Historisch Archief 1877-1940
- A «tSTE Rp'AMMËR, 1ff ElRf tlï> V^ÖR N BEftt A N D.
qt deel sjjaor vrienden.nit znmigbeidg-maatregelen, moest teleurstellen,
Bnrgren" Welb. in staat om, door eene toevallige bate, niet enkel
,ft» gewone iclitddeiacbers t« voldoen, miar konden zij zelfs de eereschul
den betalen. '"|" _""" ".'?"? ' " ' ? '"" '' ' * ' ?
.£n dat alleVtengevolge.van.... water! Wie had ooit kunnen denken
, ie ons , waterachtig land mét zijne 'waterachtige bewoners en dito
die vloeistof ooit tot zooveel -vreugde aanleiding zou kunnen
'" " ' '""' '
En toch WM het zoo! Wat hielpen mijn armen pa, accijns op het
geiflïstilleerd, veréttnningsrecht, tappers-patenten, nu water verreweg superieur
Week? Aan 't eerstgenoemde vaatje was'reeds, zoo herhaaldelijk, door
;»4Jne voorganger» getapt !'?'
, Moedeloos a terneergeslagen zat hy ten einde raad, op den audiëntie*
«big, voor de geopende, ledige schatkist om elk der bezoekers, die er een
.aanslag op zou willen plegen, van het nuttelooze van die poging te
^overtuigen. Tóén hij een poosje gezeten had, diende een bode, generaal
A, oud-minister van financiën aan. "
Excellentie", sprak de generaal, getroffen door de voordracht van
Jïarg.'en Wetlh'der gemeente Amsterdam om eereschulden te voldoen,
haast ik nüj om U circa acht millioen te restitueercn, die tijdens ik
fnïnistèr was,"nutteloos aan de rijks-verdediging zijn uitgegeven."
. Verstijfd van verbazing, zag de oude heer hoe de schatkist gevuld
werd, en hu rsonrikte eerst op toen bij bemerkte dat generaal A.
ver,4w«n«n «n de.heervB, ex-minister van Koloniën, verschenen was.
deze heer, ik breng honderd Ifestig^millioenf die
"v«rmor8t zyn; 1t spgt nvy enkel maar, dat ik
denatiten van zowele dapperen niet eveneens kanrestituëeren."
... .,.r!_r?^r ,?j,,,_!;i|^«cwiïdèics'i!in^^ tientje», tfetharnKinieus geluid ade
?ic^, vullendefiehatkuten thans trad de heer C., ex-mioister van Waterstaat,
jbionen. '? ?*?': ; '' \ ' '
. Ik breng 'eenige milliöenen," zeide hij, die nutteloos zijn verwerkt
?an het Zederik-kanaal, de sluis te Niehtevecht, de Oude Maas enz."
Wederom tuimelden millioenen in de schatkist, alsof het monopolie van
de Nederlandsche Bank of de concessie 'der Bilh'ton-Maatschappij nog
«nderd jaar te loopen hadden.
Daar de tijdelijke geldverlegenheid door deze milde stortregens ophield,
dincde de oude heer een aanvrage om gepensioneerd te worden in en
ging» niet zijn onmiddellyken voorganger, te Ems de baden gebruiken.
Toen'hy, een jaar later, .op Meerlust terugkwam, bemerkte hy dat de
financiën van .Amsterdam eenigszins in wanorde waren en niets
isnatuurJijker dan dat-mijn grijze vader tot het ambt van wethouder van financiën
uv'd geroepen. ;
, Uy begon met een, beroep te doen op de eere-debiteuren der gemeente
en zie, het "zaad, eenmaal door Burgem. en Weth. gestrooid, bleek in
goede aarde te zijn gevallen; Gats zeide dan ook niet voor niemendal:
Lèeringen wekken,' voorbeelden trekken."
Toen pa, op den eersten zittingsdag, achter de ledige schatkist zat,
ftwam eeti Consortium'van'bankiers dat, bij de een« ofandere gelegenheid,
door eene gemeentelijke kening, nogal zaakjes had gemaakt, met een
aardig sóiriaietje aandragen.
Daarop volgden tal van ingezetenen, die zich, tot nog toe, ambtshalve
hadden laten aanslaan of wier aangifte evenveel waarheid ha d bevat als er
braüdy in hét grogjévan den heer Sagittarius zat; zy betaalden heel wat.
Later kwamen de. directiën van Panorama-gebouw, Vrije Gemeente en
liinnaens, onv het surplus-der gronden die hun, door een vorigen Raad,
abusievelijk voor een appel en een ei waren afgestaan, te vereffenen.
Aannemers, stratenmakers, zandleveranciers enz. enz. brachten het hunne
en pa was zelfs genoodzaakt een likeur-stoker, met zijne gesmokkelde
dubbeltjes, naar den minister van financiën te verwijzen, aangezien die
igelden niet by de gemeente te huis behoorden.
.?Ziedaar dé? droom' van mijn vader. Het resultaat kent ge reeds: hij
heeft zich de zaak zoozeer aangetrokken, dat'het hoogst raadzaam was
dat hy zich, tot herstel van gezondheid, weder buitenslands begaf.
O, grootvader, waarom leerdet gij uwen zoon schrijven! Waarom hebt
ge niet een.,tnrftrapper of zoo iets van hem gemaakt? Gelukkig dat ik
thans weder als kadet-schryver optreed; ik zal mij, als echt Nederlander,
zooveel mogelijk, met niets anders bemoeien dan met hetgeen wat mij
direct aangaat.' ', r
V«&e Wijwbet steeds Van mij hatelijkheden te vertellen, van of aan*
tnériÖ8g«B te maken op het achtbaar bestuur onzer vesten:
'?'-'??? ? '- v ^ ' * Wat de heeren wijzen,
: Moeten de burgers prijzen!"
al steeds my'ne leuze zijn. ? ' ,
Itt de hoep, mgnbeer de redacteur, dat het u en den lezers van het
Weekblad niet onwelgevallig zal zijn dat ik op nieuw als kadetjes-fabrikant
optreed, verblijf ik met verschuldigde hoogachting
' , UEd. Dw. Dienaar,
- , IJTT HET HAAGJE.
XXXIV.
2oo hebben We in Den Haag 't eene plezier niet achter den rng, of 't
andere staat ons alweer te wachten. Van de kermis vielen we, zoo te
zeggen, in dié'mooie, vrpolijke, echt prettige Pinksterdagen. Hebt gewei
'*ens gehoord, waarde lezer, van een mooie" Pinkster?. Een Pinkster met
warmte, zonneschyn, frisch groen, etcaetera? Ja, niet-waar ? Ik ook. Maar
ioclji kan ik me maar :heel flauwtjes herinneren hoe zoo'n wonder der
iatünr er uitziet. En als ik u er dan bij zeg, dat ik op mijn schedel al
try wat meer witte dan bruine haren heb niet. van schrik in a
lütóht gekregen maar door amice Tijd langzamerhand over mijn kruin
gestrooid, dan zult ge mij-moeten toestemmen, dat zoo'n mooie" Pinkster
vóór mg. een^ tamelijk mythisch bestaan moet hebben. Misschien, mijnheer,
is 't met uw geheugen op dit punt anders gesteld dan met het my'ne en
aut g» ia air terbMldJag nog t«l van heerlijke Pinksterdagen uit uw
verleden en vermeit ge a nog in de kostelijke herinnering aan die schoone,
Zonnige, warme feestdagen met den aankleve van rijtoertjes, muziek, lieve
conversatie met mooie vrouwen in haar elegantste zomer-toiletten; mis
schien kunt gij dat doen, en in dat geval bied ik u my'n welgemeende
gelukwenschen aan;.?maar ik kan 't niet. Ten minste zoo weinig kan
ik 't, dat het niet de moeite waard is er een oogenblik bij te verwijlen.
Wanneer 't met iemands schedel is gesteld als met dien van den onder
getekende zooals hy de eer had te doen opmerken, dan maakt
men zich : vooruit al even weinig illusiën over een mooie" Pinkster, als
over een mooie Kerstmis of Sinter-klaas. Dus zal 't u niet verwonderen,
te vernemen,, dat ik met groote kalmte van ziel mijn barometer naar
regen en wind zag sukkelen, terwijl tal mijner mede-Hagenaren met
benepen gezichten hetzelfde verschijnsel op hun weerglazen waarna
men en tegelijk schiet-gebedekens naar Sinte-Petrus opzonden om hem
te bewegen toch een mirakel te doen en op Pinkster Zon- en Maandag
de zon te laten schijnen.
Ik had waarlijk medelijden met die arme, bygeloovige zielen, maar ik
kon toch niet nalaten, spotachtig te glimlachen om hun naïveteit. Alsof
de weer-heilige ooit om duizend schietgebeden van zijn program afweek!
