De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1885 17 mei pagina 2

17 mei 1885 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

LIJ DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. de verhooging van het invoerrecht op rogge zal nu niet . voorloopig tot den Russischeu invoer beperkt blijven, maar tegelijkertijd aan alle grenzen in werking treden. Vele pseudoprotectionisten, die in de verhooging hebben toegestemd, in het vertrouwen dat men nog eenige jaren veilig kon zijn met het oog op de gunstige paragraaf van het Spaansche tractaat, waarvan ook de andere landen (behalve Rusland) profiteerden, zien zich thans in hunne verwachtingen deerlijk bedrogen. De zittingen van Rijks- en Landdag zijn nu deze week gesloten en hieraed& de fiscale plannen van den Uijkskanselier eene aan merkelijke schrede nader tot hunne verwezenlijking gebracht. Het zal nu de groote vraag zijn of het doel, waarmede deze doortas tende tariefsverhoogingen in het leven werden geroepen, ooit zal worden bereikt, en of niet weldra de prijsverhooging der eerste en noodzakelijkste levensbehoeften, die hiervan een onvermijdelijk gevolg zal worden, bij uitstek dienstig zal blijken om de onhoud baarheid van Bismark's economische politiek steeds duidelijker in bet licht te stellen. C' -'t * ?De houding, die de Iialiaansche regeering tegenover de buitenlandsche politiek aanneemt, is er sedert ons vorig overzicht niet duidelijker op geworden. Inzonderheid ten opzichte van de expeditie naar de Roode zee, schijnt het ministerie zelf niet te weten wat liet wil. Onbegrijpelijker verklaring dan de Heer SJancini geliefde af te leggen, in antwoord op de interpellatie van den heer Cairoli en anderen, kan men zich allhans bezwaarlijk denken. En toch, hoe geërgerd men zich ook toonde over de onbegrijpelijke communiquó's der regeering, deinsde de groote meerderheid er voor terug om in de gegeven omstandigheden een crisis uit te lokken en Mancini ten val te brengen. Een motie van vertrouwen, ingediend door Tajani, werd met MS tegen 97 stemuien~aangenomen; hel is de draad der omstandig heden geweest, die het ministerie heeft slaande gctmiden. # "' * Tusschen de Canadeesche regeering en de Indiaansche inboor lingen is in de verloopen week met afwisselend geluk gestreden. Het gevecht bij Baltleford, waarbij de hachelijkheid der expedi tie maar al Ie zeer aan het licht kwam, door cenc nieuwe bot sing, nabij Batoche, gevolgd, waarbij de overwinning der Cana deesche troepen wederom twijfelachtig was. Eigenlijk was het de dappere houding van een' Amcrikaansch officier, kapitein Iloward, die een gedeelte van het gevecht ten nadeele der Indianen en Mestiezen besliste; de tegenstand bleef echter hardnekkig en kostte verscheidenen manschappen het leven. Do ongeschiktheid van het terrein blijft voor de Engelschen een groot bezwaar, en maakt het niet onwaarschijnlijk dat er nog langen lijd bloedige schermutselingen noodig zullen blijken om de rebellen tot onder werping te brengen. BINNENLAND. Met hartelijkheid werd de heer Bloem hij zijn entree in de Tweede Kamer ontvangen. Aldus melden de meeste binden. Men mocht niet anders verwachten en het verbaast ons dat het feit opzettelijk wordt geconstateerd. Nog nooit trad een Minister zonder vriendelijke verwelkoming het Par lement binnen. Bij een eerste ontmoeting is de Kamer altijd welwillend sans pivjudice voor het vervolg. Zelfs Kappeyne eu Tak werd,en indertijd mot welgevallen begroet. uu Uoe gingen 20 heen 'i Langzamerhand krijgt Heemskerk het terrein geheel voor zich. De beer Smidt wordt gouverneur van Suriname; de heer Modderman is no. l op de voordracht voor een lid van den Hoogen Kaad. Op die wijze raken alle concurrenten van de baan - en.... er moet toch een regeering zijn! Blijft alzoo de noodzakelijkheid om onder allo omstandigheden Heems kerk te handhaven. Dat is het ideaal van het tegenwoordig regccringsbeleid. Zeven Iixlan der Kamer ontbraken op 't appel bij de eerste bijeenkomst. liet gevolg blocf niet uit. i Door de afwezigheid bv. van den Heer Van Houten in de vijfde afdeeling werd daar, bij loting, de heer De Geer van Jutphaas tegenover den heer Van Delden als voorzitter gekozen. Daardoor hebben de auti-liberalen nu de meerderheid in de centrale afdeeling, die op den gang der werkzaamheden zooveel invloed uitoefent. Wat baat het op die wijze of de Kamer, compleet zijnde, balanceert? De heer Reekers, de wonderknil-specialiteit in het'parlement, geeft dea eti'üd voor de belangen der Volendammer