Historisch Archief 1877-1940
LIJ
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No.
de verhooging van het invoerrecht op rogge zal nu niet
. voorloopig tot den Russischeu invoer beperkt blijven, maar
tegelijkertijd aan alle grenzen in werking treden. Vele
pseudoprotectionisten, die in de verhooging hebben toegestemd, in
het vertrouwen dat men nog eenige jaren veilig kon zijn met
het oog op de gunstige paragraaf van het Spaansche tractaat,
waarvan ook de andere landen (behalve Rusland) profiteerden,
zien zich thans in hunne verwachtingen deerlijk bedrogen.
De zittingen van Rijks- en Landdag zijn nu deze week gesloten
en hieraed& de fiscale plannen van den Uijkskanselier eene aan
merkelijke schrede nader tot hunne verwezenlijking gebracht. Het
zal nu de groote vraag zijn of het doel, waarmede deze doortas
tende tariefsverhoogingen in het leven werden geroepen, ooit zal
worden bereikt, en of niet weldra de prijsverhooging der eerste
en noodzakelijkste levensbehoeften, die hiervan een onvermijdelijk
gevolg zal worden, bij uitstek dienstig zal blijken om de onhoud
baarheid van Bismark's economische politiek steeds duidelijker in
bet licht te stellen.
C' -'t
*
?De houding, die de Iialiaansche regeering tegenover de
buitenlandsche politiek aanneemt, is er sedert ons vorig overzicht
niet duidelijker op geworden. Inzonderheid ten opzichte van de
expeditie naar de Roode zee, schijnt het ministerie zelf niet te
weten wat liet wil. Onbegrijpelijker verklaring dan de Heer
SJancini geliefde af te leggen, in antwoord op de interpellatie van
den heer Cairoli en anderen, kan men zich allhans bezwaarlijk
denken. En toch, hoe geërgerd men zich ook toonde over de
onbegrijpelijke communiquó's der regeering, deinsde de groote
meerderheid er voor terug om in de gegeven omstandigheden
een crisis uit te lokken en Mancini ten val te brengen. Een
motie van vertrouwen, ingediend door Tajani, werd met MS
tegen 97 stemuien~aangenomen; hel is de draad der omstandig
heden geweest, die het ministerie heeft slaande gctmiden.
# "'
*
Tusschen de Canadeesche regeering en de Indiaansche inboor
lingen is in de verloopen week met afwisselend geluk gestreden.
Het gevecht bij Baltleford, waarbij de hachelijkheid der expedi
tie maar al Ie zeer aan het licht kwam, door cenc nieuwe bot
sing, nabij Batoche, gevolgd, waarbij de overwinning der Cana
deesche troepen wederom twijfelachtig was. Eigenlijk was het
de dappere houding van een' Amcrikaansch officier, kapitein
Iloward, die een gedeelte van het gevecht ten nadeele der Indianen
en Mestiezen besliste; de tegenstand bleef echter hardnekkig en
kostte verscheidenen manschappen het leven. Do ongeschiktheid
van het terrein blijft voor de Engelschen een groot bezwaar, en
maakt het niet onwaarschijnlijk dat er nog langen lijd bloedige
schermutselingen noodig zullen blijken om de rebellen tot onder
werping te brengen.
BINNENLAND.
Met hartelijkheid werd de heer Bloem hij zijn entree in de Tweede
Kamer ontvangen. Aldus melden de meeste binden.
Men mocht niet anders verwachten en het verbaast ons dat het feit
opzettelijk wordt geconstateerd.
Nog nooit trad een Minister zonder vriendelijke verwelkoming het Par
lement binnen.
Bij een eerste ontmoeting is de Kamer altijd welwillend sans
pivjudice voor het vervolg.
Zelfs Kappeyne eu Tak werd,en indertijd mot welgevallen begroet.
uu Uoe gingen 20 heen 'i
Langzamerhand krijgt Heemskerk het terrein geheel voor zich.
De beer Smidt wordt gouverneur van Suriname; de heer Modderman is
no. l op de voordracht voor een lid van den Hoogen Kaad.
Op die wijze raken alle concurrenten van de baan - en.... er moet
toch een regeering zijn!
Blijft alzoo de noodzakelijkheid om onder allo omstandigheden Heems
kerk te handhaven.
Dat is het ideaal van het tegenwoordig regccringsbeleid.
Zeven Iixlan der Kamer ontbraken op 't appel bij de eerste bijeenkomst.
liet gevolg blocf niet uit. i
Door de afwezigheid bv. van den Heer Van Houten in de vijfde
afdeeling werd daar, bij loting, de heer De Geer van Jutphaas tegenover den
heer Van Delden als voorzitter gekozen.
Daardoor hebben de auti-liberalen nu de meerderheid in de centrale
afdeeling, die op den gang der werkzaamheden zooveel invloed uitoefent.
Wat baat het op die wijze of de Kamer, compleet zijnde, balanceert?
De heer Reekers, de wonderknil-specialiteit in het'parlement, geeft dea
eti'üd voor de belangen der Volendammer visschers nog niet op.
Hij heeft na de nederlaag bij zijn jongste interpellatie, thans het
initiatiefgenomen voor een wijziging der wet op de zeevisscherijen.
Zijn volhardend optreden voor het gebruik van de wonderkuil, getuigt
van een moed en heginselvastheid, een betere zaak waardig.
Graaft hij daardoor opb al een kuil voor de visschers buiten het kies«
district dat hij de eer heeft te vertegenwoordigen, hij hehoeft niet t»
vreezen, dat hij er zelf in zal storten.
Integendeel zal zija kuil-wet bij de stembus wonderen kunnen doen.
Toen de heer Van Baar Dinsdag voorstelde om niet Vrijdag, maar a. s.
Maandag eerst aan te vangen met do discussies over het voorstel-van
Dedem, lachte de Kamer.
Het klonk dan ook vrij zot in de eerste zitting na de vacantie terstond
weer te spreken van de behoefte der leden om naar huis te gaan.
Maar aan de rechterzijde kwam de hilaviteit niet te pas.
Vooreerst omdat het verlangen naar huis steunde op den wensen om
Donderdag in eigen kring den Hemelvaartsdag te vieren.
Maar in do tweede en voornaamste plaats omdat de begeerte van den
heer Van Baar blijkbaar ook steunde op Je zucht om in den geest der
anti-rcvolulionairon te zorgen, dat er dit jiar zoo traag mogelijk worde
gearbeid.
Verdienda ztilk een streven van een bondgenoot niet meer waardeering
dan uit den tegenover den hoer Van Baar al te vaak botgevierden
lachlust sprak?
ONZE BLADEN
De pors gaf deze week niet veel waarop usn geneigd is do bijzondere
aandacht te vestigen. liet. Handelsblad, de Zulpli- CL, de Tijd, de
(j-eldcrlancïci', het Ilaagsche Dagblad bespraken de Grondwetsherziening.
De ti'i'nditfird de Staatbcmoeiing in zake onderwijs en ons recht om
te colloctüeren en te protcsteercn," terwijl ab gewoonlijk in entreiilets do
politiek van don da% werd aangestipt. De /y'cZ gaf eeri artikel over ko
loniale politiek; de ArnJi. d. onderzocht verder welk stelsel aan ons
zoogenaamd kiesstelsel te gronde ligt en spiak over belasting op
spoorwegkaartjes.
Overigens behandelde do Maasbode schooltutoriteiten en het gewijzigde
hoofdondcrwijzersexamen, terwijl de W. C. vin Blaacu in de Ucrtorwiny
schreef over de wetswijziging van het Nut.
WARME KADETJES.
Ken 'L a t o r d a g- a v o n d P r a a t i c^
LXXVI1.
cis Redacteur!
De Torigo week heb ik u, in een naschrift, verteld, dat ik esne ontzet
tende levenservaring had orgedinn; dat ik, mijne kaken gloeien «og
van schaamte oeu nacht aan ccn politiebureau had doorgebracht!
Laat mij thans, tot nut eu dichting vaa het jouge Nederland, vertellen
wat mij overkwam; menig iougfficnseh an, aan Jan Aquarius zich
spiegelende, zich zacht spiegelen.
Ik was in do bedstee. Zijt gij daar ooit geveest, mijnheer de redacteur:1
niet V Nu dan moet ge weten dat die bedstee ecu lokaal in de
Warmoesstraat is, dat niet door do arihtccratio word: bezocht; raijue vrienden
hadden mij meegetroond, wij luidden overal ejn kijk.jo genomen en waren,
duor den geest van het onderzoek gedreven, ook in verblijven verzeild
geraakt, waar wij, streng genomen, wellicht net te huis behoorden.
Welnu, wij zaten dan in de edstCe en natten verbaasd do ons geheel
vreemde omgeving op, tosn er eensklaps mot kwam; er werd gedrongen
en gevloekt en er vielen klappen, ik kon niet ontwaren van wie de ruzie
uitging en of misschien mijne vrienden onder elkander aan het
ruziemaken waren en in een ommezientjo stond it op straat, waar ik plotse
ling bij mijn kraag werd gepakt.
Ik keek op en zag, dat ik mij in handen vai cea diender bevond.
Jongens, ccn klabak!" schreeuwde ik en mijne vrienden schoten toe
en wilden mij ontzetten, maar een tweede vülighcidsbewaarder was
kumen opdagen wi pakte mij ook beet
Naar 'tbero!" heette het,
Meeren," riep ik, want ik herinnerde mij dat de Amsterdamsen»
dienders gaarne op die wijze worden aangesproken, iaat mij asjeblief
los, ik ben heusch onschuldig, ik heb niets gedaan, ik heet Jan Aquarius
ea mijn pa is professor in de Kunstcritiek l"
lla zoo," zeide een der stoere mannen, hen je een zoontje van dat
heer, dat zoo dikwijls op ons heeft afgegeven; nu, we zullen je pa eens
laten zion dat wij -wel bij de werken zijn."
Tegelijkertijd werd ik voortgetrokken. Ver Herben geJie deinen Lauf,
dacht ik en overwoog met ontzetting dat de beids dienders zeker kadet 75
hadden gelezen, waarin ik tegen de politie te velde trok; waarom moest
ik ook m die WarmoeEStraat te land komen! Er was echter nigts meer
aan de zaak te doen; .,'fc was liismet." zou pa gezegd hebben.