Nu, hij liet het den 24sten dan ook regenen, dat het liefhebberij was,
en op wat' hagel en donder zag hij dien dag ook niet. Ik keek dat
lieve leventje uit .mijn venster aan, met een gemengd gevoel van leed
wezen voor mijn teleurgestelde medeburgers en genoegen voor me
zélf, ---want ik was tenminste vandaag vrij van pantoffel -parade,
de ellendigste parade die ik ooit heb bijgewoond, na de groote
parades toen ik nog behoorde tot de dienstdoende Schutterij van
Enollendam. Als 't morgen ook jzoo is", dacht ik, met welgevallen naar
de bobbels kgkende, die de regen in de plassen op straat maakte,
dan kom, ik er goed af." Want ge moet weten, lezers, dat er voor
den tweeden Pinksterdag aardig wat voor me in 't vet lag; namelijk,
muziek in den Beesten-tuin; van daar promenade naar Scheveningen, en
's avonds muziek in de Witte, op 't Plein. Voor 't laatste was geen
mooi weer noodig; slecht weer, bijvoorbeeld sneeuw, of zoo iets, zou deze
eigenaardige Pinkster-uitspanning nog 't meest opluisteren, en vooral aan
de gezelligheid niet schaden. Nu, er bestond eenige kans op. Blaar
zie, de heer Sint-Pieter scheen eensklaps anders gestemd dan den vorigen
dag. Hoewel hij de zon nog voorloopig kamer-arrest had gegeven,
mogelijk wel in conniventie met den kolonel der huzaren en andere hooge
autoriteiten, liet hij 't niet regenen, en daar had-je nu de poppen aan
't dansen.
Zoo maar in eens krijgt mijn goede vrouw 't in haar eigendunkelijk
Haagach hoofdje om een rijtuig te doen bestellen.
Waarom?" ben ik zoo vrij met de meeste bescheidenheid te vragen.
Wel man, welk een gekke vraag!"
Ik doe dikwijls zulke gekke vragen, waarde Amsterdammer, betrekking
hebbende op huiselijke uitgaven, waarvan ik in mijn verregaande kort
zichtigheid het nut niet begrijp. Maar ik schrijf dat toe aan een soort
van epideraisclien waanzin, die hier voortdurend onder de Haagsche
getiouwde mannen hcerschende is.
^Hoe wil je nu, in 's hemelsnaam," vervolgde mijn vnraw, eerst naar
de muziek in den Dierentuin gaan en dan te voet naar Scheveningen ?
Dat is immers krankzinnigen-werk en voor een gewoon mensch niet te
doen!"
Ik meende in mijn waanzin, dat als zoo iets werkelijk niet te doen was,
men 't eenvoudig maar laten moest; maar ik was nog zoo waanzinnig
niet, of ik hield die logica stil voor me zelf. Het eenige wat ik waagde
in het midden te brengen, was de opmerking, dat alle rijtuigen in den
Haag al sinds weken te voren besproken zouden zijn. Had ik mijn
mond manr gehouden, want mijn opmerking werd met zulk een smadelijk
schouderophalen beantwoord, dat ik niet laten kon een weinig netelig
te vragen:
Ia dat misschien ook weer een gek gezegde?"
Natuurlijk", kreeg ik ten antwoord, heel gek. Wie bestelt er nu een
rijtuig voor tweeden Pinksterdag op den dag zelf? Ik heb al zes weken
geleden bij onzen vasten koetsier een rijtuig besproken, voor 't geval dat
we vandaag droog weer zouden hebben."
Daar stond ik te kijken. Welk een geniale vrouw, de mijne! En onze
juffrottw" werd heen gezonden met de boodschap aan gezegden koet
sier, dat hij tegen vier uren bij den Dierentuin behoorde te wachten
met dB open landauer met twee paarden, zooals afgesproken was.
As-30 =blieft; niets minder.
??ZoMén we niét liever.... n paard?"
? Een nieuw bewy's voor mijn waanzin.
Zouden we niet liever een ezelwagen nemen?" vroeg mijn vrouw met
haar beminnelijke schalkheid, mijn eigen woorden bezigende en mijn stem
geluid nabootsende, natuurlijk om me 't waanzinnige mijner tegen
werping recht duidelijk te doen gevoelen.
,iNeen", hernam ze, als ik voor mijn pleizier ga rijden, wil ik 't goed
en fatsoenlijk doen. Ik heb den koetsier gezegd, dat als hij mij zijn
nieuwste ry'tuig, zijn beste paarden met hun mooiste tuigen en zijn
knapsten koetsier niet gaf, ik dan 't rijtuig zou wegzenden".
J», myn vrouw kan kras zijn. En ik verzeker n, dat ze 't niet bij
een bedreiging zou laten. Ze wordt dan ook op haar wenken bediend,
dit durf ik zeggen; maar ze ziet ook op geen fooi. Met goede fooien
irög -je alles gedaan", zegt deze vrouwelijke Salomo. Ik denk dan wel:
Met fooien verwent en bederft ge de dienstlui", maar, dat is weer
Van dien waanzin, je weet wel.
Het kwam mij voor, mijnheer, dat op dien tweeden Pinksterdag de
menschen hier altemaal gek waren. Dat begon op straat en vergezelde
ons naar en in den Dierentuin, waar de Schutterij-muziek een keurig
programma'' uitvoerde; zoo stond er later in de krant, maar ik mag 't,
op mijn woord niet bevestigen, vanwege het allervreeselijkst geschuifel
der talrijke bezoekers en bezoeksters in de paden en 't aanhoudend ver»
ward gesnater, dat mij van de muziek niets anders te hooren gaf dan d*