visschers nog niet op. Hij heeft na de nederlaag bij zijn jongste interpellatie, thans het initiatiefgenomen voor een wijziging der wet op de zeevisscherijen. Zijn volhardend optreden voor het gebruik van de wonderkuil, getuigt van een moed en heginselvastheid, een betere zaak waardig. Graaft hij daardoor opb al een kuil voor de visschers buiten het kies« district dat hij de eer heeft te vertegenwoordigen, hij hehoeft niet t» vreezen, dat hij er zelf in zal storten. Integendeel zal zija kuil-wet bij de stembus wonderen kunnen doen. Toen de heer Van Baar Dinsdag voorstelde om niet Vrijdag, maar a. s. Maandag eerst aan te vangen met do discussies over het voorstel-van Dedem, lachte de Kamer. Het klonk dan ook vrij zot in de eerste zitting na de vacantie terstond weer te spreken van de behoefte der leden om naar huis te gaan. Maar aan de rechterzijde kwam de hilaviteit niet te pas. Vooreerst omdat het verlangen naar huis steunde op den wensen om Donderdag in eigen kring den Hemelvaartsdag te vieren. Maar in do tweede en voornaamste plaats omdat de begeerte van den heer Van Baar blijkbaar ook steunde op Je zucht om in den geest der anti-rcvolulionairon te zorgen, dat er dit jiar zoo traag mogelijk worde gearbeid. Verdienda ztilk een streven van een bondgenoot niet meer waardeering dan uit den tegenover den hoer Van Baar al te vaak botgevierden lachlust sprak? ONZE BLADEN De pors gaf deze week niet veel waarop usn geneigd is do bijzondere aandacht te vestigen. liet. Handelsblad, de Zulpli- CL, de Tijd, de (j-eldcrlancïci', het Ilaagsche Dagblad bespraken de Grondwetsherziening. De ti'i'nditfird de Staatbcmoeiing in zake onderwijs en ons recht om te colloctüeren en te protcsteercn," terwijl ab gewoonlijk in entreiilets do politiek van don da% werd aangestipt. De /y'cZ gaf eeri artikel over ko loniale politiek; de ArnJi. d. onderzocht verder welk stelsel aan ons zoogenaamd kiesstelsel te gronde ligt en spiak over belasting op spoorwegkaartjes. Overigens behandelde do Maasbode schooltutoriteiten en het gewijzigde hoofdondcrwijzersexamen, terwijl de W. C. vin Blaacu in de Ucrtorwiny schreef over de wetswijziging van het Nut. WARME KADETJES. Ken 'L a t o r d a g- a v o n d P r a a t i c^ LXXVI1. cis Redacteur! De Torigo week heb ik u, in een naschrift, verteld, dat ik esne ontzet tende levenservaring had orgedinn; dat ik, mijne kaken gloeien «og van schaamte oeu nacht aan ccn politiebureau had doorgebracht! Laat mij thans, tot nut eu dichting vaa het jouge Nederland, vertellen wat mij overkwam; menig iougfficnseh an, aan Jan Aquarius zich spiegelende, zich zacht spiegelen. Ik was in do bedstee. Zijt gij daar ooit geveest, mijnheer de redacteur:1 niet V Nu dan moet ge weten dat die bedstee ecu lokaal in de Warmoesstraat is, dat niet door do arihtccratio word: bezocht; raijue vrienden hadden mij meegetroond, wij luidden overal ejn kijk.jo genomen en waren, duor den geest van het onderzoek gedreven, ook in verblijven verzeild geraakt, waar wij, streng genomen, wellicht net te huis behoorden. Welnu, wij zaten dan in de edstCe en natten verbaasd do ons geheel vreemde omgeving op, tosn er eensklaps mot kwam; er werd gedrongen en gevloekt en er vielen klappen, ik kon niet ontwaren van wie de ruzie uitging en of misschien mijne vrienden onder elkander aan het ruziemaken waren en in een ommezientjo stond it op straat, waar ik plotse ling bij mijn kraag werd gepakt. Ik keek op en zag, dat ik mij in handen vai cea diender bevond. Jongens, ccn klabak!" schreeuwde ik en mijne vrienden schoten toe en wilden mij ontzetten, maar een tweede vülighcidsbewaarder was kumen opdagen wi pakte mij ook beet Naar 'tbero!" heette het, Meeren," riep ik, want ik herinnerde mij dat de Amsterdamsen» dienders gaarne op die wijze worden aangesproken, iaat mij asjeblief los, ik ben heusch onschuldig, ik heb niets gedaan, ik heet Jan Aquarius ea mijn pa is professor in de Kunstcritiek l" lla zoo," zeide een der stoere mannen, hen je een zoontje van dat heer, dat zoo dikwijls op ons heeft afgegeven; nu, we zullen je pa eens laten zion dat wij -wel bij de werken zijn." Tegelijkertijd werd ik voortgetrokken. Ver Herben geJie deinen Lauf, dacht ik en overwoog met ontzetting dat de beids dienders zeker kadet 75 hadden gelezen, waarin ik tegen de politie te velde trok; waarom moest ik ook m die WarmoeEStraat te land komen! Er was echter nigts meer aan de zaak te doen; .,'fc was liismet." zou pa gezegd hebben.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl