Historisch Archief 1877-1940
No. ,415.
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
11
M IL I T A I RE ZAKEN.
ONZE KUSTVERDEDIGING,
III.
Wg willen Den Helder evenars de andere genoemde havens krachtig
verdedigen.: maar onze kracht hoofdzakelijk zoeken in een ruim gebruik
?van torpedobopten en torpedobatterijen; torpedobooten zijn voor de
locale verdediging en behooren tot ? de stelling evenals de batterijen.
Om de gedachten te bepalen, geven wij eene schatting van de benoodigde
booten en wel: voor de Zuiderzee 10, voor Den Helder 10. voor
Ymuiden 4, voor den liotterdamschon Waterweg 4, voor de Zuidelijke vaar
waters 10. te zamen 38 torpedobooten 2e klasse, bewapend met spar- en
Whitehead-torpedo's. Bovendien in elke haven een torpedoboot Ie klasse,
als aviso; te Nienwediep en te Hellevoetsluis eene mobiele flottille elk
van 10 torpedobooten Ie klasse, in het geheel das 24 torpedobooten Ie
klasse; deze'flottille is bestemd voor de verdediging der kust, zoodra dit
noodig is; en mag inderdaad eene respectabele macht genoemd worden,
waarmede de vijand rekening zou moeten houden.
Deze macht moet ia groepen, b.v. van 5 torpedobooten worden ver
deeld, opdat bij de verschillende ondernemingen orde en samenhang niet
worden gemist; en zoolang mogelijk naar n plan kan worden geageerd.
Wanneer wij een oogenblik Wij de torpedobatterijen ophouden, dan is
't wel de plaatsen aan te geven, waar zij zouden moeten worden gelegd.
Duitschland heeft op de Marinebegrooting 1881?85 ruim ?500,000 uit
getrokken voor net aanleggen van onderzeesche torpedobatterijen aan de
Oostzeekust, die naar schatting ruim 50 torpedo's zouden tellen; over
ees plaateen zonden zij verdeeld iin; bedriegen wij ons niet, dan zouden
wy du» de haven te Nienwediep, Ymuiden, den Waterweg, het vaarwater
voor Hellevoet en bet Hellegat voor ongeveer dezelfde kosten kunnen
versperren.
In' Duitschland acht men het een voordeel dat de marine, die de forten
in de zeeplaateen verdedigt, ook de torpndobatterijen plaatst en bedient;
hoewel in ons land de torpedodienst voor versperringen tot de landmacht
behoort, 200 gelooven wij dat het plaatsen der batterijen aan de marine
zou moeten komen. Jammer is het, dat indertijd de twee diensten van
elkaar gescheiden zijn, omdat daardoor gewichtige zaken als versperringen
bij de marine op den achtergrond kwamen; nu het torpedowezen voor
de geheele kustverdediging zulk eene hooge vlucht neemt, is ne leiding
gewenscht; indien het nog mogelijk ware, zouden wij eene fusie dan ook
zeer toejuichen.
Wat de torpedobooten betreft zouden wij 40 torpedobooten Ie en 2e
klasse moeten aanbouwen; waarvan wij den prijs op ongeveer 4 millioen
stellen.
Het personeel voor deze torpedobooten zoude niet op eens noodig
zijn, want die nieuwe aanbouw zal over eenige (niet te vet l!) jaren ver
deeld moeten worden en met kracht de zaak aanvattende, zou vermeer
dering van ofaciers- en machinepersoneel in dien tijd niet uitblijven;
doch ook op andere wijze moet in de behoefte aan personeel voor den
torpedodienst worden tegemoet gekomen.
Wij bezitten 4 rammen en 12 monitors; met 16 kommand., 16 luit. Ie
en 48 luit. 2e kl. en ruim 60 machinisten; desnoods kan van elk dier
schepen n officier worden gemist, maar wij gaan verder en beweren,
dat als eenmaal het torpedomaterieel geheel voldoende is vovr onze be
hoeften, eenige schepen, zoo niet alle zouden kunnen worden gemist.
Ons heil zoekende in een groot aantal Itracliüg bewapende
stoomkanonncerbooten en torpedo's zijn wij, o. i. op eenen beteren weg en hebben
? we zeker meer kans op eene goede verdediging dan met onze rammen
en monitors. Welk een personeel valt dan vrij, overvoldoende voor onze
torpedobóoten, terwijl we onzen voorraad kanonneerbooten nog aanmer
kelijk zonden kunnen vermeerderen en zoodoende in alle havens ook
eene flinke artilleriemacht verzamelen.
Het afschaffen van onze rammen en monitors zou een heroïke
maatmaatregel zijn; wij ontkennen dat niet; toch moet het naar onze innige
overtuiging daarhenen; óTan is een stelsel te volgen dat past voor ons
land, voor onze behoeften, dat rekening houdt niet onze hulpmiddelen,
een stelsel dat gelukkigerwijze coïncideert mer, of een gevolg is van meer
en meer op den voorgrond tredende begrippen. Stilstand doodt.
En onze kustbatterijen? Zij moeten stormvrij zijn; zij moeten de ver
sperringen, door snelvurende kanonnen of revolverkanonnen onder vuur
kunnen nemen; zümoeten lichte vaartuigen uit het vaarwater houden;
zij moeten veel rook verspreiden, opdat de aanvaller door een'zwermvau
torpedobooten kan worden aangevallen; zij moeten de
bedieningsmanFchappen van de stukken verjagen; maar van s waarder geschut dan ze
thans bezitten, "behoeft geen sprake te zijn; mi niet en voor den vervolge
gelooven wij nog minder.
De kosten voor eene met bovenstaande middelen gevoerdn kustverde
diging zullen de tegenwoordige niet overtreffen; want wij hebben van de
torpedo een ruim gebruik gemaakt orri tevens bestaande clefensiemiddelen
los te laten of te laten zooals ze zijn; dit moet op den duur zelfs tot
bezuiniging leiden.
Is eenmaal het torpedo-personeel aanwezig, dan zende men dit niet
buitenslands, alvorens geoefend personeel in de plaats kan treden; ook
bier moet een vast stelsel worden gevolgd; geen officieren moeten op
wacht-, opleidings-, instructieschepen of anderszins geplaatst worden, dan
die eene oefeninssperiode hebben doorloopen op torpedobooten, voor
zoover de behoeften van don dienst dit noodig maken; en zij verlaten
het land niet vóór zy kunnen worden afgelost door nieuwe geoefenden.
Zóó kan de dienst goed rpuleeren; wordt het noodig meer officieren ter
oefening bij den torpedodienst te detacheeren, welnu wat het zwaarste is,
moet het zwaarste wegen!
Men zal ons gewis rangschikken onder de torpedophilen, onder de
voorstanders van een stelsel waarvan de deugdzaamheid nog niet bewezen
is; het zij zoo maar niemand zal toch willen beweren dat wij thans
mét het tegenwoordig stelsel, met het bestaand materieel tegen alle
eventualiteiten gewaarborgd zijn; dat doet ook do Regeering zelve niet;
zy aarzelt kleur te bekennen en waarlijk niet zonder reden!
Blijven wij op den weg, waar we ons thans op bevinden, voortgaan of
stilstaan, dan zal dat nimmer het geval zijn. In het groote zullen wij
altijd klein zgn, In liet "kleine kunnen wij echter groot zï/n. Maar ook dit
laatste zal wel niet ten eeuwige dage zoo blijven; dat voorspellen ons de
veranderingen, die in den loop der tijden het zeewezen voortdurend
hebben .gekenmerkt.
Doch dat mag geen reden zijn, om thans de handen in den schoot te
doen rusten, om ons neer te leggen bij een toestand die onvoldoende is
en onvoldoende moet blijven, om in afwachting te blijven van de dingen
diéde toekomst in haar schoot houdt verborgen. Hoe lang zou dat
wachten moeten duren; waar is de grens? en wie geeft zekerheid dat
men eindelijk het juiste oogenblik tot handelen zou kiezen ? Neen, vooruit,
rusteloos vooruit; in den strijd om het bestaan mogen wij niet
achterblijven; moegestreden, meegeleden; wij kunnen ons niet onttrekken aan
da emotiën die het leven der volkeren beroeren, willen we niet, op 't
oogenblik wellicht dat we juist zouden gaan doortasten, onverwacht te
gronde gaan'.
Dan zijn we vrij van die emotiën; want dan hebben we slechts te volgen
wat onze pverheerscher heeft besloten!
Rb,
SCHAAKSPEL.
Ko. 23.
Van J. KEIM te Davos-Platz, (D. Scü.ztg 1835).
ZWART.
ft
Wit speelt voor en geeft in 3 zetten mat.
(Wit 7 en Zwart 5 met K. E S). Keurig!
OPLOSSING VAN SCHA AKPBOBLEE M No. 20.
o G e 7!
Pd. f 5
T. t mat.
g 3 nt h 3 (a
Pion speelt'
(a)
h 3 g 4
4Pd. geeft iaat.
Pd. f 5 +
T. geeft mat.
E. - f 3 (b
Ad libituia
(b)
Pion speelt
K. nt B. (c
(c)
E. h 4 mat.
.K. f 3
Pinlistervaria.
No. I. T. g 7 Ad libitura
3 T. geeft mat op a 8 of g 8.
2. l Dame hl. Wat zwart wil.
'2 D. of T. geeft mat.
3, l T. b 1. Pion spselt
2 K. c 2 P. b 3 +
3 K. d 2 Pion speelt
4 d 2 e l E. nt T,
K. nt E. mat.
INGEZONDEN OPLOSSINGEN.
Juist is opgelost No, 21 en de pinkstervaria door W. v. H. te Delft; B., Oortplein
te Rotterdam (naamteekening is bijna onleesbaar) No. 21 en 22; Flenügafed" te
Kaatsheuvel en G. J. G. te Leiden beiden No. 22. Mot z'n vieren ts Amsterdam
No. 21 en 22 benevens alle de pinkster-problemen en de eindstelling van v. d. 31.
te N.N. Goed is gezien witte raadsheer op a 6.
ScJtaaJt per Telegraaf, vervolg van Weekblad 15 Jan. 1885.
No. l tussehen Weenen eu Parijs. Stand na den 31en zet van wit. Wit: K. g l,
D. h 3, T. c l en e l, B. c 4, Pd. e 5, P. a 4, b 3, f 2, g 2 en h 2. Zwart: K. g 8,
D, f 4. . c 8 en d 8, K. b 7, Pd. d 5, P. a 5, b G, e 6, f 7, g 7 en h . Wit H
en zwart 12 stukken, rnet K. g 8.
~" " Zwart d 8 d 6
c S d 8
Pd. f 6
f 4 nt g 3
Pd. d 7
d 6 nt d 7
Wit 34
OK
36
37
38
39
40
C l d l
d l c l
h 3 g 3
h 2 nt g 3
Pd. d 7
B. b 5
d 7 d 2
No. 2. tasschen Parijs en Weenen. Stand na, den 34en zet. Wit; E. e S, T. d l,
Pd. e 4, P. o 3, f 3, g 3 en g 5. Zwart: K. g 6, T. b 3, Pd. c 6, P. a 6, b 7, O 7,
5 en g 7. Wit 7, zwart 8 met E. g G,
Wit 35 o 3 d 3.
36 d 3 e 2
37 g 3 g 4
38 d 1 a 1
39 c 2 b 2
40 b 2 a 3
dl a 3 b 4
Zwart b 3 b 5.
a B &5
a5 a4
böa5
a5 a8
Pd. a5
? * ? ?
3ES S A.
Een sdiets uit hst leven,
DOOR
JUSTÜS VAN MAUR1K Jr,
Bet «tltCiirsPCCÏtl van deze novelle wordt verzekerd, overeenkomstig de Wet
den SSsten Juni 1S81 (Staatsblad No. 124).
IV.
Gedurende drie jaren scheen het bijna alsof het geluk Cesar
begunstigde; zijn tweelingen groeiden voorspoedig op en als hij
ze in het gras zag stoeien, terwijl hij met den hamer in de hand
in de deur der smederij een oogenblik poosde, dan gevoelde hij
zich waarlijk niet ongelukkig.
Daar gebeurde echter op de plantage iets wat een geheelen
omkeer in alle zaken te weeg bracht. Mr. Brooly kwam plotseling
te sterven en korten tijd na zijn dood, kwamen al zijne bezittingen
onder den hamer. De plantage en de slaven werden verkocht
en het eigendom van Ignaz Faraizo, een Mexicaan, die dadelijk
zijn nieuwe bezittingen kwarn aanvaarden.
Het afscheid van Mistress Brooly en Miss Maggie van haar
onderhoorigen was aandoenlijk, want Ccsar verhaalde: »Good
missus and missie Maggie gaan weg. Oh! we all so bedroefd.
All was crying and sorrowing on plantation. Mij little wiie Lilly
huilen so beel en kus die hand of missie; zij gaan away far
away great pity, want new massa not good, trotsehe man,
sa-v: negro is houd, not mensen, sahl"