De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1885 7 juni pagina 5

7 juni 1885 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

415 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Misschien denkt men: och, 't ia maar een zomerpubliek; dat kijkt zoo Bawtw niet.... maar men zou zeggen, dat in den zomer af te stap pen van een onweerstaanbaar snorrenpaar, bijv., al zijn ze ook nog zoo mooi) nog lichter moest rollen dan in het koude seizoen!... Hot blyspelletjen van Moreau en Delacour, ona onlangs op den Stads' schouwburg vertoond door leerlingen van de TooneelschooP, werd, gedeelteljjk door het zelfde personeel, met lust en vlotheid wat de Franachen noemen gesnleveerd. 't Is ook weer een van die verwarringsgrappen, voor het snel en geheel doorsohouwen van welku de vatbaarheid van ons, Hollanders, wel wat hardhuidig is. Maar het publiek gelooft den schrij ver op zijn woord, als hij zich gedraagt of het intiïgetjen prefekt vondloopS en vermaakt zich zeer. De rollen waren in handen van de Heeren Sohulze, Clous en Schwab ea de Dames Uossing en Loric. WÜhebhen in der tjjd een Michaël Strogoff" van het gezelschap Van Ollefen, Mohr; Vcltraan gezien. Het kwam mij voor, dat dat een andere redaktie was dan deze van den Heer Ch de la Mar, die alle eer heeft van het monteeren van dit stuk. Men heeft goen moeite noch kosten ontzien, om het Drama a. grand spectacle" met veel fracas ten tooneele te brengen. Men kent de kern van het stuk, dat door Jules Verne als roman ge geven is. Keizer Nicolaas II zit in grooten angst, dat zekere Generaal, met name Iwan Ogarcff, die met de Tartaren fraternizeert, zijn broeder, uie, als Grootvorst, Siberiëregeert, in zijn reaidontie zal overvallen. Zelfs heeft, om een partikuliere reden, de verrader het op het leven van den Grooivorst voorzien. Daarom heeft de Czair een koerier noodig, die, hals over kop, naar Siberiëkan gaan, om dat ongeluk te voorkomen. Daartoe zal hij echter door steppen moeten trokken, die in handen vau de TartareÜzijn. Michaèl Strogoff, Kapt. in russischen dienst, verklaart zich hiertoe bereiJ. Hij is een Siberiër. Zijn moeder woont in esn plaats, die hij dóór moet; roaar uit vreoze, dat hij opgemerkt zal worden of te lang onder wog blijven, laat de Czaar hem zweren, dat hij zich aan zijn moeder niet . bekend zal maken. Ongelukkigerwijs valt hij in handen van Og:ircff t'-n de Tartaren, die ook uijn moeder gevangen neaien. Van deza willen de , vijanden weten, wie Strogoff is. De gevangenen deiileereii. De moeder laat niets blijken. Dan wordt zij tot de knoet veroordeeld. Dat is Strogaff . te 'veel en hij valt zijn moeder om den hals. Hij wordt veroordeeld met een gloeyend ijzer blind gemaakt te worden. Dit gebeurt on het toonccl. Wat zouden do hovelingen van Louis XIV hi,;r wel van zeggen, dio zelfs de eenvoudigste scène ensanglantéa niet duldden? och bereikt, ondanks allerlei tegenspoeden, Slroyoff do rezidcntic. Maar Ogarcff, die hom de keizerlijke deptichc afgenomen heeft, is hom voor geweeit en doet zich bij den ti-rootoorst voor den Koerier doorgaa'i. De beide mannen ontmoeten elkaar en do verrader dcli't hut onderspit. Door de getuigenis van eiyi meisjen, dat haar vader ging opzoeken, en door Sli'OQoff \u bescherming genomen is, wordt.do Grootvorst overtuigd . van de waarheid, en de deugd triomfeert in alle opzichten, want Slrogv/f geneest zolfs vau ziju blindheid: toen het glocyeiid ijzer voorbij zijn oogcn ging, zig hij naar iju moeder, ea zoo bleven de edelste clecleu maar tijdelijk belecdigd. De Heer De la Mar heeft met veel begrip van het «karakter en met veel vuur de rol van den trouwen Koerier vervuld. Mcj. Koos speelde het volletjen van Nadiii, Fcdor, zijns beschermeling, zoo goed als het «ing. Het rolletjeu hangt een weinig in do lucht, om dat het publiek niet. woef, wat haar vau Strogoffs loveusgeheim bekend is.'Mevr. Do la Mar?Xlcy speelde voor de moeder, met veel pathos; zij heeft een aangename stom. De oude lieer Kapper was werkelijk een cleftigo en foi-scho Czaar (hij speelde ook voor den Grootvorst, met veranderden haartooi). Had hij op moeten treden voor een Vorst uit Westelijk Europa, dan zouden toon en optreden wat theatraal geweest zijn, maar voor zoo'n Kus, qui dói>assnit tic la tê(e tons ses sitjcls, zoo als men van Nicolaas zcide, ging het, met zijo hoogen stal, zeer goed. Behalve door de weemoedige liefdeshistorie, wanrop gezinspeeld wordt, vindt do kompoziiie kleur en levendigheid in het overal nartizen van do voornaamste personen, door twee reporters van dagbladen csn Fransclunan en een Engolschman. Het is niet zonder effekt: de haast en de rust van die verdienstelijke voorlichters des publieks, bij de meest tragische voorvallen. De Heer van den Heuvel heeft Mr. Bïound zeer goed gemaakt; bijna Ie goed. Hij sprak te \eel Engelseh. Hij had Hollandsen moeten spreken, , met een Engelschen tongval. Daar kwam bij, dat M. Jouvet (Matern) een Vlaming is. Hierdoor had men, ia hunne samenspraken, met dricrlei taai-eigen te doen. Dit verduisterde wel wat. Da omloop droeg tot de schitterende drukte van het geheel het noodige bij. Ook de muziek van den Heer Larondclle en, niet in de laatste plaats, do kostumcs van de firma Kreukniet, waren machtige faktoren in het effekt dezer vertooning. Men noemt zulke stukken draken, maar men moet niet vergeten, dat in de bloeitijd der Romantiek Victor Hugo werd afgebeeld zittend op een ?draak, en dat de wensch om den koerier nog tijdig te zien aankomen, ?en de achting, die men dien wakkeren Siberiër toedraagt, zeer gewettigde drijf veeren zijn in de belangstelling, die het stuk gaande maakt. 2 Juni 1885. Alb. Th. Wij vernemen dat 't Huis, oorspronkelijk tooneelspel in 2 bedrijven van G. A. J. Koos, door het Kotterdamsche gezelschap ia den loop van bet a. s. winterseizoen in studie zal worden genomen. UIT PARIJS. XXIV. 't Zou mij niet verwonderen, dat men in later tijd de weken, dia volgden op den dood van Victor Hugo en besloten werden met zijn Apothêos&t een doodenfeest, zoo eenig en grootech, als de wereld zeker nooit heeft aanschouwd, de Victor Hugo-dagcn zal noemen en ieder Franschman dan even goed zal begrijpen wat hij daaronder heeft te verstaan, als de beteekenis der Juli-dagert of der Honderd dagen hem bekend is. Neen, zelfs een genie als de groote dichter geweest is, had zich van zulk een diepe en algemeene vereering en verheerlijking geen denkbeeld gun nen vormen. Zelfs hij, die tijdens zijn leven reeds als een onsterfelijke was vergoed en allen denkbaren lof had genoten, zeli's hij had niet kun nen vermoeden, hoe na zijn verscheiden die hulde en vereering alle moge lijke voorstellingen en gedachten verre achter zich zoude laten. Toen de edele grijsaard op zijn tachtigsten verjaardag gansch Parijs ondor zijn vensters zag defileeren om. zijn beroemden dichter een welgemeenden groet te brengen, overviel hem een somber voorgevoel van het naderend einde en die slagschaduw over zijn stralend en glanzend geluk vertolkt hij geestig als altijd aan een zijner vrienden: «/; Iwiid lieden ecu rcpititie van nvjne begrafenis! Ook het genie zelfs was onmachtig om zich zulk eon uitvaart te kun nen scheppen, als het dankbaar en edelmoedig Frankrijk met -/.ijn hoofd stad aan de spils eu de Europeesche geestes-arristocratie in het gevolg gisteren dian uitverkorenen dor goden heeft bereid. Ja, Vcron had gelijk, toen hij er op wees, welkeen weldadigen indruk een dergelijke voorspel, moet maken op de pessimistisch gestemde gemoede ren van onzon tijd. Er is reden te over voor dat pessimisme, maar toch, derge lijke krachtige bezielde uitingen van een goeden geest en ecu warm hart, zulk een uitnemende vcreering van groote dooden leggen een heer lijk getuigenis af dat aan het pessimisme nog- niet is gegeven alle macht in hemel en op aarde. Met instemming neem ik dan ook over, wat door Aihert Wolft in de Figaro van Maandag jl. zoo uitnemcud is gezegd: Door deze plechtigheid. welke Parijs tor eere van Victor Hugo heeft georganiseerd, eert het zoowel zich zelf als den dichter. Het beste wat deze stad bezit, zijn eerbied voor de werken van den geest en zijn fierheid op zijn werkelijk groote mannen, komt heden op een schitterende wijze aan den dag en dit doet Parijs de grootste eer aan tegenover onzen tijd. O, er zullen er wel zijn, dio deze apotheose buitensporig vinden, map.r wij, die ook een ned'.riga plaats innemen in het rijk der letteren, wij nieencn. dat nicis de maat bcliijnt to buiten te kunnen gaan, waar het geldt de laatste hulde te brengen aan een der grootste geesten van allo eeuwen. Want hoog boven do beschaafde geslachten, die voorbijgaan, zweven do werken, die blijven. Griekenland, voor ceii korten tijd de meester der wereld, blijft, ondanks dat zijn macht en invloed geheel te gronde ging, een groot volk door uo nagedachtenis zijner groote geesten en denkers. Toen het werk zijner vcldheercn was verdwenen, bleef het stralend licht zijner dichtere en kunstenaars de wereld beschijnen. De volkeren dosn dus wel met hun grooto vernuften te eoren. want het zijn juist de voortbrengselen der gedachte, die hen in de toekomst voor de vergetelheid moeten bewaren. Dat begrijpt Parijs heden en het verwezenlijkt op die wijze de hulde, hem eens il':ur den dichter bewezen, door het te noemen: Dehersensder wii'óld. IN u, Parijs vergeet dat menigmaal, handelt vaak zeer onverstan dig, maar er komen uren in zijn leven voor, dat niets oi' niemand hom dien roemvollen titel zal durven betwisten; en indien het dien ooit waar dig gewenst is, dan zeker wel op dezen merkwaardigen.dag, waarop het.ziuh vol eerbied en aandoening nederbuigt voor een der beroemdste vorsten van het Ilijk dar gessten." Een Parijs heeft aich werkelijk dien onvergetelijk en Maandag den ccroua:im van ccrccau du monde waardig getoond. Het heeft de uitvaart des dichters niet bezoedeld door onrust of onsoregeldheid! Beminnelijkheid en genie gaan niet altijd zameii. In Victor Hugo vormden zij do schoonste vereeniging. Niet alleen het genie van dezen uitverkorene, maar bovenal zijn goedheid stempelde zijne persoonlijkheid. Al wat zwak was trok hem aan. Hij hield dol veel van kindereu. Van hem aijn immers die kostelijke woorden: Het echte Paradijs zou daar zijn, waar de ouders altijd jong en de kinderen altijd klein bleven." Hij, die t1 Ar t d'être grand-pèro heeft geschreven, had van zijn jeugd af aan het vaderschap tot een kunst gemaakt. Een kunst, doorkneed ia alle vonden van teederhesd en toewijding. Niets was liefelijker, zegt Voron, dan hem ta h o oren ophalen uit den lang en lang vervlogen tijd, dat zijne zonek dochters nog heel jong ware». Daf greep u aan en roerde u tot in 't diepst der ziel, als hij op zijn eigenaardigen toon u allerlei van zijn geliefde kinderen vertelde. Wat een schat van anekdotes! Eene er van is mij bijgebleven: Victor Ilugo woonde nog in de wijk Francois I, ik meen in de rue Jean-Gonjon. Zijn beide meisjes hadden een paar tortelduifjes tam gemaakt. Den gansenen dag waren zij bezig met zich over die overwinning te verhcuhen en Victor Hugo werd het recht vermakelijk om naar die aardige tooneeltjes van dat huishoudende van vieren te kijken. Nu gebeurde het op zekeren dag, dat de tortels stout waren geweest. Wat hadden ze voor kwaads gedaan? Dat herinnerde de meester ziel» niet recht meer. Misschien had hij 't nooit iuist geweten. Maar het tooneellje, dat toen volgde, stond hem nog levendig voor den geest en dat beschreef hij op kostelijke wijze. De verstoorde meisjes hadden de tortelduifjes in de hand genomen en deze werden nu heel deftig aldus toegesproken: we zullen je leeren,om etout te wezen. Nu zul je voor je straf buiten opgesloten worden." Daarop hadden zij het vensier geopend en de duifjcs waren builen opgesloten gewerden dat wil zeggen, naar buiten gestooten. En toen ze weldra met hun bekjes tegen het room kwamen pikken ols om vergeving te vragen, riepen de meisjes op strengen toon: neen, neen! daar kan niets van komon, gij blijft daar bviton in de gevangenis! Victor Hugo heeft dat tooneeltje geschilderd in een gedicht, dat niet» werd uitgegeven maar zich volgens zijn eigen verzekering onüer zijn nagelaten werken moet bevinden. En intusschen heeft het Parijsche leven zijn loop voortgezet. Zoo is de wereld. Zijn we niet in het schitterend seizoen? Is het nu niet de

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl