De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1885 14 juni pagina 13

14 juni 1885 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

'- > t ,"rpc ? - ?»?, ? n *,' i , \< ..Kg^^A^ ...^ DE AMSTERDAMMER, .WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. "' 13 omd«t hij ze noodzaakte die. yreesselgke herinnering weer te g^yen. Er lag dikwijls een eigenaardige duidelijkheid of juistheid in het gebaar waarvan hij zyn woorden vergezeld liet fwnr-üw-trof h«t mij ook, to«n hij de rechterhand met saanigevoej>de vingers midden voor zijn voorhoofd bracht, terwijl hij vervolgde/»Duur massa!?Daar was niets meer place dan for dat «ene gedacht: Try to escape t Zoek to come uit de gebangenis and dan gaan terug to Lilly. Altijd me denken so, day and nacht and no possibility to come out. Sometimes me worden wild for wanhoop and sorrow and no hope! No hope! In dat gebangenis me moet work so hard, so zwaar me bly for dat, and me denk: so me work hard, me shall habe no berdriet eo groot Rubbish! Berdriet, wanhoop blijf all dezelfd' just as de days, die ook altijd blijf de same een as ander. Me not weten how long me daar al wezen. Oh! what a bitter, bitter tijd. 't Was merkwaardig' om te zien hoe de neger al vertellende zich weer verplaatste in den vervlogen tijd. 't Scheen mij soms ? alsof ik dat geheele leven, zooals 't voor zijn geestes oog voorbij ging, duidelijk voor mij zag, zoo levendig drukten zijn trekken uit, wat hij niet onder woorden kon brengen. Soms blikte hij somber of slafend voor zich; dan weer vonkte en lichtte het in zijn oogen of trokken de pupillen zich samen tot een klein boos aardig schitterend sterretje. Nu en dan balden zich zijn vuisten en knarste hij met de tanden terwijl hij zijn verhaal door gebaren trachtte te verduide lijken. Vooral toen hij mij zijn poging tot ontvluchten mededeelde werd zijn verhaal aanschouwelijk. Hij schoof zijn ziekenstoel een eind achteruit en stond met de eene hand op de tafel geleund terwijl hij zei: »Me tried to escape; in den nacht me came out of my bed. Hush! Hush! bery langzaam, bery zacht me kruipen over den grond door de kamer. All was as'.eep! Is to long to hertel you how me came out. Oh! me had worked so groote tijd, so boorzichtig, to make an opening in de wall. Niemand hooren me, maar as roe was in de open lucht me had to clime o) over de muur. Bery hoog, nebber mind! Gesar can clime like a cat. No moonahine, donker nacht. . . ." Met hand- en voetbeweging toonde hij aan dat hij tegen den eteiien, steenen muur was opgeklauterd en hij maakte de wijze hoe, begrijpelijk door te zeggen: >Muur, old, ruw, hier steenuil, daar steen uit, sharpe kanten; nebber mind!-Mij hand and foot bloed, me not feel dat. Me carne up, maar schildwacht see me and fire off his gnn Hit me in de shoulder. Oh! waarom niet shot in mij hoofd! Had geweest better, massa!" Staande bij de tafel, had hij de beweging gemaakt van een eoldaat die zijn geweer afschiet en daarna liet hij zich in den stoel neervallen even. als iemand die getroffen wordt. Toen maakte hij een gebaar dat aanduiden moest dat men zijn handen had geboeid en zei dof en somber: Not gelukt. Zij doen me in de irons 4) and verbindt mij wond. «Bijna five years me have been in prison, and nebber could escape, but den at last me came out P vervolgde hij en 't was een oogenblik als gleed een trek van blijdschap over zijn gelaat. Met een zekere voldoening vertelde hij, hoe het hem na herhaalde mislukte pogingen en niettegenstaande hij strenger dan de andere gevangenen werd bewaakt,toch eindelijk gelukt was om te ontvluchten. Free once more! riep hij bijna luid, en in zijn stem klonk iets als de nagalm van een vreugdekreet. Vrij! Die gedachte vervulde hem geheel toen hij na ontzachelijke inspanning n gevaren builen het bereik van zijn vervolgers was gekomen. En nu naar Pittsburg! Naar Lilly was het tweede denkbeeld, eigen 11 ij k het eenige wat hem bezielde. Hij dacht er zelfs niet aan, welke spanne tijds er lag tusschen het heden en het verleden; zijn denkvermogen had ch zoolang lot die eene, alles overheerschende gedachte beperkt, dat geen overwegingen, geen bedenkingen meer plaats vonden in zijn brein. Nu eens loopend, dan weer aan boord van een of ander vaar tuig, ala stoker op een Ohio-boot, of verscholen tusschen de balen en vaten van hoogopgeladen vrachtkarren, kwam hij van de eene plaats naar de andere. Dikwijls honger en gebrek lijdend, levend, hij wist zelf niet hoe en waarvan, legde hij den langen weg af, altyd zijn gedachten op dat eene punt richtend, altijd jagend naar het doel dat hij voor oogen had. Eindelijk! Eindelijk, was het bereikt, en met een kreet van vreugd begroette hij, toen hij de landingsplaats naderde, de be kende plek waar de schepen en booten hun masten en schooriteeuen omhoog staken, dicht opeen als een mastbosch. De volle middagzon verlichte de huizen en torens; hij zag de witte muren van de kade blinken in de zon en lachtte. De arme vluch teling vergat voor een oogenblik, dat vijf jaren, vijf lange jaren verloopen waren. Hij zag alleen dat hij naderde tot zijn doei en.... hij lachtte, omdat hij hoopte, als een kind. Nauwelijks Icon hij het oogenblik afwachten dat de loopplank werd gelegd. Hij was aan wal gesprongen voordat iemand anders er nog aan had gedacht en zonder om te zien, zonder een oogen blik op te houden snelde hij voort, naar de buitenwijken. 't Werd reeds avond en nog liep hij, steeds angstiger zoekend rond. Was hij dan verkeerd gegaan? Neen f Dtuir was immers het hospitaal, dat stond er nog even als voorheen; duur was de brug over de gracht en toch, het bekende tuintje kon hij niet vinden. Hooge huizen, het een juist als het ander, stonden stil en zwijgend naast elkaar en de vensters keken hem met hun groote ruiten zoo zonderling aan als groote verwonderde vierkante oogen; ze schenen te vragen: »wat doe je hier? Wat zoek je? Wij kennen je niet weet je dan niet dat wij pas een jaar of twee hier staan." Angstiger en angstiger werd de uitdrukking van Cesar's gelaa»; 't zweet gudste hem van 't voorhoofd. Was dan alles zóó veranderd? Was van al die tuintjes en hekken geen enkel meer over? Slechts 't groote, sombere, .zwijgende hospitaal en de brug kende hij nog. Al het overige was tot n straat geworden, met dwarsstraten en... Plotseling bleef hij staan en bracht de hand aan 't voor hoofd; hij herinnerde zich dat hij vroeger wel eens met den brugwachter gesproken had, die zou hem 't raadsel wel oplossen. Met versnelden tred naderde hij het wachtershuisje en juist wilde hij binnengaan toen de deur er van werd geopend en een jonge kleurling, met een uniformjas aan, naar buiten trad, Dat was de wachter niet dien hij kende; de uniform was wel dezelfde maar de man niet. Verbaasd bleef Cesar hem aanstaren en toen hij half stotterend vroeg: »Ben jij de Brugwachter?" lachte deze hem uit en zei alleen: »natuurlij k." Neen! voor hem was dat niet natuurlijk, alles was hem zoo onge woon mogelijk, maar langzamerhand begon hij toch te begrijpen dat in de vijf jaren die hij afwezig was geweest de geheele buitenwijk verdwenen en een straat geworden was» 1) Amerikaanache benaming voor neger. 2) Kindermeid. 3) Klimmen. 4) Boeien. (TPdftft vervolgt!) SCHAAKSPEL. No. 2*. Van J. KEIJI te Davos-Platz, (D. Scb.ztg 1385% ZWART. WIT. Wit «peelt voor en geeft in 3 zetten mat. (Wit C en Zwart 3 met E. £ 6). Keurig] OPLOSSING VAN SCHAAKPROBLEEM No. 23. l D. f 2! Een Pel. nt 1>. (a 8 Pd. e 4 geeft mat op i fi of c 3. W K. nt Pd. (b 2 Pd. c 5 mat, (b) E. of pion speelt 2 Pd. g 5 mat. Eindapel van v. d. M. te K.N. e 7 nt c 71 b 8 nt a O (» c G b 8 nt a 6 &d libitunl 3 Dame geeft mat. "d 4 c 5 b 2 b 4 + P. nt b 6 mat. c 5 (14 ..... Pd. d 7 (o D. nt d C en Volgenden zet mat. ander spel volgt eerder het mat. (c) ..... b 6 b 5 a 6 nt b 5 en 3 mat, INGEZONDEN OPLOSSINGEN. Juist opgelost is no. 22 wet de eindstelling v. d. M. te N.N. door W. v. B. te Dellt; P. te Utrecht; no. 23 door W. v. H. te Delft; no. 22 door L. J. v. L. te Am sterdam, alsmede HemïDO. 22 en 23; Mei" te Rotterdam eindstelliiig v. d. M', ea no. 22 en 23, Fleuügafed te Kaatsheuvel insgelijks en £. te Rotterdam no. 22.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl