Daarbij glimlacht zij ondeu gend tegen haar schoondochter en nauwelijks is Frauziska ver dwenen, of zij zegt triomfantelijk: »Het kind bemint dien neet Allrcd en niet uw misschien zeer iichtenswaardigen, maar zeker zeer vervelenden mijnheer Van [Jerghof, Wilt gij nu nog over haar hand beschikken, zonder eerst haar hart te doorgronden? Wilt gij uw kind ongelukkig malcen?" De moeder is wel is waar nog volstrekt niet overtuigd, maar haar besluit, is toch aan het warikelenfjgübrucht. Wat evenwel te doen? liet uur voor het beloofde onderhoud is nabij. Wal zal zij den pretendent antwoorden? Groolmama vindt een uitweg. »Laat hij ons Frankje alleen in het salon vinden en haar zelf zeggen, wat hij voor i;anr voelt'1, raadt zij aan. »Dc .kleine" zul in haar onschuld het gemakke lijkst het juiste antwoord vinden, en uw geweten is d-ui vrij''. Franjje is niet weinig verrast, ais baarmoeder haar meedeel?, dat de beide dames uit rijden gaan en zij den heer Van JJergl die voor heden middag belet heeft gevraagd, ailcsn zal moeten ontvangen, maar zij raakt geheel in de war, als haar moeder voorzichtig het doel van dat bezoek verklaart en er op vermancn(len toon bijvoegt. »lk wil geen invloed uitoefenen op uw besluit al mag ik niet verhelen, dat de heer Van Berghof mij als schoon zoon zeer welkom zou zijn. Vraag u zelve evnslig ai' cl gij hem lief genoeg hebt om uw geheclc leven aan hem to wijden! Voelt gij werkelijk zooveel liefde voor hem, zeg het hem dan nog niet, want dat is niet »comme ii iaul;' voor een meisje van clcitigen huize. Antwoord hem dan eenvoudig: "Spreek met rnaaw". Hij zal u begrijpen en laat mij dan voor de rest zurgen. Ook Groolmama heeft ha:>r kleinkind, dal haar moeder ontsteld nakijkt, een raad te geven, maar zij iluislert haar dien in het voorbijgaan heimelijk in. »lïoor eens Fransje, ols die mijnheer Van Berghof u vsn zijn liefde spreekt en uij voelt u geneigd hom het veelbcleekeiieiide: »Spreek met mama'', te antwoorden, doe dut dan niel, want dan is hij niet »de ware." Geloof mij, ;».is (ie nvare" kom!, bobben wij, urrau vrouwljcs, weinig meer in te brengen, maar dan begint het daar binnen zoo iieviè' te kloppen en te jagen, dan overvalt ons zulk een heerlijk, zulk een zalig gevoel...'.., nu, gij zult het zelf ook wel eens ondervinden!" Wet een vroolijk lachje en een ondeugend knipoogje volgt zij Fransje's moeder, en deze blijft, nog geheel in de war, alleen staan. Zij begrijpt niets van dat alles. Is het maar een grap van rnama en grootma? Keen, dat kan niet. Grootmama dat zou mogelijk kunnen zijn, maai? haar bezadigde, strenge moeder! Neen, dat kan niet zijn. De heer Van Berghof zal dus in allen ernst haar hand komen vragen Dat verheugt haar, dat maakt haar niet weinig trotsch. Nu is zij zeker geen kind meer, want spoedig zal zij verloold en bruid zijn en dan de bruid van zulk een voornaam man als de heer Van Berghof', wiens familie in de stad zoo gezien is, ja, zelfs aan het hof komt! Alfred zal op zijn neus kijken als hij de verlooving verneemt! Misschien wordt hij wel boos, dat zou aller aardigst wezen! Waagt hij het dan nog eens om zoo boosaardig» zoo onuitstaanbaar te lachen als gisteren, toen zij met den heei* Van Berghof de eerste wals had gedaan, dan zullen de gevolgen niet uitblijven. Zij vertelt het aan haar verloofde en deze daagt hem dan natuurlijk uit Neen, zijn bloed wil ik niet. liif mag leven, behouden blijven voor zijn kunst en zijn moeder. Misschien ook voor een gelukkige bruid. »0, die Alfred is tot alles in staat. Wat had hij gisteren zoo te bepraten met Rosa Waldeck? Zij spraken over haar, zij had het best gemerkt. En daarbij lachten zij maar steeds! Wacht maar, u ten spijt trouw ik met Van Berkhof. Zoodra hij maar n woord over liefde spreekt, antwoord ik onmiddellijk: «Spreek met mama!1' Er mag dan van komen wat wil, hij draagt--er zelf de schuld van." s Na tol dit besluit gekomen te zijn, voelt Fransje zich wel'niet bijzonder gelukkig, maar is toch wis en zeker van plan het ten uitvoer te brengen. In die stemming vindt haar de lieer Vau Berghof, die stipt op het aangegeven uur zich laat aandienen. De afwezigheid der beide oudere dames verrast hem. wel is waar voor een oogenblik, maar aan de lieftallige voorkomendheid van hel jonge meisje gelukt het spoedig een vrij levendig gesprek aan te knoopen, dal vaker dan gewoonlijk, door haar zilverhclrlcr lachje- afgebroken wordt. De heer Van Berghof beschouwt dit ais een onloochenbaar bewijs, dat. hij gisteren indruk gemankt heelt, en het geelt hem nieuwen moed tot de uitvoering van het plan, waarvoor hij gekomen is. Hij is onberispelijk geldeed, onbe rispelijk gekapt, zijn. geheele manier om zich voor te doen is onberispelijk; hij houdt zijn hoed onberispelijk tusschen zijn gehandschocnde vingers, terwijl hij tegenover het jonge meisje heeft plaats genomen. Ook wat hij zej,l, is onberispelijk. Eerst houdt hij Franziska bezig met herinneringen aan het bal, met kïeirie spolacluige opmerkingen aangaande danseuses en danseurs.; daarna waagt hij ;;ich op ander gebied, bespreekt de nieuwste, sensalicmrikendo verschijningen op het gebied van kunst en poëzie, breekt eindelijk zelfs een lans voor liet groolsch verleden van het vaderland, voor de Duilsche ridderschap en minnezangers. Dat hij daarbij eenige namen verwisselt, nu g op rekening va a zijn zcnuwachligheid geschreven worden, want de minnezangen-j geven hem een schijnbaar ongezochte aanleiding, om lot het eigen lijke doel van zijn bezoek, het teedcrc punt der liefde te komen. Mocht Franziska tot nu toe ook ai me?, vergeeflijke nieuws gierigheid de verwachte eerste liefdesverklaring hebben legemoe;. gezien, nu won.lt zij ongeduldig ca tracht tot iedercn prijs ceue voortzetting van dit gesprok te verhinderen. Maar de heer van Berkhof heelt zijn rol goed ingestudeerd; eer zij er om denkt, ió het vüclbetcckenendüwoord gesproken. 01' hij haar op de handen door het leven mag dragen? vraap.t hij met zachte stem en drukt daarbij de handen, waarvan hij zulk een groeten dienst wil vergen, in afwachtende houding tegen zijn reglementair kloppend hari. In Franziska's hoofdje gaat hel op dit beslissende oogenblik wonderlijk en verward loc. flet eerst komt haar de vermaning van hare moeder voor den geest, daarna verschijnt plotseling het beeld van Alfred, dat. treurig op haar nederblikt, en eindelijk klinkt haar hel gezegde harcr grootmoeder in de ooren: » Maai den begint het einar binnen zoo hevig te kloppen en te jagen, dan ovorvalt ons zulk een heerlijk, zulk zalig gevoel . . . ." Nuen, het is geen geluk wal zij voel!.:'slechts angst, slechts een pijnlijke beklemdhoid overvalt haar. De pretendent herhaalt zijn vraag steeds dringender; reeds heelt hij, aangemoedigd door haar stilzwijgen, haai1 hand genomen en fluistert hij haar met. tecdere vertrouwelijkheid in: >.0, juffrouw Franziska, heb ik u verrast? Moet ik heengaan, mns ik blijven? Nu verzamelt zij al haar moed en antwoordt angstig smeekend: »(Ja heen, bid ik u!'' Getroffen, aarzelt hij eenige seconden, maar daar zij zich van , vrijer. Nu is hut haar duidelijk, dat zij niet van dien man houdt en ook nimmer van hem houden zai. Hoe had zij er ook maar n oogenblik aan kunnen twijfelen! Mama zal waarschijnlijk boos zijn, myar mocht zij anders handelen? Hoe ernstiger zij over het voorgevallene nadenkt, hoe gelukkiger, hoc vroohj'ker siij zich gevoelt. Een tot nog toe onbekende, zalige gewaarwording doorsU'uonit haar. Kon '/ij hel toch maar uitroepen, voor de geheele wereld luide jubelend uitroepen, wat haar zoo in verrukking brengt! W r. l hel is? 7/ij weet het niet, maar zij voelt dat haar in hel volgend oogciiblik iets bijzonders, iets belangrijks zal'over

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl