Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 414
EEN WOOED VAN VICTOR HUGO OVER NEDERLAND.
Eene herinnering.
«Koetsier! Naar Victor Hugo." en de handige Antomedon, eondei eene
enkele inlichting te vragen, sprong op den bok, blijkbaar in zijn schik
iemand naar den grootsten man van Parijs te kunnen voeren.
Het was een heerlijke Juli-avond. Eene bittere lucht steeg op van de
verschbesproeido straten die met rijtuigen en wandelaars gevuld waren.
De stad begon een feestelijk aansion te krijgen, want men maakte
toebereidselen voor het Nationale leest van den Uden dier maand. Mijn
koetsier joeg in hollende vaart door den stroora iiacres, en zwaaide zoo
woest met zijn zweepscepter dat ik elk cogonblik in de naastbijgelegen
pharmacie" kon terecht kornen. Doch sterven vóórdat ik Victor Hugo
gezien zou hebben, dat was te erg. Zoodra ik echter den Are de Triomphe
de l'Etoile in het oog kreeg, begon ik meer en nver op mijn gelukkig
gesternte te vertrouwen, niettegenstaande mijn roekelooze wagenmenner
triompheerend zijn rossinante .il sneller en sneller dreef, zich taüooze
verwenschingen zijner collega's op den hals haalde, maar hen allen be
schaamde.
Aangekomen, werd ik in den salon binnengelaten, waarna het, niet lang
duurde of j de grijze meester verscheen, Mevrouw Leselide, de echtgpnoote
van zijn secretaris, aan den arm voerende, gevolgd door Georgcs en Jenane
en den heer en mevrouw Lockroy. Na mevrouw L^clide do hand ge
kust te hebben trad Hugo op me toe, terwijl de heer Richard Lesclide mij
voorstelde. Tusschen zijne beide handen de mijne nemend, sprak de door
luchtige dichter langzaam op pleehtigen toon:
Mijnheer, ik heb uw land zeer bemind; ik bemin het nog steeds, het
is het land der vrijheid !"
Hij verzocht mij nu plaats te nomen aan zijne rechterzijde op do sofa,
en na eene korte stilte wendde hij zich weer tot me, en betreurde dat
Belgiëzich van ons had afgescheiden. De toekomst voor Europa is
een bond van vrije staten," zeide hij.
Ilior voegde do heer Lockroy zich in het gesprok, zeggende dat ::oo er
gevaar van de zijde des heeren de JBi.smarck voor ons dreigde, Frankrijk
en waarschijnlijk ook Engeland gereed zouden star.n om 0:13 te steunen.
Ook de nationale vrouwendrachten kwamen ter sprakn: daaromtrent
werd ik door de aanwezige dames druk ondervraagd, torivijl Jcanne ern
stig als eene grande dame" met haar waaier wuivende, toch bij het ?hooren
dat de Friezinnen gouden hoofdversierscïcn droegen, iiare kinderlijke
verwondering, welke in hare oog3n schitterde, niet kon verbergen.
Zoo liep deze merkwaardige avond voor mij ai'. Hut woord van IL.igo
over Nederland zal ik nooit vergeten, en is daarom te meer waard bij
deze gelegenheid vermeld te worden, omilat zulk een woord in zijn wer
ken over ons vaderland niet voorkomt.
TERENZIO MAMIANI.
Ifl de Via Varese, op den Esquilino te Rome;, is de vorige week ccn
man gestorven, die als strijder voor vrijheiden rccuf, nis dichter, wijnpeer
en geleerde, Jtalië's dankbaarheid ten zeerste verdiende. G'ranf Torem'io
Mamiani della Rovere dateert nog even uit do vorige eeuw; hij werd in
1799 te PeHaro, in de vaderstad van Rossini geboren, en bal.oorde lot
eene adelijke Genueesche familie, die de Pausen Sixtus IV en Julius II
voortbracht.
Zijn gansche leven was aan do wetenschap en het vaderland gewijd;
hij nam aan de opstanden onder het oude regime te Bologna en elders
deel, leed kerkerstraf en verbanning en hielp het nieuwe régime door
zijn talenten bevestigen. Herhaaldelijk was bij minister of gezant, en
bracht de tusschenpoozen met studiën in staatsrecht, strafrecht, re^uts
philosophie en verwante vakken door, ook vele jaren als hoogleeraar aan
de Universiteit te Turijn.
Onder zijne belangrijkste werken worden genoemd : Over de ver
nieuwing der antieke Italiaansche wijsbegeerte; Ontologie en m?thode;
Dialogen over de grondbeginselen der wetenschap; Over do grondslagen
van de pbilosophie van het recht, in het bijzonder van het .strafrecht;
Bekentenissen van een Metaphysicus ; Over do psychologie van Kant,;
De positieve en duurzame godsdienst van het mensclielijk geslacht;
Kritiek der openbaringen en philosophio der werkelijkheid; Compendium
en synthesis van mijne philosoriliie," e::;?.
De Italiaanscho Kamer en Senaat, hebben aan de nagcdachfenis van
graaf Terenzio. Mamiani de verschuldigde:; eer bawczen; -.Onghntt;,
Cairoli, Mariotti, Yaccai, Turbigüo, Amedei, Dotto voerden hot v/oord;
de minister Mancin; stelde namens de regcering voor, den overledene op
etaatskosten te doen begraven.
Woensdagavond liad in Slaison Strouckcn eene we
dadiglicidsvoorstelling plaats van het letterlievend genootschap Jacob Loon \Yertheini,"
ten voordeele van de Vcreeniging tot vcrstrcliïng van warme vociïsams
spijzen aan Mniïeren der kos'cloose scholen.
Behalve ecnige voordrachten, werden opgevoerd twee aardige
tooneelstukjes, T'Imis van C. A. J. Koos en Hen 7;op thee, naar het Fransen,
door A. L. J. Landró. De dilettanten speelden zeer verdienstelijk na
Werden door het vrij talrijk opgekomen publiek met muilen bijval ijclooncJj
Zaterdag en Zondag had Matsen Stror.cJxn eea r.icir.vo zaal Jngcwijd,
die ruim en comfortabel, en op een groot pr.Hiek berekend, ongetwijfeld
dezen gooier talrijk bezoek zal lokRuu.
LOSSE BLADEN
nit Professor CÜLINAEIS' Letterkundig Receptenboek.
BRANDADE a la THIJM.
Deez' schotel is het nee plus ultra,
Der groote hooge kokerij:
Is 't vleesch of visch? wie zal het zeggen?
'fc Voornaamste is toch de saua er bij.
Na schijnt zij heete ravigotte,
Dan schijnt zij zoet'lijk llanc-manger;
Nu vi?sc!iig als een mateiottc,
Dan kruiig-vettig nis püié.
Nu schijnt zij licht, geklutst en schuimend,
Dan zwaar als paling in gelei;
Soms straf gekruid als zvjst met kerrie,
Soms meer gelijk aan rijstcbrij,
LI;1 ir altoos ia 't ren tnsjchcnsmaalcje,
Iets dat de boer niot proeven kan;
Ha u t f/otit, gefüirandoerd, parrijaig,
Een boer heelt geen verstand daarvan.
DUIS GEDICHTJES DOOR Mr. P. BROOSIIOOFT.
SNELTREIN.
De trein vliegt langs zijn ijzren pad
Door 't lachen, weenen,
Door 't eêlst en 't laagst der groote stad
Gevoelloos henen.
Ik laat, door 't dof portier-glas heen,1
Op huizen, erven,
Op 't eindloos woud van kalk en steen,
Afjin Lukken zwerven.
Daar gou? t, mo in 'c oor een galm van vreugd
L";t honderd kelen
Op 'i', ruime sciiool-erf zie 'k de jsugd
Al ,juic5)Cj]d spelen.
Die voetjes vlug, die wangen rond,
Die guitige oogcü,
Dat krullend i.'aar 'k zie 't al n stond,
En 't is gevloden.
Een mu:;r. Een bcoin, dcor 't v.-fier geveld,
Eea drietal iiuiz"ii
En langs in ij si:eis een doodenvcld
Met honderd kruizen.
IN DE EERGEN.
Slout in Eijn cernucht,
Lnng.i ;';.!t?rMK] en kloven,
\V(?i'Jct zich do wiinuiaar
Ia 'i leven naar bovun.
IJcoger steeds klimt hij,
Met onvenucei i streven,
Dieper steeds vliCu hem
De nedrige dreven.
Eindlijk (en toppunt
Gcstegc:i (lor bergcw.
r.Ieiuit hij een reus zich,
Die neerziet op dwergen.
Trotsch vergelijkt hij
't Voorh.:ca mot liet hcclca ?
Piot.s glipt de voet hem,
Hij stort naar beaedeu.
Diep in -'t ravijn ginds,
Verplet, ligt hij J.'cdei'
Stijgen nooli dalen
Keert inanier hem weder.
SMIDSLIED.
Ik ben een duchtig ambaehtsmaa,
Die allfi dingen maken kan.
Jlaar ('éne zaak maak ik toch niet,
Al liep de heelo bosl in 'fc riet
Die óén o zaal', dat r.o ding,
Dat is: een valsc'.io re-:oniug.
.L'allo, hallo, dat ne diner
Dat is: een valsche rekcaing!
Ik ben een duchtig amb
Dio ook weer alle? breken kan.
uanr eeno ;;ac!:, n-.ijn hand er op,
Al stond do wereld on linnr kop,
Is mij tof. breken veol t.R JioJ':
Het ijartje van mijti licvtcdicf.
ILiHo. !i;:l!o, 't is veol te lief,
Dat harijc van mijn harte-aief '